Hemelse tekens voor een messias en een profeet
Hemelse tekens voor een messias
en een profeet
(Doorbraak, 16 december 2020)
In het zicht van de kerstdagen
kunnen we ons weer aan bespiegelingen over de Ster van Betlehem verwachten. Het
zou om een Jupiter-Saturnus-samenstand in Vissen in het jaar -7 gaan, om een
Jupiter-Venus-Regulus-samenstand in juni van het jaar -2, of andere
configuraties waaraan sterrenwichelaars veel betekenis hechten. Onder de vele
auteurs die er hun licht over hebben laten schijnen noemen we de Vlaamse wetenschappers
(en in dit opzicht tegenpolen) Ronnie Martens, skeppticus, en Jos Verhulst,
antroposoof. Aan die bespiegelingen gaan we hier niets toevoegen. We hebben het
wel over wat die sterrenstand, welke hij ook mag geweest zijn, in de
godsdienstgeschiedenis kan betekend hebben.
Driekoningen
De zogenaamde Ster van Betlehem
duidt er voor de meeste sterrenduiders op dat de geboorte van Jezus iets heel
bijzonders was. Het is redelijk aan te nemen dat die samenstand binnen het
astrologisch wereldbeeld, dat in de Babylonische en Hellenistische cultuur toonaangevend
was, als uitzonderlijk betekenisvol gold (daarom wordt er onder de hedendaagse
erfgenamen van dat wereldbeeld nu volop gespeculeerd over de komende
winterzonnewende, wanneer Jupiter en Saturnus zullen lijken te versmelten). De Romeinen
wijdden zelfs munten aan sensationele planeetstanden, op de keerzijde van ‘s
keizers beeltenis, zonder overigens ooit naar ene Jezus te verwijzen.
Want wat heeft Jezus ermee te
maken? Na een lezing van Verhulst over het beweerde gastoptreden van de door
hem uitverkoren sterrenstand in enkele schilderijen van Pieter-Pauwel Rubens,
hoorde ik een paar ex-katholieken in het publiek mompelen dat er precies toch
iets bijzonders aan die Jezus moet geweest zijn, aangezien zijn geboorte met
zulke gunstige constellatie samenviel.
Het zwakke punt is dat men daar
de sprong maakt van een beweerdelijk unieke planetenstand naar de persoon Jezus.
Dat neemt men van generaties christelijke auteurs over, te beginnen met de
evangelist Mattheüs en zijn Driekoningenverhaal (merk op dat de andere
evangelisten dat onvermeld laten, wat ook niet voor zijn historiciteit pleit).
Tientallen jaren na de sterrenstand in kwestie, en een gelijkaardig aantal
jaren na Jezus’ geboorte, legde hij een verband tussen die twee gebeurtenissen,
voor zover bekend als eerste.
Christelijke sterrenduiding
Vele
hedendaagse christenen beschouwen sterrenduiding als afgoderij en staan
weigerachtig tegenover de gedachte dat christenen belang kunnen gehecht hebben
aan planeetstanden. Dat was echter wel het geval, vooral in de eerste eeuwen en
ook tijdens de Renaissance. Of het klopt wat mijn nonkel pater zaliger uit zijn
studiejaren in Rome getuigde, namelijk dat men bij bisschopsbenoemingen horoscopen
raadpleegde, durf ik niet bevestigen. Maar in de opstelling van de Kerkelijke
kalender is duidelijk met de Dierenriem rekening gehouden: ofwel omdat men er
echt in geloofde, ofwel omdat men op de Grieks-Romeinse gevoeligheden wou
inspelen.
De band van
Kerstmis en Pasen met de winterzonnewende resp. de lente-evennacht is het
bekendste voorbeeld: deze data waren in omzeggens alle antieke culturen van
belang, en de jonge Kerk wou daar niet voor onderdoen. De plaatsing van het
dodenfeest Allerheiligen / Allerzielen in de periode van het doodsteken
Schorpioen is er een ander. Pinksteren als feest van communicatie en
veeltaligheid beantwoordt aan de astrologische betekenis van zijn teken Tweelingen. Op 8 december vieren katholieken de Onbevlekte Ontvangenis van
Maria, en ook dat is om astrologische redenen. Negen maanden na een ontvangenis
volgt een geboorte, dus op 8 september viert men de geboorte van Maria, doelbewust
in het sterrenteken Maagd. Ook het Mariafeest van OLV-Tenhemelopneming viel bij
zijn instelling rond het jaar 600 in de Juliaanse kalender ongeveer samen met
het beginmoment van de Maagd-periode. De katholieke feestkalender is doordrenkt
van heidense sterrenduiding.
Het kan evengoed dat de
evangelist, gretig om ook de astrologie voor de kar van zijn nieuwe leer te
spannen, van de opwinding onder hellenistische sterrenduiders over deze uitzonderlijke
samenstand gehoord had en deze willekeurig op Jezus betrokken heeft. Van de
meeste mensen van niet-koninklijke komaf was het geboortemoment niet of niet
meer bekend, zeker niet tegen de tijd waarin ze het op eigen kracht tot
beroemdheid geschopt hadden. Men kon dus later een geboorteverhaal verzinnen
dat bij hun uiteindelijke status paste.
Mohammeds geboorte
Er is een gelijkaardig geval
bekend: de geboorte van Mohammed. Zoals christenen Kerstmis vieren, en wel op
een uitgekozen datum die waarschijnlijk meer inspeelde op de bestaande
feestkalender dan dat hij een historisch geboortemoment weergaf; zo vieren
moslims elk jaar de geboortedag (miladoe’n-nabi) van de Profeet. Alleen,
ze pretenderen niet de datum te kennen, dus ze vieren zijn geboorte op zijn
sterfdag, die wél bekend is. Dat wat de precieze dag betreft, maar
belangwekkender in dit verband is het jaar.
Moslimbronnen plaatsen Mohammeds geboortejaar
onder een gelijkaardig prestigieuze hemelse vingerwijzing: het Jaar van de
Olifant. Een glorierijk ogenblik in de Arabische geschiedenis was de mislukking
van de belegering van Mekka door een met olifanten uitgerust Ethiopisch
invasieleger. Dat werd genoopt om zich terug te trekken, niet door Arabische
wapenfeiten maar door een zogenaamde hemelse tussenkomst. De teksten gewagen
van een soort stenenbombardement door vogels, maar in het echt betrof het
waarschijnlijk een epidemie.
Toen men Mohammeds leven na diens
dood in 632 ging beschrijven, was de Olifant-generatie praktisch uitgestorven,
maar het prestige van de gebeurtenis galmde nog na. Mohammed was geboren in
570, maar de belegering moet rond 555 plaatsgevonden hebben. Het was echter
allemaal lang geleden en vaag geworden, dus ging men de inmiddels prestigieus
geworden geboorte van de profeet aan het prestigieuze Jaar van de Olifant koppelen.
Als hij in 555 geboren zou zijn, was hij al een oude man toen hij Arabië
veroverde, dus 570 was realistischer, en het was het Olifantjaar dat opgeschoven
werd. Het jaar waarin Allah zich met de lotsbestemming van Mekka had ingelaten,
had hij de stad niet alleen van een belegering ontzet, maar haar ook een
profeet geschonken, zo werd geïmpliceerd.
Alleszins, de twee gebeurtenissen
werden pas post factum verbonden, en daartoe nam men vrijheden met de kalender.
Ziedaar wat met de koppeling van Jezus’ onbekende geboortedatum aan een
opvallende sterrenstand moet gebeurd zijn.
(Genoemde personen: Ronnie Martens, Jos Verhulst, Jezus, Pieter-Pauwel Rubens, Mattheüs, Maria, Mohammed, Allah)
Labels: Jaar van de Olifant, Jezus, Mohammed, Onbevlekte Ontvangenis van Maria, Ster van Bethlehem, Verhulst | Jos
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home