Vlaanderen, een kolonie van België?
(Doorbraak, 27 mei 2020)
Mark Grammens zaliger vergeleek regelmatig de Vlaamse strijd
met de dekoloniseringsstrijd. Hij behoorde tot de repressieslachtoffers die in
de jaren 1950 de strijd tegen België hernamen, maar dan van de linkerkant.
Vandaar zijn voorliefde voor progressief jargon en verwijzingen. In Vlaanderen
minder gebruikelijk, maar in éénklank met het progressisme van de nationalisten
in bijvoorbeeld Catalonië.
Die antikoloniale beeldspraak heeft in de Vlaamse Beweging nooit
veel navolging gevonden, wellicht omdat de meeste Vlaamse Bewegers in die tijd
weinig op het wereldgebeuren ver van de eigen klokkentoren gericht waren, of
omdat zij zich in een dekoloniseringsoorlog moeilijk met de exotische
opstandelingen tegen het Europese koloniale gezag konden vereenzelvigen. De
jongste jaren hoort men de vergelijking regelmatig bij de Schotse
nationalisten, die zich als een vroege kolonie van Engeland voorstellen. Destijds
werd de onafhankelijkheid van Ierland in India alvast als een klinkende
dekolonisering gezien, een model om inspiratie uit te putten, en een bewijs dat
het Britse rijk wél overwinnelijk was.
De Vlamingen als inboorlingen verknecht door en in opstand
tegen een koloniale macht, dat klonk alvast beter dan “les boches du nord” (de
moffen van het noorden), flaminganten als agenten van het Duitse imperialisme, of
“bloed en bodem”. Het paste in de progressieve tijdsgeest. Ik heb het niet
bewust meegemaakt, maar ik vermoed dat de opgang van de Volksunie in de jaren
1960 toch ook de “wind van verandering” die door het dekoloniserende Afrika
woei, in haar zeilen wist in te vangen.
Peppraat
Verkocht Grammens meer dan peppraat? De belgicisten zullen
het zeker een holle overdrijving noemen, of gewoon onzin. Engelsen, inbegrepen
degenen die uit Jamaica of Pakistan stammen, noemen het Schotse vertoog zo, en
wijzen erop dat Schotten en Ieren volop meededen met de Engelsen in de kolonisering
van derde landen. En dat geldt evengoed voor de Vlamingen, die in de koloniale
oorlog van koning Léopold II sneuvelden (luitenant Lippens, sergeant Debruyne)
of de overwinning behaalden (commandant Francis Dhanis), die de meeste
missionarissen leverden, en die, zoals ondergetekende nog gedaan heeft, hun
eerste zakcentjes in een dankbaar knikkend negertje stopten. De Vlamingen waren
niet gekoloniseerd door de Belgen, zij waren zelf Belgen.
Maar daartegenover staat dat bevolkingen waarvan niemand
betwist dat zij gekoloniseerd waren, wel degelijk zelf mee aan de kolonisering
deelnamen. De Britten organiseerden volksplantingen van Tamils in Sri Lanka en
Myanmar, Gujarati’s in Zuid- en Oost-Afrika, Bhojpuri’s in Guyana. Sikhs
vochten voor het Britse rijk in de Concessie van Shanghai en tegen de “Boksersopstand”
in Beijing, om nog te zwijgen van Flanders’ Fields. Wie aan de top van
de piramide stond, daarover bestond geen twijfel, maar daaronder was er volop
plaats voor maatschappelijke opklimming voor koloniale onderdanen.
Eens de onderdanen voldoende évolué waren, werd het
zelfs aangewezen om gehoorzame exemplaren een heel zichtbare plaats in de
bestuursstructuur te geven. Gehoorzaamheid loont, was de boodschap naar de
intelligentsten onder de inheemsen toe. We hoeven in het Belgische geval niet
eens naar historische figuren als Gaston Eyskens of Wilfried Martens te
verwijzen: pas afgelopen week hebben we Paul Magnette horen suggereren dat de
volgende premier, die de Vlamingen een forse Belgische belastingverhoging zal moeten
aanpraten, een Vlaming “mag” zijn. Dat speelt ook in op de sentimentele
psychologie van primitieve inboorlingen: zij zijn veel gehechter aan personen
dan aan ideeën, dus plak een Vlaams gezicht op een anti-Vlaams beleid, en de
sukkels zullen het in de armen sluiten.
Een nuttig element in elk koloniaal bestuur was het “verdeel
en heers”-beginsel. Vaak was dat al nuttig in het op gang brengen van het
koloniseringsproces, zoals toen Hernan Cortes andere Mexicanen tegen de Azteken
wist te mobiliseren. De koloniale onderdanen kwamen zelfs niet op het idee om
de heersersklasse tegen elkaar op te zetten, maar de heersers deden het
routinematig en heel bewust bij de inboorlingen. De “Zweedse” regeringscoalitie
speelde wel in op een scherpe inter-Waalse tegenstelling tussen de liberale
visie van de MR op de economie en de socialistische van alle anderen, maar dat
betrof niet de machtsverhoudingen tussen Vlamingen en Franstaligen. Zodra die
in het spel zijn, vormen de belgicisten een ongenaakbaar gesloten front. De Vlaamse
beweging heeft niet genoeg verstand in huis om daar een bres in te slaan of
zelfs maar aan die optie te denken. Omgekeerd is het zaaien en handhaven van
verdeeldheid bij de gekoloniseerden een ingeburgerde praktijk, en onderdeurtjes
kunnen zeer fanatiek zijn in hun pekelruzies en aan hun onderlinge haatverhoudingen
heel wat heiliger-dan-gij status ontlenen, zodat zij geen gevaar vormen voor
het bewind.
Algerije van het noorden
Nog een bezwaar is: kolonisering betekende dat één land een
ander land ging inpalmen; een ver, tropisch land. Nochtans, strikt genomen moet
dat geen ver land zijn: de Russische inpalming van stukjes land in het oosten,
beetje bij beetje, tot de tsarenscepter tot in Alaska reikte, kan gerust een
proces van kolonisering genoemd worden. Dat de Sovjetheerschappij over het
reusachtige Siberië aan de dekoloniseringsgolf ontsnapt is, heeft met de succesvol
verkochte bolsjevistische aanspraak op morele superioriteit en
niet-onderdrukking te maken; de tsaren zouden er niet mee weggeraakt zijn.
De Jakoeten en Kirgiezen hadden hetzelfde
Sovjet-staatsburgerschap als de Russen, de Vlamingen zijn evenzeer Belg als de
Franstaligen. Toen Frankrijk over Algerije heerste, waren de Algerijnse
provincies “départements à part entière” met zitting in het Parijse parlement.
Hoezo, kolonie in de verte? De Middellandse Zee stroomt doorheen Frankrijk
zoals de Seine doorheen Parijs; en niemand zegt toch dat de ene Seine-oever de
andere “koloniseert”? Toch is l’Algérie Française uiteindelijk het
voorwerp van een dekoloniseringsoorlog geworden.
Toen België ontstond, was dat door het initiatief van Franse
samenzweerders die als eerste doel hadden, de zuidelijke Nederlanden bij
Frankrijk te voegen, een soort herstel van de Napoleontische toestand, toen de
Oostenrijkse Nederlanden tot een soort Algerije van het noorden gemaakt waren.
Een aparte staat België was slechts een B-plan dat gezien de Britse bemoeienis
al snel de best haalbare optie werd. Maar er was nooit een opzet van gelijkheid
met de Vlamingen, alleen een handig gebruik van de onnozelheid van voldoende
Vlamingen die dat niet door hadden.
Kortom, de koloniale uitleg voor de Belgische
machtsverhoudingen is mogelijk een beetje bij het haar getrokken, maar echt
niet ongerijmd. Een beetje tekstschrijver is zeker in staat om van de “politieke
spelletjes” van de Vlaamsgezinde partijen een antikoloniale bevrijdingsstrijd
te maken. Maar de belgicisten kunnen gerust zijn: zo ver denken Vlamingen niet.
Zelfs bij de zoveelste verjaardag van de Kongelese onafhankelijkheid denkt geen
enkele Vlaamse voorman aan hun geslaagd “los van België”.
Labels: België, Grammens | Mark, kolonialisme, Vlaamse beweging, Vlaanderen
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home