De Godwin van Goossens. De ergst denkbare laster
(Doorbraak, 29 maart 2018))
Op 28 maart zond VRT-Canvas in De Afspraak
een debat uit over mei ’68. We zijn als Vlaamse samenleving zo fortuinlijk dat
één van de gezichten van toen, Paul Goossens, er vijftig jaar later nog bij is
om duiding te geven. (Dat is niet vanzelfsprekend: in Duitsland is Rudi
Dutschke er al lang niet meer bij, en bij ons heeft een ander gezicht, Ludo
Martens, recenter de geest gegeven.) Tegenover hem zat Joachim Pohlmann,
schrijver en ideologisch spitsbroeder van Bart De Wever, benevens politoloog
Dave Sinardet en schrijfster Margot Vanderstraeten.
Walen buiten!
Op het einde van een overigens zeer interessant
debat (waaruit we onthouden dat 1968 het laatste pro-Vlaamse massabeweging was,
waarna de plant verslenste) wou Goossens toch nog even een leuze van toen aan
de orde stellen: “Walen buiten!” Die slagzin was gericht tegen de Franstalige
Kerkleiding, de inrichtende macht van de Leuvense universiteit. Hij vormde
logisch een deel van de roep om emancipatie, wat ook volgens Goossens de
verbindende idee achter het wereldwijde verschijnsel mei ’68 was.Toen had hijzelf
aan de Vlaamse beweging gevraagd om die slagzin als zijnde“slecht” en “een fout”
terzijde te laten, maar die was daar niet op ingegaan.
Nu stelde hij die Vlaamse eis gelijk met de
nazi-leuze: "Juden 'raus!". Omdat
Margot Vanderstraeten een tijd in joodse middens doorgebracht heeft en daar een
boek aan gewijd had, haalde Goossens haar voor het dramatische effect erbij om
die slagzin uit te spreken en te bevestigen dat de joden niet van die Vlaamse
leuze hielden, ook al werd er die keer een andere bevolkingsgroep dan zijzelf
mee geviseerd.
Joachim Pohlmann liet die bij het haar getrokken
gelijkstelling niet over zijn kant gaan. Hij tilde er zwaar aan dat Goossens
hem met “het odium van het nazisme” opzadelde. Hij erkende meteen en onomwonden
dat het een “ongelukkige slogan” geweest was, maar dié retoriek was er “ver
over”. Goossens begreep echter oprecht niet wat er verkeerd aan was. De
linkerzijde is volmaakt gewend aan het doodslaan van haar tegenstanders middels
de vergelijking met de in onze cultuur meest verfoeide misdaad uit de
wereldgeschiedenis, de Holocaust. De vergelijking is in 100% van de gevallen
schromelijk overdreven, maar in dit geval geldt ze voor niet meer dan 0%: “Walen
buiten” was in de verste verte geen oproep tot een volkerenmoord (net zo min
als “Brüssel Vlaams” dat geweest was). Goossens was er uiterst verbaasd over dat
iemand er bezwaar tegen kon hebben, de ergst mogelijke laster te ondergaan.
Boerzwa buiten!
Terzake: wanneer men de werkelijkheid rond de
woorden bekijkt, is de ongerijmdheid van die vergelijking volstrekt duidelijk.
Aan de ene kant een volkerenmoord, aan de andere kant helemaal niets, noch
zelfs maar de flauwste zweem ervan. Ach, het was niet de sympathiekste leuze,
maar alleen een verstokt lasteraar vol vuile nachtmerries in zijn hoofd kan er
een oproep tot volkerenmoord in zien. Maar om er genereus toch het goede van te
erkennen: we weten nu ook op gezag van Paul Goossens wat de conservatieven al
zo lang gezegd hadden, namelijk dat "woorden gevolgen hebben".
We zagen op archiefbeelden hoe een volle zaal studenten onder leiding van de jonge Goossens scandeerde: "Bourgeois buiten!" Omdat ik zelf het hoofd koel houd, heb ik daar geen erg in (ik heb het zelf jammer genoemd dat de destijdse leuze "Boerzwa buiten", die tot recent op een muur in het Leuvense stadspark gekalkt stond, er verwijderd is). Hoewel, misschien was ook die slagzin niet zo onschuldig, gezien de moord op miljoenen "klassevijanden" in de communistische landen, meer dan in de Holocaust. Goossens genocidair? Niet volgens mij, maar volgens Goossens wel.
Die volkerenmoord was overigens geen toepassing van
de geciteerde woorden. Het was geen louter "buiten" zetten van de
geviseerde bevolkingsgroep waarmee de nazi’s ten tijde van de Holocaust
dreigden, noch een louter "buiten" zetten van de klassevijanden door
de communisten. Even historisch preciseren: door het telescoopeffect leggen
latere generaties het verband tussen “Juden ‘raus” en de Holocaust, maar
dat is wat onnauwkeurig. “Juden ‘raus” was een slogan uit de jaren 1930
en vond zijn toepassing in de wetten van Neurenberg uit 1935, die de joden
buiten de Duitse samenleving plaatsten. Uiteindelijke bedoeling was, de joden vervolgens
aardrijkskundig uit te bannen. Ook dat is verwerpelijk, maar wel helemaal
anders dan de Holocaust. Het is in de geschiedenis nog voorgekomen (bv.
Engeland van de 14de tot de 17de eeuw) maar heeft terecht
nooit een dergelijk odium gekregen. Beter dan wie ook weten de joden dat emigreren
verre verkieslijk is boven gedood worden. Het is maar na de Frans-Britse
oorlogsverklaring en de eerste tegenslagen aan het front dat de nazi’s hun antisemitisme
een versnelling hoger schakelden.
Als we er per se de Tweede Wereldoorlog moeten
bijhalen, dan dringt zich een andere vergelijking op. Door de
machtsverschuiving in het naoorlogse België werd de Franstalige leidinggevende
aanwezigheid in Vlaanderen, die de voorafgaande eeuw vanzelfsprekend geweest
was, als een vreemde bezetting aangevoeld. Men wou ze kwijt. Dat gevoel was van
hetzelfde type (hoewel natuurlijk niet van hetzelfde gewicht) als de wens bij
een groot deel van de bevolking tijdens de Bezetting om de Duitse bezetter kwijt
te geraken. Maar Goossens wil dus het emancipatorische, in wezen antikoloniale
besluit om “geen vreemden tot meesters in ’t land” te dulden, als misdadig
wegzetten.
Mo
Wanneer iemand met moord wil dreigen, dan zegt hij
niet dat je "buiten" moet, maar dat je "dood" moet. Het is
een klein onderscheid dat mensen verblind door haat blijkbaar over het hoofd
zien. (En zelfs bij wie je “dood” wenst, wordt de retorische soep in de
praktijk niet zo letterlijk gegeten als ze opgediend wordt. “Weg met...”, in
betogingsleuzen, is in het Perzisch en Urdu “...murdabâd”, letterlijk “dood
aan”, en in het Chinees “da dao...”, letterlijk “tref...”) Bijvoorbeeld, wanneer Mohammed de heidenen tot
overgave en bekering intimideert, dan bedreigt hij hen niet met:
"Buiten!", maar met de dood: "Hun plaats is het hellevuur",
"Houw in op hun nek!"
En bij die duidelijke woorden geldt inderdaad
Goossens’ waarschuwing dat woorden tot daden kunnen leiden. We hoeven het zelfs
niet over de middeleeuwen te hebben: tijdens mijn leven, in 1971, pleegde het
Pakistaanse leger in naam van de islam een meer dan miljoenvoudige massamoord
op de hindoes in wat Bangladesj werd. En zelfs de jongsten onder ons hebben de
recente islamitische aanslagen tegen een aantal heidense doelwitten meegemaakt.
Zoals de daders in honderden verklaringen en zelfdodingsvideo’s uiteengezet hebben,
was dat helemaal in uitvoering van Mohammeds eigen bevelen of voorbeeldgedrag.
Nu wil het zo lukken dat de islam in 1968 een laagtij beleefde (zie de Palestijnse guerrillero’s die zich niet op de islam maar op het marxisme beriepen, terwijl de Egyptische sterke man Gamâl al-Nasser de spot dreef met de hoofddoek) doch juist nu door toedoen van Goossens’ generatie een opdoemende macht in onze samenleving geworden is. Dat heeft tot gevolgen geleid die men niet met 1968 zou associëren, hoewel des te meer met “Juden ‘raus”.
Juist dezelfde avond kwam, met enkele dagen
vertraging, de moord in het nieuws op een hoogbejaarde overlevende van de door
Goossens geïnstrumentaliseerde Holocaust, de Parijse jodin Mireille Knoll. Dader
was haar jonge moslimbuur. Wat die moslim deed, was de daad bij het woord
voegen: zijn eigen daad bij het bij alle moslims ingedrilde (en door onze
overheden gesubsidieerde) woord van Mohammed. Die had het nochtans zo ondubbelzinnig
gezegd: "Strijd tegen de joden tot zelfs de rots waarachter een jood zich
verbergt, u toeroept: 'Hee, strijder van Allah, hier schuilt een jood achter
mij! Kom en dood hem!'" Als je nu echt met een kwalijke en gevolgrijke
leuze wil uitpakken, kameraad 68’er, kan je allicht beter dat zeer actuele profetenwoord
gebruiken eerder dan het bloedeloze gezemel van de flaminganten.
Besluit
Proficiat aan Joachim Pohlmann wegens zijn kalme
doch besliste wederwoord aan Paul Goossens: "Ik zou verontschuldigingen
van u kunnen eisen." De neiging van Hitlercentrische vunzige geesten om
overal het nazisme bij te sleuren en via die criminalisering hun tegenstander
te overtroeven, is een vergif. Zich door deze gewapende woorden niet laten
intimideren, en ze integendeel zelf problematiseren, is een aanzienlijke
verdienste.
Labels: Goossens | Paul, Hitler | Adolf, laster, Pohlmann| Joachim
Read more...