3 augustus 2016

"Dagboeken Himmler onthullen gruwelijke realiteit"?


In tegenstelling met wat de kranten beweren (http://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20160803_02409933), onthullen de dagboeken van Heinrich Himmler, voor zover de inhoud al bekend is, juist niét de gruwelijke realiteit waar de lezers aan denken, namelijk de Holocaust. Er worden enkele onprettige faits divers uit aangehaald, zoals de terechtstelling van gevangenen, en die zijn allicht gruwelijk wanneer je er zelf bij betrokken bent. Maar dat is iets anders dan de gruweldaad waarmee Himmler vereenzelvigd wordt, namelijk de planmatige uitroeiing van de Joden. Zoals hier gepresenteerd zouden deze dagboeken eerder als bewijsstuk bij uitstek kunnen dienen voor de negationisten. Zij zouden kunnen zeggen: "Als er een Holocaust had plaatsgevonden, dan zou een dagboek van Himmler wel de plaats bij uitstek zijn om hem te vermelden, quod non."
Het antwoord vinden we wellicht in de stukken theorie die David Irving bijwijlen prijsgeeft van zijn Himmlerbiografie in wording. Irving is een self-made historicus, die veel vaker dan gediplomeerde historici dé proeve van historisch werk heeft doorlopen, namelijk ontdekkingen doen in primaire bronnen, ook orale (vooral de honderden interviews met oud-nazi's of anderszins betrokkenen, die voor de schoolsere historici nooit hun voordeur zouden opengedaan hebben), eerder dan van elkaar af te schrijven. In het begin ging hij mee in het gewone verhaal, al schokte hij door voor Brits publiek sommige Duitse gevoeligheden te belichten, bv. de hoge dodentol van het bombardement van Dresden. In een tweede stadium deed hij dat ook nog, behalve dat hij Adolf Hitler onwetend achtte aan de Holocaust, die door Himmler georganiseerd zou zijn zonder er de Füher mee te belasten. In een derde stadium werd hij echt een Holocaust-ontkenner, en vadsige journalisten zullen hem nog steeds zo noemen.
In het vierde en allicht finale stadium erkent hij wel twee en een beetje van de drie luiken van de Holocaust: (1) de jacht op partisanen aan het Oostront, waartoe ook alle Joden gerekend werden, door de Einsatzgruppen; zij werden met een nekschot afgemaakt; (2) de eliminatie van de Poolse Joden in Aktion Reinhardt te Sobibor, Treblinka, Belzec en Majdanek; (3) Auschwitz. is een geval apart: het was oorspronkelijk niet bedoeld als uitroeiingskamp maar als productiecentrum, vandaar "Arbeit macht frei". Toch vond er ook een zekere mate van uitroeiing plaats, maar slechts zijdelings. Het problematische van het gebruikelijke scenario wordt geïllustreerd door het gezin Frank: Anne en haar moeder en zus stierven door ziekte, terwijl de vader het overleefde; geen enkele werd vergast of anderszins terechtgesteld. Maar het was dan ook bijna het einde van de oorlog, toen de genocide afgebouwd werd.
De "bekering" van Irving (niet de enige negationist die uiteindelijk van kamp veranderd is, zie onder meer mijn collega-oriëntalist Christian Lindtner), hoewel onverminderd anti-Joods, houdt de erkenning in dat de afwezigheid van enig document dat zulk plan ontvouwt, met name het ontbrekende Führerbefehl, verklaarbaar is. In Himmlers documenten heeft hij naar eigen  zeggen enkele eedverklaringen van SS'ers gevonden waarin zij geheimhouding zweren. Volgens hem werd de Holocaust in het diepste geheim uitgevoerd, met zo min mogelijk papierspoor, en zag Himmler dat als een zware plicht die hij manmoedig op zich nam om het Duitse volk en de Führer die last te besparen. Toen de oorlog naar zijn einde liep, werden de toch al geringe sporen vernietigd.
 
Himmler zou het idee gekregen hebben in september 1941, toen hij volgens plan Duitse Joden hervestigde in veroverd Sovjet-gebied.  De bevoegde generaals vonden hen maar een sta-in-de-weg en gaven ook hen dus het al gebruikelijke nekschot. Zo kwam Himmler, die in 1940 het idee van een genocide nog als "bolsjevistisch" en "on-Germaans" van de hand had gewezen, vanuit de praktijk tot het inzicht dat de systematisering van dat soort "Endlösung der Judenfrage" het efficiëntst zou zijn.


Er was dus wel degelijk een geplande genocide, alleen zat die met haar onverwachte aspecten wat ingewikkelder in elkaar dan Hollywood en Het Nieuwsblad menen. Het is bijvoorbeeld onzin dat het plan voor een genocide al van in het begin in het nazisme ingebakken zat (de professioneel achterhaalde maar bij leken nog steeds populaire "intentionalistische" these). In de plaats daarvan was er een geleidelijke opbouw in functie van wijzigende oorlogsomstandigheden (de "functionalistische" these). Dat leidt bijvoorbeeld tot het ongemakkelijke inzicht dat vele nazi's niét genocide-gezind waren en zelfs tegen 1945 nog altijd niet van een genocide gehoord hadden. Zoals er bijvoorbeeld in 1950 ook volop Chinese soldaten waren die oprecht geloofden dat zij met hun invasie de Tibetanen kwamen bevrijden en hun leven verbeteren.
 
De ervaring leert dat zulke herschrijving van de geschiedenis van WO2 op veel conformistische weerstand stuit, ook als men niét aan negationisme doet, integendeel. Hier wordt juist met de schijnbare argumenten tegen een Holocaust (gebrek aan Führerbefehl of andere administratieve randvoorwaarden, de onwetendheid van vele betrokkenen, "wir haben es nicht gewusst") afgerekend, maar dat is nog steeds een ondankbare taak, ook al doet men ze met zuiver geweten. Dat is nu eenmaal het harde van geschiedschrijving: een ontnuchtering uit hapklare illusies, een opgroeien uit sprookjes in zwart-wit. Niet iedereen is er volwassen genoeg voor. 

Labels: , , , ,

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>