25 juli 2016

IS vs. al-Qaida


 ('tP, 10-2015)

 

 

 

De Syrische burgeroorlog en de opmars van het Kalifaat zijn de aanleiding geworden voor heel wat publicaties. Vaak zijn die zeer informatief, behalve op één wezenlijk punt: de rol van de islam. Daar draaien zij om de hete brij heen, of beweren zelfs met uitgestreken gezicht dat “de Islamitische Staat niets met de islam te maken heeft”.

 

Een antwoord daarop is The Complete Infidel’s Guide to Isis (Regnery, Washington DC 2015) door Robert Spencer, die ooit in ‘t Pallieterke geïnterviewd is. Het documenteert de islamitische grondslag en de historische precedenten van elke IS-beleidslijn. In het Nederlands is er nu Islamitische Staat van Perry Pierik (Aspekt 2015, 145 pp., ISBN 9789461537614).

 

Een origineel feitenluik betreft de onderlinge strijd tussen verschillende djihaadfracties, hier met name het Noesra-front (met bondgenoten) en de Islamitische Staat, compleet met alle relevante namen en foto’s. Een cynische buitenstaander zou mogen stellen dat ze gelukkig te bezig zijn met elkaar bestrijden om hun energie tegen de ongelovigen te kunnen bundelen. Het is in broedertwisten als deze dat de geschiedenis echter nogal wat voorbeelden geeft van leidersfiguren die er toch in slaagden, een eenheid te smeden en dan verrassend naar de buitenwereld toe te slaan. Inderdaad, de prille islam zelf was hiervan een voorbeeld: de disparate Arabische huurlingenmilities in het Byzantijnse en Sasanidische leger gingen gemene zaak maken en versloegen hun vroegere werkgevers. Dus het nu hopeloos verdeelde Midden-Oosten kan altijd omslaan in een te duchten vijand.

 

Maar voorlopig worden we vooral getroffen door de ruziënde onbekwaamheid en het op de spits drijven van leerstellige details, bv. de wel of niet verering van Mohammeds neef Ali, die het verschil maakt tussen sjiïeten en soennieten. Lang voor de huidige crisis hadden Iran en Saoedi-Arabië al een obscurantistisch bewind: “In het algemeen zou men kunnen zeggen dat er weinig gematigde krachten zijn waarmee men in zee kan. Anderzijds waren die er nimmer.” (p.57)

 

In zijn no-nonsense perspectief als krijgshistoricus slikt Pierik de heersende smoesjes natuurlijk niet, bv. over “westers racisme” als oorzaak van radicalisering. Anderzijds houdt hij wel het hoofd koel in zijn inschatting van waar de huidige krachtsverhouding toe leidt. Het problem is ernstig, maar er is geen reden tot paniek: “IS zal het kalifaat hoogstwaarschijnlijk niet in de huidige omvang kunnen behouden. De tegenkracht die hun radicalisme heeft opgeroepen, zal zich vroeg of laat tegen hen keren.” (p.56)

 

Als Europa zijn verstand gebruikt, wordt de politieke islam slechts een vervelende  huidziekte, die weer overgaat. Maar in het Midden-Oosten zal eerst nog heel wat gevochten worden: “En ook het verdwijnen van IS betekent met zekerheid niet het einde van de conflicten (…) De kaarten zijn te wild geschud om in één keer weer een full house te leggen.” (p.139)

 

 

 

Labels:

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>