IS vs. al-Qaida
De Syrische
burgeroorlog en de opmars van het Kalifaat zijn de aanleiding geworden voor
heel wat publicaties. Vaak zijn die zeer informatief, behalve op één wezenlijk
punt: de rol van de islam. Daar draaien zij om de hete brij heen, of beweren
zelfs met uitgestreken gezicht dat “de Islamitische Staat niets met de islam te
maken heeft”.
Een antwoord daarop is
The Complete Infidel’s Guide to Isis
(Regnery, Washington DC 2015) door Robert Spencer, die ooit in ‘t Pallieterke geïnterviewd is. Het
documenteert de islamitische grondslag en de historische precedenten van elke
IS-beleidslijn. In het Nederlands is er nu Islamitische
Staat van Perry Pierik (Aspekt 2015, 145 pp., ISBN 9789461537614).
Een origineel
feitenluik betreft de onderlinge strijd tussen verschillende djihaadfracties,
hier met name het Noesra-front (met bondgenoten) en de Islamitische Staat, compleet
met alle relevante namen en foto’s. Een cynische buitenstaander zou mogen
stellen dat ze gelukkig te bezig zijn met elkaar bestrijden om hun energie
tegen de ongelovigen te kunnen bundelen. Het is in broedertwisten als deze dat
de geschiedenis echter nogal wat voorbeelden geeft van leidersfiguren die er
toch in slaagden, een eenheid te smeden en dan verrassend naar de buitenwereld
toe te slaan. Inderdaad, de prille islam zelf was hiervan een voorbeeld: de
disparate Arabische huurlingenmilities in het Byzantijnse en Sasanidische leger
gingen gemene zaak maken en versloegen hun vroegere werkgevers. Dus het nu
hopeloos verdeelde Midden-Oosten kan altijd omslaan in een te duchten vijand.
Maar voorlopig worden
we vooral getroffen door de ruziënde onbekwaamheid en het op de spits drijven
van leerstellige details, bv. de wel of niet verering van Mohammeds neef Ali,
die het verschil maakt tussen sjiïeten en soennieten. Lang voor de huidige
crisis hadden Iran en Saoedi-Arabië al een obscurantistisch bewind: “In het
algemeen zou men kunnen zeggen dat er weinig gematigde krachten zijn waarmee
men in zee kan. Anderzijds waren die er nimmer.” (p.57)
In zijn no-nonsense
perspectief als krijgshistoricus slikt Pierik de heersende smoesjes natuurlijk
niet, bv. over “westers racisme” als oorzaak van radicalisering. Anderzijds
houdt hij wel het hoofd koel in zijn inschatting van waar de huidige
krachtsverhouding toe leidt. Het problem is ernstig, maar er is geen reden tot paniek:
“IS zal het kalifaat hoogstwaarschijnlijk niet in de huidige omvang kunnen
behouden. De tegenkracht die hun radicalisme heeft opgeroepen, zal zich vroeg
of laat tegen hen keren.” (p.56)
Als Europa zijn
verstand gebruikt, wordt de politieke islam slechts een vervelende huidziekte, die weer overgaat. Maar in het
Midden-Oosten zal eerst nog heel wat gevochten worden: “En ook het verdwijnen
van IS betekent met zekerheid niet het einde van de conflicten (…) De kaarten
zijn te wild geschud om in één keer weer een full house te leggen.” (p.139)
Labels: Islamitische Staat; al-Qaida; islam; Syrië; Pierik | Perry
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home