14 mei 2016

Inderdaad: weg met de “racialisering” van de islam


 (Tekst in verkorte versie aan De Volkskrant aangeboden, maar daar zonder uitleg ongepubliceerd gebleven; verschenen in Doorbraak, 14 mei 2016.)


 
De Volkskrant bracht recent een pennenstrijd, op 7 mei 2016 gelanceerd door antropoloog Martijn de Koning, over de "racialisering van de islam". Laten we in dit korte bestek die notie verhelderen.

 
Uitgangspunt is de vaststelling dat de islam geen ras is, maar een ideologie. En nu mogen alle modieuze academici en mediacraten, samen met professor de Koning, schril tieren en op hun kop gaan staan, maar dat is gewoon de evidentie zelf. Net zo min als eender welke andere ideologie heeft de islam een kleur. Je zou anders net zo goed kunnen zeggen dat “1 + 1 = 4” een ras is, en de doorstreping daarvan door het rode potlood van de leraar een daad van racisme.

 

 

Eraf wassen

 

De islamdoctrine heeft bovendien, heel “essentialistisch”, een onbetwistbare harde kern. De islam begint met een dubbele waarheidsaanspraak: dat er geen godheid is behalve “dé god” (= Allah), en dat Mohammed diens gezondene was. Dat wordt per definitie aanvaard door alle moslims voor zover zij moslim zijn. Verder is er daarrond nog een heel corpus van weetjes en geboden waarover de hele moslimgemeenschap het eens is, en dan in de rafelranden ook wel punten van onenigheid, bv. over het legitieme opvolgerschap van de aanvoerder der gelovigen (soennieten vs. sjiïeten), of het wel of niet verplicht zijn van vrouwenbesnijdenis. Maar de kern is één.

 

De idee “islam” kan daarom perfect met de idee “democratie” vergeleken worden, zoals eender welke twee ideeën in een denkoefening tegenover elkaar kunnen geplaatst worden. Frits Bolkestein had gelijk toen hij daarbij tot het besluit kwam dat de twee “onverenigbaar” zijn: vertrouwen op de door God gegeven, onveranderlijke wet (islam) is nu eenmaal onherroepelijk wat anders dan vertrouwen op een door menselijke beraadslaging tot stand gekomen, veranderlijke wet (democratie). Worden de moslims daardoor geracialiseerd? Nee, er is over moslims gewoon niets gezegd.

 

Maar ik vermoed dat Bolkestein ook wel weet dat moslims niet tot de islamstolp veroordeeld zijn. Ten eerste zijn gelovers altijd goed geweest in huichelarij: lippendienst bewijzen aan de dogma’s maar intussen toch ook het spel van de mensenwereld meespelen. Ten tweede is er niets intrinsieks of “raciaals” aan moslim-zijn: je kan daar altijd een eind aan maken. Er is niets aan de islam (tenzij de besnijdenis) dat je er niet kan afwassen. Het is een historisch feit dat een bepaalde conditionering mensen tot moslims, of tot christenen enzovoort, gemaakt heeft. De identiteit van groepen mensen is een dynamisch gegeven: ooit ontstaan, en in staat om te vergaan.

 

Ik ben zelf ex-katholiek, in Vlaanderen de allergrootste levensbeschouwelijke groep, en ik wens voor moslims niets dat ik zelf niet heb doorgemaakt. Maar ik kan hen verzekeren: er is leven na het verzaken van het geloof. Tot daar mijn conclusie; nu het verhaal in meer detail.

 

 

Waarheidsaanspraak

 

De waarheidsaanspraken die de basis van de islam vormen, kunnen rationeel beoordeeld worden. Was Mohammed echt de gezondene van Allah, en zijn Koranwoord dus een goddelijke openbaring? Hijzelf dacht dat wel, maar er is volstrekt niets in de Koran noch in zijn levensloop dat daarop wijst. Echter, wie daarop tegenargumenten heeft, mag ze uiteraard voorleggen. Het is een waarheidsaanspraak, dus we kunnen erover discussiëren.

 

Het verwerpen van die ideologie, eerst en vooral van Mohammeds aanspraak op het profeetschap, dateert van het prille begin van diens loopbaan. Zijn hekelaars waren geen Franse of Deense cartoonisten noch een Hollandse gezonde roker, maar zijn eigen stadgenoten in Mekka. Luidens een tiental verzen in de Koran zelf hekelden zij Mohammed als een “bezetene”, of in het beste geval een fantasierijke “dichter” die het allemaal verzonnen had. De eerste die dat gezegd had, was trouwens Mohammed zelf, die bij zijn eerste “openbaring” dacht hij door een boze geest in bezit genomen werd. Nu, al die sceptici spraken dezelfde taal en hadden dezelfde huidskleur en andere raciale lichaamskenmerken als de profeet. Hun stellingname was islamkritisch, maar op geen enkele wijze racistisch. (Hun lot, rapporteert biograaf Ibn Ishaq, was uiteindelijk overigens hetzelfde als dat van Theo van Gogh, daar zorgde Mohammed wel voor.)

 

Vandaag worden de waarheidsaanspraken van de islam betwist door allerlei mensen die met rede begaafd zijn, ongeacht huidskleur. Dat betreft talloze donkerblanke, bruine of zwarte niet-moslims die van ruime ervaring met de islam kunnen spreken, zoals Afrikaans schrijfster Maryse Condé, Indiaas historicus Sita Ram Goël, Assyrisch priester Père Samuel (werkzaam in Charleroi), of de Syrisch-Amerikaans blogger Robert Spencer. Vooral echter gaat het om als moslim geboren medemensen die in de islam als “afvalligen” gelden, zoals de Brits-Indiase schrijvers Salman Rushdie en Ibn Warraq (auteur van Why I Am Not a Muslim), of de Bangladesji arts-schrijfster Taslima Nasreen (“wat de moslimwereld nodig heeft, zijn geen gematigde moslims maar wel ex-moslims”). Om ons verder tot Nederland te beperken, figuren als de Pakistani Mohamed Rasoel, de Somalische Ayaan Hirsi Magan/Ali, de Marokkaan Hafid Bouazza en de Iraniër Afshin Ellian. Ziedaar bruine en zwarte islamkritiek, niet qua politieke maar qua huidskleur.

 

Islamcritici bestrijken het hele spectrum van wit tot zwart, net als de islamgelovigen. En de zogenaamde “moslims” bestrijken op hun beurt ook het hele spectrum van echte gelovigen in de letter van de islam, over selectief gelovigen die een compromis met de huidige wereld maken, tot louter nominale moslims die zich van de islam niets aantrekken maar vaak om veiligheidsredenen hun feitelijke geloofsafval onder de korenmaat houden.

 

Er zijn niet, zoals een vaak gehoorde frase het wil, “evenveel islams als er moslims zijn”. Er is integendeel slechts één islamdoctrine (die voorwerp van kritiek kan zijn) en een hele waaier gradaties waarin concrete mensen haar ernstig nemen. Dat is het verschil tussen de “islam”, onderdaan van het rijk der ideeën, en het mensenconglomeraat “moslims”. De vermaledijde “racialisering” is een verwarring tussen die twee, die het monolithische en onveranderlijke van een idee overdraagt op een gevarieerde en evoluerende groep mensen. En die uit een vaststelling over de feitelijke koers “moslimgedrag” besluiten over de norm “islam” meent te kunnen trekken.

 

 

 

Neoracisten

 

Europese pleitbezorgers van de islam die andersdenkenden voor “racisten!” uitkrijten, weigeren dat echter te zien. De specifieke reden van een aantal polemisten en beroepsantiracisten daarvoor is de bewuste uitsluiting van de vervelende gevallen die hun mooie zwart-witte wereldbeeld verstoren. Geert Wilders racist noemen is natuurlijk gemakkelijker dan hetzelfde doen met iemand die donkerder is dan de gemiddelde Turk.

 

Bovendien doen zij zelf aan racialisering van de islam. Voor hen is de islam ingeboren en onuitwisbaar, zoals de huidskleur. Bij het raciale paradigma voelen zij zich thuis, het is lekker eenvoudig en het laat hen toe om zich te tooien met het aureool van échte antiracisten als Martin Luther King of Nelson Mandela. Het loutere bestaan van een ex-moslim, die zijn religieuze “huidskleur” ontgroeid is, is strijdig met hun statische ras-centrische mensbeeld. Zij zijn in feite neoracisten die overal (van Sinterklaas tot de islam) hun armzalige passe-partout “ras” bijsleuren.

 

De veel algemenere reden is een bekrompen gezichtsveld. Talloze conformisten die zich beijveren om alle gewenste geluiden tegen “racisme” en “islamofobie” te maken, wanen zich kosmopolieten maar zijn in feite heikneuters. Voor hen is een tegenstelling over de islam dat wat ze in pakweg Venlo zien: een moslimse allochtoon die wat donkerder is dan de gemiddelde Nederlander, versus een blonde islamcriticus. Zie je wel: islamkritiek is een complot van witten tegen bruinen! Val hen niet lastig met hoe anders de verhoudingen liggen in andere delen van de wereld.

 

 

Blanke slavinnen

 

Racisme is vrijwel universeel. Momenteel is het door de niet aflatende “heropvoeding” wel veel geproblematiseerder en zwakker in Europa dan elders, zodat de beroepsantiracisten zichzelf nu al werk moeten verschaffen door een “onbewust racisme” te gaan bestrijden. Voorbeelden van racisme vinden we onder meer in de islamwereld. De auteur van de Koran schreef bijvoorbeeld een vers over het Laatste Oordeel waarin de geredde gelovigen wit van huidskleur worden, ongeacht wat ze bij leven waren; en de verdoemde ongelovigen zwart. (3:106-107) Enerzijds is er het rasneutrale feit dat zowel hemelgangers als hellegebroed op aarde eender welke huidskleur kunnen gehad hebben, anderzijds het “racistische” feit dat in het hiernamaals toch een duidelijk positievere evaluatie van de witte huidskleur geldt. Ziedaar een letterlijke racialisering van de islam: de gelovigen worden allemaal blank, de ongelovigen allemaal zwart.

 

Aan dat Schriftwoord zou ik niet te zwaar tillen, maar in de praktijk bleken moslims heel wat racistischer. Achthonderd jaar vóór de Europeanen beoefenden ze grootschalig de negerslavernij (weliswaar naast een omvangrijke blanke slavernij), en zelfs wanneer negerslaven zich bekeerden, bleven Arabieren blijkens talloze getuigenissen op hen neerkijken. Na de invallen van de Turken en Afghanen in India voelden zij zich ver verheven boven de inheemse “raafkoppen” (= zwarten), ook nadat die zich bekeerden. Niets dramatisch, hoor; alleen wat racistisch. Veelzeggend zijn de prenten die harems vol blank fokvee tonen, bediend door zwarte masseuses en keukenmeiden. Europese slavinnen hebben, na vele generaties, het mongoloïde Turkse volk grotendeels over de drempel van het blanke ras getrokken, terwijl de zwarte slavinnen in het Midden-Oosten (anders dan in de VS) nauwelijks nageslacht nagelaten hebben.

 

Rasneutraal

 

Die al te menselijke raciale ongelijkheden doen niets af aan het feit dat de islam als leer rasneutraal is, net als “1 + 1 = 4”. De leraar die de aangehaalde foute bewering doorstreept, “vreest” haar niet, zoals de leugenterm “islamofobie” suggereert. Hij “haat” haar ook niet. Hij stelt alleen vast dat ze onjuist is, zoals de islamcriticus vaststelt dat de waarheidsaanspraken die aan de islam ten grondslag liggen, onwaar zijn.

 

Zelfs de vaststelling dat de islam intrinsiek een wij/zij-denken beoefent en een djihaad tegen (of minsten een mijden van) de ongelovigen verordent, wekt geen “haat” op. Het is gewoon het soort probleem dat zich vaker voordoet, en dat we inmiddels hebben leren oplossen. Het marxisme met zijn haatzaaiende leer van de klassenstrijd en diens talloze slachtoffers ligt nog vers in het geheugen. Zelfs de weigering door onze intellectuelen om dat probleem onder ogen te zien, of hun goedpraten van een misdadige ideologie, hebben we al een keer meegemaakt. Tot en met hun smoesjes over het “eurocommunisme”, die als twee druppels water geleken op de huidige droombeelden over een “Europese islam”. Ach, in de woestijn van het bestaan heeft de dorstige mensheid al zoveel luchtspiegelingen nagelopen.

 

Jammer van de vele doden, maar als idee was het marxisme, of is de islam, niet erger dan “1 + 1 = 4”. Een rode streep erdoor en we zwijgen erover.

 

 

 

Labels: , , , , , , ,

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>