23 december 2015

Het recht op zoek naar zuiverheid: traceren we dingen in plaats van mensen?

(verkort in het Engels verschenen als Editorial van de European review of private law 2015 nr. 6)

1. Het is een gemeenplaats geworden te stellen dat we in een tijd van paradoxen leven; toch zijn er nog paradoxen waaraan m.i. nog weinig aandacht is besteed, en één ervan wil ik hier schetsen. Deze kan gezien worden door de vergelijking van de ontwikkeling van het recht inzake dingen enerzijds en mensen anderzijds. Laat ons kijken naar de rol die de oorsprong en geschiedenis juridisch speelt bij mensen en dingen.

2. In vele opzichten worden dingen minder beoordeeld op wat ze zijn dan op hun oorsprong of geschiedenis. De economische waarde van dingen hangt vaak minder af van hun intrinsieke kwaliteiten dan van die oorsprong of track record. De waarde van een kunstwerk hangt veel meer af van de reputatie die de maker geniet dan van de kwaliteit van het werk zelf. Niet alleen kunstwerken maar ook vele andere zaken gaan een stuk hogere prijzen wanneer ze ooit in het bezit zijn geweest of gebruikt door een beroemd persoon, op een bepaald bekend tijdstip werden gebruikt, e.d.m. Maar waarom zou een echte Vermeer - bij wijze van voorbeeld - zoveel meer waard zijn dan een perfecte imitatie door Van Meegeren? Waarom betalen we meer voor de eerste druk van een boek in slechte staat dan voor een meer recente druk in goede staat ? Waarom is oorsprong of voorgeschiedenis zoveel belangrijker dan kwaliteit?

Ook het hedendaagse recht doet flink mee met deze tendens. Door een een hoge graad van bescherming te geven aan merken, schept het recht de mogelijkheid voor de merkhouder om winst te maken op basis van de oorsprong eerder dan de kwaliteit der producten. Geheel degelijke waren die een fout merk of een foute benaming van oorsprong dragen worden als namaak bestempeld en dienen te worden vernietigd op het altaar van de heilige wet van de oorsprong, zelfs indien het om voedselproducten gaat die verdeeld worden in landen met voedseltekort(1).

Tal van producten in sectoren zo uiteenlopend als vlees, kledij, of mineralen, worden steeds meer onderworpen aan vormen van supply chain control, controle van de leverantieketen. Kwaliteitscontrole kan natuurlijk een geldig motief zijn voor sommige van die regels, maar zeker niet voor alle, en hedendaagse technologie maakt het meestal mogelijk de kwaliteit van goederen te controleren ook zonder hun verleden te kennen.
In een tijdperk waarin kinderen niet meer mogen worden gestigmatiseerd omdat ze 'uit zonde geboren' zijn, infecteren de zonden van producenten en verkopers b:lijkbaar wel in toenemende mate de waren die ze verkopen. En zo verwordt een diamant die nooit enig bloed heeft gezien tot bloeddiamant.

Pecunia non olet, was de wijsheid verkondigd door keizer Vespasianus wanneer hij een belasting hief op de afvoer van urine u van de publieke urinoirs in de Cloaca Maxima. Vandaag is geld echter niet meer gewoon geld, het is wit of zwart, het is geoormerkt als koeien; we zijn zelfs terechtgekomen in een wereldwijde strijd tegen diegenen die het verleden van geld willen witwassen, waarbij we zelfs de ontvangers van geld straffen voor de misdrijven van diegene met wie ze handel drijven. Goederen geïnfecteerd met de zonden van hun producenten, zoals bv. kinderarbeid, infecteren de ondernemingen die ze aankopen en zelfs diegene die die 'vuile kleren' kopen waar bloed aan zou hangen (2).

3. Waar het evenwel over mensen gaat, is het hedendaagse recht er alles aan het doen om hun oorsprong en verleden irrelevant te maken en wordt het gebruik ervan verdacht gemaakt en zelfs gecriminaliseerd. In de Bijbel is de God van het boek Exodus "een jaloerse God, die de schuld van de vader wreekt op hun kinderen tot de derde en de vierde generatie" (Exodus 20:5). Voor onze mensenrechtengeneratie spreekt het vanzelf dat we kinderen niet straffen voor de zonder van hun voorouders. 

Meer nog, het recht beschermt mensen ook steeds meer tegen hun persoonlijk verleden. Het Hof van Justitie heeft een recht om te worden vergeten in zoekmachines uitgevonden (3), en privacyrecht stelt verregaande beperkingen aan de gegevens die we over onze medemensen mogen verzamelen. De Franse wet verbiedt elke vermelding van een strafrechtelijke veroordeling van iemand eens deze uit het strafregister is gewist. Morele opvattingen over de persoonlijke levenswandel van personen zijn flink gewijzigd en in het Westen hebben meisjes met een verleden nu wel nog een toekomst. Bij de aanwerving van personen is het niet meer toegelaten bepaalde vragen te stellen en mogen vele aspecten van het verleden van de sollicitant niet meer in rekening worden gebracht, gezien de wetten die discriminatie verbieden op grond van afkomst (nationale, etnische of sociale), status of geboorte. 

We worden verplicht mensen uitsluitend te beoordelen op wat ze nu zijn (of schijnen), voor zover we er überhaupt nog over mogen oordelen (zie mijn Gij zult wel oordelen (4)). Wetten gegrond op de 'zuiverheid van het bloed' (limpieza de sangre)(5) worden vandaag beschouwd als de meest verwerpelijke van alle wetten.

In tegenstelling tot vroeger wordt vandaag bij mensen vooral het gebrek aan zuiverheid gevierd in al zijn vormen (zie voor zo'n éloge du métissage bv. M. Bourse (5), of B.-H. Lévy zijn La pureté dangereuse (6)).

4. Is dit alles evenwel niet merkwaardig in een tijdperk waarin een koper het recht en soms zelfs de plicht heeft om alles te weten over oorsprong en verleden van de dingen die hij verwerft ?
Chassez le naturel, il revient au galop. Hoe meer we het verleden van mensen proberen uit te wissen, hoe meer het verleden van dingen ons bespookt. Onze dorst naar zuiverheid is niet verdwenen, maar enkel verschoven. 

(1) Zo ook betreurt Pieter VAN OS dat "valse" kunstwerken vernield worden, terwijl eenmaal publiek is dat ze niet van de kunstenaar zijn aan wie ze door de vervalser werden toegeschreven, ze opgehouden zijn vals te zijn: Pieter van Os, "Introduction of Noah Charney", http://www.john-adams.nl/wp-content/uploads/2015/09/Introduction-of-Noah-Charney-by-Pieter-van-Os.pdf, alsook "Bewonder de kunstvervalser", Tertio 30september 2015, p. 3, http://archive.tertio.be/sitepages/archive.php?page=archief&id=4616.
(2) Zie bv. http://www.dewereldmorgen.be/artikels/2013/05/28/liefst-zo-weinig-mogelijk-bloed-aan-mijn-kleren-aub
(3) Hof van Justitie 13 mei 2014, http://curia.europa.eu/juris/documents.jsf?num=C-131/12
(4) http://vlaamseconservatieven.blogspot.be/2011/08/gij-zult-wel-oordelen.html of http://www.doorbraak.be/nl/nieuws/gij-zult-wel-oordelen-sprekershoek
(5)  Zie voor de achtergrond daarvan en de oorsprong in het islamitische Andaloesië mijn cursus rechtsvergelijking, hoofdstuk Spanje, p. 234 en 237 v. en het boek van C. STALLAERT, Etnisch nationalisme in Spanje. De historisch-anthropologische grens tussen christenen en Moren (Leuven: Universitaire pers Leuven 1996).
(6) Eloge du métissagehttp://www.editions-harmattan.fr/index.asp?navig=catalogue&obj=livre&no=24646
(7)"Il n'y a rien de plus sale que la pureté", http://www.lexpress.fr/culture/livre/il-n-y-a-rien-de-plus-sale-que-la-purete_820161.html

Read more...

21 december 2015

Terroristenwil als maatstaf aller dingen ?

Sinds de gruwelijke aanslagen in Parijs op 13 november 2015 worden we bijna dagelijks om de oren geslagen met beweringen over wat de terroristen wilden of wat hen motiveert en het daarop voortbouwende argument dat we vooral dat niet mogen doen.  Over die motivering van de terroristen lopen de stellingen natuurlijk ook ten dele uiteen. Al kan men deze keer de zaak toch niet zomaar wegwuiven als die van een lone wolf bij wie de individuele frustratie of waan een verklaring vormt. Daarvoor zijn de uitgevoerde of geplande terreurdaden in Frankrijk te goed voorbereid en gecoördineerd. De rechtstreekse oogmerken zijn vrij duidelijk. Ten eerste wil men natuurlijk de samenleving in de geviseerde landen (Frankrijk, maar ook België, Duitsland, de VS, Tunesië, Libanon e.a.) bang maken, al zeggen de commentatoren er niet bij waarvoor dan wel. Dat men de burgers bang wil maken voor de terreurorganisatie Islamitische Staat kan het minst ontkend worden. Dat men ze ook bang wil maken voor de kracht van een religie durft nauwelijks iemand schrijven, want die religie noemt zichzelf de islam, althans de ware islam, en bang zijn voor de islam (islamofobie) is voor de politiek correcten een misdrijf. Het tweede oogmerk is ook vrij duidelijk: het is evident geen toeval dat aanslagen gepleegd worden op activiteiten die voor de terroristen haram zijn, verboden, zoals sportwedstrijden, popmuziekconcerten en uitingen van een bourgondische levenswijze, vooral wanneer daarbij mannen en vrouwen ongeremd met elkaar omgaan. Maar ook wie dit wel inzet en schrijft probeert meestal absoluut te vermijden het daarbij over een cultuuroorlog te hebben. Het mag en zal geen cultuuroorlog zijn, en dus moeten wij maar geloven dat het allemaal niets te maken heeft met wat de terroristen verfoeien. Of er dan achter een terreurorganisatie mee mensen zitten die ook andere belangen hebben, kan wel zijn, maar doet geen afbreuk aan het feit dat zo’n organisatie maar vlees en bloed heeft in de mate waarin een groot aantal mensen mee door een bepaalde monocultuur wordt gedreven. Dat sommige van die mensen krijgers van zo’n radicale cultuur worden kan misschien individueel verklaard worden door persoonlijke frustraties, maar ook dan kan de georganiseerde terreur blijkbaar toch maar deze omvang aannemen doordat er een cultureel systeem is dat mensen zo doet handelen. Er is zeker niets op tegen dat men benadrukt dat er een ‘andere islam’ mogelijk is, maar dat het allemaal niets met ‘de’ islam te maken heeft (waarvan men anders steeds zegt dat die niet bestaat) is onzin.


Nog meer af te dingen is er natuurlijk op de redenering dat we ‘vooral niet mogen doen wat de terroristen willen’, waarbij dat laatste dan ingevuld wordt naar eigen ideologie en wereldbeeld. Dat zou betekenen dat we vooral voortdurend moeten doen wat haram is, naar popconcerten gaan, flirten, Allah karikaturiseren .... terwijl een zinnige reactie enkel de vrijheid om dat te doen verdedigt, niet de plicht. En dat we vooral niet mogen polariseren ‘omdat dat is wat de terroristen willen’, is wel de kromste redenering in het dominante discours. Vooral niet doen wat zij willen kan al evenmin een zinnig gebod zijn als vooral doen wat zij wel willen. In beide gevallen laten we onze beslissingen evenzeer door hen dicteren. Laat ons doen wat nodig is om onze vrijheid en veiligheid te beschermen, daarbij bondgenoten zoeken waar dat mogelijk is zonder toe te geven, maar ook scheidslijnen trekken waar dat nodig is. Of dat dan polariseren wordt genoemd of niet, is geblaf in de woestijn.

(deze column verscheen eerder in Grondvest januari 2016 p. 5)
Read more...

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>