Handleiding voor het islamdebat (9): Wat niet te doen
(tP,
4 nov. 2015)
Als
we tegen de islam het pleit verliezen, dan zal het onze eigen schuld zijn. Je
aan zulke moedwillig primitieve cultuur moeten onderwerpen, dat kan alleen
wanneer je eerst jezelf de handen op de rug bindt. Dat doen wij, ten eerste
door ons oneigenlijke ontzag voor rechtsregels (bv. het niet “mogen” opzeggen
van de akkoorden tot gezinshereniging met Marokko en Turkije), terwijl toch “de
wet er is voor de mens, niet de mens voor de wet”; en ten tweede door het
grondig vertekend beeld van de islam dat wij huldigen. Aan de remediëring van
dat laatste probleem probeer ik bij te dragen, maar ik geef toe dat we in
beleidskringen tot nu toe weinig bereiken. De waarheid over de islam kennen we,
ze is tenslotte eenvoudig; alleen blijkt het zeer moeilijk, ze aan de man te
brengen. Hoe mensen wakker schudden?
“De ervaring leert”
Sommigen denken: als mensen maar genoeg slaag
krijgen, zullen ze hun illusies over de islam wel verliezen. Ziedaar een materialistische aanname, alsof inzicht
automatisch omhooggedampt komt uit gebeurtenissen. Dat is nochtans niet zeker,
zo leert de ervaring. De Nederlandse journaliste Joanie de Rijke werd in 2008 door
de Taliban gekidnapt en een aantal keren verkracht, maar ook daarna bleef ze de
Taliban vergoelijken. Men moet wel een beetje fanatiek zijn om zijn vijanden zo
door dik en dun te verdedigen, maar dat zijn onze progressieven natuurlijk wel.
Hun echte vijanden zijn immers niet hun verkrachters, maar de rechterzijde bij
het eigen volk. Ze zijn immers zo provinciaal dat ze vooral onder hun eigen
kerktoren moreel superieur willen lijken, terwijl de islamitische
wereldgodsdienst herleid wordt tot een middel daartoe.
Het onverbeterlijkst zijn de “goedmensen”:
hoe zwakker de ideologische ruggengraat, des te meer verdragen ze, des te hardnekkiger
houden ze vast aan hun eenmaal gekozen kamp. Je kan hen met de kreeft
vergelijken: ongewerveld maar met harde schaal en zeer vasthoudend.
Ervaringen wekken maar bewustzijn op wanneer
dat bewustzijn er al is; en meestal komt het er maar door de invloed van een
ander, gevorderder bewustzijn. De eerste kaars krijg je maar met moeite in
brand, maar daarna gaat het vanzelf. Zoals de eerste kaars de volgende
aansteekt, zo wordt kennis idealiter van de ene geest aan de volgende
doorgegeven. Je kan in beginsel de waarheid op je eentje ontdekken, onder meer
door de juiste besluiten te trekken uit de ervaringswerkelijkheid, maar de meeste
mensen zijn niet zo tot logische verwerking van hun ervaringen geneigd. Laat
ons dus liever rekenen op het doorgeven van inzicht.
Ik wens overigens niet dat we het soort
ervaringen opdoen die tot een bezinning over de islam aanleiding geven. Ik
wens het geen enkele vrouw toe, door
haar geliefde djihaadstrijders of door o zo zielige asielzoekers verkracht te
worden, ongeacht of ze daardoor eindelijk haar kritische zin zal terugvinden. Dit
werk is er juist op gericht, de lijfelijke strijd die de islam ons opdringt, en
het blinde tegengeweld van onze eigen halfgeletterden, te voorkomen. Maar daarbij
hebben we af te rekenen met onze eigen beleidsmensen en mediacraten die per se
bloed willen zien, of alleszins vasthouden aan een beleid dat gewaarborgd tot
bloedbaden zal leiden.
Eigen schuld: wat de islamcritici verkeerd doen
Het is belangrijk, een juiste ontleding van het islamprobleem voor te leggen. Elke fout die je maakt, zal immers door de islamvrienden uitgebuit worden, om de aandacht van het onderwerp islam af te leiden. Zij trekken bv. vaak van leer tegen mensen die “in de islam de bron van alle kwaad zien”. Ik ken het milieu beter dan zij, en toch ben ik nog nooit zo iemand tegengekomen; het is een door henzelf geconstrueerd vijandbeeld. Het kwaad bestond uiteraard al vóór de islam en bestaat nog steeds in allerlei andere vormen.
Maar dan komt Filip Dewinter zeggen dat de Koran de “bron van alle kwaad” is. Hijzelf heeft nochtans andere krachten bestreden die niet tot de islam te herleiden vallen. Hij heeft zich hier dus in een retorische overdrijving laten gaan (en zou die best openbaar rechtzetten). Op zich niet erg, maar een belegerde en gehate groep als de islamcritici kan zich dat niet veroorloven.
Een andere verleiding die in sommige milieus bestaat, en die in de toekomst groter zal worden, is die van het geweld. Dit is een gevolg van de “racialisering van de islam”, zoals die juist door de islamvrienden gepromoot wordt. Moslims worden, in strijd met hun historische wording, bejegend als intrinsiek en onherroepelijk moslim. Het enige wat dan nog tegen de islam te beginnen valt, is lijfelijk geweld: “Dat is tenminste taal die ze verstaan!” Gezien de escalatie die onze bovenklasse in de steigers aan het zetten is, kan ik niet uitsluiten dat het tot een gewelddadige confrontatie zal komen. Maar onze inspanningen moeten er nog steeds op gericht zijn, die te voorkomen.
Linkerzijde
Vaak wordt het pro-islam kamp vereenzelvigd met “de linkerzijde”. Dat is een onnauwkeurige inschatting van het slagveld. In bladen met een geafficheerd linkse traditie vindt men meer islamkritische standpunten in vraaggesprekken en columns dan in zogenaamd centristische bladen, vaak van christelijke herkomst, die altijd weer willen bewijzen hoe conform zij wel zijn met de heersende zienswijze. Dan zijn er de plat-populistische, apolitieke verklaringen van het islamprobleem, genre: “Het gaat niet om religie, maar om macht.” Ja, wiens macht? Het ging Mohammed vanaf het begin om de macht, om een staat waarin hij zijn wet kon opleggen, en die bestuurd wordt door de groep die in de koranische openbaring gelooft. Je moet echt onwetend zijn over de islam, en over macht, om zoiets te zeggen.
En ook ter rechterzijde huldigt men vaak onjuiste ontledingen van het islamprobleem. Een zeer populaire is dat de islam slechts een moderne vermomming is voor oeroude etnische conflicten, bv. de Hausa moslims tegen de gekerstende Yoruba in Nigeria of de vereenzelviging van de Taliban met het Pathaanse volk in Afghanistan en Pakistan. Deze uitleg volgt het patroon van zovele welweterijen, namelijk dat de islam niet het échte probleem is, maar een tijdelijke vorm van het grondprobleem: links definieert dat dan als “racisme”, “achterstelling” enz., rechts als “etnische belangenbehartiging”.
Verder kom ik op de sociale media enkele stemmen
tegen, gering in aantal maar luidruchtig en zeer bezield, die de islam tot een
handpop van het “zionistisch wereldcomplot” herleiden. Lang verhaal, veel op te
zeggen, maar hier een eenvoudig feit: nergens is de islam bloediger tekeer
gegaan dan in het Subcontinent (met recente miljoenenslachtingen in 1947 en
1971), hoewel daar geen jood aan de horizon was. En toen Mohammed het hele
drama begon, waren de joden zijn vijanden.
Tenslotte zijn er de traditionalisten en conservatieve
christenen, die de islam als bondgenoot tegen de decadente moderniteit
verwelkomen. (Zij zijn het spiegelbeeld van die vrijzinnigen die de islam als
bondgenoot tegen hun oude vijand, de Kerk, zien.) Tja, toen het uitdijende
Kalifaat christenen in Spanje of de Balkan onderwierp, waren alle christenen
naar moderne definitie “conservatief” en “preconciliair”. Dat heeft hen niet
kunnen redden.
Al deze misvattingen over de islam komen neer
op een verabsolutering van een andere prioriteit die de islam tot iets
oppervlakkig of onbelangrijk herleidt. Men moet het islamprobleem inderdaad
niet als ernstiger voorstellen dan het is, en het niet verabsoluteren. Maar men
moet het evenmin wegverklaren. Men moet het in zijn juiste verhoudingen zien (das Wahre ist das Ganze), en dan blijkt
dat wat tot recent een marginaal en verdwijnend probleem leek, nu een zeer
acute zorg geworden is.
Labels: de Rijke | Joanie, linkerzijde, rechterzijde, taliban
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home