21 november 2015

De gevolgen van de "oorlog tegen de terreur"


(In antwoord op een opiniestuk in De Standaard bood ik op 18 november voor zonsopgang de volgende repliek aan bij de opinie-redactie. Met de onbeschoftheid die je van een tabloid inderdaad kan verwachten, verwaardigde De Standaard zich niet om zelfs maar te antwoorden. Hoewel het stuk om een standpunt draaide dat volkomen nieuw is voor dat lezerspubliek, verkoos de redactie om de dagen daarop een trits artikelen te publiceren die hetzelfde negationisme belijden als zijzelf.)


Montasser AlDe’emeh stelt in zijn bijdrage “We hebben een monster gecreëerd” (DS, 17 nov. 2015) terecht de war on terror aan de kaak. Die heeft een grote rol gespeeld in het triggeren van een golf van terrorisme. Niet als oorzaak (die blijft onbesproken), wel als aanleiding.
 
Inderdaad, voor een hoog percentage van de 21ste-eeuwse terroristen is het de verontwaardiging over de westerse interventies in moslimlanden die hen over de drempel gehaald heeft. Sympathiseren met de djihaad of bv. met de Palestijnse strijd is één ding, omschakelen naar engagement aan het Syrische front of in de terreur binnen Europa vergt meer. Zoals zich communist verklaren in ’68 een goedkope mode was en slechts enkelen de sprong naar de “stadsguerrilla” maakten.
 
Tot zover zijn we het eens: de westerse militaire bemoeienissen in ondermeer Irak en Libië was fout. Ze hebben de hele regio, toch al vol conflictstof, verder gedestabiliseerd. Bovendien kreeg zij buiten het Westen sterk het odium van neo-kolonialisme, gesymboliseerd door de ontmoeting in Libië van David Cameron en Nicolas Sarkozy, alsof zij daar de revanche voor de vernedering van Suez 1956 kwamen vieren. Men onderschat hier de anti-westerse stemming in het Zuiden, die door de interventies fel opgepookt is.
 
Let wel, interventies zijn niet per se fout. Zij kunnen het minste kwaad zijn. Met name de Franse tussenkomst in Mali was waarschijnlijk verdedigbaar. Maar die was militair betrekkelijk clean, ze was gewenst door zowel de regering als de meerderheid van het volk in Mali, en er was ook een duidelijk politiek einddoel, namelijk het herstel van het Malinese staatsgezag en van het heersende compromis tussen laïcité en islam.
 
Daarentegen waren de invasies in Irak en Libië van meet af aan gedoemd door het ontbreken van een duidelijk alternatief. In het geval van Libië moeten we zonder meer toegeven dat kolonel Qadhafi het minste kwaad was en ondanks zijn dictatuur veel goeds gedaan had voor zijn volk. Bernard-Henri Lévy die met zijn poëtisch gemoraliseer zijn president tot de invasie bewogen heeft, mag eens duchtig in de spiegel kijken.
 
Irak was, althans in de moderne tijd, mogelijk zelfs niet samen te houden zonder dictatuur. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de Koerdische pesjmerga van de verovering van IS-gebied, straks wellicht van de gearabiseerde metropool Mosoel, gebruik zullen maken om een eigen staat uit te roepen (wat hun gegund is). Met AlDeme’ehs stelling dat “de enige oplossing is om Irak en Syrië te verdelen, zoals Joegoslavië”, kunnen de meesten nu wel instemmen. Alleszins schiep de doelloze VS-interventie, gevolgd door de sjiïtische machtsgreep, het vacuüm waarin het Kalifaat kon ontstaan.
 
Tot dusver hebben we een groeiende consensus, waarbij zelfs Irak-veteraan Tony Blair zich pas aangesloten heeft: de war on terror is op een ramp uitgedraaid. Dit is ondermeer het gevolg van de verregaande westerse onwetendheid over het gindse wespennest. Herinner u hoe zelfs na enkele jaren in Irak, de meeste personeelsleden van het State Department niet eens het verschil tussen soennieten en sjiïeten kenden, toch wel een centraal gegeven in de Iraakse geschiedenis van ca. 650 tot vandaag.
 
Niets dan lof dus voor de denkoefening van AlDeme’eh. Alleen ontbreekt er een vaststelling die men bezwaarlijk kan weglaten als men dan toch het onderwerp war on terror aansnijdt. In zeer brede kring, wereldwijd zelfs, associeert men die interventies met “islamofobie”. Bij de meeste veroordelingen van de interventies komt als staartje: “Zie je wel waar islamofobie toe leidt” – bij de lezers van dit artikel ongetwijfeld ook. Welnu, met islamofobie hebben zij niets te maken. Integendeel zelfs.
 
Geen van de staats- of regeringsleiders die bommenwerpers naar het Midden-Oosten gestuurd heeft, is ooit op ook maar één woord islamkritiek betrapt. Integendeel, van elk van hen kunnen lofprijzingen voor de islam aangehaald worden. Zij schijnen het zelfs oprecht te menen wanneer zij ons bezweren dat terreur "niets met de islam te maken heeft". Het gaat trouwens verder dan woorden. Toen John Kerry de VS-bombardementen op het Kalifaat aankondigde, noemde hij de vrijwaring van de “ware” islam voor zijn “vertekening” door de Islamitische Staat als één van de motieven. Hij ging dus moslims doden om de islam te verdedigen.
 
In de begeleidende retoriek werd dat pro-islamitisch uitgangspunt verder uitgebouwd. Zo dekte Cameron zich in tegen de opmerking dat IS-moslims gaan bombarderen (dus: moslims doden) toch wel een vreemde manier is om de islam te eren. Hij zei dat de te doden vijand buiten de categorie “moslims” valt en uit “monsters” bestaat. Misschien kan hij dat zijn thuispubliek, hongerig naar geruststelling over de islam, wel wijsmaken, maar de moslimwereld blijft doof voor zo’n retorisch handigheidje. De woorden deemsteren weg, maar de daden – de zoveelste militaire bemoeienis – zijn welsprekend genoeg. Zij jagen eens te meer jongeren naar de djihaad tegen het arrogante Westen. Arrogant, inderdaad, maar juist niét in "islamofobe" zin.

 

Labels: , , , ,

Read more...

16 november 2015

Handleiding voor het islamdebat (10): Wat te doen


 






 

 

 


 
(’t Pallieterke, 11 november 2015)


“Ken de waarheid, en de waarheid zal u vrij maken.” Op het eerste gezicht is dat vanzelfsprekend, in de praktijk zijn er echter wat bezwaren. In waarheid leven, dat brengt je in botsing met gevestigde machten. Daarom hoort men beweren dat de waarheid soms onnodig kwetsend is, en dat een passend leugentje meer welslagen oplevert.

 

Spotliedjes

De meeste mensen bepalen hun standpunt niet naar zijn waarheidsgehalte maar naar het resulterende gezelschap. Wie over de islam de ware toedracht verkondigt, wordt met de verwerpelijke islamofobie geassocieerd, terwijl wie daarover liegt, nog steeds welkom is in de betere kringen. Niets brengt mensen zozeer samen als een gemeenschappelijke vijand, dus gezamenlijk spotten met en schimpen op de islamofoben, dat geeft een lekker warm gevoel van erbij te horen.

Maar politici zeggen dat “we nu eenmaal met de moslims moeten leven” (in plaats van te eisen dat zij met ons leren leven). Om diplomatieke redenen zou dat leugentjes om bestwil vergen.

Zelf geloof ik daar niets van. De katholieken hebben leren leven met spotliedjes en kritieken doordat die een onontkoombaar deel van onze leefomgeving werden. Laat de moslimse kruidjes-roer-mij-niet ook maar tegen een stootje leren kunnen. In het begin zal dat veel tegenstand wekken, maar de aanhouder wint. Hadden de verenigde media na de Deense Mohammed-cartoons pal front gevormd en hun Deense collega’s door dik en dus gesteund, dan zou de islam in Europa al een stuk minder arrogant geworden zijn dan vandaag het geval is. Dan zou men nu al de grote voordelen op lange termijn van onverschrokken waarheidsliefde beginnen plukken, ondanks de kleine nadelen op korte termijn.

Anderzijds, ik wil politici niet voorschrijven hoe ze hun métier moeten beoefenen. Geleerden die smoesjes uitkramen, verdienen om veracht te worden. Maar mogelijk gelden voor politici, wier beleidsdaden allerlei concrete gevolgen hebben, wel andere normen. Goed, als zij dan toch vinden dat zij moeten liegen, dan wil ik hun wel gratis raad geven over welke soort leugens de voorkeur verdient.

   

Leren van Verhofstadt

Toen de collectivisering de Chinese landbouw ontwrichtte, ging de maoïstische propaganda in een hogere versnelling. Hoe groter de concrete mislukking, hoe nijpender de nood aan een compensatie op politiek en propagandistisch niveau. Dus lanceerde men een campagne onder het motto: “Inzake landbouw: leer van Dazhai”, een voorbeeldige landbouwcommune (1963-76). Nu we steeds meer in revolutionaire omstandigheden komen te verkeren, kunnen we best ons licht opsteken bij de Grote Roerganger. We focusen dus op een alleszeggend inspirerend voorbeeld.   

Voor de meningvorming over de islam nemen politici best de leuze in acht: “Inzake liegen: leer van Guy Verhofstadt.” Die man heeft zich een ferme reputatie van opperleugenaar verworven, maar hij liegt wel op een gezonde manier.

De meeste leugenaars schamen zich wanneer ze een leugen over hun eigen lippen horen rollen. Ze gaan zichzelf datgene inprenten wat ze ook zouden bezweren aan een gesprekspartner die hun leugentje betwist. Ze gaan argumenten verzinnen waarom hun leugenversie wél waar is, en op de duur gaan ze hun eigen leugen geloven.

Niets daarvan bij Verhofstadt: hij lacht je uit waar je bij staat terwijl hij je met een leugen afscheept. Hij spuit geen mist over de tegenstelling tussen zijn eigen woorden en de waarheid. Terwijl hij liegt, houdt hij van binnen helder de ware toedracht voor ogen. In hem is er ruimte genoeg voor de tegenstelling tussen de geuite leugen en de besefte waarheid.

Wel, als je echt meent te moeten liegen over de islam, doe het dan op die manier. Neem gerust alle protocol in acht terwijl je het staatsbezoek van de Turkse premier regisseert, maar besef op elk ogenblik dat hij het boegbeeld is van een kwaadaardige en in de kern onzinnige levensbeschouwing. Je beleid wordt immers niet bepaald door wat je bij gelegenheid zegt, maar door wat je denkt.

Het probleem met de islamvriendelijke uitspraken van bv. ministers Geert Bourgeois en Liesbeth Homans (die in “meer islam” de oplossing van de radicalisering zien) is minder de uitspraak zelf, want die zou in bv. een interreligieus dialoogforum “nodig” kunnen zijn, dan hun eigen oprecht geloof in die uitspraak. Ik heb er begrip voor dat politici een bepaalde onderhandeling tot een goed einde willen brengen en daarom hun uitspraken stroomlijnen in functie van die doelstelling. Maar ook dan moeten zij ten volle beseffen wat de échte situatie is, en afstand bewaren tegenover de diplomatieke fictie.

Wie het doel klaar voor ogen heeft, namelijk het terugdringen en uiteindelijk doen oplossen van de islam, kan naargelang de situatie al eens de wortel danwel de stok gebruiken. Voorbeeld bij uitstek zijn de westerse invallen in Midden-Oosterse landen: politici die de islam prijzen en zich verre houden van islamkritiek, en die blijkbaar hun eigen smoesjes geloven, hebben honderdduizenden moslims gedood en de samenleving van tientallen miljoenen ontwricht. Hun verwarring omtrent de islam brengt hen ertoe, onnodig naar de stok te grijpen. (Tony Blair heeft zopas zijn fout toegegeven.) Islamcritici daarentegen wassen hun handen in onschuld. Islamkritiek is erop gericht dat moslims de islam ontgroeien, en dat kan beter in een situatie van détente en welvaart. Het is een veel vreedzamer en moslimvriendelijker optie dan islamvleierij.

 

Medina

 

Wie de islam bekritiseert, zal zeker de vraag krijgen welke oplossing hij voorstelt. Goed dan, de uiteindelijke oplossing is dat kinderen het geloof in Sinterklaas ontgroeien en dat moslims hun Mohammed met zijn islam overboord gooien. Als je ontdekt dat een collega nog echt gelooft in de ooievaar als oorsprong van de kleine kinderen, zou je je dan niet verplicht voelen, hem van de ware toedracht op de hoogte te brengen – juist uit vriendschap? Je kan niet wensen dat mensen in zulke flutverhaaltjes als de koranische openbaring verstrikt blijven. Wij “islamofoben” doen dus wat menselijk normaal is, terwijl de dominante islamvrienden een bij het haar getrokken obscurantisme in leven houden.

 

Ooit zal dat allemaal vanzelf gebeuren. What goes up, must come down. De islam is spectaculair ontstaan en over een groot gebied verspreid, en hij zal zeker imploderen, waarschijnlijk even spectaculair. Maar voor het zover is, zal hij nog wat problemen veroorzaken die onze aandacht vergen.

 

Daarom willen velen hun doel wat lager stellen: laat die moslims in hun onzin blijven geloven, zolang ze maar niet zo onverdraagzaam zijn. Zoals Ayaan Hirsi Ali het pas nog geformuleerd heeft, als pragmatische tussenoplossing: weg met de Medina-moslims, leve de Mekka-moslims. In Mekka was Mohammed nog een machteloze sekteleider en moest hij zich wel wat aanpassen, pas na zijn migratie naar Medina werd hij veldheer en dictator. Volgens Ayaan moeten moslims vooral het Medinese fanatisme afgooien, terwijl het Mekkaanse geloof gewoon één van de rare opvattingen is die we nu eenmaal laten bestaan, kwestie van godsdienstvrijheid.

 

Nou, ik wens haar daarmee veel geluk, maar ik geloof er niet in: een echte moslim zal nooit de Medinese fase van Mohammeds loopbaan willen afstoten, terwijl wie dat wél wil doen, de islam in zijn geheel aan het ontgroeien is. Maar ik geef toe dat er soms pragmatische compromissen nodig zijn. Zij zijn aanvaardbaar als ongemakkelijke voorlopige regelingen, die men met veel wantrouwen in het oog moet houden. Maar als men ze echt als een “oplossing” gaat behandelen, zullen zij spoedig opnieuw dezelfde aloude problemen doen ontstaan. Men kan dus beter steeds weer aan het einddoel herinneren: de islam tegen het licht van de psychologische en de geschiedkundige kennis houden, zodat hij voorgoed oplost.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Labels: , , , , ,

Read more...

9 november 2015

De vijf invloedrijkste boeken in mijn leven

  PDF Print E-mail
    

Verslag van een Facebook-discussie
 


Op vraag van Stefaan Van den Eynde noem ik de vijf belangrijkste boeken in mijn leven, in vijf opeenvolgen statussen. Geen idee welk bovenaan hoort te staan, maar dit is wel het boek dat het meest mijn professionele oriëntatie bepaald heeft: (1) The Thirteen Principal Upanishads van Robert Ernest Hume, oorspronkelijk 1930, hét basiswerk van waaruit men het Indiase denken kon ontdekken. Het trok mij als tiener aan door zijn oranje omslag en de gereputeerde diepzinnigheid van het onderwerp. De westerse lezer moest door heel wat Indiase couleur locale ploegen vooraleer de juweeltjes te kunnen proeven, bv. het Hooglied van het Zelf door Yajñavalkya: "Niet om de echtgenote wordt de echtgenote bemind, maar om het Zelf..."




Koenraad Elst Het element ascese in de Indiase traditie heb ik vreemd genoeg via een westerse (maar door Mahatma Gandhi¨geïnspireerde) auteur leren kennen: Lanza del Vasto's boek Principes et Préceptes du Retour à l'Evidence. Eén zin daaruit die ik in mijn jonge jaren ter harte nam, was: "Contre le froid et la faim, ne te protège pas." In die tijd vastte ik regelmatig een paar dagen (tot zelfs zeven dagen die eindigden net toen ik de vrijage met mijn latere echtgenote begon) en droeg winter en zomer sandalen zonder kousen.




Koen Van de Moortel Mmm... was dat achteraf gezien wel zo een goed idee, die koude voeten heel de tijd? NB: de School Voor Filosofie heeft ook een schone vertaling van de Upanishads!



https://fbcdn-sphotos-c-a.akamaihd.net/hphotos-ak-xpa1/v/t1.0-9/10599342_10202836256814203_8872676557296938094_n.jpg?oh=57d88c3cad3cd8a2af0f15d17ed28ebb&oe=54CCBECF&__gda__=1417880281_4344fb534f013541ffdeab574901be04Koenraad Elst Ach nee, eigenlijk was het jeugdige stoerdoenerij. Maar ik was toen wel echt overtuigd van de geestelijke waarde van zelfkastijding. Later ben ik de juistheid van de Middenweg (Confucius, de Boeddha, Aristoteles) gaan inzien.



Dirk Tavernier Standbeeldje van de Brusselse humanist Jan-Baptiste Houwaert in Sint-Joost ten Node. Het Nederlandse opschrift luidt: "Houd middelmate". (Merkwaardige loop van de geschiedenis: Houwaert noemde zijn domein in de schilderachtige Maalbeek-vallei "“Cleyn Venegien”. Op de achtergrond zien we een Turks opschrift. Turken & Venetië waren niet altijd vrienden - Lepanto!).




Bovenkant formulier










(2) Tweede "belangrijkste boek". De eerste invloed na het loskomen uit het katholicisme van mijn kinderjaren was extreem-links. Achteraf bekeken had het marxisme-leninisme heel wat gemeen met het katholicisme, namelijk het doctrinaire, anti-oppervlakkige, anti de "kinderziekte" van de steekvlampolitiek. Het Rode Boekje van Voorzitter Mao heb ik op mijn 14 gekocht tijdens een braderie in de toenmalige Amada-boekhandel in de Leuvense Tiensestraat, juist naast de Valk. Levenslang heb ik uit de aanhef onthouden dat er "geen revolutie bestaat zonder revolutionaire voorhoedepartij", iets dat ook buiten de marxistisch-leninistische context waar blijft (bv. de Arabische Lente moest wel mislukken omdat hij niet geleid werd door een groep mensen die een democratisch doel voor ogen hadden en een strategie in die richting konden uitstippelen). Maar echt geestdriftig voor het linkse standpunt werd ik door twee boeken van Harry Mulisch: Bericht aan de Rattenkoning, over de Amsterdamse Provo-beweging, en Het Woord bij de Daad, over het Cuba van Fidel Castro. Toen ik meerderjarig werd, was ik extreemlinks al ontgroeid, al bleef ik wel iet of wat actief in soft-links (anti-rakettenbetogingen) tot mijn 25.


Vinzent Enro viva Fidel




John Butaye ... alli how...
nu nog loskomen van al dié troep



Robert Lemm Als je maar lang genoeg doorleeft, wordt Fidel weer opportuun.



Johan Rommelaere no passaràn



Rob Lemeire Wat heeft je ervan weerhouden om links te blijven? Zelf was ik als jongeling anarchistisch, en o.m. na het lezen van de negatieve ervaringen van enkele Amerikaanse anarchisten (Emma Goldman onder meer) in de USSR anticommunistisch. Hierdoor kon ik het anarchisme ontgroeien zonder socialistisch te worden, en stond ik open voor geheel andere intellectuele avonturen. Dergelijke vroege overtuigingen hebben me volgens mij 'gered', zonder zou ik vandaag nog steeds links zijn, vermoed ik (zelfs al heeft de transformatie lang geduurd).



Koenraad Elst @Rob: het is gewoon de werkelijkheid die mij weerhield om links te blijven. Het was de tijd van de Mao-kritiek van Simon Leys, van de bekeerde "Nouveaux Philosophes" (over wie ik mijn maturiteitsexamen gedaan heb), en de niets verhullende gruweldaden van de Rode Khmers. Deze laatste deden Amada-bestuurslid Eddy Daniëls ontslag nemen uit de partij. Op afstand was het wel een opwindende tijd, met echte ideologische hangijzers en heftig gedebatteer daarover. Ik herinner me het debat over de anti-Sovjet-politiek van China tussen Swa Vercammen (RAL) en Ludo Martens (Amada), die de Leuvense Alma 2 deed vollopen. Waar vind je dat nog: honderden jongeren die te hoop lopen voor zo'n ideologisch debat?





(3) Het derde "belangrijkste boek" is zeker het Boek der Veranderingen, de Yijing die ik (in de bekende lijvige zwarte vertaling van Richard Wilhelm) leerde kennen dankzij mijn schoolgenoot Karl Vandezande, zoon van een met mijn vader bevriend Volksuniesenator. Ik herinner mij, destijds letterlijk samen een eed gezworen te hebben met de hand op het Boek der Veranderingen. Eerst was dit een mysterieus orakelboek, zoals het in de klassieke Chinese geschiedenis ook gebruikt is, maar gaandeweg ging ik het begrijpen als de sleutel tot de latere Chinese wijsbegeerte, vooral via de (in die uitgave opgenomen) confuciaanse "Tien Vleugels"-commentaar. Daarin krijgt men een typisch systeem van overeenkomsten, "zo boven, zo beneden", gebaseerd op de begrippen yin/yang. Zoals de Tien Vleugels zeggen: "Yi yin yi yang zhi wei dao", "Eén yin en één yang, dat heet de Weg". Of iets banaler uitgedrukt: "Eén rechtse, één linkse, 't is zo dat het vooruitgaat." Later ben ik sterk aan de vertaling, en dus aan het bij westerlingen populair geworden orakelgebruik, gaan twijfelen. Maar als "bewaarplaats van ideeën" blijft het boek overeind.




Koenraad Elst Uit 1997, "Rechtzettingen bij de Yijing", een kritische beschouwing bij de vele tekst- en vertaalproblemen, die effectief maken dat alle orakelgebruikers (zelfs de Chinese) zich op een tekst verlaten die niet de door de auteur(s) bedoelde is: http://www.koenraadelst.info/index.php?option=com_content...



Koenraad Elst De "Sitz im Leben" van het Boek der Veranderingen:http://koenraadelst.blogspot.be/.../the-history-of-yijing...




 

(4) Het vierde "belangrijkste boek" is -- en het zal velen verwonderen -- Rebuilding Russia (inderdaad alleen in vertaling gelezen) van Aleksandr Solzjenitsyn, voor zijn doen een dun boekje. Ik las het in de tijd toen ik ook het post-nationalistische Nieuw-Rechts leerde kennen, 1992, en het trof mij als een rijpe en evenwichtige kijk op de natievorming. Hem stond voor ogen: een pan-Oost-Slavische staat van Rusland, Oekraïne, Wit-Rusland en Noord-Kazachstan met ruime autonomie voor de vele Oeralische, Turkse, Mongoolse en andere Siberische minderheden. De huidige kleine oorlog en grotere oorlogsdreiging in Oost-Oekraïne bevestigen de juistheid van zijn zienswijze.


Bovenkant formulier







Koenraad Elst 24 jaar na verschijning is het boek nog steeds actueel:http://www.rferl.org/.../russia-putin.../26561244.html




Jan Van Duppen na decennia van enorme gedwongen deportaties van bevolkingsgroepen en het doodhongeren in Oost-Oekraïne van 6 miljoen mensen waarna herbevolking met Russen, het onthaal van de Nazi-legers, nadien alweer enorme deportaties van grote bevolkingsgroepen daar bovenop dezelfde mythologische animositeit over Kyjivska Roes als de Serven over het Merelveld, broeit de geschiedenis daar nog steeds onder het plaveisel van rancune en verongelijkte haat.







(5) Het vijfde "belangrijkste boek" is ongetwijfeld History of Hindu-Christian Encounters van Sita Ram Goel (spreek uit Goël). Het geeft de hele geschiedenis vanaf de mythische (zelfs door paus Benedictus XVI ontkende) aankomst van de apostel Thomas in Kerala, tot heden. Ik las het eind 1989 toen ik in Varanasi woonde maar enkele dagen voor zaken naar Delhi gekomen was. Ik kocht het in de uitgeverswijk Daryaganj bij Bhim Sen Uppal, een Partition-vluchteling uit West-Panjab. Ik las het in één ruk uit en vertelde Uppal daags nadien dat ik het zeer gesmaakt had. Hij zei me dat de schrijver twee straten verder een kantoor had, en regelde mijn bezoek daar. Die namiddag ontmoette ik voor het eerst de visionaire en non-conformistische geschiedkundige die als uitgever zijn brood verdiende, Mister Goel. Hij zou een jaar later mijn eerste boek uitgeven, over de toen zeer actuele tempel/moskee-betwisting in Ayodhya. Dat een westerling in deze de hindoes steunde in plaats van de pro-islamitische "secularisten", was letterlijk voorpaginanieuws in alle Indiase kranten. Dat "aan de top beginnen" was echter een veroordeling tot de volstrekte marginaliteit in het academische circuit en de intellectuele kringen die alle kaarten in mijn leven in handen hadden. Toch heb ik het me nooit beklaagd. Ook toen Goel mij tien jaar later aanried om India maar te vergeten, aangezien het mij geen geluk gebracht had, besloot ik dat daar nog steeds zo'n groot gat in de intellectuele markt lag, dat ik me daar met de intussen verworven expertise veel nuttiger kon maken dan elders. Van Goel zelf heb ik vooral de juiste kijk op het islamprobleem geleerd, toen een veel acutere dreiging dan de christelijke missionarissen. Hij vergeleek, op basis van tijdsdocumenten, Mohammed met Dzjenghis Chan, die zich allebei door ingevingen onder trance lieten leiden. Onder zijn fundamentele werken is het belangrijkste wellicht Defence of Hindu Society, over de schuld die de hindoes zelf hebben aan ongelukken die hen in de geschiedenis al overkomen zijn of zich nog aankondigen.


Koenraad Elst Over hetzelfde onderwerp verschijnt van mijnhand binnen een maand bij de Gentse uitgeverij Mens & Cultuur het boek Heidenen in India, over de zelfverdediging van de hindoes tegen de christelijke subversie.


Koenraad Elst Zo, Stefaan, hiermee heb ik naar beste vermogen op je vraag naar de belangrijkste boeken in mijn leven geantwoord. Dank voor het verzoek, want het was eigenlijk een zeer nuttige oefening om deze zaken eens op een rijtje te zetten.

Alfons van Well Een belangrijk boek dat ik gelezen heb is “Ayodhya, The Case Against the Temple” van Koenraad Elst. Ik woonde destijds in Delhi en voordat ik met de bus naar huis ging liep kwam ik een boekwinkel tegen. Ik liep naar binnen en mijn oog viel op een boek over de tempelkwestie in Ayodhya. Ik wilde de precieze achtergronden weten over die zaak. Helaas was dat boek en de meeste boeken in die winkel in het Engels, dat ik toen minder goed beheerste dan het Hindi. Dat het boek geschreven is door een westerling stootte me eerder af. Ik dacht hetzelfde riedeltje te vernemen dat bekend is uit de Engelstalige Indiase “seculiere” media. Opmerkelijk vond ik dat de schrijver een Nederlandse naam had. Ik besloot het toch aan te schaffen en het zeer kritisch te gaan lezen. Ik heb het in één ruk uitgelezen en later weer opnieuw gelezen. Zeer gedegen informatie die ook de hindoekant van de zaak belicht en anders dan de propagandistische toon die men in de meeste Hinditalige artikelen over dit onderwerp kan vinden. Gedurfd en intellectueel goed onderbouwd. Dit deed me besluiten om later meer te lezen van dezelfde schrijver en alles wat Sitaram Goel (Goyal) en Ramswarup heeft geschreven.



Koenraad Elst @Alfons: Dat boek (The Case) beschouw ikzelf ook als één van mijn beste. En al zeg ik het zelf: de titel is bijzonder goed gevonden: het lokt lezers die anders nooit het hindoestandpunt zouden vernemen, en het trekt de aandacht op het feit dat altijd naar "the case for the temple" geïnformeerd wordt, terwijl het bestaan van een "case against the temple" zomaar aangenomen en nooit onderzocht wordt.

Labels: , , , , , ,

Read more...

5 november 2015

Handleiding voor het islamdebat (9): Wat niet te doen


 

 

(tP, 4 nov. 2015)

 

Als we tegen de islam het pleit verliezen, dan zal het onze eigen schuld zijn. Je aan zulke moedwillig primitieve cultuur moeten onderwerpen, dat kan alleen wanneer je eerst jezelf de handen op de rug bindt. Dat doen wij, ten eerste door ons oneigenlijke ontzag voor rechtsregels (bv. het niet “mogen” opzeggen van de akkoorden tot gezinshereniging met Marokko en Turkije), terwijl toch “de wet er is voor de mens, niet de mens voor de wet”; en ten tweede door het grondig vertekend beeld van de islam dat wij huldigen. Aan de remediëring van dat laatste probleem probeer ik bij te dragen, maar ik geef toe dat we in beleidskringen tot nu toe weinig bereiken. De waarheid over de islam kennen we, ze is tenslotte eenvoudig; alleen blijkt het zeer moeilijk, ze aan de man te brengen. Hoe mensen wakker schudden?

 

“De ervaring leert”

Sommigen denken: als mensen maar genoeg slaag krijgen, zullen ze hun illusies over de islam wel verliezen. Ziedaar een materialistische aanname, alsof inzicht automatisch omhooggedampt komt uit gebeurtenissen. Dat is nochtans niet zeker, zo leert de ervaring. De Nederlandse journaliste Joanie de Rijke werd in 2008 door de Taliban gekidnapt en een aantal keren verkracht, maar ook daarna bleef ze de Taliban vergoelijken. Men moet wel een beetje fanatiek zijn om zijn vijanden zo door dik en dun te verdedigen, maar dat zijn onze progressieven natuurlijk wel. Hun echte vijanden zijn immers niet hun verkrachters, maar de rechterzijde bij het eigen volk. Ze zijn immers zo provinciaal dat ze vooral onder hun eigen kerktoren moreel superieur willen lijken, terwijl de islamitische wereldgodsdienst herleid wordt tot een middel daartoe.

Het onverbeterlijkst zijn de “goedmensen”: hoe zwakker de ideologische ruggengraat, des te meer verdragen ze, des te hardnekkiger houden ze vast aan hun eenmaal gekozen kamp. Je kan hen met de kreeft vergelijken: ongewerveld maar met harde schaal en zeer vasthoudend.

Ervaringen wekken maar bewustzijn op wanneer dat bewustzijn er al is; en meestal komt het er maar door de invloed van een ander, gevorderder bewustzijn. De eerste kaars krijg je maar met moeite in brand, maar daarna gaat het vanzelf. Zoals de eerste kaars de volgende aansteekt, zo wordt kennis idealiter van de ene geest aan de volgende doorgegeven. Je kan in beginsel de waarheid op je eentje ontdekken, onder meer door de juiste besluiten te trekken uit de ervaringswerkelijkheid, maar de meeste mensen zijn niet zo tot logische verwerking van hun ervaringen geneigd. Laat ons dus liever rekenen op het doorgeven van inzicht.

Ik wens overigens niet dat we het soort ervaringen opdoen die tot een bezinning over de islam aanleiding geven. Ik wens  het geen enkele vrouw toe, door haar geliefde djihaadstrijders of door o zo zielige asielzoekers verkracht te worden, ongeacht of ze daardoor eindelijk haar kritische zin zal terugvinden. Dit werk is er juist op gericht, de lijfelijke strijd die de islam ons opdringt, en het blinde tegengeweld van onze eigen halfgeletterden, te voorkomen. Maar daarbij hebben we af te rekenen met onze eigen beleidsmensen en mediacraten die per se bloed willen zien, of alleszins vasthouden aan een beleid dat gewaarborgd tot bloedbaden zal leiden.

 

Eigen schuld: wat de islamcritici verkeerd doen

Het is belangrijk, een juiste ontleding van het islamprobleem voor te leggen. Elke fout die je maakt, zal immers door de islamvrienden uitgebuit worden, om de aandacht van het onderwerp islam af te leiden. Zij trekken bv. vaak van leer tegen mensen die “in de islam de bron van alle kwaad zien”. Ik ken het milieu beter dan zij, en toch ben ik nog nooit zo iemand tegengekomen; het is een door henzelf geconstrueerd vijandbeeld. Het kwaad bestond uiteraard al vóór de islam en bestaat nog steeds in allerlei andere vormen.

Maar dan komt Filip Dewinter zeggen dat de Koran de “bron van alle kwaad” is. Hijzelf heeft nochtans andere krachten bestreden die niet tot de islam te herleiden vallen. Hij heeft zich hier dus in een retorische overdrijving laten gaan (en zou die best openbaar rechtzetten). Op zich niet erg, maar een belegerde en gehate groep als de islamcritici kan zich dat niet veroorloven.

Een andere verleiding die in sommige milieus bestaat, en die in de toekomst groter zal worden, is die van het geweld. Dit is een gevolg van de “racialisering van de islam”, zoals die juist door de islamvrienden gepromoot wordt. Moslims worden, in strijd met hun historische wording, bejegend als intrinsiek en onherroepelijk moslim. Het enige wat dan nog tegen de islam te beginnen valt, is lijfelijk geweld: “Dat is tenminste taal die ze verstaan!” Gezien de escalatie die onze bovenklasse in de steigers aan het zetten is, kan ik niet uitsluiten dat het tot een gewelddadige confrontatie zal komen. Maar onze inspanningen moeten er nog steeds op gericht zijn, die te voorkomen.

 

Linkerzijde

Vaak wordt het pro-islam kamp vereenzelvigd met “de linkerzijde”. Dat is een onnauwkeurige inschatting van het slagveld. In bladen met een geafficheerd linkse traditie  vindt men meer islamkritische standpunten in vraaggesprekken en columns dan in zogenaamd centristische bladen, vaak van christelijke herkomst, die altijd weer willen bewijzen hoe conform zij wel zijn met de heersende zienswijze. Dan zijn er de plat-populistische, apolitieke verklaringen van het islamprobleem, genre: “Het gaat niet om religie, maar om macht.” Ja, wiens macht? Het ging Mohammed vanaf het begin om de macht, om een staat waarin hij zijn wet kon opleggen, en die bestuurd wordt door de groep die in de koranische openbaring gelooft. Je moet echt onwetend zijn over de islam, en over macht, om zoiets te zeggen.  

 En ook ter rechterzijde huldigt men vaak onjuiste ontledingen van het islamprobleem. Een zeer populaire is dat de islam slechts een moderne vermomming is voor oeroude etnische conflicten, bv. de Hausa moslims tegen de gekerstende Yoruba in Nigeria of de vereenzelviging van de Taliban met het Pathaanse volk in Afghanistan en Pakistan. Deze uitleg volgt het patroon van zovele welweterijen, namelijk dat de islam niet het échte probleem is, maar een tijdelijke vorm van het grondprobleem: links definieert dat dan als “racisme”, “achterstelling” enz., rechts als “etnische belangenbehartiging”.   

Verder kom ik op de sociale media enkele stemmen tegen, gering in aantal maar luidruchtig en zeer bezield, die de islam tot een handpop van het “zionistisch wereldcomplot” herleiden. Lang verhaal, veel op te zeggen, maar hier een eenvoudig feit: nergens is de islam bloediger tekeer gegaan dan in het Subcontinent (met recente miljoenenslachtingen in 1947 en 1971), hoewel daar geen jood aan de horizon was. En toen Mohammed het hele drama begon, waren de joden zijn vijanden.

Tenslotte zijn er de traditionalisten en conservatieve christenen, die de islam als bondgenoot tegen de decadente moderniteit verwelkomen. (Zij zijn het spiegelbeeld van die vrijzinnigen die de islam als bondgenoot tegen hun oude vijand, de Kerk, zien.) Tja, toen het uitdijende Kalifaat christenen in Spanje of de Balkan onderwierp, waren alle christenen naar moderne definitie “conservatief” en “preconciliair”. Dat heeft hen niet kunnen redden.

Al deze misvattingen over de islam komen neer op een verabsolutering van een andere prioriteit die de islam tot iets oppervlakkig of onbelangrijk herleidt. Men moet het islamprobleem inderdaad niet als ernstiger voorstellen dan het is, en het niet verabsoluteren. Maar men moet het evenmin wegverklaren. Men moet het in zijn juiste verhoudingen zien (das Wahre ist das Ganze), en dan blijkt dat wat tot recent een marginaal en verdwijnend probleem leek, nu een zeer acute zorg geworden is.

Labels: , , ,

Read more...

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>