('tP, 8-10-15)
De
psychologie van de islampleitbezorgers is niet erg ingewikkeld. Het
belangrijkste onderscheid binnen deze categorie is dat tussen schurken en
dwazen. Sommigen liegen waar je bijstaat en zeggen al wat nodig is om hun gelijk
te halen, anderen (de meesten, de meelopers met de heersende ideologie) zijn zo
naïef en schaapachtig dat ze het islamvriendelijke vertoog echt
geloven.
Vreemd
Bijvoorbeeld,
Knack blokletterde recent: “Zijn wij echt zo bang van moslims dat we hun
voedsel niet durven eten?” (Ann Peuteman, 8-9-15) De vraag is meervoudig
verkeerd gesteld. Ten eerste gaat zij ervan uit dat het verzet tegen het
opleggen van halâl-voeding uit angst voortkomt. Nee, het is niet
angst maar wel zelfrespect en de democratische weigering van een sluipende
invoering van het halâl-gebod zonder dat de bevolking daar ooit voor
gekozen heeft.
Ze
impliceert ook dat het een kwestie van vreemdheid is: de islam zou angst
inboezemen omdat hij exotisch is. Dat heeft er niets mee te maken: Vlamingen die
een Tibetaanse monnik of een Indiase vrouw in sari zien, beschouwen dat als
kleurrijk en zijn daarvan eerder gecharmeerd, terwijl ze een hoofddoek sinister
vinden. Het verschil is dat zij in de islam integratieweigering en
veroveringsdrang vermoeden.
En
tenslotte weet iedereen dat Vlaamse vleeseters niet moeilijk doen over de
slachtwijze van hun maaltijd. Het zijn juist de moslims die daar een zaak van
maken en op halâl aandringen. De juiste vraag zou geluid hebben: “Zijn
moslims echt zo vies van ons dat ze ons voedsel niet willen eten?”
Zou
je het tot Knack-redactrice kunnen schoppen zonder dat te weten? Het zou
natuurlijk verregaande domheid plus een zelfbeschuldigende reflex kunnen zijn,
maar waarschijnlijker is het een arglistige uiting van minachting voor het
publiek, dat zelf voor zo dom gehouden wordt.
Haat
Islampleitbezorgers
zijn meestal oudgedienden van verscheidene offensieven tegen wat zij als de
traditionele cultuur zien, en die een nieuwe frontlinie voor hun eeuwige strijd
gevonden hebben, Met het proletariaat de revolutie maken en een samenleving
scheppen waarin de gehate oude elites zich vreemd zouden voelen, dat is niet te
best gelukt. Maar een gedeeltelijke vervanging van onze bevolking door
nieuwkomers, dat zou betere kansen op welslagen hebben, vandaar hun keuze voor
het neoracisme (“antiracisme”), anti-“wit” en pro open grenzen. Als die
nieuwkomers dan nog eens een hechte gemeenschap zijn, verbonden door een
ideologie van machtsstrijd en onderwerping, zullen ze de behoudsgezinden
helemaal wanhopig maken en vernederen. En daar gaat het toch om.
Eens
in voldoende aantal zullen moslim-nieuwkomers weliswaar ook voor de
progressieven niet vriendelijk zijn. Na hun steun aan de splitsing van India
(1947), afgedwongen door de moslims omdat zij een minderheidspositie in een
pluralistische eenheidsstaat weigerden, moesten de communisten uit het
Pakistaans geworden Oost-Bengalen vluchten. Na hun bondgenootschap tegen de sjah
werden de Iraanse communisten door Chomeini-aanhangers uitgemoord. Onze
linkerzijde kan weten wat haar wacht hoewel ze er doldriest op afstevent. Maar
dan nog zullen de gehate rechtsen zich alleszins van wanhoop de haren uit het
hoofd trekken, en dat is wat telt.
Onze
progressieven worden namelijk niet bewogen door een positief project, wel door
haat. Het eigen welzijn is ondergeschikt aan de vernietiging van de vijand: het
eerste is welkom maar het tweede is wat zij écht willen. Daarom bijvoorbeeld dat
feministen tegen al hun vroegere standpunten in nu de hoofddoek verdedigen: dat
is weliswaar inconsequent, maar de rechterzijde ergert zich dood aan die
hoofddoek, en daar komt het tenslotte op aan. Voortschrijdende islamisering
heeft geleid tot seksslavernij in Irak, ontvoeringen in Nigeria en een
verkrachtingsgolf in Zweden, maar toch durven onze feministen haar niet als hét
probleem van deze tijd te identificeren.
Provinciaal
Onze
islamvrienden zijn hopeloze provinciaaltjes, bijziend in tijd en ruimte. Zij
denken dat het moderne Westen aan alles schuld heeft, ook aan islamitische
beleidsdaden van eeuwen geleden. Zij zijn echt “witte supremacisten”, om hun
eigen term te gebruiken, want voor hen kunnen moslims niets uit eigen beweging
doen: er moet altijd een “witte” hand achter zitten. (Het dooreenhaspelen van
huidskleur en religie komt niet van mij, het is slechts een weergave van hun
eigen standpunt.).In hun kinderlijk egocentrische wereldbeeld zijn Mohammeds
aanvalsoorlogen slechts een reactie op het kolonialisme van duizend jaar later;
en de verovering van Spanje in 701 maar een tegenzet tegen het opleggen van een
“zionistische entiteit” aan de islamwereld in 1948.
Lees
er hun eigen geschriften maar op na: in de vele analyses van de “radicalisering”
komt de veertien eeuwen oude factor “islam” gewoon niet voor, het is allemaal
veroorzaakt door wangedrag van westerlingen.
Vandaar
ook het dooreenhalen van islamkritiek met racisme. Daar zijn volop
tegenvoorbeelden op te geven, van de Arabische islamkritiek over die door hindoe
“raafkoppen” (minachtende term van de blanke Turkse veroveraars voor de donkere
inboorlingen) tot die van hedendaagse ex-moslims; maar de kennis van onze
provinciaaltjes reikt zo ver niet. In de Lage Landen valt de tegenstelling
tussen islam en ongeloof heel ruwweg samen met die tussen inheems en uitheems en
met die tussen verschillende schakeringen van blank. Als je onder de
klokkentoren een moslim tegenkomt, is er veel kans dat hij uitheems is. Niet
ernstig raciaal verschillend, want Turken en Bosniërs, sommige Marokkanen en nu
ook vele Syriërs blijken gewoon blank te zijn. Maar onze neoracisten hebben een
hyperfocus voor “ras”, en zullen rasverschillen zien waar die in werkelijkheid
geen rol spelen.
Deze
blikvernauwing en dit etiologisch egocentrisme (zichzelf de oorzaak van alles
wanen) zijn diep geworteld in een recente doch voorbije positie in de wereld. Zo
beweren velen dat we het migratieprobleem kunnen oplossen via meer
ontwikkelingssamenwerking; de werkelijkheid is dat we onze eigen financiën nog
niet in orde krijgen, laat staan dat we welvaart zouden kunnen scheppen in
pakweg Afrika. Of dat wij als “rijke” landen asielzoekers moeten opvangen,
terwijl rijkere dunbevolktere landen als Saoedi-Arabië (waar vluchtende Syrische
moslims qua taal of religie geen integratieprobleem zullen stellen) terloops
even vergeten worden. Die in wezen hoogmoedige zienswijze is een
traagheidseffect van een machtspositie die ooit werkelijk het geval was, toen
Europa de wereld regeerde. Wie alert is voor het evoluerende wereldgebeuren, is
daar al lang aan voorbij, maar onze multiculturele heikneuters zijn blijkbaar
niet meegegroeid.
Status
Om
te besluiten besteden we wat aandacht aan het volgehouden optimisme van onze
progressieven tegen de machtsambities van de islam. Dat is vooral een kwestie
van status. Zich zorgen maken, dat is voor het vulgus, omdat de gevolgen van het
islamiseringsbeleid immers in eerste instantie vooral datzelfde vulgus treffen.
Daarna zal de elite, of minstens haar kinderen, aan de beurt komen, maar dan is
het toch te laat. Die elite gaat er in stilte van uit dat zij ook onder een
gewijzigde politieke constellatie haar belangen wel zal kunnen veilig stellen.
Voor volkssoevereiniteit heeft zij niets dan minachting (“populisme”): de massa
wordt best geleid door verlichte despoten zoals de euro- en mediacraten.
“Islamofoob”
is gewoon een codewoord voor “plebejer”. Best vermakelijk als je weet dat het
hier de onwetenden zijn die op de beter geïnformeerden neerkijken. Zoiets als
een kind dat volwassenen op hun nummer zet: “Sommigen beweren zelfs dat je
ouders dat speelgoed in je schoen leggen. Geloof hen maar niet: het is
Sinterklaas.”
Labels: islamdebat; provinciaal; haat; progressief; neo-racisme;
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home