Handleiding voor het islamdebat (2) Wat de islam niét is
(‘tP, 16-9-15)
Islam is geen ras. Dat is eigenlijk
vanzelfsprekend, maar het Bestel spant zich in om daarover maximaal verwarring
te zaaien. Strategisch is die bedoeld als stok in het wiel van ernstige
islamkritiek. De allereerste regel van de logica is: a = a, “een term behoudt
gedurende een volledige redenering dezelfde betekenis”, dus elke redenering
over de islam wordt gesaboteerd als men kan doen geloven dat de islamreligie
iets anders dan een religie is.
Vaak is die sabotage nodig omdat islampleitbezorgers
beseffen dat zij nooit een gefocust debat over de islam als ideologie kunnen
winnen (ik heb het in 26 jaar betrokkenheid bij het islamdebat nog nooit
meegemaakt). Dus proberen zij steeds weer het onderwerp te veranderen, in dit
geval door er het “racisme” bij te sleuren. De islamtheologie, het wereldbeeld
dat alle islamgelovigen als normatief beschouwen, vergt enige studie. Het is
zoveel eenvoudiger om mensen naar huidskleur in te delen, zeker als je niet
goed kijkt.
Witten en moslims
Emotioneel is deze opzettelijke verwarring
vooral zelfvleierij, namelijk de toeëigening van het morele aureool van echte
antiracisten als Martin Luther King voor een verwerpelijke agenda: de
verdachtmaking en onderdrukking van godsdienstkritiek. Vandaag is de “race
relations industry” tot een machtig instituut uitgebouwd. Ondanks hun armzalig
mensbeeld gelden racisme-“deskundigen” als de priesterklasse van de nieuwe
staatsgodsdienst. Zij prediken de erfzonde en bieden aflaten
(“herstelbetalingen”) te koop aan om wat van je welverdiende vagevuur af te
trekken, echter zonder dat de verlossing ooit in zicht komt. Na de
dekolonisatie dachten we dat het rasdenken zijn beste tijd gehad had, maar door
de groei van het geïnstitutionaliseerde neo-racisme belooft het nog een lang
leven te krijgen, voortdurend opgepookt door Zwarte Zeurpieten en “Kuifje in
Kongo”-gekanker. Het is dus aanlokkelijk om daar je islamverdedigend wagentje
aan te hangen.
Het gevolg is dat we om de oren geslagen
worden met uitdrukkingen als “anti-moslim racisme” en “witten en moslims”.
(Hedendaagse neo-racisten, die zichzelf om het morele aureool vaak nog
anti-racisten noemen, spreken van “wit”, want dat is lijfelijker en
biologischer dan het bredere begrip “blank”.) Er zijn natuurlijk volop “witte
moslims”, evenals bruine islamcritici. Bij wijze van recent voorbeeld van dit
door elkaar haspelen van donker en moslim, hier is wat De Standaard van 4 september
2015 schrijft: “Oost-Europa is zo islamofoob dat de leiders liefst zo weinig
mogelijk asielzoekers opvangen.” (“Waarom is Oost-Europa zo anti-islam?
Oost-Europa, waar moslims niet welkom zijn”)
Over de beladen term “islamofoob” een volgende
keer. Nu willen we de aandacht vestigen op het dooreenhalen van het islamdebat
met de migratie- en asielkwestie, waarin “racisme” een rol zou kunnen spelen.
Maar daar gaat het uitdrukkelijk niet om: de Jezidi’s en vele Syriërs zullen
qua uiterlijk niet opvallen in bv. Slovakije, dat zich trouwens bereid
verklaard heeft om gevluchte niet-moslims op te nemen. Dezen verschillen
raciaal niet van hun moslimse landgenoten. Het onderscheid is er dus geen van
ras, maar van religie. Assyriërs en Jezidi’s stellen ook wat tijdelijke
integratieproblemen, maar hun volgende generatie zal Europeaan met de
Europeanen zijn. Van moslims daarentegen verwacht men, ook al door de inmiddels
zichtbare ervaring in West-Europa, dat zij elk integratiebeleid zullen
weigeren.
Waarom is de Hongaarse premier Viktor Orban
zo tegen de islam? De Standaard had hem gerust kunnen contacteren: een regeringsleider
in het midden van de actualiteit is toch wel een interviewtje waard? Nee, de
krant verkiest het woord aan een gelijkgezinde te geven: “Omdat Hongarije
een gesloten, blanke samenleving is… De moslims, met hun donkere
gelaatstrekken, worden in de hoek van de Roma gezet”, zegt Endre Sik,
onderzoeker bij een Hongaarse denktank. Hij duwt wel zeer plomp de
levensbeschouwelijke factor uit de weg om de irrelevante rasfactor naar voren
te schuiven. Nogmaals, er is raciaal geen verschil tussen Syrische christenen
en moslims. Maar dat is juist wat de krant wil verdonkeremanen.
Moslimracisme
De eerste islamcritici waren leden van
Mohammeds eigen Quraisj-stam, ras- en taalgenoten dus. Alle slachtoffers van
Mohammed waren Arabieren of in Arabië wonende Joden, die een verwant dialect
spraken en ook op zicht nauwelijks van de Arabieren verschilden. Er komt een
klein beetje racisme voor in de Koran, nl. waar de verdoemden op de Dag des
Oordeels een zwart gezicht krijgen, de gelukzaligen een blank. Er is wel veel
racisme in de moslimgeschiedenis, vnl. de negerslavernij en de hogere prijs die
men voor “witten” op de slavenmarkt betaalde. Maar voor het huidige debat is
het moslimracisme niet waar het om gaat. Islam is (en geen enkele islamtheoloog
zal mij tegenspreken) monotheïsme plus het geloof dat Allah in 610-632 de
frasen openbaarde die de Koran vormen.
Het voortouw in de islamkritiek wordt vandaag
door ex-moslims genomen, in het Nederlands taalgebied bv. door de Perzische
jurist Afshin Ellian, de Marokkaanse romancier Hafid Bouazza of
destijds de Somalische politica Ayaan Hirsi Ali. Mijn eigen eerste
islamartikel (maart 1989) ging over de rel rond de roman De
Duivelsverzen door de Indiase ex-moslim Salman Rushdie. De meest
stelselmatige islamkritiek vindt men in het boek Why I Am Not a Muslim
van de Pakistaanse ex-moslim Ibn Warraq. “Niet het wahhabisme of de ‘radicale
islam’ is het probleem, wel de islam zelf”, zegden recent nog Taslima Nasreen
uit Bangladesj en Wafa Sultan uit Syrië.
Zeg hetzelfde als Europeaan en je wordt
prompt “racist” genoemd. De aangehaalde Aziaten worden zoveel mogelijk
doodgezwegen, omdat dat scheldwoord bij hen niet overtuigend zou zijn. Maar
voor Europeanen is het een favoriete techniek om elk islamdebat in de kiem te
smoren.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home