28 april 2015

Uitgezonderd plaatselijk verkeer

Vorig jaar sneuvelde in onze wetgeving een van de iconen van de Franse revolutie: het decreet d’Allarde dat de vrijheid van handel en nijverheid had afgekondigd, met daarbij de afschaffing van het gildewezen en tal van andere bepalingen die die vrijheid inperkten. In het nieuwe rommelwetboek “van economisch recht” dat Vande Lanotte liet fabriceren is er enkel nog vrijheid van ondernemen voor zover niet beperkt door wetten en verordeningen van dwingend recht. Dat was natuurlijk in de feiten al lang zo.

Met de Franse revolutie werden ook allerlei beperkingen aan het vrij verkeer afgeschaft, met als bekendste voorbeeld de tol die op zovele plaatsen lokaal werd geheven om als persoon binnen te mogen in een stad of goederen te mogen binnenbrengen.  Natuurlijk zagen we in dezelfde periode, een goede 200 jaar geleden, de uitbouw van natiestaten met grenzen die in vele opzichten voor personen en goederen ferm waren. Maar die natiestaten hielden toch nog veel meer de afschaffing van grenzen in, van de lokale, regionale, interne grenzen. Daarmee ging ook een opvatting over de openbare weg gepaard: de weg die door iedereen mag worden gebruikt, en die door de algemene geldelijke middelen van de overheid wordt betaald.

Vandaag is het in bepaalde middens bon ton om te waarschuwen tegen de privatisering van de openbare ruimte. Niet dat we dat letterlijk mogen nemen: er gaat nog altijd elk jaar veel meer hectare over van privaat eigendom naar openbaar domein dan omgekeerd. Maar men waarschuwt ons voor private verkavelingen, met interne straten die niet open zijn voor het publiek, als een machtsgreep van de rijken. Verder zou de opkomst van winkelcentra en Uplaces ervoor zorgen dat de openbare ruimte een deel van zijn functies zou verliezen aan private domeinen, waarbij de ondergang der winkelstraten wordt voorspeld. Is het echter niet vaak in diezelfde al dan niet groene middens dat een beleid wordt gepromoot waarbij hele stadswijken zoveel mogelijk gereserveerd moeten worden voor de bewoners, met steeds meer zones waar ‘doorgaand verkeer’ wordt verboden of gestigmatiseerd tot sluipverkeer, steeds meer scholen voorrang moeten geven aan buurtbewoners (behalve dan als die buurt te ‘blank’ is), e.d. ? Zien we met name in roodgroen bestuurde steden geen beleid dat moeilijk anders dan als stadsnationalisme kan worden benoemd, en sterk gericht is tegen wie niet in de stad woont (en er dus geen inkomstenbelasting betaalt noch kiesrecht kan uitoefenen). Meer nog, deze oprispingen van lokale uitsluiting lijken zich des te meer voor te doen hoe meer men tekeer gaat tegen “het” nationalisme, het Vlaamse welteverstaan. Dat stadsnationalisme wordt overigens ook theoretisch uitgewerkt in geschriften die gaarne polariseren tussen de stad als oord van diversiteit en progressiviteit en het achterlijke Vlaanderen van platteland of voorstad. Of misschien moeten we ook dat stigmatiseren noemen.




Nu blijken die oorden van diversiteit en progressiviteit het toch vaak moeilijk te hebben om de openbare weg zijn openbare functie te laten vervullen. Niet alleen is de openbare weg er steeds minder voor iedereen, de zorg ervoor door de overheid is ook niet overal dezelfde. Uit Noord-Amerika waait stilaan nog een ander verschijnsel over, namelijk de Business Improvement Districts: grondeigenaars van een wijk die zelf de kosten betalen voor het onderhoud en de verfraaiing van de openbare weg in hun wijk. In enkele landen als Duitsland leidt dit reeds tot grote juridische problemen. Immers, op welke grond kan een deel van de grondeigenaars de anderen verplichten mee te betalen ? En zonder een algemene verplichting van de aangelanden kan de idee ook niet werken. Misschien is een bepaalde vorm van privatisering van het openbaar domein in een soort verplichte mede-eigendom dan nog een stuk coherenter. Zo zijn de gemeenten ook in zekere zin ontstaan in de Middeleeuwen, als een vereniging van mede-eigenaars (net als de polders en wateringen). Of wacht, zijn al die lokale initiatieven misschien toch ook geen omfloerste vormen van separatisme ?

(Deze tekst verscheen eerder in Grondvest mei 2015)
Read more...

5 april 2015

Een racismeproces voor de N-VA


 

 

We kenden al het verschijnsel dat belgicisten spijkers op laag water zoeken en tegen de Nieuw-Vlaamse Alliantie eender wat gebruiken dat die partij in een slecht daglicht kan stellen. Zo was er de foto die een piepjonge Bart De Wever in één beeld weet te vangen met Jean-Marie Le Pen, uitentreure aan de Waalse en linkse zijde gebruikt om BDW tot fascist te stempelen. BDW was als leergierige jongeling naar een debat met Le Pen komen luisteren op de Vlaams-Nationale Debatclub, wat op zich reeds als verdacht feit geldt.

 

Debatclub

Ook Jan Jambon is gekiekt op een bijeenkomst van wijlen de Vlaams-Nationale Debatclub, en dat schijnt zeer bezwarend te zijn. Hij werd bovendien in verlegenheid gebracht met de “onthulling” dat hij lid was geweest van de bestuursraad van die club. Naar ik uit ervaring weet, was dat een bloempotfunctie en werd de koers door enkele oprichters bepaald. Er viel trouwens niets te beslissen, want die club deed helemaal niets, behalve maandelijks een lezing of tegensprekelijk debat organiseren,-- en dat op zich is niet tegensprekelijk, er hoefde niet over vergaderd te worden. Ik ben in een jaar of tien maar één keer opgeroepen voor die bestuursraad, en niet gegaan; al zou het mij niet verwonderen als een dinertje voorafgaand aan de debatavond eigenlijk een bestuurszitting blijkt geweest te zijn.

(Openheid van zaken: zelf ben ik voor die club sedert 1993 een keer of 5 opgetreden. Ik herinner me een lezing over de islam; een debat met Johan Leman; een met Ludo Abicht; een debat gemodereerd tussen Frank Van Hecke en Marie-Rose Morel, toen nog geen stel; en voor de herstichte “Debatclub”, een debat met Wim Van Rooy en Dyab Abou Jahjah. Er is een tijd overheen gegaan voor ik de precieze wortels van deze club kende, maar het zei eigenlijk alles dat in mijn bijzijn ooit twee tafelgenoten zich aan mekaar voorstelden met (1) hun naam, en (2) het wedervaren van hun respectieve vader tijdens de Repressie. Het bleek destijds vooral een club van oud-VNV’ers, maar dat publiek is stilaan uitgestorven.)

In ieder geval gelden deze banden met de Debatclub als bewijs dat de N-VA nog steeds getekend is door het collaboratieverleden van de Vlaamse Beweging. De oorlog is al veel langer geleden dan de misdaden van communistische regimes gesteund door Amada/PvdA, maar die partij krijgt niet voortdurend haar verleden voor de voeten geworpen. Het is ondenkbaar dat een N-VA’er zich “een nazi in de nobele betekenis van het woord” zou noemen, maar PvdA-voorzitter Peter Mertens kon zonder problemen verklaren: “Ik ben een communist in de nobele betekenis van het woord.” Het opinieklimaat evolueert, maar nog steeds meet het met twee maten, ten gunste van links en ten ongunste van de Vlaamse Beweging.

 

“De Wever racist!”

Ter gelegenheid van 1 april brengt Belga het vermakelijke maar normaliter ongeloofwaardige bericht dat de N-VA-voorzitter en burgemeester van Antwerpen van het strafbare feit “racisme” beschuldigd wordt. De Wever “vindt dat hij recht in zijn schoenen staat en noemt de klacht belachelijk”. Maar nee, volgens de letter van de wet is het linken van herkenbare etnische gemeenschappen aan apert kwalijke gedragingen of eigenschappen nu eenmaal een strafbaar feit: “In Terzake zei De Wever dat behalve racisme ook ‘negatieve ervaringen met sommige bevolkingsgroepen’ een realiteit zijn. De Wever benoemde specifiek de Marokkaanse Berbers. ‘De beste aanpak tegen racisme is sociale vooruitgang creëren’, zei De Wever. ‘Bij de Berbergemeenschap is dat zeer moeilijk. Het is een zeer gesloten gemeenschap. Ze zijn ook vatbaar voor de salafistische strekking van de islam en dus radicalisering. Dat is geen reclame.’” (Belga)

De N-VA die iets met racisme te maken heeft, dat kan toch niet? Dat het VB wegens racisme is veroordeeld en zelfs verboden, daarvoor kan je al eens het grondwettelijke recht op vereniging en op vrije meningsuiting met voeten treden. Daar heeft de N-VA ook niet tegen geprotesteerd. Integendeel, het heeft toen een bestuurslid gesanctioneerd dat daar wél openbaar tegen protesteerde, nl. de rechtsgeleerde prof. Matthias Storme. Sterker nog, Geert Bourgeois, lange tijd N-VA-voorzitter en nu Vlaams minister-president, nam jaren vóór dat proces als Volksunievoorzitter het initiatief om het VB te verbieden. De deelname aan de schutkring tegen het VB werd met typisch huichelachtige tsjevenpraat gerechtvaardigd: “Wij wilden eigenlijk niet, maar van het VB moesten we wel.” De Wever rekende het zichzelf tot verdienste dat zijn partij het VB electoraal tot een schaduw van zichzelf gereduceerd had. Het N-VA-stadsbestuur verbood de eerste anti-islamiseringsbetogingen, en toen de betogers toch opmarcheerden, kregen zij een GAS-boete.

Dat ziet er dus als een onberispelijk “anti-racistisch” parcours uit. Maar zo werkt het niet. Links schept er een sardonisch genoegen in, verschillende rechtse stromingen tegen elkaar uit te spelen. Zij wedijveren om een schouderklopje van links, en hopen in zijn gevlij te komen door andere rechtsen “fascist” te noemen en in de ban te slaan. Maar zodra die anderen kaltgestellt zijn, worden zij zelf de te kloppen partij op rechts, dus de “fascisten”. Als een typisch Vlaams kerstekind heeft de N-VA het spel van links gespeeld, en nu oogst ze een voorspelbaar resultaat: haar voorzitter heet een “racist”. Dat is geen mening, dat is in België een misdaad en wettig voorwerp van een strafklacht.

Het is eenzaam binnen de schutkring: “De Wever houdt een wrang gevoel over aan de manier waarop zijn coalitiepartners van CD&V en Open VLD zich van hem distantieerden”, aldus Belga. Aan De Wever om daaruit de nodige lessen te trekken.

 

Minderheden

De Wever vindt het allemaal niet eerlijk: “Als ik daarvoor word veroordeeld, is het ‘game over’. Als de waarheid niet gezegd mag worden, houdt het op…. Als ik hiervoor word veroordeeld, waarom zou ik dan nog aan politiek doen? Als er een verbod op de feiten en een taboe op de waarheid rust?”

Een blozende maagd die pas voor de school van buiten heeft moeten leren dat “België een democratie is”, en dat het zich vanaf het begin onderscheidde door zijn “zeer liberale grondwet”, zal misschien verrast zijn door dat “taboe op de waarheid”. Maar wie al zolang in de politiek meedraait dat hij nu topposities bekleedt, zou toch moeten weten dat die liberale grondrechten door muilkorfwetten overtroefd worden.

Zijn eigen partij heeft recent nog meegewerkt aan de omvorming van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding (CGKR) tot een deels gewestelijke en deels federale structuur,-- dus heeft ze haar goedkeuring gehecht aan het voortbestaan van het CGKR onder een andere vorm. De enige democratische oplossing voor het CGKR is nochtans niet zijn “defederalisering”, wel zijn afschaffing. Als grootste partij in het Vlaamse en het federale parlement kan de N-VA daartoe zeker het initiatief nemen. Misschien zal ze onder de parlementsleden daarvoor geen meerderheid vinden, maar dan heeft ze eervol gestreden en het juiste beleid verdedigd. Bij de Vlaamse massa zal ze alleszins de steun van de grote meerderheid krijgen, want hier is wél een “draagvlak” voor.

En heeft de N-VA de oud-Volksuniër en voormalige schepen in Sint-Niklaas, Wouter Van Bellingen, gedesavoueerd nu hij voorzitter van het Minderhedenforum geworden is en Vlaanderen voor “racistisch” uitscheldt? Het Vlaanderen dat hem als kind van Afrika opgenomen heeft, grootgebracht en alle kansen gegeven? Een “minderhedenforum” is per definitie tegen de meerderheid gericht. Het is anti-integratie, het is een kanker die de samenleving alleen maar zieker maakt. Het bestendigt gemeenschappen in een aparte identiteit en bevoordeelt wie zich als buitenstaander vereenzelvigt. “Is Vlaming, wie in Vlaanderen woont”, zegt de N-VA om zich van het VB-standpunt te onderscheiden. Goed, dan is Wouter Van Bellingen dus een Vlaming, en heeft hij niets te zoeken in een forum voor “minderheden”.

Het Minderhedenforum en de diverse Racismecentra zijn factoren van desintegratie en wegbereiders van de burgeroorlog. In vergelijking met het vooruitzicht daarop is de staatkundige toekomst van België een frivole bekommernis. Anders dan dat communautaire thema laat het oplaaiende haat bij de zelfbenoemde “minderheden” jegens de Vlamingen (tu quoque, Bart) zich niet in de koelkast zetten. Dus, N-VA’ers, snij die gezwellen weg of de geschiedenis zal hard over jullie oordelen.

 

Antipolitiek

De woorden van De Wever klinken nogal dramatisch, alsof hij aan het einde van zijn Latijn is: “Als de waarheid niet gezegd mag worden, houdt het op…” Mogelijk is dat een emotionele opwelling die na een goede nachtrust voor een verstandiger besluit plaats maakt, bijvoorbeeld: “Als de waarheid niet gezegd mag worden, ga ik de politiek in om te zorgen dat ze wél gezegd mag worden.”

“Als jij je niet voor politiek wil interesseren, zal de politiek zich wel voor jou interesseren” (doorgaans toegeschreven aan Leon Trotski, eigenlijk van de Franse politicus-filosoof Pierre-Paul Royer-Collard, 1763-1845). Als de waarheid een taboe wordt, dan is het zéker tijd om aan politiek te doen. Dan is het ogenblik aangebroken voor “de kracht van verandering”. Tot nu toe was de betekenis van die N-VA-slagzin raadselachtig, het leek een goedkope truc uit de doos van de reclamejongens, maar nu blijkt hij toch inhoud te hebben. Verander de status-quo van huichelachtige medeplichtigheid aan muilkorfwetten en “positieve discriminatie”-maatregelen. Herstel de zo moeizaam bedongen meningvrijheid.


Sommigen doen alsof de wet boven ons staat, als een noodlot waar we ons bij neer te leggen hebben. De machtige Bart De Wever bv. zegt nu dat de wet tot zijn verbazing meningsuitingen verbiedt. Nee, in een echte democratie maken wij zelf de wetten. In België maken onze vertegenwoordigers de wetten, en die lopen aan de leiband van hun partij. In het geval van de N-VA, een partij die de Racismewet mee in stand houdt (al kwam in betere dagen de Volksunie de eer toe, tegen de oorspronkelijke versie van de Racismewet 1981 gestemd te hebben). De strafklacht is voor de N-VA een goede aanleiding om de wet te veranderen.

 

Kiezers

De N-VA gaat er prat op, talloze VB-kiezers te hebben doen overlopen. Links gebruikt ditzelfde feit als argument ten laste: de N-VA is gijzelaar van haar kiespubliek en moet dat regelmatig “een been toewerpen”. Vandaar, aldus de linkerzijde, Liesbeth Homans’ uitspraak dat “racisme relatief is”, dat de aantijging van racisme een uitvlucht voor persoonlijk falen is; en vandaar De Wevers schimpscheut tegen de Berbers. De uitspraken over racisme waren, vooral wegens hun onweerlegbaarheid, al niet gewenst, maar het veroordelen van een bevolkingsgroep, dat was erover, en een dankbare kans om naar de rechter te stappen.

De meeste Vlamingen tillen niet zwaar aan De Wevers veralgemening over de Berbers, eigenlijk klein bier tegen de “kutmarokkaantjes” van Yves Desmet of veroordeling van de Marokkanen door Nederlands PvdA-voorzitter Diederik Samsom. Er worden immers genoeg veralgemenende beweringen over “de Vlamingen” en trouwens over alle gemeenschappen gedaan.

Dat bepaalde groepen opvallend hoger scoren in misdaadstatistieken en andere cijfers die op slechte integratie wijzen, komt vooral door twee factoren die niets met “volksaard” te maken hebben. Ten eerste is er de situatie van vervreemding door recente immigratie, waarin men minder sociale controle en minder verantwoordelijkheid tegenover niet-volksgenoten voelt; normaal heelt de tijd dat probleem en wordt men geleidelijk Vlaming onder de Vlamingen, een proces dat we bij de Oost-Europese inwijkelingen aan het werk zien. Een belangrijke storende factor is echter de verdragsclausule dat Marokkaanse en Turkse gezinsvorming met een importpartner niet kan verboden worden: dat is niet alleen een wijd openstaand immigratiekanaal, maar maakt ook dat we steeds weer met eerste-generatie-immigranten te maken krijgen, die de integratie van de “oudkomers” bemoeilijkt. Dus, N-VA, heb de moed om die clausule te schrappen. Ten tweede de islam, die actief tegen integratie militeert. Vooraleer hier oplossingen voor te stellen, is het eerst nodig, dat probleem bij de naam te noemen.

Wat gefixeerde Blok-watchers en –busters niet willen begrijpen, is dat de overlopers geen VB-kiezers of N-VA-kiezers zijn, maar gewoon Vlamingen die aanvoelen dat er iets mis is met de “multiculturele” samenleving. Toen onder de politieke partijen alleen het VB hun verzuchtingen scheen te vertolken, stemden zij daarvoor. Toen de N-VA de indruk gaf, hen begrepen te hebben, en bovendien in een betere positie te zijn om deze verzuchtingen in beleid om te zetten, stemden zij daarvoor.

Zelf vond ik dat een veelbelovende evolutie. (Openheid van zaken: ik heb anderhalf jaar voor senator Jürgen Ceder gewerkt toen die het VB verlaten had en voor de N-VA koos.) Tenslotte is het verzet tegen Überfremdung geen “extreemrechtse” bekommernis, en zouden alle klassieke partijen die problematiek ter harte moeten nemen. Het was tijd om uit de schutkring te breken die extreemlinks niet alleen rond het VB maar vooral rond de hele migratie- en integratieproblematiek gelegd heeft.

Maar nu de N-VA al een tijdje in de regering zit, wordt het tijd om ons af te vragen: heeft de N-VA deze stemmers alleen lege beloften gedaan, of maakt zij echt werk van een beleid dat de immigratie aan banden legt en de integratie bevordert? Het “racisme”-incident is een gouden gelegenheid om daarover duidelijkheid te scheppen, en vooral om een hernieuwd besluit te nemen om de wil van de Vlamingen te “implementeren”.

 

Besluit

De kijk op de samenlevingsproblemen volgt logisch uit een opvatting van wat een volk is. Een beweging die voor de Vlamingen opkomt, kent daaromtrent verschillende benaderingen, maar toch niet eender welke. De N-VA beschikt over een bandbreedte van opties, ook de Vlaamse kiezer ziet het zo. Maar de optie van nietsdoen en de status-quo goedpraten en in stand houden, heeft zij niet.

Laat de N-VA ophouden met de advocaat die klacht neergelegd heeft, als “kwelduivel” te demoniseren. Hij doet wat een advocaat nu eenmaal doet, namelijk gebruik maken van de wettelijke mogelijkheden. Wie iets wil veranderen, moet ophouden met klagen en gewoon de wet veranderen. De N-VA heeft de strijd tegen België voor vijf jaar bevroren, maar willen of niet, zij zal nu een andere strijd moeten voeren.

Labels: , , , ,

Read more...

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>