We kenden al het verschijnsel dat belgicisten spijkers op
laag water zoeken en tegen de Nieuw-Vlaamse Alliantie eender wat gebruiken dat
die partij in een slecht daglicht kan stellen. Zo was er de foto die een
piepjonge Bart De Wever in één beeld weet te vangen met Jean-Marie Le Pen,
uitentreure aan de Waalse en linkse zijde gebruikt om BDW tot fascist te
stempelen. BDW was als leergierige jongeling naar een debat met Le Pen komen
luisteren op de Vlaams-Nationale Debatclub, wat op zich reeds als verdacht feit
geldt.
Debatclub
Ook Jan Jambon is gekiekt op een bijeenkomst van wijlen de
Vlaams-Nationale Debatclub, en dat schijnt zeer bezwarend te zijn. Hij werd
bovendien in verlegenheid gebracht met de “onthulling” dat hij lid was geweest
van de bestuursraad van die club. Naar ik uit ervaring weet, was dat een
bloempotfunctie en werd de koers door enkele oprichters bepaald. Er viel
trouwens niets te beslissen, want die club deed helemaal niets, behalve
maandelijks een lezing of tegensprekelijk debat organiseren,-- en dat op zich
is niet tegensprekelijk, er hoefde niet over vergaderd te worden. Ik ben in een
jaar of tien maar één keer opgeroepen voor die bestuursraad, en niet gegaan; al
zou het mij niet verwonderen als een dinertje voorafgaand aan de debatavond
eigenlijk een bestuurszitting blijkt geweest te zijn.
(Openheid van zaken: zelf ben ik voor die club sedert 1993
een keer of 5 opgetreden. Ik herinner me een lezing over de islam; een debat
met Johan Leman; een met Ludo Abicht; een debat gemodereerd tussen Frank Van
Hecke en Marie-Rose Morel, toen nog geen stel; en voor de herstichte
“Debatclub”, een debat met Wim Van Rooy en Dyab Abou Jahjah. Er is een tijd
overheen gegaan voor ik de precieze wortels van deze club kende, maar het zei
eigenlijk alles dat in mijn bijzijn ooit twee tafelgenoten zich aan mekaar
voorstelden met (1) hun naam, en (2) het wedervaren van hun respectieve vader
tijdens de Repressie. Het bleek destijds vooral een club van oud-VNV’ers, maar
dat publiek is stilaan uitgestorven.)
In ieder geval gelden deze banden met de Debatclub als
bewijs dat de N-VA nog steeds getekend is door het collaboratieverleden van de
Vlaamse Beweging. De oorlog is al veel langer geleden dan de misdaden van
communistische regimes gesteund door Amada/PvdA, maar die partij krijgt niet
voortdurend haar verleden voor de voeten geworpen. Het is ondenkbaar dat een N-VA’er
zich “een nazi in de nobele betekenis van het woord” zou noemen, maar
PvdA-voorzitter Peter Mertens kon zonder problemen verklaren: “Ik ben een
communist in de nobele betekenis van het woord.” Het opinieklimaat evolueert,
maar nog steeds meet het met twee maten, ten gunste van links en ten ongunste
van de Vlaamse Beweging.
“De Wever racist!”
Ter gelegenheid van 1 april brengt Belga het vermakelijke maar normaliter
ongeloofwaardige bericht dat de N-VA-voorzitter en burgemeester van Antwerpen
van het strafbare feit “racisme” beschuldigd wordt. De Wever “vindt dat hij
recht in zijn schoenen staat en noemt de klacht belachelijk”. Maar nee, volgens
de letter van de wet is het linken van herkenbare etnische gemeenschappen aan
apert kwalijke gedragingen of eigenschappen nu eenmaal een strafbaar feit: “In
Terzake zei
De Wever dat behalve racisme ook ‘negatieve ervaringen met sommige
bevolkingsgroepen’ een realiteit zijn. De Wever benoemde specifiek de
Marokkaanse Berbers. ‘De beste aanpak tegen racisme is sociale vooruitgang
creëren’, zei De Wever. ‘Bij de Berbergemeenschap is dat zeer moeilijk. Het is
een zeer gesloten gemeenschap. Ze zijn ook vatbaar voor de salafistische
strekking van de islam en dus radicalisering. Dat is geen reclame.’” (Belga)
De N-VA die iets met racisme te maken heeft, dat kan toch
niet? Dat het VB wegens racisme is veroordeeld en zelfs verboden, daarvoor kan
je al eens het grondwettelijke recht op vereniging en op vrije meningsuiting
met voeten treden. Daar heeft de N-VA ook niet tegen geprotesteerd.
Integendeel, het heeft toen een bestuurslid gesanctioneerd dat daar wél
openbaar tegen protesteerde, nl. de rechtsgeleerde prof. Matthias Storme.
Sterker nog, Geert Bourgeois, lange tijd N-VA-voorzitter en nu Vlaams
minister-president, nam jaren vóór dat proces als Volksunievoorzitter het
initiatief om het VB te verbieden. De deelname aan de schutkring tegen het VB
werd met typisch huichelachtige tsjevenpraat gerechtvaardigd: “Wij wilden
eigenlijk niet, maar van het VB moesten we wel.” De Wever rekende het zichzelf
tot verdienste dat zijn partij het VB electoraal tot een schaduw van zichzelf
gereduceerd had. Het N-VA-stadsbestuur verbood de eerste
anti-islamiseringsbetogingen, en toen de betogers toch opmarcheerden, kregen
zij een GAS-boete.
Dat ziet er dus als een onberispelijk “anti-racistisch”
parcours uit. Maar zo werkt het niet. Links schept er een sardonisch genoegen
in, verschillende rechtse stromingen tegen elkaar uit te spelen. Zij wedijveren
om een schouderklopje van links, en hopen in zijn gevlij te komen door andere
rechtsen “fascist” te noemen en in de ban te slaan. Maar zodra die anderen kaltgestellt zijn, worden zij zelf de te
kloppen partij op rechts, dus de “fascisten”. Als een typisch Vlaams kerstekind
heeft de N-VA het spel van links gespeeld, en nu oogst ze een voorspelbaar
resultaat: haar voorzitter heet een “racist”. Dat is geen mening, dat is in
België een misdaad en wettig voorwerp van een strafklacht.
Het is eenzaam binnen de schutkring: “De Wever houdt een
wrang gevoel over aan de manier waarop zijn coalitiepartners van CD&V en
Open VLD zich van hem distantieerden”, aldus Belga. Aan De Wever om
daaruit de nodige lessen te trekken.
Minderheden
De Wever vindt het allemaal niet eerlijk: “Als ik daarvoor word veroordeeld,
is het
‘game over’. Als de waarheid
niet gezegd mag worden, houdt het op…. Als ik hiervoor word veroordeeld, waarom
zou ik dan nog aan politiek doen? Als er een verbod op de feiten en een taboe
op de waarheid rust?”
Een blozende maagd die pas voor de school van buiten heeft moeten leren dat
“België een democratie is”, en dat het zich vanaf het begin onderscheidde door
zijn “zeer liberale grondwet”, zal misschien verrast zijn door dat “taboe op de
waarheid”. Maar wie al zolang in de politiek meedraait dat hij nu topposities
bekleedt, zou toch moeten weten dat die liberale grondrechten door
muilkorfwetten overtroefd worden.
Zijn eigen partij heeft recent nog meegewerkt aan de omvorming van het
Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding (CGKR) tot een deels
gewestelijke en deels federale structuur,-- dus heeft ze haar goedkeuring
gehecht aan het voortbestaan van het CGKR onder een andere vorm. De enige
democratische oplossing voor het CGKR is nochtans niet zijn “defederalisering”,
wel zijn afschaffing. Als grootste partij in het Vlaamse en het federale
parlement kan de N-VA daartoe zeker het initiatief nemen. Misschien zal ze
onder de parlementsleden daarvoor geen meerderheid vinden, maar dan heeft ze
eervol gestreden en het juiste beleid verdedigd. Bij de Vlaamse massa zal ze
alleszins de steun van de grote meerderheid krijgen, want hier is wél een
“draagvlak” voor.
En heeft de N-VA de oud-Volksuniër en voormalige schepen in Sint-Niklaas, Wouter Van
Bellingen, gedesavoueerd nu hij voorzitter van het Minderhedenforum geworden is
en Vlaanderen voor “racistisch” uitscheldt? Het Vlaanderen dat hem als kind van
Afrika opgenomen heeft, grootgebracht en alle kansen gegeven? Een
“minderhedenforum” is per definitie tegen de meerderheid gericht. Het is
anti-integratie, het is een kanker die de samenleving alleen maar zieker maakt.
Het bestendigt gemeenschappen in een aparte identiteit en bevoordeelt wie zich
als buitenstaander vereenzelvigt. “Is Vlaming, wie in Vlaanderen woont”, zegt
de N-VA om zich van het VB-standpunt te onderscheiden. Goed, dan is Wouter Van
Bellingen dus een Vlaming, en heeft hij niets te zoeken in een forum voor
“minderheden”.
Het Minderhedenforum en de diverse Racismecentra zijn factoren van
desintegratie en wegbereiders van de burgeroorlog. In vergelijking met het
vooruitzicht daarop is de staatkundige toekomst van België een frivole
bekommernis. Anders dan dat communautaire thema laat het oplaaiende haat bij de
zelfbenoemde “minderheden” jegens de Vlamingen (
tu quoque, Bart) zich niet in de koelkast zetten. Dus, N-VA’ers,
snij die gezwellen weg of de geschiedenis zal hard over jullie oordelen.
Antipolitiek
De woorden van De Wever klinken nogal dramatisch, alsof hij aan het einde
van zijn Latijn is: “Als de waarheid niet gezegd mag worden, houdt het op…”
Mogelijk is dat een emotionele opwelling die na een goede nachtrust voor een
verstandiger besluit plaats maakt,
bijvoorbeeld: “Als de waarheid niet gezegd mag
worden, ga ik de politiek in om te zorgen dat ze wél gezegd mag worden.”
“Als
jij je niet voor politiek wil interesseren, zal de politiek zich wel voor jou
interesseren” (doorgaans toegeschreven aan Leon Trotski, eigenlijk van de Franse politicus-filosoof Pierre-Paul Royer-Collard, 1763-1845). Als de waarheid een taboe
wordt, dan is het zéker tijd om aan politiek te doen. Dan is het ogenblik
aangebroken voor “de kracht van verandering”. Tot nu toe was de betekenis van
die N-VA-slagzin raadselachtig, het leek een goedkope truc uit de doos van de
reclamejongens, maar nu blijkt hij toch inhoud te hebben. Verander de status-quo van huichelachtige medeplichtigheid aan
muilkorfwetten en “positieve discriminatie”-maatregelen. Herstel de zo moeizaam
bedongen meningvrijheid.
Sommigen doen alsof de wet boven ons staat, als een noodlot waar we ons bij
neer te leggen hebben. De machtige Bart De Wever bv. zegt nu dat de wet tot
zijn verbazing meningsuitingen verbiedt. Nee, in een echte democratie maken wij
zelf de wetten. In België maken onze vertegenwoordigers de wetten, en die lopen
aan de leiband van hun partij. In het geval van de N-VA, een partij die de
Racismewet mee in stand houdt (al kwam in betere dagen de Volksunie de eer toe,
tegen de oorspronkelijke versie van de Racismewet 1981 gestemd te hebben). De
strafklacht is voor de N-VA een goede aanleiding om de wet te
veranderen.
Kiezers
De N-VA gaat er prat op, talloze VB-kiezers te hebben doen overlopen. Links
gebruikt ditzelfde feit als argument ten laste: de N-VA is gijzelaar van haar
kiespubliek en moet dat regelmatig “een been toewerpen”. Vandaar, aldus de
linkerzijde, Liesbeth Homans’ uitspraak dat “racisme relatief is”, dat de
aantijging van racisme een uitvlucht voor persoonlijk falen is; en vandaar De
Wevers schimpscheut tegen de Berbers. De uitspraken over racisme waren, vooral
wegens hun onweerlegbaarheid, al niet gewenst, maar het veroordelen van een
bevolkingsgroep, dat was erover, en een dankbare kans om naar de rechter te
stappen.
De meeste Vlamingen tillen niet zwaar aan De Wevers veralgemening over de
Berbers, eigenlijk klein bier tegen de “kutmarokkaantjes” van Yves Desmet of
veroordeling van de Marokkanen door Nederlands PvdA-voorzitter Diederik Samsom.
Er worden immers genoeg veralgemenende beweringen over “de Vlamingen” en
trouwens over alle gemeenschappen gedaan.
Dat bepaalde groepen opvallend hoger scoren in misdaadstatistieken en andere
cijfers die op slechte integratie wijzen, komt vooral door twee factoren die
niets met “volksaard” te maken hebben. Ten eerste is er de situatie van
vervreemding door recente immigratie, waarin men minder sociale controle en
minder verantwoordelijkheid tegenover niet-volksgenoten voelt; normaal heelt de
tijd dat probleem en wordt men geleidelijk Vlaming onder de Vlamingen, een
proces dat we bij de Oost-Europese inwijkelingen aan het werk zien. Een
belangrijke storende factor is echter de verdragsclausule dat Marokkaanse en
Turkse gezinsvorming met een importpartner niet kan verboden worden: dat is
niet alleen een wijd openstaand immigratiekanaal, maar maakt ook dat we steeds
weer met eerste-generatie-immigranten te maken krijgen, die de integratie van
de “oudkomers” bemoeilijkt. Dus, N-VA, heb de moed om die clausule te
schrappen. Ten tweede de islam, die actief tegen integratie militeert.
Vooraleer hier oplossingen voor te stellen, is het eerst nodig, dat probleem
bij de naam te noemen.
Wat gefixeerde Blok-watchers en –busters niet willen begrijpen, is dat de
overlopers geen VB-kiezers of N-VA-kiezers zijn, maar gewoon Vlamingen die
aanvoelen dat er iets mis is met de “multiculturele” samenleving. Toen onder de
politieke partijen alleen het VB hun verzuchtingen scheen te vertolken, stemden
zij daarvoor. Toen de N-VA de indruk gaf, hen begrepen te hebben, en bovendien
in een betere positie te zijn om deze verzuchtingen in beleid om te zetten,
stemden zij daarvoor.
Zelf vond ik dat een veelbelovende evolutie. (Openheid van zaken: ik heb
anderhalf jaar voor senator Jürgen Ceder gewerkt toen die het VB verlaten had
en voor de N-VA koos.) Tenslotte is het verzet tegen
Überfremdung geen “extreemrechtse” bekommernis, en zouden alle
klassieke partijen die problematiek ter harte moeten nemen. Het was tijd om uit
de schutkring te breken die extreemlinks niet alleen rond het VB maar vooral
rond de hele migratie- en integratieproblematiek gelegd heeft.
Maar nu de N-VA al een tijdje in de regering zit, wordt het tijd om ons af
te vragen: heeft de N-VA deze stemmers alleen lege beloften gedaan, of maakt
zij echt werk van een beleid dat de immigratie aan banden legt en de integratie
bevordert? Het “racisme”-incident is een gouden gelegenheid om daarover
duidelijkheid te scheppen, en vooral om een hernieuwd besluit te nemen om de
wil van de Vlamingen te “implementeren”.
Besluit
De kijk op de samenlevingsproblemen volgt logisch uit een opvatting van wat
een volk is. Een beweging die voor de Vlamingen opkomt, kent daaromtrent
verschillende benaderingen, maar toch niet eender welke. De N-VA beschikt over
een bandbreedte van opties, ook de Vlaamse kiezer ziet het zo. Maar de optie
van nietsdoen en de status-quo goedpraten en in stand houden, heeft zij niet.
Laat de N-VA ophouden met de advocaat die klacht neergelegd heeft, als
“kwelduivel” te demoniseren. Hij doet wat een advocaat nu eenmaal doet,
namelijk gebruik maken van de wettelijke mogelijkheden. Wie iets wil
veranderen, moet ophouden met klagen en gewoon de wet veranderen. De N-VA heeft
de strijd tegen België voor vijf jaar bevroren, maar willen of niet, zij zal nu
een andere strijd moeten voeren.