24 maart 2015

Volg Mohammed niét


(Doorbraak, ca. 17 maart 2015)
 
 
Chams Eddine Zaougui en Ruben Mersch trekken in hun opiniestuk “IS-strijders zijn ook mensen” (DS, 14 maart 2015) van leer tegen de opvatting dat IS-strijders “niets met ons gemeen hebben” en gezien hun wandaden “afkomstig zijn uit de diepste krochten van de hel”. Zij halen er het Milgram-experiment bij om te bewijzen dat de meeste nette burgers onder de juiste omstandigheden evengoed tot wreedheden in staat zijn. Gewoon een greep uit de wereldgeschiedenis had al hetzelfde kunnen bewijzen. De djihaadstrijders zijn dus gewoon medemensen die door contingente factoren tot destructief gedrag geconditioneerd zijn.
 
Maar de wandaden van Islamitische Staat vallen niet te loochenen. Waarom worden zij aan de slechtheid van de daders geweten?
 
Wanneer je mensen kwaad ziet bedrijven, kan je heel primair en oppervlakkig reageren door het kwaad in die mensen zelf te situeren. Die oppervlakkigheid kan er van nature zijn, gewoon omdat je nog niet over de zaak hebt nagedacht, maar zij kan ook gewild zijn: als elke andere benadering je tot besluiten zou brengen die maatschappelijk onwenselijk zijn.
 
Talloze politici weigeren welbewust, de misdaden van de djihaadstrijders oorzakelijk te duiden. De huidige en vorige presidenten van de VS en Frankrijk, de laatste drie premiers van het VK, onze eigen vorige defensieminister en huidige binnenlandminister, zij hebben allemaal de schuld op de djihaadstrijders zelf gestoken. Die zouden namelijk tot een bijzonder mensenras behoren, een soort trollen  of “gekken”, of zoals David Cameron zei, “monsters”. Als hate speech kan dat wel tellen, “monsters”. Waarom zoveel hysterie tegen de djihaadstrijders?
 
Om de islam niet te moeten noemen. Let wel, geen van deze politici is ooit op één word islamkritiek betrapt. Elk van hen heeft de islam tegen elke verdenking afgeschermd en hem geprezen, zelfs al was in redevoeringen waarin hij offensieven tegen moslimlegers aankondigde. “Islamofobie” zal hier als verklaring zeker niet voldoen.
 
Integendeel, VS-buitenlandminister John Kerry rechtvaardigde de militaire acties tegen het Kalifaat (concreet: het doden van moslims) uitdrukkelijk als pro-islamitisch: “One of our war aims is to remedy the distortions of Islam.” Volgens hem is de ware islam militaire acties waard, ook het doden van moslims die een ander begrip van hun eigen religie hebben dan het rozige beeld dat Kerry aanhangt. Omdat “moslims doden in dienst van de islam” echter vreemd zou klinken, heten die strijdbare moslims nu “not Muslims but monsters”, “afkomstig uit de diepste krochten van de hel”.
 
Onze dominante politici en media lossen het probleem van het islamterrorisme tot eigen voldoening op door haat te verspreiden, haat tegen moslims die zij “gekken” en “monsters” noemen.  Die moslims zelf noemen zich voorvechters voor de islam, en ik neem hen ernstig, maar onze leiders weten het allemaal beter. Ik ben het eens met Zaougui en Mersch: de djihaadstrijders zijn mensen als wij. Zij zijn alleen een beetje beroesd door een leerstellige overdosis. In mijn jonge jaren waren sommigen geradicaliseerd  door het marxisme, en eerder waren anderen tot terreur geanimeerd door het nationalisme, het anarchisme, religieuze tegenstellingen enz. Zeker jongeren zijn in alle tijden tot radicaliteit geneigd; het verschil wordt echter gemaakt door de aard van de ideologie die hen begeestert.
 
In het huidige geval zijn zij opgezweept door de islam, door het voorbeeld van Mohammed. Ook de Profeet beoefende of beval roof, gijzelneming, verkrachting, steniging van seksuele zondaars, slaafneming, slavenverkoop, sluipmoord en de terechtstelling van zijn critici. Praktisch alles waarmee de djihaadstrijders het nieuws halen, is volgens de islambasisteksten voorgedaan door de Profeet zelf. De IS-strijders weten maar al te goed dat geen enkele islamitische rechtbank hen kan veroordelen, want dat zou neerkomen op de veroordeling van Mohammed zelf.
 
Maar wat dan nog? Moslims hebben de vrijheid, zeker in een seculiere staat als de onze, om de islamwet links te laten liggen. Zij kunnen besluiten om het voorbeeld van de Profeet niét te volgen. Zij zijn tenslotte mensen als wij. Wij vinden bijvoorbeeld dat steniging niet het antwoord is, en dat als de Profeet daarvoor koos, hij gewoon fout was. Djihaadstrijders zijn mensen als wij, en ook zij kunnen tot dat inzicht komen.
 
Weliswaar zullen sommigen de Profeet proberen wit te wassen door er de context en de zeden van die tijd bij te halen (alsof gijzelneming, moord enz. toen gewoon gevonden werden). We kunnen dat debat voeren, maar welbeschouwd doet het er weinig toe wat een 7de-eeuwse karavaandrijver in het verre Arabië deed,-- mits men de navolging van dat gedrag vandaag maar als fout beoordeelt. Daarom zeggen alle mensen, dus vroeg of laat ook de djihaadstrijders : “Volg Mohammed niét.” En dan komt alles goed.

Labels: , , , ,

1 Comments:

At 30/3/15 11:50, Anonymous fcal said...

Zoals gebruikelijk een helder en gefundeerd betoog. Enkele vraagjes: (1) Waarom volgt u de 'klassieke' islamitische geschiedschrijving, nu door onderzoek meer en meer blijkt dat de figuur van Mohammed een politiek mythische achtergrond heeft, die haar oorsprong vond in de strijd tussen de Omajaden en de Abbasiden? Zowel de Sira als de Hadiths zijn pas te boek gesteld onder de latere Abbasiden in 800-900 nC. Ook de Koran zou dan pas samengesteld als een mengelmoes van vroege vrome gedachten en meer brutale politiek realistische zienswijzen. Het lijkt er meer op dat de beschreven omstandigheden de tiende-eeuwse opvattingen van een vroeger wellicht onbestaand Arabië voorstellen.
(2) Waarom schrijft u Profeet met een hoofdletter? Dit is toch geen eigennaam. Zijn naam, Mohammed, kan men met een hoofdletter schrijven zijn functie niet. Tenzij natuurlijk ...

 

Een reactie posten

<< Home

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>