Tussen opgehemeld verleden en teveelbeloofde toekomst: een verloren heden ?
(deze bijdrage verscheen in Grondvest maart 2015)
De voorbije weken konden we genieten van enkele debatten rond zogenaamde radicalisering van jongeren, zowat de stempel gebruikt voor het gewelddadig jihadisme van eigen bodem. Er was terecht de vraag of radicaal wel het gepaste woord is: met radicaliteit als dusdanig is niets mis, het hangt ervan af waarin men radicaal is. Er wordt gedebatteerd over de vraag welke veiligheidsmaatregelen in een rechtsstaat aanvaardbaar zijn en welke prijs aan privacy wij bereid zijn in te leveren voor beveiligingsmaatregelen.
En er was natuurlijk het debat rond de ‘integratieparadox’ met als belangrijkste stem Marion van San. Haar onderzoeksconclusies werden wat te snel vereenvoudigd tot de stelling dat ‘jongeren’ des te meer radicaliseren naarmate ze beter maatschappelijk geïntegreerd zijn (school, werk, gemengde vriendenkring). Van San heeft dat ook geschreven, maar het blijft toch vooral interessant om de verklaringen die zij geeft te bespreken, alsook wat ze niet zegt.
Beginnen we met het laatste: die zogenaamde radicalisering is in de meeste gevallen natuurlijk wel te vinden bij gebrek aan culturele integratie. Opleiding en werk garanderen blijkbaar nog helemaal geen culturele integratie, en dat zal natuurlijk niet beteren naarmate er luider wordt geclaimd dat eenieder zijn eigen taal en cultuur moet kunnen bewaren en daarvoor desnoods maar redelijke aanpassingen moeten worden gedaan in onze regels en gebruiken. Verder hoedt Van San zich ervoor de radicale opvattingen te benomen, die nu eenmaal in overgrote mate islamistische opvattingen zijn (al klopt het natuurlijk wel zo dat bij die ‘radicalen’ er ook ‘jongeren’ zijn die van thuis geen moslim zijn dan wel weinig religieus).
Van San zelf verklaart de radicalisering ondanks maatschappelijke integratie in de hierboven genoemde zin vanuit gevoelens van teleurstelling wanneer men ondanks opleiding en werk niet hogerop geraakt en vanuit stijgende verwachtingen die gekoesterd worden door jongeren en leiden tot een gevoel van discriminatie dat een stuk verder gaat dan de werkelijke discriminatie. Kortom, overspannen verwachtingen. En dan moeten we ook vragen welke factoren maken dat er overspannen verwachtingen zijn. Hoe worden die gekweekt of aangeleerd of minstens bevorderd ? Die overspanning is m.i. ten dele bepaald door de Westerse welvaartsstaat en gelijkheidsideologie en ten dele door de invloed van culturen die een claim op absolute waarheid formuleren. Als men opgevoed wordt met de idee dat men de heren van de schepping is, aan wie de enige echte ware tekst is bekendgemaakt, en alle andere volkeren in onwetendheid leven of de waarheid half vervalst hebben, en dan blijkt dat die andere volkeren wetenschappelijk en technologisch vaak een enorme voorsprong hebben, dan kan dat inderdaad tot zo’n overspanning leiden.
In 1977 verscheen van de hand van de Nederlandse psychiater en wijsgeer Jan Hendrik van den Berg, bekend voor zijn leer van de metabletica, die een groot deel van de moderne geschiedenis poogt te vatten als een geschiedenis van veranderingen in het collectief bewustzijn, het boek Gedane zaken; twee omwentelingen in de Westerse geestesgeschiedenis. Daarin voorspelde de auteur voor 2015 een wereldbrand die begint met een rassenstrijd, met name een strijd waardoor landen intern verdeeld zouden zijn. Hij is natuurlijk niet de enige die dat voorspeld heeft. Maar zijn verklaring wil ik in herinnering brengen: “Elk land heeft zijn teveelbeloofden”. En wat vooral teveel beloofd werd volgens Van den Berg was gelijkheid “zeg de mensen van Europa dat ze gelijk zijn en ze gaan elkaar allerbloedigst te lijf”.
In 2005 publiceerde Joods-Duitse historicus prof. Dan Diner een boek dat te weinig aandacht kreeg, over het politiek radicalisme in religieus gewaad in de islamitische wereld, namelijk ‘Verzegelde tijd. Over de stilstand in de islamitische wereld’ (Versiegelte Zeit, ook in Engelse vertaling: Lost in the sacred) waarin hij het onder meer heeft over de ‘onheilige alliantie’ tussen voormoderne opvattingen uit het Midden-Oosten (kort samengevat een opgeslotenheid in het sacrale) en een postmodern discours dat daartegenover veel te weinig kritisch is. Tussen een opgehemeld verleden en een teveelbeloofde toekomst ligt er dan veel te vaak een verloren heden.
Read more...