Op 20 december sprak ik op het India Ideas Conclave in Goa, India, in het kader van een debat over
“religieuze verdraagzaamheid en terrorisme”. Wat ik er zei, werd voorwerp van
een fikse rel na klacht van de twee aanwezige moslims.
Op verzoek van Doorbraak, een
persoonlijk verslag.
Belediging van de Profeet
Dr.
Ekmeleddin Ihsanoglu, Turks oud-secretaris-generaal van de Organisatie voor
Islamitische Samenwerking (OIC), en Jordaans oud-premier Abdelsalam al-Majali
protesteerden tijdens het debat zelf alsook achteraf bij de organisatoren. Daar
verwezen zij naar een Indiase (van oorsprong Brits-koloniale) wet tegen “haat
verwekken tegen gemeenschappen”, die effectief als anti-godslasteringswet
gebruikt wordt. De eerste noemde mij “islamofoob”, de tweede beschuldigde mij
van “belediging van de Profeet”. De eerste term is onnozel wanneer gebruikt
door de goedmensen die hem ernstig nemen, maar arglistig in hoofde van haar
OIC-bedenkers, die zo de critici van de islam criminaliseren. De tweede term is
zonder meer onheilspellend.
Mijn
allereerste artikels in de serieuze pers gingen over de Duivelsverzen-affaire, het doodvonnis door Ajatollah Chomeini over
Salman Rushdie (1989, een half jaar na het verbod op zijn boek in het seculiere
India). Daarin vermeldde ik het boek Ahânat-i-Rasûl
kî Sazâ, (Urdu: “De straf voor het beledigen van de Profeet”, 1989) van Maulana Mohassan Usmani Nadwi. Hij toont
aan dat Chomeini’s doodvonnis helemaal conform de islamitische wetgeving is,
gebaseerd op een reeks sluipmoorden op of terechtstellingen van critici op last
van de Profeet zelf. Dat maakt brandhout van de bewering van allerlei welweters
in politiek en media dat dat vonnis “strijdig is met de échte islam”.
Nochtans
wordt die bewezen leugen een kwarteeuw later, na talloze moorden en aanslagen,
nog steeds volgehouden. Nu ben ik dus in de positie gekomen van proefpersoon
voor de vastbeslotenheid van moslims in de uitvoering van dat “rechtsbeginsel”.
Anderzijds, geen paniek, want er is geen formeel rechtskundig advies (fatwa). Ook de protestvorm gekozen door
de eminente oud-politici is er een uit het moderne recht, niet uit het
islamrecht, en gehoopt mag worden dat de ingeslagen weg verder gevolgd zal
worden. Ik heb mij nooit bedreigd gevoeld want ik weet dat terroristen niet
lezen, maar krantenkoppen zouden wel iemand op verkeerde gedachten kunnen
brengen.
Mijn bijdrage
Wat heb
ik dan wel zo wreed gezegd? Mijn bekende standpunten, niets nieuws voor wie al
eens mijn recentere artikels en blogs gelezen heeft.
Ten
eerste, de Kalifaatleiders spreken aantoonbaar de waarheid wanneer zij hun
wreedheden rechtvaardigen met verwijzing naar de islamwet en naar het
voorbeeldgedrag van de Profeet. Bijvoorbeeld, het verhandelen van heidense
vrouwen als slavinnen is een praktijk die ook door de Profeet toegepast werd.
Hun verkrachtingen worden verantwoord door de herhaalde goedkeuring van de
verkrachting van gegijzelde vrouwen door de Profeet. Geen enkele islamitische
rechtsgeleerde zal ontkennen dat het voorbeeldgedrag van de Proofeet de
grondslag van de islamwet is. Of kent u een islamschool die leert: “Mohammed
was fout”? Dat het Kalifaat heel levendig de ware islam beoefent (die via
zelfgemaakte video’s tot in de huiskamers komt), is gewoon de verifieerbare
waarheid. Of omgekeerd, de frenetieke be(z)wering dat zijn daden een
vertekening van de islam zouden zijn, is een begoocheling indien al geen
leugen.
Ten
tweede, de tijd is voorbij voor oppervlakkige oplossingen. Er is veel kwaad in
de wereld, en ooit moeten we dat allemaal aanpakken, maar de tijd om het
islamprobleem op te lossen, is klaarblijkelijk nu. Zoals onze generatie in
West-Europa bijna collectief de katholieke Kerk verlaten heeft, zo is ook bij
de islam geloofsafval goed mogelijk. De islam is niet aangeboren, de moslims zijn
niet van nature in de islamleer gekneed, er is aan de islam niets (behalve de
besnijdenis), dat niet kan weggewassen worden.
Uiteraard
kunnen alleen moslims zelf die stap zetten. Islamofielen zullen hun bekende
stromannen en afleidingstactieken bovenhalen en het over “gedwongen bekeringen”
of “een aanslag op de godsdienstvrijheid” hebben, maar dat bedoelen wij
uitdrukkelijk niet. Het levensbeschouwelijk uitzicht van de Vlaamse samenleving
is onder onze eigen ogen radicaal veranderd zonder dat daar enige dwang bij te
pas kwam. Dat kan evengoed in de islamitische samenlevingen. Een aantal moslims
hebben de stap naar de vrijheid al gezet, lees bv. het werk van Ibn Warraq,
onder meer het boek Why I Am Not a Muslim.
Sommigen hebben webstekken die alle relevante vragen beantwoorden en de juiste
taal spreken om moslims te bereiken. Er is dus al een natuurlijk proces van
de-islamisering bezig, alleen nog veel te beperkt.
Wat
zeker contraproductief gebleken is, is de weg van het geweld. Ik ga het belang
van zekere noodmaatregelen niet ontkennen, bv. de militaire verdediging van
Kasjmir of de zelforganisatie van de hindoes tegen de toenemende moslimagressie
in West-Bengalen, maar zij zullen op termijn onwerkzaam blijken als zij niet in
een bredere strategie van de-islamisering ingeschakeld worden. De jongste
twintig jaar hebben een reeks politieke leiders uit de VS, het VK en Frankrijk
invallen in moslimlanden bevolen. Behalve die in Mali, die daar door regering
én bevolking gevraagd was en gesteund werd, hebben zij allemaal in
verschillende mate tot burgeroorlog en een wildgroei aan sectaire milities
geleid. Merk op dat deze leiders zonder uitzondering pro-islamitische
uitspraken gedaan hebben, dat geen enkele enige islamkritiek geformuleerd
heeft, maar dat zij samen wel honderdduizenden moslims gedood hebben.
Islamcritici daarentegen hebben geen enkele moslim op hun geweten. Wat de
moslimwereld nodig heeft, is een dooi. Al deze militaire confrontaties leiden
juist tot een verharding van de vijandschappen en van het onderliggende geloof.
Om de moslims te helpen evolueren en te groeien zal er vrede en welvaart nodig
zijn.
Wat ook contraproductief zal blijken, is oppervlakkig
gepruts zoals (om even een actueel voorbeeld uit Vlaanderen te nemen) de
huidige maatregelen tegen “radicalisering”. Dit optreden tegen symptomen
terwijl de oorzaak ervan, de indoctrinatie in de islam, door ons eigen
belastinggeld gefinancierd wordt, is dweilen met de kraan open. De moslims
zullen hun evolutie zelf ter hand moeten nemen, maar wij kunnen dat proces mee
sturen door niet langer kunstmatig de islam te ondersteunen en hem onnodige
voordelen te geven.
Ook de schepping van een cultureel en intellectueel klimaat
maakt een groot verschil. Nu weten djihaadpredikers zich een heel eindweegs gesteund
door onze heersende en meningvormende klasse, die steeds weer de verdediging
van de islam opnemen. Zij zullen al heel wat bedachtzamer worden als zij merken
dat de niet-moslims doorhebben. Als de niet-moslims juist geïnformeerd zijn,
wordt de islam uncool en defensief.
Zoals ik mij uit mijn ontkerstening herinner, is dat een stadium op weg naar
het volledig ontgroeien van je geloofssysteem. Daarom is het belangrijk, bij
elke islamitische misdaad of wreedheid de islamleer duidelijk te benoemen en te
beschamen, in plaats van hem met smoesjes tegen kritiek af te schermen.
Verder verloop van de
rel
“Voor mijn veiligheid” vonden de organisatoren, de met de
hindoe-nationalistische regeringspartij BJP verbonden India Foundation, het beter als ik de conferentie en het land zo
snel mogelijk verliet. Omdat ik door hen was uitgenodigd, kwam het niet in mij
op om anders te beslissen, hoewel ik graag nog enkele dagen met de talloze
vrienden en bekenden aldaar had doorgebracht. Zowel het land als de deelstaat
Goa worden door de BJP geregeerd, maar blijkbaar volstond dat niet om mijn
veiligheid te waarborgen. Hier speelde niet de vrees voor de recent weer zeer
talrijk geworden islamitische aanslagen, wel de vrees van de organisatoren dat
ik de volgende dagen in interviews nog meer dingen zou zeggen die hun
diplomatieke berekeningen zouden doorkruisen.
Dit heeft te maken met het minderwaardigheidscomplex van de
hindoe-activisten, die zelfs aan de macht nog functioneren volgens de door hun tegenstanders
opgelegde spelregels. Een vergelijking met de psychologie van de Vlaamse
Beweging dringt zich op. Ook die tussen de N-VA en de BJP ligt voor de hand,
van hun ingehouden-identitaire vertrekpunt tot hun “neoliberaal” economisch
standpunt. Merkwaardig genoeg maakten zij ongeveer tegelijk de electorale
doorbraak die hen aan de macht bracht.
Nu, ik had al van vóór het begin begrepen dat dit geen
“Ideas Conclave” zou worden, maar een diplomatieke evenwichtsoefening. Daarom
had ik zelf voorgesteld om een alternatieve lezing te geven, maar dat werd door
de moderator van het debat afgeslagen. Hij vond dat islamkritiek beter zou
passen in een panel met een bisschop-islamverdediger en met een bekende (en
door mij gewaardeerde) “gematigde” moslim. Je moet weten wat je wil,
natuurlijk, maar pas ermee op, want je zou het kunnen krijgen.
Ik had het tevoren al vreemd gevonden dat ik überhaupt voor
een panel over “religieuze verdraagzaamheid en terrorisme” gevraagd was. Ik heb
meer dan tien jaar geleden mijn onderzoek terzake afgesloten, gewoon omdat
alles eigenlijk al gezegd is. De islam is in wezen een eenvoudig onderwerp en
heeft voor mij geen uitdaging meer.
Anderzijds, ik heb over de islam wel wat te zeggen dat niemand anders
daar zou doen, dus ik heb maar aanvaard. Uiteindelijk is het dus die lezing
geworden, als voorbereiding op een tegensprekelijk debat.
Het was vooral tijdens de discussie dat ik een paar dingen
gezegd heb die, hoewel zij door het publiek geestdriftig onthaald werden, bij
de twee bezoekende moslims slecht vielen. De aanwezige medialui namen vooral
aanstoot aan enkele politiek-rechtskundige uitspraken die hun aloude smoesjes
doorprikten, de moslims zelf het meeste aan wat ik over Mohammed zei, ondermeer
over zijn (onmiskenbare) rol in slavernij en verkrachtingen, en de samenvatting
van zijn levenswerk: “De omvorming van een bestaande en geslaagde
multiculturele samenleving in een monolithische islamitische dictatuur.” De
goedmensen verdedigen de islam in naam van de “diversiteit”, maar juist de
islam is vanaf het prille begin de verklaarde vijand van de diversiteit.
(Doorbraak, 28 dec. 2014)