Een verslag uit het Waterman-tijdperk
Welkomveld:
herinnering en inzicht. Verslag van een spirituele ontdekkingsreis (Welkomveld,
Den Haag 2014) is een soort autobiografie van de schrijver, Geert-Jan Balvert
(°1958-). Deze oud-hippie is nu cultuurwetenschapper, leraar Duits, en
spiritueel coach. Na veel omzwervingen is hij in Den Haag gaan wonen, gelukkig getrouwd met een oer-Hollandse schone.
Hun kennismaking en toenadering vormt de gelukkige afloop van dit boek. Maar
voor het zo ver is, moet de held van het verhaal van alles doormaken. Als je
ooit wil weten hoe de denkwereld van een spirituele zoeker eruit ziet, dan mag
je dit boek niet ongelezen laten.
Bhagwan
Op het eerste gezicht is de as waarrond deze ontdekkingsreis
draait, zijn zeer actieve betrokkenheid bij de beweging van Bhagwan Shree
Rajneesh (1931-90), alias Osho, precies samenvallend met de jaren ‘80. Daarin
werd de Indiase overlevering van verzaking aan de wereld gekoppeld aan de
westerse humanistische psychologie met haar ideeën van zichzelf worden, taboes
doorbreken en zich laten gaan. De Indiase buren van Bhagwans hermitage in Pune
dachten er het hunne van, maar het soort westerlingen dat daar samentroepte was
enerzijds vrank en anderzijds erg onwetend van de beschaving waaruit hun goeroe
voortkwam. Levenslustige jongelui die zich daar van hun remmingen kwamen
bevrijden (anders gezegd: rondneuken), noemden zich sannyasin, “verzaker”, “alles-weggooier”, hoewel hun levensstijl
het tegendeel was van wat Indiërs zich bij die term voorstellen.
Dit boek geeft dan ook een beknopte inside-geschiedenis van de opkomst en ondergang van de Bhagwan.
Begonnen als een kruising van allerlei Oosterse spirituele technieken met een
modern-Westerse levensstijl van vrijheid-blijheid, kwam zijn beweging in handen
van zijn privé-secretaresse Ma Anand Sheela (een echt Indiase naam, °Sheela
Patel, Baroda 1950-, door huwelijk Silverman, later Birnstiel), die er een
dictatuur van maakte. Vooral de verhuis van de Indiase stad Pune naar de Amerikaanse
staat Oregon, waar op een uitgestrekt ranchterrein de stad Rajneeshpuram
gebouwd werd, 1981-85, was onzalig en liep op een ramp uit. Geert-Jan Balvert
had er naar eigen zeggen van het begin geen goed oog in. Hij noemde het
zelfbewierokende weekblad Rajneesh Times
“de Pravda” en beschrijft hier hoe de stad gaandeweg een totalitaire
samenleving werd, met stelselmatige telefoontap, een paranoïde politiemacht en
zelfs moordaanslagen. Het is vooral vreemd dat juist een beweging die haar
succes aan haar zeer anarchistische benadering van de spiritualiteit te danken
had, toen zo dictatoriaal uit de hoek kwam. Anderzijds is het zeer snel tot
stand komen van een heuse stad wel een voorbeeld van hoe religieus enthousiasme
mensen tot grootse daden kan motiveren. Zeg gewoon: “Work is worship”, en ze voelen zich extatisch terwijl ze zich
gratis uitsloven.
Terloops vernemen we dat een Bhagwancentrum in Portland, de
hoofdstad van Oregon, in 1983 doelwit werd van een moslimbomaanslag. De moslims
haten hindoes, ook westerse quasi-hindoes, veel feller dan christenen. Maar ook
de christenen waren verontrust door de kennelijke geloofsafval van zoveel
westerse jongeren. Toch was, achteraf gezien, het experiment met de als
utopisch bedoelde Bhagwanstad een godsgeschenk voor de Kerken: het besmeurde de
Indiase religie waar vele ex-christenen mee dweepten, als een letterlijk
gevaarlijke sekte.
Balvert woonde een tijdje in Rajneeshpuram, maar ging ervan
walgen en trok er weg. Wel bleef hij nog enkele jaren binnen de beweging. Hij
woonde opeenvolgend in een aantal Bhagwancommunes in Nederland en Zuid-Afrika. In
1985 ging Rajneeshpuram in schande ten onder, de Bhagwan keerde zich tegen zijn
luitenants, en enkele kopstukken gingen drie jaar de gevangenis is. Bhagwan
zelf kreeg ook zijn beurt: hij werd samen met talloze volgelingen wegens
immigratiefraude de VS uitgezet. Na wat omzwervingen dook hij opnieuw in Pune
op. Daar kwam Balvert opnieuw in de sfeer, maar na een tijdje had hij er ook
daar genoeg van, en dit keer definitief.
Intuïtie
In feite blijkt de Bhagwan-fase slechts een trigger voor
iets diepers en in de kiem veel ouder binnenin onze schrijver, die al vroeg een
merkwaardige (om niet te zeggen paranormale) intuïtie had. Zo “voelde” de nog
piepjonge Balvert, toen hij en zijn Amerikaanse gelegenheidsvriendin in Marokko
door hun gastheer een drankje voorgezet kregen, dat er iets niet pluis was. Zijn
plotse en schijnbaar irrationele actie redde haar van een weinig
benijdenswaardig lot. Op reis in Peru stapte hij door een voorgevoel op het
nippertje niet op de trein die even later door een aanslag van het Lichtend Pad
zou ten onder gaan.
Met name kon hij heel wat informatie zichtbaar maken over de
vorige levens van zijn naasten en hemzelf. Ik neem het voor wat het waar is,
want hoewel ik zowel hier als in Azië voortdurend tussen reïncarnatiegelovigen
vertoef, heb ik nooit iets meegemaakt dat op reïncarnatie wijst. “Als we dood
zijn, is het gedaan”, zeggen vrijzinnigen, en wat mij betreft is dat evengoed
mogelijk. Bij Balvert ligt dat heel anders.
Nog voor hij zich van de reïncarnatiedoctrine bewust was,
merkte hij bij zichzelf al aandachtspunten en denkgewoonten die, naar hij later
ging beseffen, eigenlijk naar zijn vorig leven verwezen. Ook eerdere levens
daagden, ondermeer als Inca-krijger die door de Spaanse conquistadores gedood
werd. Hij herkent een vriendin als zijn eigen bevelhebber in de Inca-militie. Als
klein kind in de Achterhoek vlakbij Duitsland kreeg hij het gevoel, aan de
verkeerde kant van de grens geboren te zijn. Als volwassene gaat hij zich dan
gaandeweg herinneren dat hij een welbepaalde officier in de Wehrmacht in WO2 was.
Het Duitse leger, dat was nu niet de SS of de nazi-partij,
maar toch behoorlijk gewaagd om daar in het New-Age-milieu
mee uit te pakken. Er zijn er tientallen die hun graantje van het
Holocaustkrediet willen meepikken door te verklaren dat ze in een vorig leven
een kampslachtoffer waren; maar aan de foute kant gestaan hebben, dat was nog
niet eerder vertoond. Het heeft wellicht met de evoluerende mentaliteit te
maken: dertig jaar geleden zag men de oorlogsjaren nog zeer zwart/wit, vandaag
is er meer oog voor de vele grijstinten, bv. een gedenkteken voor de Duitse
soldaat die met zijn eigen leven enkele Nederlandse kinderen redde.
Balverts huidige leven wijst er ook helemaal niet op: beide
ouders waren los van elkaar weerstanders in de oorlog, hijzelf was on the road sedert hij op zijn zestiende
met school stopte, hij heeft bij Joden verbleven en behandelt hen nog steeds
als vrienden, en hij heeft in Zuid-Afrika een tijd met een kleurlinge gevreeën
toen dat onder de Apartheid nog verboden was. En dan de vrijheid-blijheid
waarin hij veel consequenter was dan de meeste Bhagwan-adepten, die
rechtvaardigingen bedachten voor zijn autoritaire marsrichting: politiek zou je
hem op zicht ergens tussen D’66 en Groen
Links situeren. Niet echt hoe je je een Pruisische sabelsleper voorstelt.
Het is nog wachten op de zelfverklaarde herboren Adolf
Hitler of Heinrich Himmler (die op zijn beurt naar eigen zeggen de wedergeboren
keizer Heinrich II was), maar nu hebben we toch al een Mof die nog bij Arnhem
gestreden heeft. Zijn vereenzelviging met een Duits officier is, wars van de
tijdsgeest, eigenlijk wat te verwachten was: er moeten tenslotte miljoenen
mensen gestorven en wederbelichaamd zijn die destijds aan het nazibewind of aan
de Duitse oorlogsinspanning meegewerkt hebben. Het opent wel perspectieven. Nu
de vraag op het VS-immigratieformulier “Hebt u deelgenomen aan de
oorlogsinspanning van nazi-Duitsland of zijn bondgenoten?” stilaan zonder
voorwerp wordt, kan daar een vraag aan toegevoegd worden: “Ook niet in een
vorig leven?”
Eigenlijk heeft Balvert ook aan die mogelijkheid gedacht, al meteen toen hij pas zijn vorige identiteit was gaan
beseffen. Maar de prille sannyasin werd door een gezel gerustgesteld: de
rechters zouden zich geremd voelen door de vraag wat zijzelf allemaal in een
vorig leven hadden uitgespookt. Bij het lezen gaat men zich gaandeweg afvragen:
en ik, wat zou ik geweest zijn en gedaan hebben?
De grote vragen
De schrijver is wel een geluksvogel. Dit in de gewone zin:
hij komt uit een welgestelde en liefhebbende familie, weet van aanpakken, komt
altijd goed terecht, en heeft in minder monogame tijden nogal wat vrouwen in zijn
bed gekregen, soms op hun eigen initiatief. Maar ook in occulte zin: zelfs de
meeste reïncarnatiegelovigen in het Bhagwanmilieu hadden geen weet van hun
eigen of andermans vorige levens, maar hijzelf begrijpt beter dan anderen
waarom welke persoon wat doet, want hij kent (soms) hun voorgeschiedenis. Tja,
het komt voor: de Boeddha beweerde zich al zijn vorige levens te herinneren, en
bij elk verhaal uit het verre verleden vertelde hij erbij in welke incarnatie
bij zich toen bevond. Zo ver gaat Balvert zeker niet, het is eerder een
langzaam ontdekken; maar uiteindelijk komt alles aan het licht.
Hij heeft ook een positievere opvatting van wedergeboorte.
De Boeddha beschouwde de wereld als een tranendal, en het doel van zijn
meditatie is, het wiel van wedergeboorte te doorbreken en aan deze tredmolen te
ontsnappen. Verder is de wet van karma een soort natuurwet: er is geen baardige
Sinterklaas daarboven die beloningen of straffen uitdeelt, alleen een wetmatig
gevolg van je eigen gedrag. Balvert daarentegen ervaart een lichtwereld, waar
oude liefhebbende zielen de gestorvene voorbereiden op zijn nieuwe incarnatie,
en waarin zielen een “levensplan” maken om “lessen te leren”. Van karma in de
gebruikelijke zin is weinig spoor: vorige levens bepalen grotendeels de aandachtspunten
van het huidige leven, maar van een compensatie voor goede of kwade daden is
kennelijk geen sprake. Zijn versie loopt sterk gelijk met wat westerse
regressietherapeuten en reïncarnatieonderzoekers rapporteren.
In de Bevrijding gelooft hij niet. Als je deze mengeling van
westerse psychologenjargon met oosterse meditatie volgt, kan je Bevrijd
definiëren als “zonder ego”; en zo gezien vallen de zogenaamd Bevrijde meesters,
of althans degene die hij gekend heeft, door de mand. In India, waar de notie
“Bevrijding” (of “Ontwaking”) ontstaan is, praat echter niemand over “ego”, een
Freudiaans begrip dat tot het gewone spraakgebruik doorgedrongen is en weinig
met de geestelijke weg te maken heeft. De westerse therapieën waarop vele
Bhagwanpraktijken gebaseerd waren (“encountergroepen”, “dynamic meditation” met
veel gespring en geschreeuw) waren erop
gericht, overspannen mensen weer normaal te maken, terwijl oosterse
meditatietechnieken erop gericht zijn, normale mensen tot de Bevrijding te
brengen. Ik denk niet dat je die twee dooreen moet mengen. Laat hij eens denken
aan Swami Premananda zaliger, bij wie hij verbleven heeft, of anderen die ginds
als Bevrijd gelden: hun status kan ik niet beoordelen, maar hun sterke
positieve uitstraling is onmiskenbaar. Balvert zal er vermoedelijk veel
gevoeliger voor zijn dan ondergetekende steenrots, maar zelfs ik kan ervan
getuigen.
Dat is dan ook mijn enige kritiek, oriëntalist zijnde, op
Balverts verhaal. Op het einde waagt hij zich aan een ontleding van het einddoel
van de spiritualiteit, en daar zie je de beperking van de school die hem het
meest getekend heeft. Het Bhagwan-denken trok postchristelijke westerlingen aan
omdat het zich, net als zijzelf, ergens halfweg bevond. Complexloze
westerlingen vonden het maar vreemd; zelfs zonder de misdadige uitwassen noemden
ze het een “sekte”. Oosterlingen vonden deze erg lichamelijke sannyasins gewoon
te weinig spiritueel. Ze mikten te laag, waren te veel met hun eigen
opwellingen bezig, aanvaardden de leefregels niet die met het geestelijke
streven nu eenmaal samenhangen. Zowel in het Oosten als in het Westen kon men
zich alleszins niet voorstellen dat een spirituele meester met een vloot Rolls
Royces uitpakt, zoals de Bhagwan deed.
Niemand hoeft louter op gezag Balverts getuigenis voor waar
aan te nemen; dat is wel het laatste dat hijzelf zou willen. Maar als
kennismaking met een zoektocht in de geestelijke wereld, met ontdekkingen in
een dimensie die voor de meesten van ons gesloten blijft, is dit boek beslist
een aanrader.
Labels: Balvert, Geert-Jan, Rajneesh | Bhagwan Shree, sannyasin, Sheela | Ma Anand, Welkomveld
Read more...