28 november 2013

Palmolie en de schreeuw om nuance



Gastbijdrage door Lawrence Urbain

De Morgen heeft onlangs in een ruim artikel aandacht besteed aan de discussie die gaande is omtrent palmolie. Palmolie zou volgens kwatongen naast ongezond, ook slecht zijn voor fauna en flora in ontwikkelingslanden. De linkse krant heeft enkele leugens met betrekking tot palmolie in haar artikel alvast de wereld uitgeholpen, maar zag tegelijkertijd fundamentele elementen over het hoofd. Een overpeinzing:

Vooreerst dient gezegd dat in de krant van progressief Vlaanderen op een aantal vlakken zeer evenwichtig bericht werd over deze hernieuwbare vorm van energie. Zo ligt de productiviteit van palmolie - en het efficiënt aanwenden van landbouwgronden voor de teelt ervan - inderdaad vele malen hoger dan bij andere landbouwgewassen. Naast de efficiëntie is er ook het gebrek aan valabele alternatieven. Een Belgische multinationale onderneming als Sipef, die inzet op duurzame agricultuur, wees hier in het verleden ook al op. Een sterk groeiende wereldbevolking vraagt nu eenmaal om een eveneens groeiende voedselproductie. Tenzij we willen dat grote groepen mensen omkomen van de honger, maar dat kan niemands bedoeling zijn. De palmolie-industrie is inderdaad aan een onstuitbare opmars bezig en zorgt in armere landen voor aanzienlijke extra tewerkstelling. Deze industrietak haalde de afgelopen jaren dan ook enorm veel mensen uit de armoede. Dit werd door Glen Reynolds, directeur British Royal Society, in het desbetreffende artikel ook onrechtstreeks aangestipt.
Palmolie wordt vandaag gebruikt in pizza, chips, kant-en-klare maaltijden etc. Dit gebruik zorgt voor een verlaging van de transvetten in voeding, wat bijdraagt aan een verbetering van de volksgezondheid. Ook bij ons in Vlaanderen dus. Het is dan ook nuttig om producerende landen als Borneo te steunen in plaats van te verketteren, laat staan te boycotten. Sommige stemmen binnen de Europese politiek pleiten immers voor een totaal verbod op palmolie. Waarom? Om de eigen reeds zwaar gesubsidieerde landbouwsector in Europa nog meer te beschermen? Als we de wetsvoorstellen van de CD&V in eigen land bekijken, lijkt het daar wel degelijk op. Heel wat producenten van oliepalm hebben in het recente verleden trouwens al aanzienlijke stappen voorwaarts gezet richting verduurzaming van hun productieproces. Het is dan ook jammer dat in de reguliere pers vaak geen aandacht wordt besteed aan de maatregelen die een prominent palmolie producerende land als bijvoorbeeld Maleisië reeds heeft ondernomen (strenge regelgeving, bescherming van diersoorten, extra landmassa als beschermd regenwoud kwalificeren, etc.).

Kortom: Niet alleen neemt het gebruik van palmolie een steeds noodzakelijker positie in binnen de wereldconsumptie, maar daarnaast biedt deze relatief nieuwe landbouwsector vooral in arme landen een weg naar veel meer welvaart. Aangezien er tot op heden geen alternatieven voorhanden zijn, verdienen deze landen dan ook alle ondersteuning. Een genuanceerd debat is onontbeerlijk. 

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>