Waarom België niet hoeft
Toen het toonaangevende weekblad The Economist tijdens de zeer langdurige regeringsvorming eens
rechtuit zijn mening gaf, schreef het dat België een overbodige staat was: als
het niet bestaan had, zou niemand het uitvinden. Later werd het blad door de
Belgische diplomatie of door belgicistische lezers ingelicht over de politieke
toedracht van de Belgische twist, namelijk hier de goede Belgen en daar de
afgrondelijk foute Vlaamse separatisten, dus liet het zich op commando
laatdunkend uit jegens de alternatieven voor dit aftandse koninkrijk. Maar het
eerste gedacht is het beste, zei mijn moeder al. Dus inderdaad, België
beantwoordt aan geen enkele behoefte.
Dat geldt wel voor de meeste staten. Toch zijn zij er doorgaans
in geslaagd, de loyauteit van hun burgers door hun meerwaarde te verdienen. Ook
multi-etnische staten als Zwitserland hebben hun ingezetenen aan zich kunnen
binden: een staat hoeft niet de bestuurlijke
veruitwendiging van een bestaand volk te zijn. Dus België had kunnen slagen,
maar heeft andere prioriteiten. In zijn eerste eeuw was het internationaal
belang van België wel nog buiten alle verhoudingen tot zijn bescheiden
afmetingen; sindsdien is het echter
gestadig achteruitgeboerd. Als belgicistische Vlamingen zeggen dat ze het in België goed leven vinden,
bedoelen ze blijkens hun voorbeelden veelal: in Vlaanderen.
Het gaat hier niet eens over het negatieve palmares van België.
Niet dus de afgehakte handen onder Leopold II, niet de beslissende rol van Brave Little Belgium in de escalatie tot
de Eerste Wereldoorlog en alle ellende die daaruit voortkwam, noch zijn
collaboratie met nazi-Duitsland of zijn schuld aan de repressie, en zelfs niet
zijn in het buitenland nauwelijks bekende langjarige minorisering van de Vlamingen. Alleen
de nuchtere vaststelling dat dit stuk grondgebied beter bestuurd zou worden, en
zijn bewoners gelukkiger zijn, als zijn taalgebieden met aparte politieke
structuren overeenkwamen. Er waren misschien ooit leenroerige redenen om de
Waalse met de Vlaamse gewesten te verbinden, maar die gelden in het
democratische tijdperk niet meer. Er hebben misschien ooit godsdienstige
redenen bestaan om Zuid- van Noord-Nederland te scheiden, maar die gelden in
dit seculiere tijdvak niet langer.
Wanneer belgicisten zich uitgedaagd voelen om de meerwaarde
van België te bewijzen, veranderen zij liefst van onderwerp. Zij proberen het ondermeer
met “schuld door associatie”, vooral door op de samenwerking van een prominente
Vlaamse partij met de Duitse bezetter van 1940-44 te wijzen, alsof die de
voorafgaande eeuw van stelselmatig Belgisch onrecht tegen de Vlamingen kon
verantwoorden. Het is integendeel die voorafgaande eeuw van onrecht die
medeschuldig was aan de Vlaamse collaboratie. Of zij herhalen de vondst van een
belgicistisch geschiedkundige dat de taaldiscriminatie aan het IJzerfront in
1914-18 (inbegrepen het “pour les
Flamands la même chose”) voor het eerst door een krant in bezet België
aangekaart werd, alsof die Duitse goedkeuring ze minder waar maakte. De
taaldiscriminatie in het leger is onmiddellijk na het ontstaan van België
ingesteld en de wet om die te verminderen (niet af te schaffen) was kort voor de
oorlog eindelijk ingevoerd maar kende nog geen begin van uitvoering, en de
oorlogsomstandigheden zelf waren een voortreffelijke uitvlucht om er geen werk
van te maken. Het was een krant in bezet België die dit feit moest uitbrengen omdat
de Belgische regering erover zweeg. Belgicisten leiden de aandacht af naar eender
wat, zolang het maar niet de waarheidsvraag
is
Een andere, momenteel zeer populaire tactiek is de
antipolitiek. Alle media zweren samen om de neus van de domme Vlamingen in de
richting van het ongevaarlijk amusement te zetten. De prestaties van de Rode
Duivels zouden die vervelende politiek moeten doen vergeten. Het zegt veel over
de kwaliteit van België dat het door zulk vermaak gered moet worden.
En verder zijn er de zuivere leugens. Zo zegt topbelgicist
Paul Goossens in zijn open brief aan Leuvens rector Rik Torfs (Campuskrant, 23-10-2013): “Als student
stonden we reeds op de barricaden voor een sociaal bewogen en kritische
universiteit, één die op de lange tenen van het beleid en het Vlaamse ego
durfde trappen.” Vlaanderen heeft vandaag een klein beetje zelfbestuur, maar
zit nog steeds in de Belgische grendelhoudgreep gevangen, het is nog steeds de
oppositie tegen de Belgische machthebber. Een “kritische” studentenleider zou
ook vandaag nog eerder aan de kant van Vlaanderen staan, tegen de Belgische
machtsstructuren. Destijds waren de verhoudingen echter klaar als pompwater:
Vlaanderen had geen enkele macht, en de kritische studentenbeweging keerde zich
tegen de zetelende macht, dus tegen België. “Leuven Vlaams” nu uitleggen als
een anti-Vlaamse leuze, is diametraal het tegendeel van de waarheid. Naar
België zal ik oprecht nostalgie voelen eens het niet meer bestaat, maar het
door en door valse belgicisme noopt mij om de pro-Vlaamse zijde te kiezen.
Maar ergens kan ik wel meevoelen met de mensen die liever
met iets anders bezig zijn dan met betwistingen tussen de gemeenschappen. Zij
nemen een voorschot op de toestand die wij allen nastreven, namelijk een land
dat niet meer door tijdrovende communautaire kwesties verlamd wordt. Helaas,
zolang dit België blijft bestaan, zullen ook die betwistingen en die onvrede
voortduren. Daarvoor je kop in het zand steken, door hem met voetbal of ander
vertier te vullen, bestendigt slechts de ellende. Laat ons dus de communautaire
vrede bewerkstelligen door een formule die doorheen de eeuwen bewezen heeft, te
werken: “Goede omheiningen maken goede vrienden.” Doordat Vlaanderen geen duidelijke
grenzen had, verkeerde een naburige gemeenschap voortdurend in de verleiding om
in Vlaanderen in te breken en het van stukken grondgebied te beroven. Een
internationaal erkende staatsgrens zal veel meer taalvrede over Vlaanderen
laten nederdalen dan de onzekere taalgrens ooit heeft gekund. Zelfs de
oud-linkse veteraan Régis Debray heeft zich tot een Eloge des frontières (Gallimard 2010) bekend.
Uiteraard moeten we altijd de mogelijkheid van een bekering
van onze Franstalige vrienden onder ogen zien. Misschien willen zij na een
moment van inkeer wel de transfers stoppen (of zelfs de ontelbare miljarden
“solidariteit” sedert 1830 terugbetalen) en de grendels afschaffen, wie weet?
In dat geval zou een unitair België wel een vaderland voor de Vlamingen kunnen
zijn. Te vrezen valt echter dat het juist daarom voor de Franstaligen
onaanvaardbaar is. Ook zij verkiezen een politieke eenheid die aan een
culturele eenheid beantwoordt. Ook zij willen baas in eigen huis zijn. En wij
zijn vrijgevig van aard, wij gunnen hun
gaarne dat zelfbestuur.
Belgicisten houden van communautaire betwistingen, want zij
ijveren voor een systeem dat ruimschoots bewezen heeft, deze te doen voortduren
en op de spits te drijven. Flaminganten (en wallinganten) daarentegen willen tot
de niet-verdrukte volkeren behoren die zich met serieuzere zaken dan nationale
eisen kunnen bezighouden. Zoals de meeste belgicisten vind ik het communautair
gekrakeel maar tijdverlies; het verschil is dat zij de daad niet bij het woord
voegen. Hun keuze bestendigt juist de onmin tussen de gemeenschappen.
Hoe dat zelfbestuur echter te bereiken? Wanneer ik de zeer
weinigen uit mijn jeugd terugzie die aan het gauchisme trouw zijn gebleven, dan
voel ik alleen maar medelijden om zoveel misleide inzet voor een heilloze en
verloren zaak. Wanneer ik Peter De Roover bezig zie, die de Vlaamse
Volksbeweging in 1991 voor Vlaamse onafhankelijkheid deed kiezen, en die nog
steeds op dezelfde nagel klopt, heb ik een wat positiever indruk. Ten eerste is
zijn zaak minder verloren en veel minder heilloos; ten tweede kent zijn leven
toch wel wat gezonde verscheidenheid, zie bv. zijn inzet als leraar en
onderwijsactivist. Het Vlaamse bewegen is geen voltijdse bezigheid, en dat is
maar goed ook.
Vlaanderen vecht minder spectaculair voor zijn onafhankelijkheid
dan Ulster of Baskenland, of anders gezegd: de Vlamingen beoefenen de kunst van
het mogelijke. Soms doen zich gunstige gelegenheden voor, en hopelijk zijn er
dan Vlamingen klaar om de geboden kans te grijpen. In ieder geval, zo hebben Vlaamse
bewegers ruimschoots tijd over voor andere, vaak dringender zaken. Vlaanderen,
dag en nacht denk ik aan allerlei dingen, soms ook aan u.
Labels: België, De Roover | Peter, Debray | Régis, Goosens | Paul, Torfs | Rik, Vlaamse beweging
8 Comments:
Eénzijdig Vlaams artikeltje dat volkomen voorbij gaat aan lovenswaardige menselijke kenmerken zoals solidariteit, eenvoud en nederigheid. Ogenschijnlijk zelfverklaarde Vlaamse eigenschappen, éénzijdig bewierrookt door auteur van dit stukje Vlaams Nationalistische propaganda.
waarom durft u geen naam zetten onder uw mening, bange anonieme? U beoefent de door u geroemde deugd van de nederigheid in een overdreven mate.
Sinds wanneer is het feit dat een artikel éénzijdig is iets benoemenswaardig?
Staat het woord "context" niet in het woordenboek van de eerste anonieme poster, of bestaat het begrip enkel als het die persoon goed uit komt?
De eerste anonieme verwijt Elst van "voorbij te gaan aan....solidariteit, eenvoud en nederigheid" zonder enige staving van die absurde beschuldiging. Waardeloze kritiek dus. Echte solidariteit vereist zelfbestuur en zelfverantwoordelijkheid, zowel voor individuen (binnen een politiek bestel) als voor volkeren in een harde geopolitieke wereld van tegenstrijdige belangen. Gedwongen solidariteit en/of verdoezelde solidariteit is geen echte solidariteit, maar wel dikwijls een indicatie van onvrijheid en/of van domheid en uitbuiting. En de impliciete notie (in het verwarde brein van die anonieme) dat het Belgische politieke bestel zou uitmunten in "eenvoud" (of eerder eenvoudigheid) kan men zonder blozen lachwekkend noemen (omdat die notie getuigt van een ontstellend gebrek aan kennis en aan realiteitszin). Tenslotte, de impliciete notie dat het Belgicistische nationalisme en haar quasi-monopolie in de Belgische media dan wel van enige "nederigheid" zouden getuigen...tja, wat kan men daar van zeggen? De aanslagen tegen het grondvest van echte democratie (i.e. het vrijemeningsuitingsrecht) door Belgische parlementen en hun media propaganda in recente dekaden zijn duidelijk genoeg.
Het andere verwijt van "eenzijdigheid" zit er al even zeer naast, en de tweede anonieme zou er beter aan doen van dat absurde verwijt niet zo maar zonder nadenken te 'accepteren'. Ter staving wil ik beide anoniemen aanraden van de uitgebreide 7de paragraaf aandachtig te herlezen om te kunnen begrijpen hoe leeg het waarheidsgehalte van dat verwijt van eenzijdigheid wel is.
@ Anoniem
180 jaar éénrichtingssolidariteit.
180 jaar éénrichtingsonderwerping in alle eenvoud.
180 jaar Vlaamse nederigheid.
Ik denk dat het meer dan genoeg is.
@inhakers
Laat u niet provoceren door de dappere anonymus van de eerste inhaak. Zelfs de wijsheid maar liever niet te spreken over touw in het huis van de gehangene blijkt aan hem niet besteed.
Over de door hem aangesneden en geroemde 'solidariteit' kan hij, gestaafd en onderbouwd, afdoende terecht in het werk van wijlen Juul Hannes.
Wat de nederigheid betreft, treedt hij mogelijk in de sporen van een kerkvorst onzaliger gedachtenis, die voorhield dat er nu eenmaal volkeren gechapen zijn om te heersen - en anderen om (nederig) te dienen. Of zoals een ander het uitdrukte: Etre Flamand n'est pas une honte, c'est un malheur !
Of nog: "Un peu plus de modestie quand on parle une langue aussi mince !" Zo eenvoudig ligt dat.
@ bartvs
"Provoceren" is een te sterk woord hier. De eerste anonieme is nuttig in de zin dat hij illustreert van geen redelijk antwoord te kunnen geven op de redenering van Elst. Hij geraakt niet verder dan het plakken van twee absurde etiketten ("voorbij gaan enz..." en vermeende "eenzijdigheid").
Wat uw reactie betreft, individuele voorbeelden van arrogante Franstaligen vormen op zich geen redelijk argument voor de Vlaamse zaak in de Belgische wurggreep. Er bestaan wel degelijk 'nederige' en zelfkritische Franstaligen. Maar, de aangekweekte perverse zelfhaat en identiteitsverwarring waarvan de eerste anonieme komt getuigen, die komt manifest meer voor onder Vlamingen dan onder francofonen.
Zéér knappe tekst, die ik ga vermenigvuldigen.
Een reactie posten
<< Home