De nieuwe tsjeven
Nogal wat mensen die de vorige
jaren op de N-VA gestemd hebben, zijn teleurgesteld. De N-VA drukt geen
kenmerkend stempel op de Vlaamse regering waar zij deel van uitmaakt. De N-VA in de gemeenten heeft wat
burgemeesters en schepenen, maar veel specifieke “verandering” (een banale en
nietszeggende belofte) krijgen we daar ook niet te zien. De partij komt vooral
negatief in het nieuws, zowel vanuit Vlaamsgezind als vanuit belgicistisch
standpunt.
Kortrijk bv.
toonde een staaltje van een lepe truuk die de gedoodverfde burgemeester Stefaan
De Clerck een voetje lichtte. Alleen kwam dat pootje niet van de N-VA, die slechts
haar medewerking verkoos te geven aan de stadsgreep van Vincent Van Quickenborne.
Wie zou het beste zijn voor de Vlaamse zaak: de belgicist Q of de confederalist
De Clerck? Een Vlaamsgezinde partij zou zich door die overweging hebben laten
leiden om met De Clerck een meerderheid te vormen. De N-VA heeft zich er laten
gebruiken voor de politieke belangen van ervarener spelers.
Anderzijds zijn
er de media die in hun campagne tegen de N-VA elke betwistbare gebeurtenis
aangrijpen om de partij in een kwaad daglicht te stellen. Vlaamsgezinde
maatregelen, bv. in Aalst of in Menen, kunnen natuurlijk alleen op spot en hoon
rekenen. Ook gevallen steken, zoals het “VNV”-verleden van Lubbeeks
burgemeester Theo Francken, worden tot in het ongerijmde gedramatiseerd. En elke
banale dorpsruzie wordt uitvergroot. De N-VA weet dat ze tot de loopgraven
veroordeeld is, maar toch gedraagt ze zich als een gewone partij. Ze meent zich
bijvoorbeeld de knoop te kunnen veroorloven waar de partij zich in gewerkt
heeft in Turnhout. Als buitenstaander had ik de indruk dat pakweg de
huisvuilophaling in de Kempenstad niet tot de uitzetting of het ontslag van een
aantal partijleden hoefde te leiden, maar de N-VA heeft zulke splitsing toch
voor elkaar gekregen. Beseffen zij dan niet dat de talrijke vijanden van de
partij op vinkenslag liggen om elke misstap of zwakheid uit te buiten?
Antwerpen,
natuurlijk, is hét N-VA-bolwerk waar de tegenstanders het daadwerkelijke beleid
van Bart De Wever en Liesbeth Homans kunnen afschieten. Zij schromen zich er
niet voor, besluiten van het vorige socialistische bewind als illustratie van
het vreselijke N-VA-beleid af te schilderen. Echte N-VA-beleidslijnen worden
steevast “neoliberaal” genoemd, bijvoorbeeld de vervanging van een park door
nieuwbouw (iets wat zelfs door Antwerps districtsburgemeester Zuhal Demir niet
gesmaakt wordt). De Vlaming heeft voor de N-VA gestemd omdat hij van de
socialistische sinterklaaspolitiek en de noodlottige afgunstmentaliteit af wou
en een realistisch economisch beleid verkoos; maar in de poltiek maakt het
verschil hoe een beleid uit de verf komt, en dit hier oogt gewoon niet
sympathiek, terwijl de winstpunten ervan blijven onderbelicht blijven.
Tsjeven
Deelnemen aan
het bestuur laat wel toe om tegen het VB zeggen ze dat zij het tenminste doen
terwijl de anderen aan de kant staan roepen. Dat is precies wat de CVP vijftig
jaar geleden tegen de VU ook al zei. Het is de toegepaste antipolitiek: niet
wát men doet is belangrijk (welke slechte compromissen men sluit, bv.), maar
dát men iets doet, eender wat. Dit ietsisme is de echte tsjevenpraat.
Wat
echter grondig verschilt van de CD&V-werkstijl zijn de openbaar uitgestalde
meningsverschillen tussen de partijtenoren over de beginselen zelf van de
partij. In de Franstalige media wordt de N-VA afgeschilderd als rabiaat
nationalistisch en separatistisch. Het is een bewust in stand gehouden
misverstand dat er iets aan de Vlaming “rabiaat” zou kunnen zijn, maar het
schouwspel dat we hier te zien krijgen, vervalt in het andere uiterste.
Partijleiders verklaren doodleuk dat ze van de officiële doelstelling, de
Vlaamse onafhankelijkheid, “geen stijve krijgen”, of dat die “geen draagvlak
heeft” (en zij er zich niet mee willen bezighouden, dat te scheppen door de
mensen te overtuigen). Anderen verklaren dan weer dat ze voor onverkort
zelfbestuur gaan, maar gedragen zich toch alsof de Belgische staat eeuwig zal
duren. Ook kiezers die op zich weinig om het communautaire geven, krijgen een
slechte indruk van deze verwarring en verdeeldheid.
Zoals vele
Vlamingen, en zeker in de Vlaamse beweging, geven N-VA-ers blijk van weinig
politiek inzicht. Toen Yves Leterme dankzij het kartel met de N–VA een grote
verkiezingsoverwinning gehaald had, stonden zij rond hem als kleine kinderen met
leeuwenvlaggetjes te zwaaien. Het politiek feit van de dag was dat hij er
meteen blijk van gaf dat hij zijn programma zou verraden. Terwijl andere
politieke leiders na een stembuszege hun ideologisch profiel en hun verkiezingsbeloften
nog eens stoer in de verf zetten, vertelde Leterme de interviwers dat hij geen
zin had in politieke verklaringen en dat hij een pint ging drinken. We zagen
daar heel letterlijk de toepassing van het Vlaamse spreekwoord dat al zo vaak
van toepassing geweest is: hij dronk een glas, deed en plas, en liet alles
zoals het was. Maar de N-VA-ers kraaiden van pret.
Een
deel van het kiespubliek dat van het VB overgekomen is, dreigt naar die partij
terug te keren. Zij hebben voor de N-VA gestemd omdat dit de “fatsoenlijk
rechtse” partij leek te zijn waar destijds pater Johan Leman van droomde. Deze
partij nam de centrumrechtse identiteit aan die CD&V en de OVLD hebben
versmaad. De sterke punten in het VB-programma zijn immers niet van nature
extremistisch en kunnen evengoed door de hoofdstroompartijen verdedigd worden.
Dat Geert Bourgeois destijds als VU-voorzitter een verbod op het VB had geëist
(en een partijverbod is een antidemocratische maatregel bij uitstek), nog vóór
de traditionele partijen, werd het N-VA zelfs vergeven. Ook op Vlaams vlak leek
de partij gematigd doch doelbewust. De door steeds nieuwe incidenten gevoede onduidelijkheid
over de doelstellingen doet die goede wil bij de kiezer afkalven.
Een ander verschil met de oude CVP is dat de N-VA, net als de OVLD is hun beste dagen, een postmoderne partij is die op de zeer momentane mening van de kiezers beroep doet, eerder dan de uitdrukking te zijn van een diepere overtuiging en identiteit die bij het volk leeft. De levenslange CVP-stamboekkiezer was de belichaming van een maatschappelijke werkelijkheid, namelijk dat de dorpsnotabele en de werkman elkaar in de zondagsmis ontmoetten en daar hun godsbeleving als hoeksteen van hun leven deelden. Ze mochten al eens kritiek hebben op hun partij, maar als het er bij de verkiezingen op aan kwam, stemden ze toch tegen die verdomde goddeloze socialisten. Daarom was de CVP een stabiele volkspartij. De N-VA daarentegen moet het van de wispelturige kiezer van vandaag hebben, en diens voorkeur kan snel omslaan.
Strategie
Een ontslagen personeelslid
gaf toe dat NVA-leiding, die hij bekritiseerd had, achteraf bezien gelijk had
gekregen. Als je verkiezingsoverwinningen van zulk formaat kan afleveren, dan
moet je wel iets goeds doen. En de N-VA deed ook iets goeds: zij gaf stem aan
het gezond verstand van de gemiddelde Vlaming. Maar de tijd vordert en de
partij kan niet op dat eerste succes blijven teren. Achter de huidige
verwarring en stagnatie zou een strategie kunnen schuilgaan, maar dan is ze
toch wel héél goed verborgen.
De N-VA had na
haar verkiezingsoverwinning haar zwakste punt, namelijk haar gebrek aan
ideologische ruggengraat, kunnen remediëren. Door zelfgenoegzaamheid is die
zelfcorrectie er echter niet gekomen. Ze kan nog plaatsvinden, maar het is wel
hoog tijd. Het alternatief is een spoedige nederlaaag, en terug naar af voor
het wenkende Vlaamse alternatief.
Gelukkig voor de
partij zorgt het bestel regelmatig voor rellen die het publiek eraan herinneren
waarom het ooit voor de N-VA gestemd beeft. Het zeer socialistische en
noodlottige onderwijsbeleid van Pascal Smet, met hervormingen die niet nodig en
niet gewild zijn, zeker niet door de onderwijsmensen zelf maar ook niet door de
ouders, laat de N-V toe om zich weer als de stem van het gezond verstand te
profileren. In tegenstelling met pakweg de subsidies voor de cultuursector gaat
die kwestie de meerderheid vn de Vlamingen aan. De goegemeente reageert dus opgelucht:
er is tenminste één partij die de dwaasheden van de anderen blokkeert. Ook de racismerel
over de heel zinnige uitspraken van Liesbeth Homans, opgeblazen door de media, sprak
tot het hart van de kiezer: die wil een gematigd en gededramatiweerd vertoog
over het racisme, en de valse mediaverontwaardiging over een in feite
veelgehoorde opmerking draagt slechts bij tot de populariteit van de politica
en haar partij. Door haar campagne duwt de pers de N-VA in de rol van de
underdog, en dat levert in Vlaanderen stemmen op.
Labels: e Bart, Francken | Theo, Homans | Liesbeth, N-VA, Vlaamse beweging
2 Comments:
Je kan niet beleidspartij en underdog gelijktijdig blijven, zoals nu in Antwerpen duidelijk wordt voor heel wat stadsbewoners. Tel daar inderdaad de passiviteit van de NV-a-leden in de Vlaamse regering bij, zoals net nog Bourgois die de Gemeenten wandelen stuurt terwijl dit zijn bestuursverantwoordelijkheid is. Toch vergeet Koenraad één belangrijk feit te bespreken : de met name diep ingewortelde Vlaamse conservatieve, christelijke en nationalistische mentaliteit, die in de geschiedenis al meermaals tot verschrikkelijke oprispingen kwam, zoals laatst tijdens de collaboratie tijdens WOII. Dat het gros van de NV-a kern in die partij rechtstreekse afstammelingen zijn van die bruine rakkers van destijds, is gewoon de geschiednis die zich herhaald.
@ Anoniem,
Daar gaan we weer Die idiotieën blijven maar herhaald worden.
Koenraad Elst heeft een zeer degelijke waarschuwing geschreven die door het NVA ter harte moet worden genomen.
De angst van het partijbestuur voor een "cordon" zit zo diep dat ze eerst en vooral willen mee regeren om daardoor permanent acceptabel te worden, dat is natuurlijk de eerste stap naar de VU fout die herhaald wordt.
Ik hoop dat het NV ernstig begint na te denken, of ze kunnen het vergeten. Vlaanderen in België heeft geen toekomst en gaat bankroet.
Een reactie posten
<< Home