66 gedeeld door 7 is 9,4 (vpmc)
In Le Soir vandaag staat een belangwekkend artikel, een "vrije tribune" ondertekend door een aantal prominenten.
De goed bedoelde verhalen die wij bij ons soms lezen en horen, over de dramatische achteruitgang van de kennis van het Frans in Vlaanderen, met tegelijk de spectaculaire toename van de kennis van het Nederlands in Wallonië en Brussel worden hier fel op de proef gesteld.
Dit zijn de ondertekenaars:
Grégor Chapelle directeur général d’Actiris. Myriam Gérard secrétaire régionale de la CSC Bruxelles. Philippe Vandenabeele secrétaire régional de la CGLB Bruxelles. Philippe Van Parijs professeur d’éthique économique et sociale à l’UCL. Francine Werth présidente de la Chambre des classes moyennes en Région bruxelloise. Olivier Willocx administrateur délégué de Beci.
Ik neem aan dat een vertaling van het volledige artikel niet nodig is, en dus beperk ik mij tot de eerste zinnen, die ons al veel wijzer maken:
"De auteurs van deze tekst vragen zich af, of de Fédération Wallonie-Bruxelles het aantal werklozen in Brussel wenst terug te dringen of te vergroten.
Volgens de cijfers van de Taalbarometer 2012 van de Europese Commissie, hebben 7% van de jonge Walen van 15 tot 24 voldoende Nederlands geleerd, en 30% voldoende Engels, om in die talen een gesprek te kunnen voeren. Voor de jonge Vlamingen zijn de overeenkomstige cijfers 66% voor het Frans en 81% voor het Engels."
Volgens de staartdeling dan, die wij nog kennen uit een vorig blog, staan er voor elke Franstalige die Nederlands kent, negen komma vier Vlamingen klaar die met hem een babbel in het Frans kunnen doen. In procenten gesproken, want in werkelijkheid zijn het er meer, omdat er meer Vlamingen zijn dan Franstaligen, maar hier ga ik naar goede Belgische gewoonte uit van de pariteit.
Labels: Engels, francophonie, Frans, Le Soir, Nederlands, taal, tweetaligheid
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home