31 januari 2013

België bekent schuld

 
 
De senaat heeft besloten dat het koninkrijk België zich moet verontschuldigen wegens medeverantwoordelijkheid aan de Jodendeportatie. Zij heeft een bekentenis goedgekeurd waarin de Belgische staat met zoveel woorden erkent dat hij de joden niet in de mate van het mogelijke beschermd heeft.  De historici van het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij (SOMA) hebben vastgesteld dat de Belgische overheden die door Duitse instanties gesommeerd werden om mee te werken aan de registratie en deportatie van Joden, de speelruimte die zij hadden om afzijdig te blijven niet gebruikten, en integendeel meer dan de strikt noodzakelijke gewilligheid toonden. Ook tijdens de repressie schonken zij nauwelijks aandacht aan de begane misdaden tegen het joodse volk, alleen aan echte of vermeende ontrouw jegens België. Zo, het is nu officieel: België heeft gecollaboreerd.
De Antwerpse oudstrijders kunnen voortaan de ceremonieën boycotten waar de Belgische vlag wappert en de Brabançonne gezongen wordt. Die zijn immers door collaboratie besmeurd. De Belgische symbolen werden gebruikt door het Waals Legioen van de Waffen-SS, met Léon Degrelle. Hij was, samen met zijn mede-Franstalige en mede-belgicist Léopold III en in tegenstelling tot de flaminganten, één van de weinige Belgen die de hand van de Führer geschud hebben. Veel belangrijker is dat het officiële België, in navolging van de koning, collaboreerde. Vanaf de wapenstilstand werkte heel de Belgische overheid met de Duitsers samen en ze nam hun orders aan. Dit verhinderde dat de Duitsers de volledige controle overnamen, wat doorgaans beter is (en met name ook de redding van een groter percentage joden toeliet) dan een rechtstreeks bestuur door de bezetter, zoals in Nederland. Maar het geldt wel als collaboratie.
Er is in de belgicistische pers veel te doen geweest om de “Antwerpse” medeplichtigheid aan de deportatie. De Waalse steden die een gelijkaardig beleid voerden, hebben de betreffende dossiers vernietigd, zodat de historici niet kunnen uitpakken met studie over bv. de “Luikse medeplichtigheid”. Maar het stadsbestuur van Antwerpen, overigens geleid door een christendemocraat en niet door een partijflamingant, stond onder toezicht van Duitsland en van België, niet van een onbestaande Vlaamse republiek.
Ook NV-A en VB hebben vol overtuiging vóór de Belgische schuldbekentenis gestemd. Louter academisch is er wel het bezwaar dat de tekst van de bekentenis tegen het voortbestaan van “extreemrechts” waarschuwt, een term waarmee in België doorgaans de verschillende belichamingen van het Vlaamse zelfstandigheidsstreven aangeduid worden. Geschiedenis ten dienste stellen van een hedendaags politiek project, zeker het belgicisme maar ook een ander, is fout. Een tweede bezwaar is dat bij de terechte vermelding van het “antisemitisme” onvermeld blijft dat dit zich nu vooral situeert in de moslimwereld en bij onze eigen moslimbevolking. Doch de Belgische erkenning dat (niet de Vlaamse maar wel degelijk) de Belgische overheden te gewillig met de Duitsers hebben meegewerkt, is veel belangrijker.
Dit is een grote overwinning voor de Vlaamse beweging. Zij heeft weliswaar niets gedaan. Het initiatief kwam van belgicistische anti-Vlaamse krachten, ondermeer de universitaire historici (die blijkbaar op hun anti-Vlaamse gezindheid geselecteerd worden) en de politici van de traditionele partijen. Het was ook een verlangen van de joodse gemeenschap, ondersteund door de geschiedkundige feiten: het is nu eenmaal zo dat de Belgische overheden met de deportatiepolitiek meegewerkt hebben, en dat verdiende gewoon erkenning. Er komt dus een einde aan de periode waarin België de schuld kon afschuiven op de collaboratie door de Vlaamse beweging.



 

De senaat heeft besloten dat het koninkrijk België zich moet verontschuldigen wegens medeverantwoordelijkheid aan de Jodendeportatie. Zij heeft een bekentenis goedgekeurd waarin de Belgische staat met zoveel woorden erkent dat hij de joden niet in de mate van het mogelijke beschermd heeft.  De historici van het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij (SOMA) hebben vastgesteld dat de Belgische overheden die door Duitse instanties gesommeerd werden om mee te werken aan de registratie en deportatie van Joden, de speelruimte die zij hadden om afzijdig te blijven niet gebruikten, en integendeel meer dan de strikt noodzakelijke gewilligheid toonden. Ook tijdens de repressie schonken zij nauwelijks aandacht aan de begane misdaden tegen het joodse volk, alleen aan echte of vermeende ontrouw jegens België. Zo, het is nu officieel: België heeft gecollaboreerd.

De Antwerpse oudstrijders kunnen voortaan de ceremonieën boycotten waar de Belgische vlag wappert en de Brabançonne gezongen wordt. Die zijn immers door collaboratie besmeurd. De Belgische symbolen werden gebruikt door het Waals Legioen van de Waffen-SS, met Léon Degrelle. Hij was, samen met zijn mede-Franstalige en mede-belgicist Léopold III en in tegenstelling tot de flaminganten, één van de weinige Belgen die de hand van de Führer geschud hebben. Veel belangrijker is dat het officiële België, in navolging van de koning, collaboreerde. Vanaf de wapenstilstand werkte heel de Belgische overheid met de Duitsers samen en ze nam hun orders aan. Dit verhinderde dat de Duitsers de volledige controle overnamen, wat doorgaans beter is (en met name ook de redding van een groter percentage joden toeliet) dan een rechtstreeks bestuur door de bezetter, zoals in Nederland. Maar het geldt wel als collaboratie.

Er is in de belgicistische pers veel te doen geweest om de “Antwerpse” medeplichtigheid aan de deportatie. De Waalse steden die een gelijkaardig beleid voerden, hebben de betreffende dossiers vernietigd, zodat de historici niet kunnen uitpakken met studie over bv. de “Luikse medeplichtigheid”. Maar het stadsbestuur van Antwerpen, overigens geleid door een christendemocraat en niet door een partijflamingant, stond onder toezicht van Duitsland en van België, niet van een onbestaande Vlaamse republiek.

Ook NV-A en VB hebben vol overtuiging vóór de Belgische schuldbekentenis gestemd. Louter academisch is er wel het bezwaar dat de tekst van de bekentenis tegen het voortbestaan van “extreemrechts” waarschuwt, een term waarmee in België doorgaans de verschillende belichamingen van het Vlaamse zelfstandigheidsstreven aangeduid worden. Geschiedenis ten dienste stellen van een hedendaags politiek project, zeker het belgicisme maar ook een ander, is fout. Een tweede bezwaar is dat bij de terechte vermelding van het “antisemitisme” onvermeld blijft dat dit zich nu vooral situeert in de moslimwereld en bij onze eigen moslimbevolking. Doch de Belgische erkenning dat (niet de Vlaamse maar wel degelijk) de Belgische overheden te gewillig met de Duitsers hebben meegewerkt, is veel belangrijker.

Dit is een grote overwinning voor de Vlaamse beweging. Zij heeft weliswaar niets gedaan. Het initiatief kwam van belgicistische anti-Vlaamse krachten, ondermeer de universitaire historici (die blijkbaar op hun anti-Vlaamse gezindheid geselecteerd worden) en de politici van de traditionele partijen. Het was ook een verlangen van de joodse gemeenschap, ondersteund door de geschiedkundige feiten: het is nu eenmaal zo dat de Belgische overheden met de deportatiepolitiek meegewerkt hebben, en dat verdiende gewoon erkenning. Er komt dus een einde aan de periode waarin België de schuld kon afschuiven op de collaboratie door de Vlaamse beweging.

Labels: , , , , ,

Read more...

29 januari 2013

Een gevaar voor ons land ?


Volgens de heer di Rupo is de N-VA een separatistische partij en dus "een gevaar voor ons land". Logisch, niet ? Separatisme betekent toch het einde van België als land, zoals het separatisme van 1830 een einde maakte aan het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden ? Flaminganten zullen hierbij misschien als eerste reactie hebben in vraag te stellen over welk land we het dan wel hebben. Is België ons land wel, of is het Vlaanderen, of Nederland. En ze zouden kunnen concluderen dat het separatisme van vandaag geen gevaar is voor de Vlamingen zoals dat van 1830 geen gevaar was voor de Belgen. Ik zou er echter twee andere reflecties willen aan vastknopen.

Ten eerste: een gevaar voor een land. Ik kan me moeilijk voorstellen dat di Rupo bedoelde dat het separatisme een gevaar is voor het land in de zin van het grondgebied, de weiden als wiegende zeeën, de vlakten der heide, de dorpen en steden, de stromen, welige velden en wouden. Is het separatisme een natuurramp, die overstromingen veroorzaakt, een klimaatcatastrofe, een aardbeving ? Of is het een kracht die dorpen en steden vernielt en ons materieel erfgoed, zoals de oorlog heeft gedaan, maar meer nog de naoorlogse architecten en bouwpromotoren ? Die ons leefmilieu vernietigt ?  Dat het separatisme een gevaar voor het land wordt genoemd wijst integendeel op een perverse verwarring tussen een land, die eeuwige voedingsbodem voor mensen en volkeren ongeacht de politieke structuren, en een politiek regime of staatsstructuur. De eerste blijft heus wel liggen wanneer de tweede verdwijnt. Natuurlijk mag men rustig discussiëren over de vraag welke politieke structuur beter is voor welvaart en welzijn van de bewoners van dat land, van die streken, dropen en steden, en die discussie wordt in dit blad al vele jaren gevoerd. Wat di Rupo doet, is echter precies die discussie kortsluiten, uitschakelen, door als axioma voorop te stellen dat een opsplitsing van de staat per definitie nadelig is voor het welzijn van de bewoners - of moet ik zeggen onderdanen -.

Ten tweede: wat schuilt achter het "ons" van di Rupo. Men verwijt Vlaams-nationalisten – meestal ten onrechte – dat zij enkel hun eigen soort als Vlamingen zouden beschouwen. Kan men hier niet hetzelfde zeggen. Van wie is dat land dan wel, wanneer de regering niet eens een meerderheid heeft in Vlaanderen ? Is het land enkel van diegenen die de huidige staatsstructuur wensen te behouden ? Reeds in drie periodes in de geschiedenis van deze staat werden burgers die hierover anders dachten inderdaad door de eigen overheid (en niet slechts door een bezetter) van hun burgerrechten beroofd. Daarvan wil ik di Rupo niet verdenken, maar ook vandaag geldt toch dat wij te vaak naar het woord van Ludo Abicht, slechts vertaalde medeburgers zijn (1), die in een slecht vertaald Nederlands geregeerd worden. Zeggen dat het separatisme een gevaar is voor ons land hanteert nog steeds een ons dat geen recht wil doen aan een geëmancipeerd Vlaanderen.

Op dit punt is er overigens niets nieuws onder de zon: precies honderd jaar gelden schreef de Henegouwse volksvertegenwoordiger Emile Buisset in de Revue de Belgique in zijn bijdrage "Le Français, langue nationale de la Belgique"(1) een hoofdstukje onder de titel "Le Flamingantisme. Péril national" ...



(1)  L. ABICHT, De herinnering is een vorm van hoop, p. 21

(2) 45. Revue de Belgique nr. 18 van 15 september 1913, p. 71 v.






Read more...

21 januari 2013

De nood, de deugd, het chagrijn en het postje (Hoegin)

Deze week raakte bekend dat de N-VA Jan Briers voordraagt als gouverneur voor de provincie Oost-Vlaanderen. Een geniale zet, zo menen de enen, waarmee de andere partijen schaakmat werden gezet. En Open Vld onder leiding van Gwendolyn Rutten zich meteen hopeloos diep in de nesten werkte. Niet meer dan een signaal dat we niet willen meestappen in de carrousel van partijpolitieke benoemingen van de gouverneurs, zo vertelt men dan weer bij de N-VA. Het zal wel een beetje van alletwee zijn, plus ook dat men van de nood een deugd maakte. De N-VA heeft als jonge en succesvolle partij immers ook de luxe over niet te veel oudgedienden te beschikken die rustig willen uitbollen of dringend op een zijspoor gezet dienen te worden.

Is Jan Briers geschikt om André Denys op te volgen als gouverneur van Oost-Vlaanderen? Volgens de N-VA is hij de geknipte man, en daarin wordt zij bijgetreden door zowel de CD&V en de sp.a, toch binnen de Vlaamse Regering. De Open Vld durft hem voorlopig nog niet openlijk onbekwaam te noemen, al laat de vlammende persmededeling die Gwendolyn Rutten zondagnamiddag verspreidde niet veel meer aan de verbeelding over. Zij somt in die mededeling een aantal kwalificaties op, echter zonder dat helemaal duidelijk is waarom zij vindt dat Jan Briers zijn taken als provinciegouverneur niet naar behoren zou kunnen vervullen. Menig lezer zal zich trouwens afvragen of bij de vorige benoeming wel voldoende nagegaan werd of bijvoorbeeld André Denys –of pakweg Steve Stevaert in Limburg– ook aan al die voorwaarden voldeed. Of kon dat toen impliciet verondersteld worden, en beetje zoals een onweerlegbaar vermoeden, dankzij de partijkaart van de betrokkene?

Er is natuurlijk wel meer dat niet klopt in de persmededeling van Gwendolyn Rutten, en eigenlijk het hele discours van de Open Vld in deze zaak. Zo wordt de N-VA er bijvoorbeeld van beschuldigd geen overleg te hebben willen plegen. Een klacht die weinig steek houdt, aangezien Briers' naam naar de media gelekt werd vlak vóór het overleg binnen de Vlaamse regering zou plaatsvinden. Een overleg trouwens waar Open Vld niet eens betrokken partij bij was. Maar ook: die klacht treft eigenlijk niet alleen N-VA, maar net zozeer CD&V en sp.a, want zij waren zich blijkbaar ook van weinig kwaad bewust. Zou het daarom kunnen dat in deze de geijkte procedures wel degelijk gevolgd werden? Daaronder te verstaan: eens een gouverneurspostje aan een partij is toebedeeld, beslist die partij volledig autonoom wie zij wil benoemen, of ze moet al met een heel gekke naam op de proppen komen. Wat daarna volgt is nog slechts een formaliteit, waar Open Vld zelf vermoedelijk steeds stipt aan heeft meegedaan. Ik kan me dan ook niet voorstellen dat het «overleg» tussen de Vlaamse en federale regering ooit meer betekend heeft dan het meedelen van de correcte naam van de kandidaat-gouverneur, waarna de federale regering een eensluidend advies afleverde en overging tot de échte problemen van de dag. Op dit ogenblik Ford Genk of de Fyra bijvoorbeeld.

Daarom is ook de bewering dat de Open Vld deze benoeming wil blokkeren omdat ze niet mee wil stappen in een politiek spelletje te gek voor woorden. Het is uitgerekend de Open Vld die van deze benoeming een politiek spelletje heeft gemaakt, door vast te willen houden aan haar Oost-Vlaams gouverneurspostje als was het haar eigen privé-bezit. In dat opzicht mogen we misschien hopen dat deze soap voor de Open Vld een les in bescheidenheid en Realpolitik zal zijn, ook al zijn dat twee dingen die aan de nieuwbakken partijvoorzitster Gwendolyn Rutten duidelijk niet besteed zijn. Kan men inderdaad verwachten dat een Vlaamse regering, samengesteld uit CD&V, sp.a en N-VA, en waarvan de laatste op dit ogenblik geen enkele gouverneur tot de zijnen mag rekenen, iemand van Open Vld-signatuur zou voordragen terwijl diezelfde N-VA met de recentste verkiezingsuitslagen nog vers in het geheugen gemakkelijk twee gouverneurs zou kunnen opeisen? En dan kan men inderdaad stellen dat op basis van die verkiezingsuitslag ook Open Vld nog steeds recht heeft op één gouverneurspostje, maar we hebben die partij zo pakweg rond 2004 toch ook niet horen verkondigen dat het toen ook eens aan het Vlaams Belang de beurt was.

Overigens, laten we er de cijfertjes eens bijhalen. Op dit ogenblik leveren CD&V en sp.a ieder twee gouverneurs in Vlaanderen, en Open Vld één in Oost-Vlaanderen. Nemen we als basis de uitslag van de regionale verkiezingen van 2009, dan zou CD&V haar twee gouverneurs mogen behouden, en krijgen sp.a, Open Vld en Vlaams Belang ieder één gouverneur (in die volgorde). Pas daarna krijgt N-VA de zesde gouverneurspost. Nemen we echter de federale verkiezingen van 2010 als basis, of misschien zelfs nog passender de provincieraadsverkiezingen van 2012, dan zou N-VA twee gouverneursposten krijgen, en CD&V, sp.a en Open Vld ieder één. Dat CD&V en sp.a zich in deze zaak opvallend koest houden heeft er dus niet alleen mee te maken dat het hen prima uitkomt dat Open Vld en N-VA in een ietwat gênant moddergevecht terechtgekomen zijn, maar ook dat zij beiden wat het aantal gouverneurs betreft op dit ogenblik boven hun stand leven. Ik laat het voor rekening van de lezer om uit te vissen waarom ook de media dat aspect van de zaak niet de moeite van het belichten waard vinden.

Sta me trouwens ook toe, voor ik de rekening van N-VA wil maken, de voorstellen van zowel Groen als Vlaams Belang om de benoeming van de gouverneurs via een open vacature of een extern bureau te regelen een beetje goedkoop te noemen. Zij hebben vanuit de oppositie inderdaad makkelijk praten, want ze hebben toch niets te verliezen.

Maar over naar de N-VA, die nu wel graag de vermoorde onschuld speelt, maar anderzijds toch ook niet zo onschuldig is. Vooreerst heeft die partij, in tegenstelling tot de Open Vld, de luxe niet, en tegelijkertijd meteen ook het probleem, dat ze niet beschikt over een resem oudgedienden die ergens rustig willen uitbollen, incompetente politici die op een verkeerde plaats zitten en dringend op een zijspoor dienen gezet te worden, of ambitieuze kandidaten die niet herkozen raakten en dringend aan een inkomen geholpen dienen te worden. Zo is dat nu eenmaal in een partij waarvan de ouderdom in jaren en niet decennia gemeten wordt, en die al blij is als ze al haar lijsten voldoende gevuld krijgt met capabele kandidaten.

Dat de N-VA dus voor iemand van buiten de partij kiest is daarom niet alleen maar een deugd, zoals ze wil laten uitschijnen, maar deels ook een noodzaak. Als dat dan bovendien gebeurt op een ogenblik dat een andere partij –in neergang– een postje verliest waar het bovendien dan nog veel belang aan hechtte –want Oost-Vlaanderen was inderdaad van de Open Vld–, dan mag men mij het niet kwalijk nemen als ik daar deels toch ook het etiket adding insult to injury zou willen op plakken. Het verklaart ongetwijfeld ook een deel van de razernij die we bij de Open Vld kunnen waarnemen. Waarschijnlijk zouden zij het er iets gemakkelijker mee gehad hebben als de N-VA gewoon ergens een oudgediende had opgevist, desnoods iemand uit de tijd van de Volkunie, in plaats van zo ostentatief te snoeven dat zij niet uit waren op «het postje». Ondanks de occasionele blunder zijn ze zich bij de N-VA net iets teveel bewust van strategie en communicatie om dit niet ingezien te hebben, en het als een leuke bonus mee ingerekend te hebben in het hele proces. Ik weet dat ik het in ieder geval zou gedaan hebben.

Labels: , , ,

Read more...

19 januari 2013

Vandaag herhalen we de staartdeling (vpmc)


De politiek journaliste Kathleen Cools heeft in dagblad De Tijd een weekendcolumn: “De blik van Cools”. Vandaag gaat die over Lance Armstrong.
Cools houdt niet van de man zijn uitstraling, maar ze geeft toe dat ze niet veel verstaat van de koers. Van politiek wél, zo begrijpen wij, en dat kan iedereen aannemen maar de vergelijking die zij vervolgens maakt, lijkt die tweede bewering niet te ondersteunen. De Tijd, p.12: 

Maar net omdat ik geen kenner ben, heb ik er jarenlang met grote ogen en open vizier naar gekeken. Naar Armstrong. En naar dat wijdverbreide publieke geheim dat doping heet. Iedereen weet het, maar de show bleef doorgaan. Als ik het op mijn eigen wereld toepas: alsof politiek journalisten verkiezing na verkiezing zouden verslaan, jarenlang, op basis van een frauduleus kiessysteem. Iedereen weet het, maar we doen alsof het niet bestaat. Krankzinnig. 

Nu wil ik mij niet meten met Kathleen Cools als het op politiek inzicht aankomt, want ik voel mij meer op mijn gemak bij eenvoudige dingen, zoals bijvoorbeeld de staartdeling die wij allemaal moesten leren op de lagere school. 
Je had dan twee getallen, een deeltal en een deler, en je verkreeg een quotiënt. Een voorbeeld van zo’n deling ziet u hiernaast, en toevallig is dat een heel interessante deling.
Want om bij de rekenkunde te blijven: wat wij weten, is dat er in België een vast aantal Kamerleden is, 150 namelijk, en sommigen van hen worden in Vlaanderen verkozen, anderen weer in Wallonië. 
Nu hebben die Vlamingen gemiddeld 43.700 stemmen nodig voor een zetel, en de Franstaligen kunnen volstaan met 35.600. Je kunt dan bedenkingen hebben, maar dat is eenmaal zo geregeld.

Voor het gemak laten we die nullen vallen, en we beginnen met onze staartdeling. Waarom al die moeite, zult u zich afvragen. Wat is het nut van zo'n quotiënt? Wel, dat quotiënt leert ons, dat als Franstaligen 100 stemmen nodig hebben voor een zetel, de Vlamingen er 123 moeten halen. 

Iedereen weet het, maar we doen alsof het niet bestaat. Krankzinnig.


Labels: , , , , ,

Read more...

13 januari 2013

Duchâtelet vertelt over geschiedenis en taal (vpmc)


Werner Trio, producer bij Klara, had daarnet zoals elke zaterdag twee gasten in de studio. Dat waren vandaag Peter De Roover van de Vlaamse Volksbeweging, en Roland Duchâtelet van Melexis en voetbalclub Standard.

Nu zal niemand betwisten dat Duchâtelet een buitengewoon inventieve ingenieur is, en zoals hijzelf zegt: de elektronica van Melexis zit tegenwoordig in bijna elke auto die ergens van de band rolt.
Maar in het vuur van zijn Belgische betoog vergat Duchâtelet helaas de oude spreuk over de schoenmaker en zijn leest: ne supra crepidam sutor.

Roland beweerde namelijk dat het Nederlands nog niet oud was, want: het Woordenboek der Nederlandsche Taal was nog niet oud. Volgens hem was dat trouwens het oudste Nederlandse woordenboek. En hij wist nog "andere historische feiten", bijvoorbeeld ook over de spelling van die taal.

Het al langer bekend dat een taal niets meer is dan een dialect dat over een leger beschikt, maar Duchâtelet vindt dit onvoldoende. Een taal moet ook een woordenboek hebben, en een eenvormige spelling.

Als hij bij zijn leest was gebleven, dan had hij met meer reden kunnen zeggen dat er geen auto's bestonden vóór de tijd dat Melexis chips bakte.

 

Labels: , , , , , , , ,

Read more...

12 januari 2013

"Paleis zal meewerken aan strengere dotatiewet" (vpmc)


Je leest dat in de krant, maar medewerking van Laken is geheel overbodig.

In zijn “Wintermärchen” vertelt de dichter Heinrich Heine over een ontmoeting die hij had met Kaiser Rotbart (1122-1190).  Barbarossa had natuurlijk geen weet van latere tijden en nieuwe ontwikkelingen. De dichter legt daarom aan de keizer geduldig uit wat de modernste techniek is, die wel eens aangewend wordt als vorsten op het idee zouden komen om niét geheel vrijwillig hun medewerking te verlenen:


Der Kaiser blieb plötzlich stillestehn,
Und sah mich an mit den stieren
Augen und sprach: »Um Gottes will'n,
Was ist das, guillotinieren?«

»Das Guillotinieren« – erklärte ich ihm –
»Ist eine neue Methode,
Womit man die Leute jeglichen Stands
Vom Leben bringt zu Tode.

Bei dieser Methode bedient man sich

Auch einer neuen Maschine,
Die hat erfunden Herr Guillotin,
Drum nennt man sie Guillotine.

Du wirst hier an ein Brett geschnallt;– 

Das senkt sich; – du wirst geschoben
Geschwinde zwischen zwei Pfosten; – es hängt
Ein dreieckig Beil ganz oben; –

Man zieht eine Schnur, dann schießt herab

Das Beil, ganz lustig und munter; –
Bei dieser Gelegenheit fällt dein Kopf
In einen Sack hinunter.« 

Maar eerder, in zijn “Reisimpressies”, had Heine genuanceerd als een dichter kan zijn ook gewezen op het naar zijn smaak soms al te enthousiaste gebruik van deze machine tijdens de Franse Revolutie:

Man hat in den Schulen all die sogenannten Greuel der Revolution von den Kindern auswendig lernen lassen, und auf den Jahrmärkten sah man einige Zeit nichts anderes als grellkolorierte Bilder der Guillotine. Es ist freilich nicht zu leugnen, diese Maschine, die ein französischer Arzt, ein großer Weltorthopäde, Monsieur Guillotin, erfunden hat und womit man die dummen Köpfe von den bösen Herzen sehr leicht trennen kann, diese heilsame Maschine hat man etwas oft angewandt, aber doch nur bei unheilbaren Krankheiten.

Labels: , , , ,

Read more...

8 januari 2013

Vijf kantelpunten voor de nabije toekomst (Hoegin)

De mens heeft altijd de neiging te veronderstellen dat de nabije toekomst niet meer is dan een continue voortzetting van het heden en het nabije verleden. Een groot deel van de tijd is dit ook zo, maar af en toe treden er veranderingen op die een duidelijke «voor» en «na» definiëren. Niet allemaal zijn ze even voorspelbaar, maar bij het begin van dit jaar past het misschien enkele zulke kantelpunten tegen het licht te houden.

Laten we beginnen met een verandering die net zo goed al een tijdje geleden had gebeurd kunnen zijn: de ontbinding van LDD–Nationaal. Voor de provincieraadsverkiezingen werden er niet eens lijsten ingediend, zogezegd omdat de partij tegen het provinciale bestuursniveau is, maar dat de partij in de peilingen al een tijdje ver beneden de kiesdrempel zweeft zal ongetwijfeld ook wel een rol gespeeld hebben. Op dit ogenblik is de partij gereduceerd tot een fractie met zes parlementsleden in het Vlaams Parlement, één vertegenwoordiger in het Europees Parlement, Jean-Marie Dedecker zelf in de Kamer, en verder enkele gemeenteraadsleden hier en daar, die vaak nog niet eens onder de eigen naam LDD durfden op te komen bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen. De kans is groot dat de partij volledig zal verdwijnen uit de regionale, nationale en Europese parlementen na de verkiezingen van 2014, of het zou moeten zijn dat Jean-Marie Dedecker er opnieuw in slaagt in West-Vlaanderen een zetel te bemachtigen. De vraag is dan: is het eigenlijk nog de moeite waard een nationale partijstructuur in stand te houden, wanneer die alleen nog maar voor een administratieve rompslomp zorgt, plus af en toe nog wat ruzie?

Mijn vermoeden is dat Jean-Marie Dedecker zelf er hoogstwaarschijnlijk graag al lang een punt had achtergezet, maar zijn probleem is dat hij natuurlijk een verleden met zich meesleept en dus moeilijk nog bij een andere partij kan aansluiten. Bij de Open Vld maakte hij zich onmogelijk en werd hij uiteindelijk uit de partij gezet. De meest logische keuze nu zou de N-VA zijn, maar na zijn korte passage daar in november 2006 is dit zowel voor hem als voor de N-VA vermoedelijk geen optie meer. Bij Vlaams Belang heeft hij nooit willen aansluiten, en over CD&V, sp.a of Groen hoeven we het niet eens te hebben. Conclusie: bij een andere partij aansluiten is niet meer mogelijk, dus rest alleen nog de optie de partij op te doeken en de leden en mandatarissen vrij te laten in hun keuze om bij een andere partij aan te sluiten. Vermoedelijk vooral N-VA, en in mindere graad Open Vld. Vanuit een democratisch perspectief zou dit best nog voor de verkiezingen van 2014 gebeuren, want LDD heeft zeker enkele prima mandatarissen in huis die in de verscheidene parlementen op hun plaats zijn. Maar vooral ook omdat er dan geen stemmen verloren zouden gaan naar lijsten die weinig of geen kans maken de kiesdrempel te halen. Mijn aanvoelen is dat Jean-Marie Dedecker toch nog een poging zal willen wagen in 2014, en dat de ontbinding van LDD–Nationaal dus nog een tijdje op zich zal laten wachten.

Het volgende kantelpunt werd ondertussen al enkele malen vermeld: de verkiezingen van 2014, soms ook wel –weinig fantasievol– de «moeder aller verkiezingen» genoemd. LDD zal daarin waarschijnlijk alleen maar een bijrol spelen, net zoals een eventuele intrede van de PVDA niet meer dan een verhaal in de marge zal zijn. Alle ogen zullen immers gericht zijn op de N-VA. Zal die N-VA bijvoorbeeld haar opmars verderzetten, of is ze misschien al over haar hoogtepunt heen? Hoe dominant zal die N-VA in het Vlaams Parlement worden, en zal ze er incontournable worden dankzij een zogenaamde V-meerderheid? Is die V-meerderheid er niet, zal de N-VA dan überhaupt op een ernstige manier betrokken worden bij de verscheidene coalitieonderhandelingen? Of gaan we dan rechtstreeks naar een regering–Di Rupo II met aan Vlaamse zijde een afspiegelingsregering, misschien zelfs al op de verkiezingsavond beklonken? Zal de Vlaamse coalitievorming trouwens van start kunnen gaan vóór de federale regering gevormd is?

En wat als er in het Vlaams Parlement wél een V-meerderheid uit de stembus komt? Zullen de traditionele partijen het dan aandurven nogmaals in een federale regering te stappen zonder de N-VA? En zal de N-VA dat dan toelaten, of vervolgens het Vlaamse niveau blokkeren? Wie zal trouwens die Vlaamse regering leiden als de N-VA er deel aan neemt: iemand van de N-VA (Antwerps burgemeester Bart de Wever?), of toch Kris Peeters?

Zoals de lezer het merkt: de verkiezingen van 2014 roepen een pak vragen op, maar voorlopig zijn daar nog maar weinig antwoorden op te verzinnen. Het is zelfs nog niet eens zeker wanneer die verkiezingen plaats zullen vinden: in principe vallen de volgende Europese (en dus ook regionale) verkiezingen immers op zondag 8 juni 2014, maar dat is meteen ook pinksterzondag. Daarom vroeg het Europees Parlement reeds de Europese verkiezingen naar mei te verplaatsen. De volgende federale verkiezingen zijn dan weer wettelijk vastgelegd op 20 juli 2014, maar het lijkt erg onwaarschijnlijk dat men amper enkele weken na de Europese en regionale verkiezingen, midden in de zomervakantie en bovendien vlak voor de nationale feestdag (met dus verlengd weekeinde) de bevolking nogmaals naar de stembus zal willen sturen. De verkiezingen zullen dus hoogstwaarschijnlijk in de tweede helft van mei 2014 plaatsvinden, maar een concrete datum is er voorlopig nog niet.

Eens de verkiezingen van 2014 achter de rug volgen de coalitiebesprekingen, waarbij het uitkijken worden welke rol koning Albert II deze keer zal spelen, of zal willen spelen. En daarmee zijn we aan ons volgende kantelpunt aanbeland: het einde van het regnum van Albert II. Inderdaad, de commotie rond zijn kersttoespraak en welke rol hij wel of niet mag spelen bij de federale regeringsonderhandelingen is eigenlijk niet meer dan een achterhoedegevecht. Sedert de plotse dood van koning Boudewijn weten we allemaal dat het snel kan gaan, en dat kranten van de ene dag op de andere moeten kunnen overschakelen van een gezapige komkommertijd naar ekstra-edities en nieuws de klok rond. Zelfs al wordt koning Albert II honderd jaar –wat ik hem trouwens als mens van harte toewens–, dan is het nog twijfelachtig dat hij in 2034 nog steeds op de troon zal zitten en effectief formateurs, informateurs, koninklijke verkenners en wat weet ik nog allemaal het veld zal insturen.

Op die manier zitten de Belgische royalisten, waaronder «principiële republikeinen» als een sp.a-voorzitter Bruno Tobback, toch wel een beetje gevangen. Aan de ene kant wensen ze dat koning Albert II zoveel mogelijk macht behoudt, zelfs al is het allemaal maar symbolisch, omdat op die manier een partij als CD&V mooi in de pas gehouden kan worden. En met haar ook een aanzienlijk deel van de Vlaamse bevolking, dat binnenskamers af en toe wel eens wil morren, maar zich uiteindelijk toch maar weer bij de situatie neerlegt. Maar wat zal dat worden eens prins Filip op de troon zit? Zal men hem voldoende kunnen sturen om niet al te gekke fratsen uit te halen? En zal hij bij de Vlaamse bevolking voldoende geloofwaardigheid kunnen opbouwen om haar onder de Belgische knoet te kunnen blijven houden? Koning Albert II kon het zich veroorloven met de vuisten op tafel te slaan, maar een partij die tegen haar eigen belangen in in een federale regering stapt omdat koning Filip zich wat boos maakt riskeert vooral zichzelf onsterfelijk belachelijk te maken.

Overigens, wat de regeringsonderhandelingen betreft volstaat het dat één partij weigert nog mee te spelen in het stukje slecht amateurtheater dat telkens weer opgevoerd wordt, en de rol van de koning is de facto uitgespeeld. Bart de Wever hoeft volgende keer dus niets meer te doen dan de koninklijke uitnodigingen naast zich neer te leggen, eventuele informateurs wandelen te sturen en als voorzitter van de grootste fractie in het parlement zelf gesprekken aan te knopen zoals die hem behagen, en hij heeft meteen zijn hervorming op zak. Dat vraagt natuurlijk wel een beetje meer moed, en vooral ook de wil om eens buiten de Belgische en eindelijk binnen de democratische lijntjes te kleuren dan het schrijven van een open briefje met een smeekbede aan alle andere partijvoorzitters. Dat zijn collega Gwendolyn Rutten van de Open Vld, soortelijk gewicht in de peilingen ongeveer een derde of nog minder van de N-VA, die vraag prompt hooghartig naast zich neerlegde hoefde dan ook niet te verwonderen, om niet te zeggen dat het eigenlijk het enige mogelijke antwoord was.

Over partijvoorzitters gesproken, in 2014 loopt het huidige mandaat van Bart de Wever als voorzitter van de N-VA af. En de vraag wie hem zal opvolgen als de nieuwe partijvoorzitter van de N-VA is nu al voer voor interviews en speculaties. Een voor de hand liggende kandidaat als Jan Jambon liet zelfs al verstaan dat hij geen kandidaat wil zijn.

De huidige dominante positie van de N-VA in het Vlaamse partijpolitieke landschap zorgt ervoor dat de verkiezing van een nieuwe partijvoorzitter meer is dan een partij-interne aangelegenheid. Wie de nieuwe voorzitter wordt, en hoe hij/zij die rol zal invullen zal gevolgen hebben voor de politiek in Vlaanderen. Onder meer omdat een miscast meteen ook die dominante positie van de N-VA op losse schroeven zou zetten. De afgelopen jaren kon Bart de Wever met recht en reden zeggen «le parti, c'est moi», en daardoor is ook onduidelijk of de N-VA zulke goede scores haalt omwille van haar partijprogramma dan wel haar voorzitter. In het geval van de LDD (en eerder ook ROSSEM) weten we dat het vooral het laatste was. De N-VA heeft natuurlijk wel een diepere historische en maatschappelijke verankering via de oude Volksunie en de Vlaamse Beweging, maar anderzijds behaalde de N-VA ondanks die verankering bij de verkiezingen in 2003 slechts één verkozene, namelijk Geert Bourgeois in West-Vlaanderen. Lijsttrekker voor de Kamer in de kieskring Antwerpen was toen een zekere Bart de Wever…

Sluiten we af met een dubbel kantelpunt: de referenda in Catalonië en Schotland over onafhankelijkheid, allebei geprogrammeerd voor 2014. In landen als Finland, Litouwen of Slovenië zal men waarschijnlijk weinig problemen hebben met die referenda, maar dat ligt wel even anders voor bijvoorbeeld Frankrijk of Italië, om over de betrokken landen Spanje en Groot-Brittannië nog maar te zwijgen. Maar ook de Europese Unie kan lastig doen, al zal die uiteindelijk wel bijdraaien. Schotland zou men eventueel nog kunnen missen, maar een eenvoudige blik op de kaart leert dat het geopolitiek gezien volslagen idioot zou zijn een zelfstandig Catalonië buiten de EU te willen houden als straf voor hun verfoeilijk nationalisme. (En in tegenstelling tot de onzin die Paul Magnette vandaag in De Standaard serveerde geldt dat laatste uiteraard ook voor Vlaanderen dat nota bene Brussel omsluit.)

Indien Catalonië en/of Schotland in 2014 als resultaat van hun referenda de onafhankelijkheid zouden uitroepen, zou dat natuurlijk een pak benen wegslaan vanonder de argumentatie van de Belgische partijen dat separatisme moeilijk en duur is, en zeker niet eenzijdig kan. Maar ook voor de N-VA zou Schotse of Catalaanse onafhankelijkheid enkele problemen opleveren, en de zaak van het Vlaams Belang merkelijk versterken. Want daar sta je dan met je verhaal van evolutie in plaats van revolutie. Of confederalisme –in welke betekenis dan ook– in plaats van separatisme. Om over ontbrekende draagvlakken nog maar te zwijgen. (Waar waren trouwens de draagvlakken voor de invoering van het migrantenstemrecht, de euro of de afschaffing van de doodstraf?)

Ziedaar mijn vijf kantelpunten voor de nabije toekomst: de ontbinding van LDD–Nationaal, de verkiezingen van 2014, het einde van het regnum van Albert II, een nieuwe partijvoorzitter voor de N-VA en Schotse en/of Catalaanse onafhankelijkheid. Uiteraard staat er de komende jaren veel meer te gebeuren dan dit, zoals bijvoorbeeld de opstelling van de begroting voor 2014 of een nieuwe gehypete politicus, maar zulke dingen behoren meer tot de gewone dagelijkse gang van zaken. Welke van de vijf kantelpunten de belangrijkste zal zijn valt moeilijk in te schatten, onder meer omdat ook de timing een zekere rol speelt. Mijn vermoeden is echter dat op dit ogenblik weinig of geen rekening gehouden wordt met het einde van het regnum van koning Albert II, en dat er daarom een groter verrassingseffect aan verbonden zal zijn dan aan de andere. Voor een instabiel land als België is zoiets zelden goed nieuws.

Labels: , , , , , , , , , ,

Read more...

2 januari 2013

Pauli en de fabeldichter Aesopus (vpmc)


Ik las net een column van Walter Pauli. Het ging over politiek en voetbal. Hij had namelijk gekozen voor de vorm van de aesopische vergelijking, en bracht in een vrij uitgesponnen verhaal Bart De Wever in het veld, samen met de legendarische spits van Bayern München, Gerd Müller. Deze Müller had in zijn beste tijd als koosnaampje der Bomber, en daarna werd dat der Dicke, maar dat laatste vermeldt Pauli niet.

En net zoals Aesopus soms een vos laat spreken, of een ezel samen met een leeuw op jacht laat gaan, komen er ook bij Pauli onverwachte wendingen en onwaarschijnlijkheden voor.
Zo zegt hij in verband met de kerstvertelling van Albert Coburg:
“Koning en premier waren zich er niet eens van bewust dat ze gevaar voor eigen doel hadden gecreëerd.”
En Pauli betreurt dan dat een goaltjesdief als De Wever toch weer raak schiet.

Nu waren Albert en Elio zich ook niet helemáal onbewust van wat zij vertelden. Walter geeft dat toe:
“Ging de toespraak van Albert over N-VA? Ongetwijfeld. Zij het in minieme mate, een klein tikje tegen de enkel.”
Maar dat was een onvrijwillige fout:
“En weer blijkt het bijzonder moeilijk om zichzelf te verdedigen tegen wat eigenlijk niet is gezegd en nooit was bedoeld. Want De Wever springt in één moeite van populisme naar fascisme en van de jaren dertig naar de jaren veertig. Historicus De Wever weet dat dit niet kan en niet mag, politicus De Wever doet het toch. Uit de schwalbe volgt een weergaloos doelpunt.”

Merkwaardig is dat Pauli het fascisme pas in de jaren dertig of veertig opmerkt. Dat is flink mis.
Een historicus kan en mag hier denken aan de fascistische Mars op Rome van 27 tot 29 oktober 1922, en een filmliefhebber kan en mag hier denken aan Sophia Loren en Marcello Mastroianni.

De wanhoop zit er bij onze journalisten diep in. Velen voelen zich de laatste tijd nogal depri, en dan kunnen er concentratiestoornissen optreden.
.

Labels: , , , , , ,

Read more...

De Standaard over Narendra Modi


 

De Standaard (21 dec. 2012, door “jb”) bloklettert: “India omarmt hindoe-nationalist. Narendra Modi wint verkiezingen in deelstaat Gujarat”. Aanleiding zijn de deelstaatverkiezingen in Gujarat, waar Modi al meer dan 10 jaar deelstaatpremier is: “Narendra Modi is India's meest gehate én geliefde politicus. Na zijn zege in Gujarat lonkt voor de hindoe-nationalist het Indiase premierschap.”

 

Partijdig

De verkiezingen zijn maar de aanleiding; wat de krant werkelijk bezig houdt, is dit: “Krijgt de grootste democratie ter wereld, met haar groeiende economie, straks een premier die beschuldigd wordt van betrokkenheid bij dodelijk religieus geweld? Die kans is niet denkbeeldig. Waarschijnlijk zal zijn partij, de hindoe-chauvinistische BJP, hem voordragen als kandidaat voor de nationale verkiezingen van 2014. Zijn bijnaam is ‘de koopman des doods'.”

De onnodige term “chauvinistisch” is niet alleen niet toepasselijk op de ruggegraatloze BJP, maar is vooral duidelijk partijdig. Of beschrijft De Standaard de SP.a ook met omschrijvingen die alleen haar vijanden gebruiken in plaats van de naam die zij zichzelf geeft? Het hele artikel is één groot pamflet tegen de deelstaatpremier. Ik ben goed geïntroduceerd onder Gujarati’s, maar had nog nooit de term “de koopman des doods” gehoord. Kennelijk verkeert deze auteur in een ander soort kringen.

De enige keer dat de krant de overwinnaar zelf aanhaalt, is het op sceptische toon: “Modi vertelt graag dat hij van een onbetekenende familie komt. ‘Ik heb geen middelbare school gedaan', zei hij in een interview in Time Magazine, ‘maar boeken waren mijn beste vrienden.' Hij beweert dat hij minder verdient dan een parlementariër, niet vatbaar is voor corruptie en recht op zijn doel afgaat.”

Een journalist die niet te lui of te partijdig is, kan minstens de beweringen over zijn lage afkomst (zonder meer juist) en van niet-corruptie verifiëren. En dan blijkt dat Modi bij vriend en vijand sinds lang een reputatie van schone handen verworven heeft. Hij wordt wel niet “Mr. Clean” genoemd, en maar goed ook: de premiers met die bijnaam, Rajiv Gandhi en V.P. Singh, bleken niets te ondernemen tegen de corruptie en uiteindelijk zelf zeer corrupt te zijn (zegt het Bofors-schandaal u nog iets?).

 

Schuilnaam

Dan onthult De Standaard de schuilnaam van haar enige bron voor dit uitgebreid artikel: “‘Modi rekent altijd af met zijn tegenstanders', zegt Anand McNair, een invloedrijke journalist in Gujarat. Hij schrijft onder een pseudoniem om te voorkomen dat Modi's mensen hem het werken onmogelijk maken.”

Aangezien half India zich bezighoudt met Modi aan te vallen, ondermeer heel de centrale regering (Congres), heeft deze criticus niets te vrezen. Zijn schuilen achter een pseudoniem is voor niets nodig en maakt hem ongeloofwaardig. De echte reden daarvoor is waarschijnlijk dat hij onder zijn echte naam door de mand gevallen is, en het onder een andere naam nog eens wil proberen. Want Modi trekt leugenachtige critici aan, zoals Harsh Mander en Teesta Setalwad, die vroeg of laat hun geloofwaardigheid verliezen. Van laatstgenoemde zei de met veel bombarie opgevoerde kroongetuige tegen Modi achteraf dat zij ontvoerd was en tot beschuldigende getuigenverklaringen gedwongen.

Wie tussen de regels kan lezen, ziet dit bevestigd door De Standaard zelf. Deze geeft toe dat hij een verleden met Modi heeft: “Hij was net aangesteld als verslaggever in Gujarat toen daar in februari 2002 rellen uitbraken.”

 

Godhra

En dit zou de meestersleutel zijn om het gebeurde te begrijpen: “Modi, die bij de komende verkiezingen weinig kans maakte, zat met zijn handen in het haar. McNair: ‘Hij had nauwelijks medestanders. Maar de rellen waren zijn redding.'”

Dus de moslims zouden rellen begonnen zijn speciaal om BJP-leider Modi te helpen? Want laat er geen twijfel over bestaan dat het begin van de rellen moslimwerk was: “De rellen begonnen toen moslims, die eerder in het station belaagd waren door hindoes, twee wagons met hindoeactivisten in brand staken. Daarbij kwamen 59 hindoes om, onder wie vrouwen en kinderen.”

Dat die moslims in het station van Godhra “belaagd” werden, is zo een van die leugens die van het begin verspreid (en overgenomen) zijn om de moslimactie goed te praten, maar voor de rechtbank geen stand hielden. In ieder geval zijn zij niet vermoord: de eerste slachtoffers van de rellen waren 59 hindoes, meestal vrouwen en kinderen. In Indiase treinen bestaan namelijk vrouwenwagons, en die werden door de brandstichters aangestoken. Stel het je maar eens voor: godsdienstrellen met 59 doden uit één gemeenschap. Op dat ogenblik waren er bij de slachtoffers 100% hindoes en 0% moslims.

Naar de rellen in Gujarat in 2002 wordt altijd verwezen als naar een Tweede Wereldoorlog die begint met de Geallieerde “agressie tegen Europa” op 6 juni 1944 in Normandië. Het begin wordt buiten beeld gehouden; pas wanneer de hindoes op hun beurt in actie komen, gaan de lichten aan.

 

De rellen

Dit is hoe de hindoes tot de daad overgingen: “Modi gaf toestemming de lichamen naar Ahmedabad te brengen, waar een processie werd gehouden. Onmiddellijk braken rellen uit. Hindoe-menigten werden opgezweept door activisten van de radicale organisatie Rastriya Swayamsevak Sangh (RSS), die net als Modi's BJP wordt geïnspireerd door het ‘hindutva'-gedachtegoed: het idee dat India in de eerste plaats bestemd is voor hindoes. Modi was zijn carrière bij de RSS begonnen.”

De RSS is in de eerste plaats de grootste NGO ter wereld. Onder de Indiase bevolking (niet bij de media) is zij vooral bekend om haar hulpverlening bij natuurrampen. Bij de tsunami verschenen ook in onze kranten foto’s met tentenkampen waarop een geoefend oog RSS-opschriften in het Hindi kon herkennen, hoewel de kranten daar natuurlijk niet de aandacht van de onwetende lezer op trokken. Van kleinsaf leert men er stokvechten, en met wat gemanipuleerde foto’s wordt dit dan spoedig “’s werelds grootste privé-militie”. Narendra Modi heeft echter nog nooit een vlieg kwaad gedaan; indien wel, dan had het immers op de één van de Times of India gestaan.

De volgende dagen vielen een duizendtal doden. Linkse organizaties hebben het over “minstens tweeduizend”, maar de cijfers zijn officieel, en door het systeem van financiële compensatie voor de nabestaanden van godsdienstrellen zeker niet te laag geschat (want dat zou betekenen dat een treurende familie zich niet meldt en de compensatie links laat liggen). De BJP wou, naar verluidt, wraak: “‘Ik was in het station in Ahmedabad toen daar de aangevallen trein binnenliep', vertelt McNair. ‘Op het perron stonden hoge BJP-leden. ‘‘Vrees niet'', zeiden ze tegen de geschokte hindoes, ‘‘morgen zullen de moslims vermoord worden.'' Modi had hen kunnen stoppen. Dat deed hij niet.'”

Het zou natuurlijk kunnen: de BJP, van wie geen woord kritiek op de islam geciteerd kan worden, laat de gewone hindoes hun wraak op de moslimgemeenschap, van wie (of van sommige van wier leden) de moorddadigheid bewezen was, koelen. Wij hebben nog nooit een moslim een haar gekrenkt, maar wij houden dan ook de islam tegen het licht. Omgekeerd zullen mensen die nooit de islam bekritiseren, gemakkelijker tot geweld tegen moslims overgaan. Gujaratis zijn meestal met een flinke dosis Mahatma Gandhi (ook een Gujarati) grootgebracht, ze zijn daar héél geweldloos, tot het eens te veel wordt, en dan gaan ze echt wild te keer.

Dat Modi niets deed om te gemoederen te bedaren, is wel de gemene wijsheid, maar is uit de rechtszaken tegen hem niet gebleken. (www.gujaratriots.com) Hij liet er zelfs het leger bijhalen, dat toen eigenlijk bij de grens lag na de Pakistaanse inval in 1999, om de orde te handhaven. Sedert de zaak met Jurgen Ceder in juli 2012 (voor een feit uit 1984 tweemaal vrijgesproken, maar nu toch door De Morgen en Knack als schuldig behandeld) weten wij dat onze kranten zich het recht voorbehouden om gerechtelijke uitspraken terzijde te schuiven en zelf fatwa’s uit te spreken. Inzake Modi dus insgelijks.

En met succes. Modi’s critici hebben gedaan gekregen dat het Amerikaans congres aan Modi een visum geweigerd heeft toen hij naar de VS uitgenodigd was om over het economisch welslagen van zijn deelstaat te vertellen. Het heeft hem niet belet om met zijn economisch mirakel de voorpagina van Time (26 maart 2012) te halen.

 

Ontwikkeling

De rellen zouden Modi van pas gekomen zijn: “Enkele maanden later behaalde Modi een overweldigende verkiezingsoverwinning. In zijn speeches waarschuwde hij voor de polygamie en de grote gezinnen van moslims. Ook de verkiezingen van 2007 won hij overtuigend met zijn anti-moslimretoriek.”

Wij hebben van die retoriek niets zelf gehoord, en de DS-redactie nog minder. Hoewel er reden is om de bron te wantrouwen, zullen wij van het beweerde voorlopig uitgaan. Het is natuurlijk een bewezen feit dat het geboortecijfer bij moslims hoger ligt, zoals volkstelling op volkstelling bevestigt; dat zij in India wel en niet-moslims niet het recht tot veelwijverij hebben; en dat deze rechtsongelijkheid eigenlijk onverzoenbaar is met het beweerd seculiere karakter van de Indiase staat. De anonieme getuige kan Modi dus niet van leugens beschuldigen; daar is het hem trouwens niet om te doen. Maar een verkiezingsrede is misschien niet de beste plaats om deze waarheden te formuleren, suggereert hij.

De stemming na de rellen herinneren we ons zeer goed: de media waren intens anti-Modi, maar ook erg anti-Gujarati tout court. Mogelijk stemden de Gujaratis toen met klemtoon voor Modi om een vuist te maken voor hun deelstaat.    

Inmiddels ging Modi gewoon door met de opbouw van Gujarat: “Sindsdien heeft Modi gewerkt aan een nieuw imago: van ‘Mr. Death' werd hij ‘Mr. Development'. Hij opende speciale economische zones waar bedrijven floreren. En met zijn autoritaire regeerstijl rekende hij af met al te corrupte ambtenaren en politici.”

Kijk, kijk, het is weer niet goed: zeldzaam zijn de politieke leiders die echt tegen de corruptie optreden, hoewel die kwaal aan de gewone man dagdagelijks de grootste ellende bezorgt. Maar als iemand het dan toch doet, heet hij opeens “autoritair”.  

“Maar Modi's economische resultaten liggen onder vuur. Hoewel Gujarat de afgelopen jaren de Indiase nummer één was in banengroei, is het de enige staat waar de kwaliteit van de gezondheidszorg, de toegang tot onderwijs en de geletterdheid dalen.”

Dit is pure onzin, een niet eens subtiele leugen. Alle welzijnsstatistieken voor Gujarat zijn zeer gunstig. Geletterdheid in Gujarat bedraagt 69% tegen 61% in heel India. Er is 1 dokter per 1250 inwoners. Speciale programma’s tegen perinatale sterfte hebben dit probleem in vergelijking met de rest van India ver teruggedrongen.    

 

Getuige vermoord

Nog volgens onze pseudonieme journalist: “Het laatste jaar onthield Modi zich van moslimvijandige uitspraken. Hij liet zich filmen tijdens bezoeken aan moskeeën en soefi-tombes. Maar toch zijn z'n kaarten nog niet geschud: deze zomer werd zijn vertrouweling Maya Kodnani tot 28 jaar cel veroordeeld wegens haar aandeel in de rellen. En velen vragen zich af of Modi op de avond van de treinbrand deelnam aan de cruciale vergadering waar beslist werd om wraakzuchtige hindoes vrij baan te geven. Haren Pandya, een minister die daarover in 2002 getuigde, werd in 2003 vermoord.”

Inderdaad, Modi is één van die politici die het nodig vinden de moslims wat stroop om de baard te smeren. De veroordeling van zijn vertrouwelinge bewijst juist dat het gerecht niet op de hand van Modi is, en versterkt het gewicht van het feit dat hij nog steeds niet veroordeeld is, dus dat de beschuldigingen van de media vals zijn. Haren Pandya was sinds lang tevoren een politieke vijand (maar partijgenoot) van Modi. Het onderzoek naar zijn moordenaars heeft echter niets opgeleverd: alle verdachten zijn vrijgesproken. Het spoor naar Modi bestaat enkel in de gretige verbeelding van de pseudonieme journalist, het was in de rechtbank zelfs niet aan de orde.

 

Modi populair

Het valt niet te ontkennen, Modi is populair: “Uit een recente opiniepeiling verkoos 83 procent van de ondervraagden Narendra Modi als premier. Maar het is niet zeker dat zijn populariteit standhoudt als zijn Mr. Death-imago in de campagne opduikt.”

Dat “Mr. Death”-imago wordt dag in dag uit in de media uitgespeeld; daar bestaat er gewoon geen ander. Hoe dat dan nu die grote meerderheid kan ombuigen, zal een raadsel blijven.

De meeste lezers weten niet genoeg van India om dit artikel in indologisch opzicht te kunnen beoordelen; dat geldt trouwens ook voor de voltallige Standaard-redactie. Maar het is zeer wel mogelijk om het journalistiek te beoordelen. De enige bron is een anonieme getuige van wie we wel weten dat hij openlijk partijdig is en namelijk campagne voert tegen Modi. Het beginsel van woord en wederwoord wordt volledig met voeten getreden. Het sluit ook totaal niet aan op de actualiteit: het artikel gaat vooral over rellen van meer dan 10 jaar geleden (28 februari 2002), terwijl het nieuws is dat Modi in december 2012 de verkiezingen zeer overtuigend en voor de vierde keer gewonnen heeft. Het is weer een nieuw dieptepunt in de verloedering van onze “kwaliteitskranten”.

 

Labels: , , , ,

Read more...

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>