16 oktober 2011

Het Vlinderakkoord, een gemiste kans op communautaire pacificatie in BHV

Na meer dan 400 dagen onderhandelen hebben de 8 partijen een akkoord afgesloten over de 6e Belgische Staatshervorming, het vlinderakkoord. De onderhandelaars hebben getracht om tot een eerbaar compromis te komen om het communautaire conflict in BHV te pacificeren alsook de Belgische Federale Staat voorts te hervormen.

De nadruk in dit artikel ligt bij de pacificatie van het communautaire conflict in BHV. Om tot een pacificatie te komen moet men duidelijkheid scheppen rond de territoriale indeling en duidelijke duurzame spelregels vastleggen die de territoriale indeling bevestigen, niet ondermijnen. Uitzonderingsmodaliteiten kunnen blijven bestaan, maar worden best weggewerkt. Hoe men ook tot een oplossing komt moet er sprake zijn van gelijkheid onder burgers.

Het communautaire conflict BHV.

In het geval van het communautaire conflict in BHV gaat het om het verduidelijken van de indeling in taalgebieden, specifiek het toebehoren van Halle Vilvoorde tot het ééntalig Nederlandstalig taalgebied terwijl 'Brussel' - zijnde de 19 gemeenten van het Hoofdstedelijk Gewest - behoren tot het tweetalig taalgebied. Het communautaire probleem van BHV draait namelijk rond de gevolgen van de overloop van het tweetaligheidsstelsel in het ééntalig Nederlandstalig taalgebied, voornamelijk door de stadsvlucht uit de Brusselse gemeenten naar Vlaams grondgebied. Deze stadsvlucht versterkt de druk op het ééntalig taalgebied door het toenemend aantal Franstalige inwoners die verhuizen naar de regio Halle-Vilvoorde. Een pacificerende oplossing moet trachten de integriteit van het ééntalig Nederlandstalig taalgebied te vrijwaren, rekening houdend met de Gelijkheid der Belgen.

Via het vlinderakkoord voert men als 'compensatie' een hele resem uitzonderingsbepalingen in, die net die territoriale indeling in taalgebieden niet verduidelijken maar verder ondermijnen. De uitzonderingsmodaliteiten kan men indelen in drie types naargelang het territoriaal gebied waarop ze betrekking hebben, in casu type 'Halle Vilvoorde'; type 'de zes' Vlaamse taalfaciliteitengemeenten (voortaan de Zes) gelegen rondom het tweetalig taalgebied en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Wemmel, Wezembeek-Oppem) en als derde type 'le très grand Bruxelles' dat heel het grondgebied van BHV (en meer) beslaat.

Uitzonderingsbepalingen 'Halle Vilvoorde'.

Dit type aan uitzonderingsbepalingen kan men terugvinden bij de keuze voor gecoöpteerde Senatoren en de 'splitsing' van het Gerechtelijk Arrondissement BHV. Wat ze gemeenschappelijk hebben is dat ze de ééntaligheid van het Nederlandstalig taalgebied in HV ondergraven.

  • Een Franstalige gecoöpteerde Senator zal onrechtstreeks tot de Senaat verkozen worden via de gemeenschapsverkiezing aangevuld door reststemmen uit de Kamerverkiezing. Dit druist in tegen de indeling in taalgebieden (4GW) in relatie met de verdeling van de gemeenschapsbevoegdheden (127GW), alsook in relatie met de territorialiteit van het Vlaams Gewest (5GW).


Het is een uitzonderingsbepaling uitsluitend ten bate van de Franstalige gecoöpteerde Senatoren zonder enige wederkerigheid voor de Nederlandstalige gecoöpteerde Senatoren. Geen enkele Nederlandstalige gecoöpteerde Senator kan genieten van reststemmen afkomstig uit het Waals Gewest, terwijl een Franstalige gecoöpteerde Senator wel kan genieten van reststemmen uit het Vlaams Gewest dankzij de kieskantons Halle Vilvoorde, die toebehoren tot de provincie Vlaams Brabant op zich onderdeel van het Vlaams Gewest (5GW). (NL: Vlaams Gewest + Brussels Hoofdstedelijk Gewest. FR: Waals Gewest + Brussels Hoofdstedelijk Gewest +HV uit Vlaams Gewest). Het hanteren van de reststemmen uit de Kamerverkiezing staat haaks op de bedoeling van een gemeenschapsvertegenwoordiging via de Senaat.

Het hanteren van de reststemmen (Kamer) uit Halle Vilvoorde voor Franstalige gecoöpteerde Senatoren ondermijnt de ééntaligheid van Halle Vilvoorde. Halle Vilvoorde behoort exclusief toe tot het ééntalig Nederlandstalig taalgebied gezien de indeling in taalgebieden (4GW) en de verdeling van gemeenschapsbevoegdheden (127GW). Kortom, een gemeenschapssenator kan niet gecoöpteerd worden door reststemmen uit kieskantons die exclusief toebehoren tot het grondgebied van een andere gemeenschap. Hiermee ondermijnt men de ééntaligheid van HV.

  • De splitsing van het Gerechtelijk Arrondissement is eigenlijk een ontdubbeling waarbij Franstalige rechtbanken nog steeds bevoegd blijven voor heel het arrondissement Brussel Halle Vilvoorde. De 8 onderhandelaars splitsen het parket in een Brussels en een parket HV, maar detacheren automatisch ook Franstalige tweetalige magistraten tot het parket van Halle Vilvoorde.


Een Franstalige rechtbank die bevoegd blijft voor een taalgebied-overschrijdend gerechtsgebied is en blijft strijdig met de indeling in taalgebieden (4GW), zelf al stipuleert men in 30GW dat een wet het taalgebruik in gerechtszaken regelt. Een wet kan niet ingaan tegen een grondwetsartikel, aldus moet zij rekening houden met 4GW.

Een anderstalige of tweetalige rechter in hoofdzaak van Franstalige taalrol kan niet bevoegd zijn voor zaken uit ééntalig Nederlandstalig taalgebied zoals Halle Vilvoorde, tenzij er sprake is van een overheveling van de gerechtszaak zoals dit mogelijk is binnen het kader van de wet inzake taalgebruik in gerechtszaken van 15 Juni 1935. Hetzelfde geldt voor de Franstalige tweetalige magistraten gedetacheerd bij het Parket van Halle Vilvoorde. Zij moeten hun werk uitsluitend in het Nederlands verrichten. Kortom, men maakt gebruik van het tweetalig taalgebied om het ééntalig Nederlandstalig taalgebied te ondermijnen.

Uitzonderingsbepalingen 'de Zes'.

In het vlinderakkoord komen uitzonderingsbepalingen ter sprake die uitsluitend betrekken op de Zes. Het gaat om compromissen rond de splitsing van het kiesarrondissement BHV, de benoeming van de niet-benoemde burgemeesters uit de Zes en het taalgebruik bij de beroepsprocedure bij Raad van State door inwoners uit de Zes.

  • Als compensatie voor de zuivere splitsing van de kieskring BHV zijn de 8 onderhandelaars overeengekomen een uitzonderingsmodaliteit in te voeren zich beroepend op het arrest v/h Grondwettelijk Hof. Er komt een apart kieskanton bestaande uit de Zes waarin kiezers zullen kunnen kiezen tussen stemmen voor de kieslijst uit Brussel-Hoofdstad of de Vlaams-Brabantse kieslijst.


Een uitzonderingsmodaliteit is mogelijk, dat hebben we al gezien bij de taalfaciliteitengemeenten als uitzondering op 4GW (indeling taalgebieden), maar moet wederkerig zijn. De Gelijkheid der Belgen mag niet geschonden worden, daarom dat het GW hof stipuleerde dat men rekening dient te houden met de gewettigde belangen van de Franstaligen EN Nederlandstaligen uit die vroegere provincie.

Het is duidelijk dat de uitzonderingsmodaliteit in dit geval enkel de belangen van de Franstaligen behartigd. Het zijn de kiezers van Franstalige taalrol die willen blijven stemmen voor Brusselse kieslijsten onder de noemer 'vrijwaring van rechten'. Het zou enigszins evenwichtiger zijn mochten de Vlamingen in het tweetalig taalgebied een gelijkaardige keuze mogen hebben, zodat zij kunnen kiezen voor de Vlaams-Brabantse kieslijsten. Het probleem is dat dit systeem één van de Grondwettelijke bezwaren van het GW Hof niet verhelpt, met name de bezwaren rond de verdeling van de Kamerzetels in verband gebracht met 63GW. De vooropgestelde uitzondering is niet wederkerig en lijkt mij ook niet evenredig.

De vraag stelt zich wat het Grondwettelijke Hof eigenlijk bedoelde met 'gewettigde belangen van Franstaligen & Nederlandstaligen uit die vroegere provincie'. Ik vermoed dat het GW Hof alludeerde op de vroegere lijstverbintenis, de apparentering tussen de 'oude kieskringen' destijds onder de provincie Brabant (Leuven, BHV, Nijvel). Hiermee werden de reststemmen uit andere kieskringen gerecupereerd om alsnog een Kamerzetel toe te kennen aan politici die net onvoldoende voorkeurstemmen hadden. Het Vlinderakkoord sluit apparentering net uit. De manier waarop de 8 onderhandelaars dit geïnterpreteerd hebben dient enkel het belang van de Franstaligen territoriaal beperkt tot de Zes, de belangen van de overige mensen binnen BHV worden niet behartigd. Logisch gevolg zou zijn dat de gewettigde belangen van Franstaligen & Nederlandstaligen niet werden behartigd, aldus is er geen sprake van Gelijkheid der Belgen.

  • Tegelijk voert men een wijziging door inzake administratieve geschillen vanwege inwoners uit de Zes. Voortaan zal hun zaak voorgeleid/behandeld worden bij/door de Algemene Vergadering (bestuursrechtspraak) van Raad van State indien het geschil gebiedsgebonden is tot de Zes, ipv/e ééntalige Nederlandstalige Kamer van RvS. Hetzelfde geldt voor de procedure tegen de niet-benoeming van een kandidaat-burgemeester uit de Zes door de Vlaamse overheid.


Hiermee onttrekt men de bevoegdheid van een ééntalig Nederlandstalige Kamer om ze over te hevelen naar een paritair samengesteld tweetalige vergadering, waarbij de taalrol roterende Voorzitter een beslissende stem heeft bij staking van stemmen. Opnieuw tracht men het tweetaligheidsstelsel te implementeren in ééntalig taalgebied. Dit komt neer op een inbreuk op de indeling in taalgebieden (4GW), gezien de Zes nog steeds behoren tot het ééntalig taalgebied rekening houdend met de status van taalfaciliteitengemeente.

De Zes maken nog steeds deel uit van de Provincie Vlaams-Brabant, dat territoriaal toebehoort tot het Vlaams Gewest (5GW), gewest dat een ééntalige Nederlandstalige bestuursentiteit is. De uitzonderingsmodaliteit richt zich uitsluitend op administratieve geschillen uit het Vlaams Gewest, hiermee voert men een juridische ongelijkheid in tegenover administratieve geschillen uit het Waals Gewest. Een verdere schending van de Gelijkheid der Belgen schuilt eveneens in het feit dat deze uitzonderingsmodaliteit uitsluitend van toepassing is in de Zes ipv alle taalfaciliteitengemeenten in het Rijk.

Men stelt - in mijn ogen - de Nederlandstalige administratieve rechtcolleges wel degelijk in vraag gezien hun bevoegdheid in de Zes quasi automatisch overgeheveld zal worden naar de Algemene Vergadering (waarborgen, rechtstelsels en taalrechten verbonden aan 'randgemeenten') zonder voorafgaande appreciatie.

Het valt op dat dit type van uitzonderingsmodaliteiten slechts betrekking hebben op 6 van de 7 taalfaciliteitengemeenten in Halle Vilvoorde, terwijl de Franstaligen uitzonderingen eisten ter bescherming van 'de rechten van alle Franstaligen' in heel Halle Vilvoorde. De taalfaciliteitengemeente Bever ligt in de periferie van Halle Vilvoorde, veilig ver weg van het 'Brusselse' tweetalig taalgebied.

Niettemin ondergraven deze uitzonderingsmodaliteiten de ééntaligheid van het Nederlandstalige taalgebied en schenden ze de Gelijkheid der Belgen. Meer nog, ze richten zich op gemeenten nabij/aangrenzend het tweetalig taalgebied met een specifiek statuut dat reeds een uitzondering vormt op de Nederlandstalige ééntaligheid.

Uitzonderingsbepaling 'le très grand Bruxelles'.

  • Nieuw in het Belgische institutionele labyrint is de oprichting van een Hoofdstedelijke Gemeenschap. Het zou een nieuw overlegorgaan moeten vormen om 'Brussel' beter te verbinden met haar 'hinterland'. Uit het Vlinderakkoord kan men opmaken dat het de doelstelling is om samenwerkingsverbanden tussen het Vlaams, het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest samen te brengen in één officieel overlegorgaan. Een overlegorgaan dat minstens een adviserende rol krijgt in Gewestelijke bevoegdheden die zich afspelen buiten de territoriale beleidsbevoegdheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.


Het voornaamste probleem is dat de term Gemeenschap reeds een betekenis heeft binnen het Belgische Staatsbestel. Een gemeenschap oefent de persoonsgebonden bevoegdheden uit overgeheveld door de Federale overheid (BE GW). De benaming gemeenschap is indicatief dat men meer beoogt dan louter een overlegorgaan.

De gehanteerde verwoordingen in het vlinderakkoord verduidelijken dat het hoofdzakelijk gaat om een relatie tussen 'Brussel en haar hinterland'. Impliceert dat het grondgebied van het Vlaams en Waals Gewest rondom het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (2talig taalgebied) 'natuurlijk' zou moeten vertoeven in de invloedssferen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dit kan niet bevorderlijk zijn voor de verduidelijking van de bestaande territoriale indeling en is indicatief voor een bedreiging voor de territoriale integriteit van het Vlaams en het Waals Gewest.

Het is duidelijk dat de Hoofdstedelijke Gemeenschap een institutioneel vehikel dient te zijn waarmee het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zich kan bemoeien met beleidsbeslissingen van het Vlaams Gewest en van het Waals Gewest. Het vlinderakkoord stipuleert niet welke 35 gemeenten het beoogde 'Brusselse hinterland' vormen, buiten dat het zou gaan om gemeenten van het Vlaams e/h Waals Gewest.

Eindconclusie.

Het lijkt mij duidelijk dat het vlinderakkoord de bestaande interne territoriale afbakening, zijnde de indeling in taalgebieden (gewesten & gemeenschappen), niet herbevestigen noch verduidelijken. Het tegendeel is waar, door de invoering van allerhande uitzonderingsmodaliteiten dewelke quasi uitsluitend een impact hebben op het ééntalig Nederlandstalig taalgebied (Halle Vilvoorde of de Zes). Quasi uitsluitend omdat de Hoofdstedelijke Gemeenschap zich ook richt op Waalse gemeenten. Aldus concludeer ik dat het vlinderakkoord geen aanleiding zal geven tot een pacificatie van het communautair (territoriaal) conflict in BHV.

De hierboven vermelde uitzonderingsmodaliteiten stellen systematisch het ééntalig Nederlandstalig taalgebied in Halle Vilvoorde in vraag, met uitzondering van de Hoofdstedelijk Gemeenschap. Het valt te vrezen dat de focus op 6 specifieke Vlaamse taalfaciliteitengemeenten aanleiding zal geven tot een volkomen apart statuut, waardoor ze steeds meer een overgangsgebied vormen tussen het ééntalig Nederlandstalig en het tweetalig taalgebied.

Het Vlinderakkoord zal hoegenaamd de verfransing van de Vlaamse Rand rond Brussel niet stoppen, ook hiermee dient men rekening te houden. Het valt te verwachten dat de politieke druk op het ééntaligheidsstatuut van de HV-gemeenten de komende jaren zal toenemen door de toenemende verfransing, hetgeen zich vertolkt in een bedreiging voor de territoriale integriteit van het Vlaamse Gewest. Mijn vrees is dat de Zes door de toenemende verfransing en bijhorende politiek-communautaire druk uiteindelijk zullen overgaan tot het tweetalig taalgebied als onderdeel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Ik verwacht dat diverse betrokken partijen een grondwettelijke toetsing zullen eisen voor de hierboven vermelde uitzonderingsmodaliteiten. Het is mijn verwachting dat geen van deze een grondwettelijke toetsing zullen doorstaan. Gezien de gevoeligheid van het communautaire conflict in BHV en de traagheid van de politieke wereld om wetgevend te reageren op de Arresten van het Grondwettelijk Hof zal het wellicht 10 jaar duren voordat we opnieuw in een gelijkaardige patstelling terecht komen. Weliswaar in een andere geopolitieke context door de verfransing en het institutionele kaderwerk van het vlinderakkoord.

Labels: , , , , , ,

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>