(Omdat destijds geen hond het gelezen heeft, en het nu licht werpt op de misdaad in Oslo, herpubliceren we dit stuk, in november 2006 verschenen in
't Pallieterke. Anders Breivik handelde vanuit wanhoop dat de politiek en de intelligentsia ooit het nodige zouden doen om de expansie van de islam tegen te gaan. Hij was niet bij de tijd, want in de politiek, zelfs in het progressieve Noorwegen, wordt nu langzaam maar zeker de bocht genomen naar een restrictiever immigratiebeleid en naar een aanpak zonder onzin van de de integratieproblematiek. Wat het intellectuele weerwerk betreft, zie hier.)
“Het onvermijdelijke mogelijk maken”, dat is het ambacht van de staatsman. Er zijn zo van die situaties waar een bepaalde ontwikkeling voelbaar in de lucht hangt, alleen is nog onduidelijk hoe beslissende hindernissen uit de weg zullen geruimd worden. Tot de man van het ogenblik, de langverwachte, ten tonele verschijnt. Zo zeggen talloze Waalse politici en buitenlandse Brusselcorrespondenten dat België niet lang meer te leven heeft, dat de splitsing elk moment te gebeuren staat. Maar hoe dan? Die stomme Vlamingen krijgen niet eens BHV gesplitst. De Belgische echtscheiding is dan wel onvermijdelijk, maar ze lijkt onmogelijk. Zodus, eerzuchtige jonge politicus, grijp je kans op een plaats in de geschiedenis, en vind die zwakke plek in de Belgische constructie waar één duwtje volstaat om de ineenstorting te bewerken.
Evenzeer onvermijdelijk maar schijnbaar tegengesteld aan de huidige evolutie is de implosie van de islam. Een vijftiental jaar geleden schreef ik artikels met titels als “De dreiging van de islam”. Nu die boodschap gemeengoed geworden is, ben ik er zelf niet meer zo zeker van. Eén goedgerichte ingreep, en de islam zakt ineen.
Voor de duur van dit artikel gaan we uit van de veronderstelling dat de islam zich opmaakt voor de verovering van Europa, dat dan “Eurabië” wordt. Uiteraard bedoelen de moslimleiders die ons waarschuwend toespreken, zoals Aiman al-Zawahiri van al-Qa’ida na het citaat van paus benedict XVI over Mohammed, inderdaad van bedreigend te zijn. Uiteraard menen zij het wanneer zij voorspellen dat Europa weldra als rijpe vrucht in de schoot van de islam valt. Maar is dat niet een muis die brult?
Demografisch gezien komt de islam vervaarlijk opzetten. Daarom was al-Zawahiri ook zo triomfantelijk: hij houdt geweld als optie open maar vertrouwt erop dat Europa vanzelf wel islamitisch wordt, namelijk door numerieke groei van de moslims en door bekering van de autochtonen, waartoe hij trouwens de paus en alle christenen opriep. Hoewel de geboortecijfers in de moslimwereld en bij onze moslimmigranten dalen (maar in landen als Niger en Jemen zijn ze nog altijd ruim boven de vijf per vrouw), zijn zij overal consistent hoger dan die bij hun niet-moslimse buren, en dat is wat telt. Bij voortzetting van de huidige trend is een moslimmeerderheid in vele Europese landen onvermijdelijk.
Aantallen zijn niet onbelangrijk, zie bv. Oost-Bengalen, het huidige Bangladesj, waar de hindoes de elite vormden maar de meerderheid uit moslims bestond. Kwaliteit is belangrijker dan kwantiteit, dachten de hindoes, die er al lang aan geboortenbeperking doen en hun kinderen de beste opvoeding geven. Maar regelmatig terugkerende pogroms, veelvuldige ontvoering van hindoe-meisjes en de stapsgewijze islamisering van de staat hebben steeds meer hindoes op de vlucht gedreven: in zestig jaar is hun aandeel in de bevolking gedaald van één derde tot één twaalfde. Weldra zal de laatste er vertrekken en het licht uitdoen, want een land met alleen moslims verzinkt in duisternis.
Een wet zonder uitzonderingen is dat overal waar moslims de meerderheid vormen, de niet-moslims daaronder lijden. Hoe zeer, dat kan dan verschillen naargelang tijd en plaats, gaande van wettelijke “positieve discriminatie” zoals in Maleisië, via etnische zuivering door kleine terreur (“één gedood, honderd op de vlucht”) zoals in Kasjmir en nu in Irak, tot en met genocide zoals in Turkije in 1915. Het vooruitzicht van een demografische omslag naar een moslimmeerderheid moet dus zeker bezorgd stemmen.
Toch is de islam een reus op lemen voeten. Het Arabisch Ontwikkelingsrapport van de VN (2002) heeft cijfermatig de achterstand en steriliteit van de Arabische kern van de islamwereld blootgelegd. Onderzoek & ontwikkeling, cultuurspreiding, mediawaaier, geletterdheid bij vrouwen, elke parameter plaatst de Arabische landen onderaan de ladder, zeker in verhouding tot hun geldmiddelen. Dezelfde tendens valt ook op bij andere moslimlanden: Pakistan in vergelijking met India, de Maleise moslims tegenover de niet-moslims, de moslimse immigranten bij ons tegenover de Chinese. Bovendien is de culturele uitstraling van de islamwereld naar buiten toe nul komma nul.
In Europa zijn we getuige van een grootschalige insijpeling van Zuid- en Oost-Aziatische cultuurelementen, die samen met de verwestersing van het Oosten het begin van een éénwordende wereldbeschaving vormt. Daartegenover zien we zelfs niet de geringste overname van islamitisch cultuurgoed. Geen niet-moslima ter wereld die uit eigen beweging de sluierdracht overneemt. De muziek- of filmproductie uit Doha of Bahrein interesseert niemand buiten de Golfregio, en zelfs daar zet het heidense Bollywood de hoofdtoon. Iran heeft een filmindustrie, maar haar interessantere producties zijn juist seculier en dikwijls voorzichtig islamkritisch. De ajatollahs wantrouwen haar terecht als een heidense infiltratie, een geval van “the medium is the message”: film als medium, zelfs die zeldzame film die een islamheld verheerlijkt, is intrinsiek modern en onislamitisch.
Kortom, de “soft power”, de culturele uitstraling, ligt volledig bij de niet-moslims, en werkt bij moslims de de-islamisering in de hand. Spijts al haar crisissen en decadentie blijft onze beschaving veruit superieur aan de grote weerstandshaard daartegen, de islam. Wij zeggen dat de islam het Westen bedreigt, maar de islam heeft eigenlijk meer reden om zich door het Westen bedreigd te voelen.
Als we ons laten doen, dan krijgen we een situatie als in de gouden tijd van de islam: moslim-veroveraars genieten de vruchten van de technologie en de cultuur die opgebouwd zijn door niet-moslims. Concreet voorbeeld: in plaats van zelf aan een islamitische bom te zwoegen, nemen ze Frankrijk en zijn kant-en-klare force de frappe over. Wij hebben immers het vernuft, zij niet. Als we dat vernuft nu eens richten op de strategische vraag hoe we de uitdijende islam te slim af kunnen zijn, dan zullen wij winnen, hij niet.
Als wij er niet in slagen, de inname van Europa door de islam te verijdelen, dan zal de geschiedenis oordelen dat wij onze zegekansen lichtzinnig vergooid hebben; dat wij onze sterke punten onbenut gelaten hebben; dat wij in een strijdperk door vijanden belaagd werden maar toch voortdeden alsof er niets aan de hand was. Tegen deze vijand kunnen we niet verliezen tenzij we weigeren om zijn uitdaging onder ogen te zien en te beantwoorden.
Ik heb wel degelijk “vijand” geschreven, en ik durf ook de veel gesmade uitdrukking “wij en zij” gebruiken. Die vijandige verhouding is ons immers door hen opgelegd. Reeds van in de Koran heeft de islam besloten om de niet-moslims als vijanden te bejegenen. Inzake het bestaan van die vijandschap hebben wij niets te kiezen: ze is er al.
Maar is dat reden om de moed op te geven? Henryk Broder raadt de Europeanen aan om hun werelddeel aan de islam over te laten en zich in Oceanië te hergroeperen. Als Jood is hij erfgenaam van een traditie van landverhuizing telkens het in een gegeven land te heet onder de voeten werd. Voor een kansloze minderheid als de Joden was dat de beste strategie, maar wij zijn hier nog lang niet in de minderheid, wij kunnen het tij keren.
Ik hoor ook veel christenen zuchten dat de islamisering van Europa nu onvermijdelijk geworden is. Tot hen zou ik zeggen: dat overtreedt een belangrijk christelijk gebod. Naast geloof en naastenliefde leert Paulus nog een derde deugd, de hoop. Wanhoop is zonde. Het is beter om heel hard in het duister te turen tot men een lichtpuntje aan het einde van de tunnel ziet.
Wanneer mensen de ernst van het islamprobleem aan de orde stellen, dan hoor je welgedane predikanten zalvend verklaren dat “we ons niet door angst mogen laten leiden”. Dat is zeker niet wat ik hier bedoel. Angst kan een zeer goede raadgever zijn. Het geitje dat geen angst kende, werd door de wolf opgegeten. Het is een volkomen normale reactie dat men angst voelt wanneer men de demografische ontwikkelingen ten voordele van de islam bekijkt en dan vooruitdenkt.
Echter, wanneer men de situatie iets nauwkeuriger onderzoekt, dan kan men de angst weer laten varen. Niet omdat de elite na de haat nu ook de angst (bv. de “islamo-fobie”) bij de verboden gevoelens geklasseerd heeft, maar omdat de feiten genoeg uitzicht laten op een oplossing. Zonder dat wij één serieuze vinger hebben uitgestoken om de islam te verzwakken, tekenen zich een aantal trends af die op termijn de nederlaag van de islam inluiden.
Er is een uittocht bezig van moslims uit de islam. De voorhoede breekt volledig met de islam en engageert zich ook om hem te bestrijden, zie het pionierende boek van Ibn Warraq: “Why I Am Not a Muslim”, en zijn vervolgboek met getuigenissen van afvalligen: “Leaving Islam: Apostates Speak Out”. Er is niets intrinsiek islamitisch aan moslims. Laat papen en papenvreters wedijveren in het bekeringswerk onder moslims, zodat we straks op TV een debat tussen logebroeder Ahmed en kardinaal Moestafa kunnen bekijken.
Nog veel meer moslims nemen het met de islam niet nauw. Het is allicht een meerderheid, toch in België, die wel vasthoudt aan enkele rituelen maar de Westerse samenleving niet voor een islamitische zou willen ruilen. Je ziet in de politiek heel wat dadelbabes en andere geboren moslims van leer trekken tegen allerlei onderdrukkend obscurantisme. Bij toename van het aantal moslims kan de greep van de islam op die randmoslims weer sterker worden, maar het is niet zeker dat dit effect duurzaam is. Zij, en zelfs ook de moslims in Iran of Saoedi-Arabië, ondervinden nu eenmaal in gestadig toenemende mate de invloed van de niet-islamitische wereldcultuur.
Een eeuw geleden, toen Europa van zelfvertrouwen blaakte, dronken de elites in Kaïro en Teheran gulzig aan het Europese model, terwijl zij de islam alleen nog als folklore eerbiedigden en hun identiteit in hun vóór-islamitisch nationaal erfgoed zochten. De politieke machtsverhoudingen zijn sindsdien gewijzigd, de culturele veel minder. Er is een race aan de gang tussen twee tegengestelde tendenzen: de opmars van de islam en de uitholling van de islam onder invloed van het kritische denken en aantrekkelijke culturele voorbeelden van buitenaf. Aan ons om de tweede tendens te versterken.
Helaas, ook na 11 september en de moord op Theo van Gogh volharden onze overheden en toonaangevende intelligentsia in de dwaasheid. Zij zijn nog steeds de eerste verdediginglinie van de militante islam. In Le Soir (21-11-2006, “Sire, il n’y a pas d’islam belge”), stelt Chemsi Chéref-Khan, die zich “humaniste de culture musulmane” noemt, het onverstand van het Belgische islambeleid aan de kaak. België kiest als gesprekspartner een raad die via de moskeeën verkozen wordt, wat noodwendig de religieuze apartheid versterkt “ten nadele van de geseculariseerde islam van de grote meerderheid van de medeburgers die men moslim noemt”. Men negeert de vrijheidslievende stemmen (of bestraft ze zelfs, zoals Ayaan Hirsi Ali) en duwt de geboren moslims terug in hun moslimidentiteit. Tijdens de Deense cartooncrisis hebben zeer veel opiniemakers en politici tegen de vrije meningsuiting gekozen en vóór appeasement van de islam.
De wedloop tussen expansie en verdamping zal nochtans eindigen met de verdwijning van de islam. De vraag is alleen wanneer. In 1920 voorspelde Bertrand Russell de onhoudbaarheid en noodwendige neergang van het Sovjetsysteem, maar wie toen 20 werd, moest tot zijn 90 wachten eer het systeem implodeerde. De dreiging van de islam is beperkt en betrekkelijk, maar toch wel formidabel genoeg om de komende generatie nog veel ellende te bezorgen.
Echter, als wij ophouden met de uitdaging van de islam te negeren, als wij in hem de vijand erkennen die hij zelf verklaart te zijn, dan zijn wij zeker bekwaam om dit probleem in te dammen en het binnen zekere perken te laten uitzieken. De details van een strategie kunnen we in dit korte bestek niet afhandelen, maar we zullen op dit thema nog vaak terugkomen. De actualiteit zal er immers regelmatig aanleiding toe geven.
Labels: Breivik | Anders Behring, Broder | Henryk M., islamdebat, Warraq | Ibn
Read more...