Het VB-amnestievoorstel en bijhorende heisa nader bekeken
De afgelopen dagen was er in Franstalig België veel te doen rond de overweginname van een wetsvoorstel inzake amnestie 'voor collaborateurs tijdens de Tweede Wereldoorlog'. Het Vlaams-Belang-voorstel werd i/d Senaat in overweging genomen door een Vlaamse meerderheid - zonder Groen! - tegen een Franstalige 'minderheid'.
Tijd om deze zaak eens nader te bekijken. Vooraf aan een analyse van de diverse Franstalige persberichten en uitspraken van belangengroepen & Franstalige politieke partijen (+Groen!) in de pers en via persberichten bestudeer ik eerst de Amnestiewet Vermeylen (1961) gevolgd door het wetsvoorstel Laeremans (2011).
Mijn eindconclusie is dat de Franstalige partijen en de pers ogenschijnlijk het Wetsvoorstel Laeremans (2011) niet grondig gelezen of begrepen hebben.
De hele heisa lijkt te draaien op een totaal andere interpretatie van het wetsvoorstel aangewakkerd door de politieke herkomst van het voorstel (Vlaamse Belang) en het onverwacht doorbreken van een zekere continuïteit - zijnde het wegstemmen van elk voorstel dat te maken heeft met 'amnestie' en 'collaboratie' - alsook het de facto doorbreken van het Cordon Sanitaire.
De verspreking van Minister De Clerck vormde uiteraard extra olie op het vuur waarbij de diverse Franstalige partijen elk verzet tegen elk amnestievoorstel gelijkstellen aan een democratische houding en bijgevolg elke andere houding neerkomt op een antidemocratische houding.
Een zeer gevaarlijke stelling dat eigenlijk de diepte en breedte van de communautaire kloof alleen maar verder blootlegt. Het gevolg hiervan is dat een politieke koerswijziging of gedragswijziging voor de Franstaligen rondom dit thema quasi onmogelijk is en dat men vanuit Franstalige e.a. diverse belangenorganisatie (inclusief het Forum der Joodse Organisaties) een taboe plaatst op eender welke andere of afwijkende visie op het oorlogsverleden.
Door heel de heisa rond dit voorstel - dat men plots heeft verbreed naar een algemene collectieve amnestie - is een sereen debat quasi onmogelijk. Men wijkt af van de eigenlijke inhoud en beoogde doelstellingen van het wetsvoorstel Laeremans. In de context van de aanhoudende federale onderhandelingen is dit voorstel niet echt opportuun te noemen. De Franstaligen wentelen zich hiermee opnieuw in een kaakslagpolitiek en krijgen bijkomstige argumenten om wereldwijd te verkondigen dat alles wat Vlaams is het collaboratieverleden vergoelijkt.
Men moet de sereniteit van het debat herstellen in de mate van het mogelijke. Wellicht zal dit slechts lukken door de verdere parlementaire afhandeling van dit voorstel op de lange baan te schuiven.
A. De Wet Vermeylen uit 1961.
In de Franstalige media werd hier en daar verwezen naar de 'amnestiewet van 1961' - de Wet Vermeylen betreffende de epuratie inzake burgertrouw (teruggevonden op ejustice). De Wet Vermeylen deelde de burgerbevolking getroffen door epuratiemaatregelen op in 8 groepen - ingedeeld per strafmaat - met telkens de bijhorende mogelijkheden tot het herbekomen van Burgerlijke en/of Politieke Rechten.
Wie op de epuratielijst stond (dus niet veroordeeld) of minder dan 3 jaar strafmaat kreeg kreeg automatisch een eerherstel in zijn/haar burgerlijke & politieke rechten. Wie 3 tot 10 jaar strafmaat opliep kon een verzoekschrift tot eerherstel indienen bij de minister van Justitie en moest een eed afleggen van gehoorzaamheid a/d Wetten v/h Belgische volk. Diegene met nog zwaardere strafmaten moesten de rechtbanken aanspreken en konden slechts in beperkte mate eerherstel bekomen.
In 1986 kwam er een wetsvoorstel aan bod in de Kamer om de Wet Vermeylen te versoepelen. Het Wetsvoorstel Bourgeois (1986) voorzag in een versoepeling van de Wet Vermeylen, uiteindelijk niet goedgekeurd. De indieners benadrukten dat hun wetsvoorstel een individuele behandeling van de dossiers beoogde met het behoud van het systeem van persoonlijk verzoekschrift tot het bekomen van eerherstel en sloot voortvluchtigen uit (verloren blijkbaar Belgische nationaliteit).
De toelichting van dat wetsvoorstel van CVP-Kamerlid André Bourgeois [gesteund door Kamerleden Zefa De Loore-Raeymaekers, Herman Suykerbuyk, Paul Tant, Jos Dupré?, Ch. Moons] leert ons het volgende over de impact van de Wet Vermeylen:
- 20.652 personen inschreven op de lijsten van de Krijgsauditeur die niet werden veroordeeld werden automatisch en volledig hersteld in alle rechten.
- 23.114 personen veroordeeld tot minder dan 3 jaar werden eveneens automatisch hersteld in alle rechten. Daar bovenop moeten nog eens diegene met strafvermindering/genadeverzoeken komen. (In totaal waren er 20.000 genadebesluiten).
- 8 148 personen veroordeeld tussen 5 à 10 jaar straf waren in de mogelijkheid om tot tot volledig herstel van burgerrechten te komen.
- 9 844 personen eveneens veroordeeld tussen 5 à 10 jaar kwamen in aanmerking voor louter een herstel van hun burgerrechter (niet in politieke rechten.). [totaal 61.758]
Interessant gegeven is de raming van de Minister van Justitie uit 1983 weergegeven in het wetsvoorstel: 600 tot 650 personen bleven gedeeltelijk of geheel ontzet uit hun politieke & burgerlijke rechten. Terwijl een Ecolo'er het recent had over een 1000-tal personen.
Nog cijfertjes vinden we terug in de bespreking van een Wetsvoorstel tot uiwissing van veroordelingen voor bepaalde misdrijven tegen de uitwendige veiligheid van de Staat van toenmalig Senator Bert Anciaux (1995).
Toenmalig Senator Anciaux beriep zich op een verslag van André Bourgeois van 14 November 1984. Hieruit leren we dat tussen 18 September 1944 en 31 december 1949 346.283 incivieke dossiers werden geopend door de militaire parketten, 43.093 namen op de epuratielijst van de Krijgsauditeurs en 58.784 andere dossiers...een totaal van 448.160 verdachten...uiteindelijk waren er ~53.000 veroordelingen waarvan 15.575 voor intellectuele of politieke collaboratie. Kortom ~395.160 personen werden verdacht maar nooit veroordeeld wegens collaboratie.
Ik stel mij nu de vraag welke schade deze ca 395.160 personen geleden hebben. Hebben zij ooit excuses gekregen of schadevergoedingen?
B. Het Senatoriële Wetsvoorstel Laeremans (2011)
...richt zich op 'het buitensporige optreden' van de Belgische Staat, inclusief de volksrepressie en 'gebrekkige' reactie hierop vanwege de Belgische Staat. Er is sprake van het specifiek viseren van de Vlaamse beweging. In het voorstel haalt men verschillende verzachtende omstandigheden aan voor de Vlaamse collaboratie daarbij verwijst men o.a. naar de deportaties uitgevoerd door de Belgische Staat tijdens de eerste Meidagen 1940 alsook de strenge katholieke opvoeding. Na een lange tekst verduidelijkt men de verschillende getroffen 'doelgroepen' waarvoor men amnestie beoogt in het wetsvoorstel. De opsomming begint eigenlijk vanaf pagina 4 tem 9/12 (Amnestievoorstel - Wet Laeremans).
(*) Justitiële fouten/Gerechtelijke dwaling - personen die met een 'zeer magere' bewijslast zouden zijn veroordeeld geweest wegens collaboratie.
(**) Personen wiens Burgerlijke & Politieke rechten ontnomen werden zonder veroordeling (de 20.652 personen op de epuratielijst waarvan sprake was in het wetsvoorstel Bourgeois). Het Vlaams Belang komt ergens op een cijfer van 74346 personen wiens rechten vervallen werden verklaard door de epuratiewet en hierdoor schade leden (beroepsverbod, invoering van bewijs v burgertrouw). In het wetsvoorstel stelt men deze maatregelen voor als een de facto 'burgerlijke dood' (GW-verbod).
(***) Personen getroffen door maatregelen met oog op schadevergoeding. Men verwijst naar de boetes en opgeëiste schadevergoedingen door de Belgische Staat die volgens het voorstel neerkwamen op de facto verbeurdverklaring van goederen (GW-verbod) en voorts verwijst men naar een arrest v/h hof van beroep te Gent (2 Juni 1949) bevestigd door het Hof van Cassatie (14 dec 1950) waaruit voortvloeit dat "...een misdrijf tegen de uitwendige veiligheid van de Staat niet volstaat opdat een vordering tot schadevergoeding gegrond zou zijn." (pagina 8/12). Kortom, de Belgische Staat mocht geen schadevergoeding eisen. Daarnaast klaagt men het Sequester (dwangbeheer op goederen) aan dat gehanteerd werd als preventieve maatregel.
Het wetsvoorstel stelt voor een commissie op te richten "...voor de schadeloosstelling van de door de naoorlogse repressie getroffen personen of hun nabestaanden ten gevolge van veroordelingen en sancties wegens vermeende daden van incivisme gesteld tijdens Tweede Wereldoorlog.". De 'vermeende daden' slaat - mijn inziens - niet op een negatie van het collaboratieverleden maar is gericht op specifieke groepen van mensen die getroffen werden in de repressie zonder veel bewijs of die getroffen werden doch nooit veroordeeld. De gevallen waarin men kan stellen dat er sprake is van of waarvan de betrokkenen (of nabestaanden) van mening zijn dat er sprake is van gerechtelijke dwaling worden hierbij toegevoegd.
Bovendien: "Een aanvraag tot schadeloosstelling kan worden ingediend door elke persoon die de Belgische nationaliteit bezit of bezeten heeft en die financiële schade geleden heeft ten gevolge van een veroordeling of sanctie wegens vermeende daden van incivisme tijdens de periode van 10 mei 1940 tot 8 mei 1945. Indien een persoon die aan deze voorwaarden voldoet, reeds overleden is, kan een aanvraag tot schadeloosstelling ingediend worden door de rechthebbenden tot de eerste, tweede en derde graad in de zin van de artikelen 737 tot 744 van het Burgerlijk
Wetboek."(pagina 9/12 v/h voornoemde wetsvoorstel).
Het wetsvoorstel beoogt de invoering van een systeem waarbij diegene (of hun nabestaanden) die getroffen werden door de repressie zonder enige veroordeling of die hun veroordeling contesteren de mogelijkheid krijgen om een dossier in te dienen bij een commissie die de zaak (individueel) zal onderzoeken & beoordelen. Impliceert geen collectieve noch automatische amnestie voor het collaboratieverleden.
De timing van het Wetsvoorstel Laeremans is niet opportuun. In de toelichting heeft men vooral oog voor de repressie van Vlaamse vermeende collaborateurs waarna men het amnestievoorstel opentrekt naar alle Belgen.
C. De Amnestie-heisa i/d actualiteit en bijhorende Franstalige politieke uitspraken.
In dit onderdeel ga ik dieper in op de Franstalige persberichtgeving en uitspraken vanwege tegenstanders van het amnestievoorstel (zowel Franstalige politieke partijen, Groen! als belangenorganisaties). Ik beperk mij tot de persberichtgeving en ga mij niet amuseren met het uitpluizen van de diverse parlementaire handelingen.
1. De aanzet: de stemming in de Senaat.
Het Forum der Joodse Organisaties reageerde onmiddellijk negatief en achtte het onaanvaardbaar dat men een amnestiedebat zou voeren. Daarbij sprak het FJO over een slag in het gezicht "...van de overlevenden en nabestaanden" en zou het voorstel de herinnering "aan de slachtoffers besmeuren" (Joods actueel, 13 Mei 2011). Men verwijst naar de herinneringseducatie. Men acht het ongehoord dat diegene die vergiffenis vroegen voor hun collaboratieverleden op dezelfde lijn zouden worden gezet als "diegenen die nog steeds hardnekkig in hun daden geloven." (Joods actueel, 13 Mei 2011). De democratische waarden van het land komen in gevaar omdat dit voorstel volgens het FJO enkel een taboe wil doorbreken want er zijn haast geen incivieken meer. Eindigend tracht men gelijkenissen te maken met illegale asielzoekers & Dutroux. Concluderend kan men stellen dat het FJO ervan uitgaat dat het wetsvoorstel slaat op een collectieve amnestie voor alle collaborateurs, daarbij betrekken ze de slachtoffers uit het verleden alsook vergiffenis-vragende collaborateurs om emotioneel hun claim te versterken...terwijl het wetsvoorstel hoegenaamd niet voorziet in een collectieve amnestie. Het gaat ook niet om het vergeven of uitwissen van het collaboratieverleden.
De 'groupe mémoire' van de oud-verzetstrijders verweet de Vlaamse partijen een panische angst ten aanzien van extreemrechts en uitte de vrees dat de collaborateurs van weleer binnenkort als helden aanzien zouden worden. Men verwijst naar het lijden van de slachtoffers van de collaboratie. Men begrijpt niet waarom men nog eens op de proppen komt met een amnestiewet terwijl de Wet Vermeylen er al is. (RTBF, 13 Mei). De uitspraken van de 'Groupe mémoire' komt eigenlijk op hetzelfde neer als deze van het FJO. Door te verwijzen naar de Wet Vermeylen verduidelijken ze dat ze het wetsvoorstel Laeremans anders interpreteren dan weergegeven in onderdeel B.
Het RTBF-journaal (19u30) van 13 Mei licht het wetsvoorstel toe als een amnestievoorstel voor collaborateurs, impliciet voor alle collaborateurs ongeacht hun daden. Het voorval is een overwinning voor extreemrechts klinkt het. Senator Francis Delpérée (CdH) was verbolgen over de overweging name van het wetsvoorstel want het voorstel is volgens hem ongrondwettelijk. Onkelinx (PS) sprak over het opnieuw openen van oude wonden en opnieuw bewijzen van een communautaire kloof. Zij alsook Didier Reynders (MR) vonden het spijtig dat het ging om een voorstel van extreemrechts dat gesteund werd door andere Vlaamse partijen. Reynders hoopte dat het voorstel niet meer verder besproken zal worden in de Commissie. In casu hebben de Franstalige politici die aan het woord kwamen het vooral moeilijk met de herkomst van het wetsvoorstel zonder expliciet zich af te zetten van de inhoud. Werden zij op snelheid gepakt in de verwachting dat het Cordon Sanitaire gehandhaafd zou worden net als de continuïteit van wegstemmen van amnestievoorstellen?
De RTBF vatte hierna aan met een reportage over de repressie en de perceptie over een verschillende 'aanpak' zonder inhoudelijk dieper in te gaan op het wetsvoorstel Laeremans. Eindigend komen het FJO en de 'Groupe Mémoire' aan bod.
CdH-Senator Delpérée licht het CdH-standpunt verder toe in het officiële persbericht. De CdH valt vooral over de term 'Prétendument commis' (vermeende daden) voorts is men van mening dat men de vastgestelde feiten door Justitie niet in vraag mag stellen : "...ce « prétendument commis » est une gifle terrible pour toutes les victimes de la seconde guerre mondiale. C’est consternant et inacceptable. Ces mots représentent également une violation de la foi donnée des décisions de justice. C’est une négation de l’Etat de droit. On peut commenter une décision de justice, on peut la critiquer, on peut s’interroger sur sa portée ou sur ses conséquences, éventuellement à long terme. On ne peut pas, dans une société démocratique, dire que les faits constatés par une juridiction ne sont pas établis." aldus Senator Delpérée. Het is duidelijk dat er een verschillende interpretatie is over de termen 'vermeende daden' aangevuld met een principiële houding van 'onfeilbaarheid van het Belgische Gerecht'.
De PS struikelt bij monde van Senator Mahoux over het feit dat men überhaupt een voorstel rond amnestie in overweging neemt, struikelt eveneens over de termen 'vermeende daden' maar ook de anderen gehanteerde woorden waardoor men i/h wetsvoorstel omfloerst oud-collaborateurs zou omtoveren tot slachtoffers ipv daders. Men gaat in dit persbericht niet dieper in op het voorstel en houdt het op een voorstel ogenschijnlijk gericht op de amnestie van alle collaborateurs.
De MR lanceert Senatrice Defraigne in dit debat. De MR spreekt van een 'spijtig tot vernietigend' signaal, een belediging voor diegenen die gestorven zijn voor onze democratische en universele waarden. Het betreurt het doorbreken van de bestaande continuïteit met name de weigering van elke overweging name van elk amnestievoorstel. De MR betreurt ook de communautaire kloof. Er is nergens een inhoudelijke commentaar te bespeuren in de initiële reactie van de MR. Ze koppelen 'democratie' met elke tegenstand aan een amnestievoorstel en hebben het vooral moeilijk met de gang van zaken in de Senaat.
2. De escalatie: Stefaan De Clerck verspreekt zich.
De uitspraken van Minister van Justitie Stefaan De Clerck afgelopen zondag 15 Mei op RTBF vielen helemaal niet in goede aarde bij de Franstaligen. De Minister zei tijdens een interview dat men het collaboratieverleden moest vergeten...achteraf werd verduidelijkt dat de Minister Vergeven (pardoner) bedoelde en niet Vergeten (oublier). Een zeer ongelukkige woordkeuze vermoedelijk een slip of the tongue door het taalverschil (Le Soir, 18 Mei). Het Simon Wiesenthal Centrum eiste het ontslag van Minister De Clerck (LLB, 17 Mei).
In Le Soir (19 Mei 2011) bracht men 'de thesis' van Koen Aerts (UGent) ter sprake als bewijs dat de Belgische Staat niet specifiek de Vlaamse collaborateurs viseerde. Le Soir schreef dat de Belgische Staat in totaal 20 miljard Belgische franken aan schadevergoedingen & boetes eiste van veroordeelden maar slechts 4 miljard befr. inde...zonder verder het belang hiervan toe te lichten in het kader van het wetsvoorstel. Op 10 Juni 2011 organiseert CEGESOMA een seminarie rond het doctoraal proefschrift van historicus Koen Aerts.
De MR (officieel persbericht) heeft plannen om een wetsvoorstel in te dienen om de weeskinderen van verzetslui en politieke gevangenen te vergoeden (LLB, 16 Mei 2011). In de Franstalige pers was ook het verhaal te lezen over een Waalse collaborateur die na de oorlog werkte voor een organisatie van de Verenigde Naties (LLB, 17 Mei 2010). Men rakelde ook het verhaal van Oswald Van Ooteghem terug op (LLB, 14 Mei 2011), een vergeven ex-SSer die in het Vlaams Parlement zetelde...Men zweeg zedig over Toon Van Overstraeten - vergeven Oostfronter - gewezen Senator die verwijderd werd uit het Waals Parlement & Franstalig Gemeenschapsparlement desondanks zijn mandaat.
De Joodse gemeenschap van haar kant zal aanstaande Maandag overleggen met Minister De Clerck...blijkbaar wensen zij de oprichting van een parlementaire commissie om de medewerking van de Belgische Staat a/d deportaties van Joden (Shoah) te onderzoeken en een wetswijziging zodoende dat alle slachtoffers van de shoah wonend in België en houder van de Belgische nationaliteit een vergoeding zouden krijgen (LLB, 20 Mei). Dat is hun volste recht maar ik zou hen aanmanen om eens nuchter het wetsvoorstel Laeremans te herlezen.
3. Initiatieven in het Waals en Brussels Hoofdstedelijk Parlement.
Ondertussen wil het Waals Parlement (LLB,18 Mei) noch de Franstalige parlementsleden van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement (LLB, 20 Mei) weten van een collectieve amnestie dus komt men op de proppen met resoluties hierover. In beide gevallen verwijst men naar het amnestievoorstel in de Senaat.
In het MR-persbericht over de handelingen in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement stelt Didier Gosuin: "il est important de réaffimer le rôle majeur que doit jouer toute assemblée parlementaire, comme haut lieu symbolique de la démocratie, dans son combat historique pour la sauvegarde de ses principes fondamentaux. Nous devons insister sur l'impérative nécessité d'une mobilisation sans faille des partis démocratiques contre toutes les formes d'extrémisme, de racisme, d'antisémitisme, de haine et d'exclusion.".
Kortom, de democratische partijen moeten zich mobiliseren tegen alle vormen van extremisme, racisme, antisemitisme, haat en uitsluiting... - O ironie. Voorts geeft men de resolutietekst weer waarbij men verwijst naar het wetsvoorstel Laeremans en de uitspraken van Minister De Clerck alsook een eerdere Brusselse resolutie ivm de herdenkingen van de holocaust/oorlogsverleden als zijnde de aanleiding voor deze resolutie waarin men elk wetsvoorstel voor algemene amnestie voor collaborateurs verwerpt & de nood aan herinnering belangrijk acht. Het verwerpen van ieder amnestievoorstel koppelt men hier aan een noodzakelijke en uitsluitend democratische houding...een andere mening is onaanvaardbaar.
Bij de CdH kan men een persbericht terugvinden over de parlementaire handelingen in het Waals parlement. Hier benadrukt men de nood aan blijvende herinnering, sensibilisering en promotie van de democratie. Men verwerpt de uitspraken van Minister De Clerck en een algemene amnestie verwijzend naar het wetsvoorstel.
In beide gevallen lijkt het er sterk op dat men het Wetsvoorstel Laeremans interpreteert als een collectieve amnestie. Telkens verwijst men naar de noodzaak aan 'herinnering' en benadrukt men het democratische gehalte van hun handelingen waardoor impliciet andere handelingen ondemocratisch zouden zijn. Alle Franstalige partijen blijken zich te kunnen vinden in de Brusselse en Waalse resoluties.
Opvallend is dat op de websites van Ecolo noch Groen! enig officieel persbericht terug te vinden is over de amnestie-heisa.
4. concluderend.
De Franstalige pers heeft het steeds over een wetsvoorstel tot het verlenen van amnestie voor de collaboratie tijdens de Tweede wereldoorlog dat men voorstelt als een soort van collectieve amnestie. Nergens heb ik enige inhoudelijke verduidelijking gezien noch nuances rond het wetsvoorstel Laeremans. Eerlijkheidshalve dien ik op te merken dat de Vlaamse media het wetsvoorstel ook veralgemeende tot een algemeen amnestievoorstel, zo heb ik het althans de berichtgeving hierover geïnterpreteerd.
Initieel hadden de diverse Franstalige politieke partijen blijkbaar meer last met de politieke herkomst van het voorstel en het doorbreken van een zekere continuïteit van verwerping van elk amnestievoorstel. Men zou de informele overeenkomst om amnestievoorstellen systematisch te weigeren kunnen bestempelen als een verrottingsstrategie, een wel vaker toegepaste oplossingsstrategie in België.
In reactie op de uitspraak van Minister De Clerck benadrukten PS,MR, CdH en FDF dat men nooit het collaboratieverleden mag vergeten. Ook zij spreken over algemene amnestie voor collaborateurs. Bijkomstig koppelen ze een verwerping van iedere vorm van algemene amnestie aan een democratische houding, een ander standpunt zou dan impliciet moeten neerkomen op een ondemocratische houding. Ecolo en Groen! die tegen deze voorstellen stemden hebben blijkbaar geen officiëel persbericht gepubliceerd.
De Joodse en andere belangenorganisaties interpreteren het wetsvoorstel Laeremans blijkbaar eveneens als een voorstel tot collectieve amnestie. Beiden beroepen zich op emotionele argumenten (slachtoffers) om ieder amnestievoorstel te verwerpen en verwerpelijk te achten zonder enige nuance. Het is volstrekt het recht van de Joodse gemeenschap om in het zog van deze polemiek aan te dringen op een voorstel tot vergoeding voor slachtoffers van de holocaust...maar daar draait het hier niet om.
Het is opvallend dat men nergens tracht de houding van de Vlaamse partijen in de Senaat te verklaren. Meest opvallend is dat tegenover de SP.a geen zware uitvallen plaatsvonden gezien haar goedkeuring i/d Senaat en haar afhankelijkheid van de PS in de Belgische politiek. Het was overigens uit Vlaams socialistische hoek dat de amnestiekwestie opnieuw op tafel werd gegooid eerder dit jaar (artikel 'Collabo...'). De houding van de VLD lijkt mij eveneens nieuw. Misschien moeten we het kaderen in wat N-VA Kamerlid Theo Francken omschreef als een herboren parlementaire democratie. Bart De Wever van zijn kant tracht de N-VA door de polemiek te loodsen wellicht door hun belangrijke positie i/h kader van de huidige federale onderhandelingen (DS, 18 Mei 2011).
Post Scriptum: Dit artikel dateert van 21 Mei 2011 (gepubliceerd op eigen blog en op IFF geplaatst naar aanleiding van het debat in De Zevende Dag).
Labels: amnestie, amnistie, collaboratie, collaboration, De Clerck | Stefaan, Koen Aerts, Laeremans | Bart, overweging, repressie, senaat, vervolging, voorstel
5 Comments:
Nie wieder fascismus !
Wir haben es nicht gewust !
Die Neue Volks Armée soll doch mall ihr eigenes arch lekken mann !
Nie wieder fascismus !
Wir haben es nicht gewust !
Die Neue Volks Armée soll doch mall ihr eigenes arch lekken mann !
Uitstekend artikel. Weet nu eindelijk waarover het gaat. Want in de pers was hierover niets serieus te vinden.
Waldorf hierboven had beter zijn 'Kauderwelsch' in 'Frakturschrift' gepleegd.
Behalve repetitief geweeklaag hebben de flamingantische commentatoren sinds lang niets aan het amnestiedebat toegevoegd, terwijl de slagen van linkse en Franstalige zijde bleven komen. Dit artikel is daarom bijzonder, en hopelijk een trendsetter.
@Waldorf: überhaupt het artikel gelezen en het wetsvoorstel Laeremans begrepen?
Een reactie posten
<< Home