Het begrip identiteit
Alain de Benoist schreef in zijn bekroonde boek Vue de Droite (1977) dat sommige strijdpunten die vandaag links zijn, morgen rechts kunnen heten, en omgekeerd. Voorbeeld bij uitstek, zo weten we vandaag, is het door zijn zogenoemd “nieuwrechtse” (maar volgens haarzelf eerder post-links/rechtse) denkrichting naar voren geschoven thema van de identiteit. Een rechtse politieke stroming in Frankrijk noemt zich vandaag "les Identitaires", maar linkse milieus maken er nog meer werk van.
Links en rechts, zelfde strijd
In de VS bijvoorbeeld geldt identiteitspolitiek als een bij uitstek links project, iets dat progressieven aan negers en aan militanten van La Raza (Spaans: “het ras”) influisteren. Zo vinden identiteitsbewuste zwarten dat op school je best doen onzwart is, “acting white”, en dus te mijden. In gedekoloniseerde landen werd identiteit, na de politieke onafhankelijkheid, het volgende mobilisatiepunt tegen de nablijvende impact van het kolonialisme. Authenticité was Mobutu’s term voor het bevestigen van de Kongolese identiteit, bv. door de identiteitsbedreigende missiescholen te nationaliseren en disfunctioneel te maken. In eigen land hebben Vlaamsnationalisten het regelmatig over identiteit; er bestaat binnen het gemenebest van de Vlaamse beweging zelfs een Werkgroep Identiteit, vagelijk door de Franse Nouvelle Droite geïnspireerd.
Op woensdag 6 april op Klara hadden kort na elkaar Kurt van Eeghem en Eva Brems het over identiteitspolitiek. Voor Kurt was dat iets vies, want hij viseerde de Vlaamse identiteitsbekommernis; Eva vond het allemaal prachtig, maar zij had het vooral over de allochtonen. Een stabiele, algemeen geldige mening over het thema identiteit hadden zij niet, alleen een drang om warmpjes aan de zonbeschenen kant te staan: Vlaamse identiteit slecht, vreemde (en Belgische) identiteit goed.
Zelf heb ik wel een standvastige en consequente mening over identiteit, en ik kan ze in één woord samenvatten: gééuw. Al dat identiteitsgeleuter leidt de aandacht af van de werkelijke inzet van de hedendaagse en ook de vroegere debatten.
Zo beweren onze multiculprofeten dat moslimmeisjes een hoofddoek moeten kunnen dragen omdat dat deel van hun “identiteitsbeleving” zou zijn. In de huidige situatie van moslimminderheden in Europa kan het identiteitsdiscours voor moslims en hun pleitbezorgers wel nuttig zijn, namelijk om hun apartheid binnen een postmodern pluralisme veilig te stellen, in afwachting dat zij sterk genoeg zijn om dat identiteitenpluralisme weg te vagen en de niet-moslims tot verzaking van hun identiteit te dwingen. Zo zei de Britse moslimleider Kalim Siddiqui in 1992: “Een moslimman is slechts een gezicht in de massa, maar een gesluierde vrouw draagt de vlag van de islam, zij zegt luid en klaar dat wij deze Europese niet-beschaving niet aanvaarden.” De sluier als identiteitsbadge, dus, maar overigens ook als anti-Europese opgestoken middelvinger, als verwerping van de Europese idnetiteit. Ga echter naar de basisteksten van de islam en je zal er in de passages over lichaamsbedekking nergens “identiteit” als reden vinden. De islam kent de deugd van de zelfbeheersing niet en gaat er, met een zeker realisme, van uit dat een man die de vormen van een vrouw te zien krijgt, door de hormonen tot eender wat gedreven kan worden. Dat is, ongeacht identiteit, reden genoeg om een vrouw een sluier over het hoofd te trekken.
Ook de verplichte taalcursus Nederlands voor inburgeraars en de taalhomogeniteit in Vlaamse bestuurslichamen en onderwijs zijn geen kwestie van identiteit, laat staan van een obsessie voor een pureté dangereuse. Taal is nu eenmaal het medium voor gemeenschapsleven en politieke besluitvorming. Veralgemeende Nederlandstaligheid is dus geen eis van een identiteitsproject maar van het samenleven en de democratie.
Nuchtere Nederlander, noeste Vlaming
In Europa hebben diverse immigratiecritici het over een Europese identiteit, die ze vaak als “joods-christelijk-humanistisch” definiëren, vlot heenstappend over de historische conflicten tussen die drie partijen. De Nouvelle Droite zoekt die identiteit eerder in de voorchristelijke Grieks-Romeinse en “Indo-Europese” erfenis. Linksliberalen proberen de Europese identiteit aan “waarden” op te hangen, voornamelijk de mensenrechten en de multicultuur: al wie die onderschrijft, ongeacht herkomst, is Europeaan. Enkele Euro-rechtsen en de meeste niet-Europeanen hoeven die discussie over welk stuk erfgoed onze identiteit bepaalt, niet te voeren: voor hen staat “Europees”, ten goede of ten kwade, gewoon voor “blank”. Maar zowel links als rechts blijken aan te nemen dat identiteit een kwestie is van bepaalde kenmerken.
In Nederland werd onder premier Balkenende een soort identiteitsdebat gevoerd, waarbij men naar de bepalende eigenschappen van de Nederlander zocht. Een interessante vondst was dat er geen aparte Friese identiteit bestaat: wat typisch Fries heet, blijkt ook algemeen-Nederlands. Een van de kenmerken van de Nederlander zou de nuchterheid zijn, een andere de zuinigheid. Een Turk die zich echt wil integreren, zou zich dus naast de nationaliteit ook dit Nederlandse karaktergemiddelde moeten eigen maken. Volgens die logica kan hij best ook half vrijzinnig, kwart protestants en kwart katholiek worden. De procedure is als volgt: (1) zoek de eigenschappen die, als gemiddelde, de Nederlander van andere volkeren onderscheiden, en noem die combinatie de Nederlandse identiteit (vroeger: “volksaard”); (2) laat iedereen die zich Nederlander wil noemen, zich aan dat gemiddelde conformeren.
Volgens ons is dat geen goede benadering. Ten eerste moet je het gemiddelde niet verabsoluteren. Die benadering heeft bijvoorbeeld de vrouwen veel onrecht gedaan: men verhief de gemiddeld grotere volgzaamheid van vrouwen voor alle vrouwen tot norm en verketterde de ondernemende of avontuurlijke vrouwen, alsof zij geen echte vrouwen waren. Je moet dus ook niet doen alsof luie en weinig zuinige Nederlanders geen echte Nederlanders zijn. Een Kongolese vriend ergert zich erover dat Vlamingen hem raar vinden omdat hij niet danst, alsof hij daardoor geen echte neger zou zijn. Wie zich op Darwin beroept, moet beseffen dat evolutie eerst variatie vereist, die door mutatie tot stand komt en voor een waaier aan alternatieven zorgt waaruit kan geselecteerd worden.
Kortom, de multiculturalisten hebben gelijk wanneer zij zeggen dat “integratie” van immigranten niets méér betekent dan: onze wetten naleven. Naast die eerbied voor de wet is er niet ook nog zoiets als een Vlaamse identiteit waaraan zij zich moeten conformeren. Moeten zij katholiek worden? Nee, de meeste Vlamingen zijn dat ook niet meer. Moeten zij biefstuk-friet eten omdat vele Vlamingen dat ook doen? Nee, honderdduizenden Vlamingen zijn inmiddels uit eigen beweging, en op grond van inheems gegroeide morele en wetenschappelijke inzichten, vegetariër geworden. En ook de Vlaamse carnivoren halen volksvreemde schotels als spaghetti bolognese en bamigoreng met kip in huis. Dus nee, er is geen tegenstrijdigheid tussen couscous of kebab en de Vlaamse identiteit.
Idem voor kleding: vele Vlamingen van nu lopen er naar de normen van hun grootouders in vodden bij, dus zelfs een djellaba springt echt niet buiten het aanvaarde gamma van kledingdiversiteit. Uiteraard kan een personeelschef een kandidaat weigeren omdat zijn djellaba onverenigbaar is met het imago van de firma, maar een reden om hem erkenning als Vlaming te weigeren is zo’n kledingstuk niet. Dat de gezichtsbedekkende sluier minder aanvaardbaar is, komt door zijn sinistere implicaties voor het statuut van de vrouw en voor de openbare veiligheid, niet door zijn on-Vlaams karakter.
Eenzelvigheid en eigenheid
In discussies over identiteit duikt steevast het onderscheid op dat de Franse wijsgeer Paul Ricoeur maakte tussen identité en ipséité, “hetzelfdeheid” resp. “zelfheid”. De identiteit die op je Belgische carte d’identité of “eenzelvigheidskaart” aangeduid wordt, betreft je zelfheid. Doorheen alle veranderingen die je in je leven ondergaan hebt, blijf je dezelfde persoon, ipse, drager van dezelfde herinneringen, meestal gesymboliseerd door het behoud van dezelfde naam, en alleszins van dezelfde DNA-code. Maar al blijf je dus dezelfde, ipse, je blijft niet hetzelfde, idem. Integendeel, alles wat over jou te zeggen valt, verandert: je grootte, gewicht, kracht, conditie, kennisniveau, plaats in gezin en maatschappij. Om dezelfde te blijven hoef je niet hetzelfde te blijven.
Zo blijft ook het Vlaamse volk zichzelf, ipse, doorheen allerlei veranderingen, inbegrepen de verzaking van dingen die het gisteren als integraal deel van zijn identiteit beschouwde. Ooit dachten Vlaamsgezinde dorpspastoors dat hun Vlaanderen intrinsiek katholiek was, een frontlijn van de Kerk tegen het ketterse Holland en het maçonniek-laïcistische Frankrijk. De Volksunie heette in haar begintijd nog “Christelijke Vlaamse Volksunie”. Maar zelfs in hun tijd waren er al liberale flaminganten en vandaag is de Vlaamse beweging overwegend ex-katholiek. Op levensbeschouwelijk gebied is het Vlaamse volk niet hetzelfde gebleven, maar het is, als er überhaupt zoiets bestaat, nog steeds het Vlaamse volk.
Zelfs de taal die gans het volk heette, zou in beginsel kunnen opgegeven worden zonder de continuïteit van het nationale zelfbesef te verbreken. De meeste Ieren spreken geen Iers meer maar zijn nog vurig Ier en beslist onderscheiden van het Engelse volks welks taal zij nu gebruiken. In Japan tijdens de periode van geforceerde modernisering, eind 19de eeuw, besprak de regering in alle ernst een plan om uit eigen beweging de Japanse taal gewoon door het Engels te vervangen, onder de indruk dat dat een noodzakelijk voertuig van de moderniteit was. De zelfheid van de Japanners lag immers niet in hun taal. Waarin dan wel? Het antwoord dat in die tijd aanhang won, was: in de gemeenschappelijke afkomst. Je bent Japanner omdat je van Japanners afstamt, ook als je in Peru woont en Spaanstalig bent. Of vandaag in België: je bent Marokkaan omdat je van Marokkanen afstamt, zoals bevestigd door je onvervreemdbare Marokkaanse nationaliteit.
Volgens die definitie zouden één derde van de Walen en de meerderheid van de Brusselaars nog steeds Vlamingen zijn. Daar heb je wel niets aan wanneer ze het zelf niet willen zijn. Vlaming is dan ook een zwakke identiteit, één van de weinige nationale identiteiten die inderdaad niet verder reiken dan de taal. Een Vlaming die het Frans als huistaal aanneemt, wordt daardoor een niet-Vlaming en veelal ook anti-Vlaams. Omgekeerd wordt een niet-Vlaming die onze taal overneemt, niet zo snel een bewuste, laat staan een militante Vlaming.
Het criterium “afstamming” was een democratische vooruitgang in het natiebegrip: het verhinderde dat een vorst iemand zijn nationaliteit kon afnemen. Het is nog altijd overal doorslaggevend in de nationaliteitswetgeving: elk kind van Roemeense of Kameroense ouders heeft automatisch zelf een onvervreemdbaar recht op de Roemeense resp. Kameroense nationaliteit. In traditionele stammenculturen kon je alleen deelnemer aan het stamleven worden door erin in te trouwen, zodat alvast je kinderen toch voor de helft stamzuivere genen zouden hebben, je kleinkinderen driekwart, en zo zou jouw bijdrage in de stamidentiteit oplossen. “Integratie” door overname van gewoonten en levensbeschouwing, of door spontane danwel verworven resonantie met de “volksaard”, volstond niet. Een Turk die zich in Nederland nuchter en zuinig toont, mag dan “hetzelfde” (idem) zijn als de doorsnee-Nederlander, maar zonder Nederlandse afstamming maakt dat hem, in de wereldwijde tribale zienswijze, nog niet tot Nederlander.
In de jaren ’90 incultureerde de Catalaanse bioloog Jordi Magraner zich in de samenleving van de Kalasj Kafirs en ontpopte zich tot voorvechter van het behoud van hun levenswijze in de vijandige islamitische omgeving van Pakistan (waarvoor hij in 2002 vermoord werd). Om zijn integratie volledig te maken, bood de stam hem een bruid aan, zodat hij zijn genen met de hunne zou vermengen. Tribale identiteit had dus altijd een biologische dimensie.
De vereenzelviging van de nationale identiteit met historisch gegroeide gewoonten zoals klederdracht (bv. de Schotse kilt, van Scandinavische en betrekkelijk recente oorsprong)of inderdaad taal is vooral iets uit de Romantiek. In India heb ik weet van enkele stammen die de landbouw of de metaalbewerking letterlijk duizenden jaren lang uit hun leven geweerd hebben hoewel ze hun buren die nieuwigheden zagen gebruiken, naar verluidt omdat ze de overname ervan als oneerbiedig jegens hun eigen voorouders aanvoelden. Maar zulke trouw aan de eigen culturele identiteit is een grote uitzondering, want de meeste volkeren zijn erg flexibel als het aankomt op de ontlening van volksvreemde elementen die de eigen macht of welvaart bevorderen. “Eigenheid” was hun voornaamste zorg niet, die zat immers dieper, in hun genen. Hun identiteit was er gewoon, en behoefde niet de inzet van een beleid te worden.
Vandaar ook de talloze keren dat hele bevolkingen vrijwillig hun taal opgaven om die van een succesvollere groep over te nemen. Zoals onze voorouders deden toen zij van hun Oud-Europese oertaal op het Germaans overschakelden. Of zoals de voorouders van de meeste FDF’ers deden toen zij het doodlopend straatje van het Vlaams inruilden voor de koninklijke toegang tot liberté et progrès, het Frans.
Het identiteitsdebat kent nog allerlei wetenswaardige aspecten, maar laten we ons tot een eenvoudig besluit beperken. Het begrip “identiteit” voegt onzes inziens weinig toe aan de argumentatie voor de Vlaamse zelfstandigheid of de heel-Nederlandse reïntegratie. Het geeft integendeel aan de vijand een gelegenheid om verwarring te zaaien door over het veranderlijke en veelvuldige van identiteitsbeleving te beginnen. Op zich heeft hij daarmee ook gelijk, maar het doet niets terzake. De Vlaamse republiek is een kwestie van democratie en goed bestuur, niet van iets wazigs als de Vlaamse identiteit.
Labels: identiteit, Nouvelle Droite, Vlaamse republiek, Werkgroep Identiteit
8 Comments:
"Multiculprofeten"? Het is natuurlijk moeilijk iemand ernstig te nemen als hij dat soort tendentieus taalgebruik doorheen een ernstig bedoelde tekst weeft, en aldus een sereen debat eigenlijk onmogelijk maakt (vergelijk het met iemand die voortdurend 'fascist' krijst in een kritiek op rechts; kritische lezers haken dan gewoon af). Aangezien er nauwelijks nog iemand is die eenzijdig de voordelen van de multiculturele feitelijkheid bejubelt, zonder ook oog te hebben voor de nadelen (wat toch wel anders is betreffende het omgekeerde), vraag ik me trouwens af wat dat betekent. Want alvast de namen, die er in de riolen van het internetdebat meestal op worden gekleefd, herken ik (vaak na het lézen van wat ze te vertellen hebben) helemaal niet in die karikatuur.
"wat toch wel anders is betreffende het omgekeerde": welke voordelen ziet u dan Artman? ...want die wil ik eindelijk eens opgelijst zien.
@ Marc Vanfraechem. Tja, júllie zijn het die 'multiculprofeten' verwijten 'alleen' maar voordelen te zien in de multiculturele samenleving. Wat dus impliceert dat jullie al wel wat lijstjes onder ogen hebben gekregen of minstens vermoeden, die jullie vervolgens echter afserveren als nonsens - wat misschien evenveel zegt over jullie ideologische vooringenomenheid als over die van die 'naïevelingen'. Dus ik vrees dat ik niet het lijstje kan geven dat mensen als u genuanceerder zal kunnen doen denken. Aangezien u mensen als een Jan Blommaert, een Sami Zemni of een Anja Meulenbelt ongeveer even ernstig zult nemen als ik een Koenraad Elst of een Wim Van Rooy.
Overigens heb ik helemaal niets met de islam, net zomin als met andere religies. Als atheïst ben ik niet zo gek op dogmatisch denken (dat bestaat overigens niet alleen in het religieuze denken; de huidige economisch-nationalistische 'pensée unique' kan er ook wat van), en al zeker niet op dat van mensen die mij als een 'ongelovige hond' beschouwen. Maar als (ideologisch, niet partij-) socialist kan ik niet anders dan vaststellen dat de zogenaamde 'ideologiekritiek' op de islam meestal maar de gemakzuchtige stok is die men heeft gevonden om de hond te slaan, zijnde diegenen die we niet lusten, de (sociaal-economische) zwakkeren van vandaag, de gewone moslims die net als u en ik gewoon hun leven proberen te leiden. Of hoe het toch enig wantrouwen wekt als conservatieven die zich nooit veel gelegen lieten mbt vrouwenrechten (bah, baas in eigen buik) plots op de barricaden kruipen ter verdediging van de o zo onderdrukte moslima (die ze overigens zèlf ook het 'zelfstandig denken' of de 'eigen keuze', die ze voor zichzelf nochtans vanzelfsprekend vinden, ontzeggen).
@ Artman
Het is merkwaardig hoe u anderen verwijt van "dogmatisch (te) denken" en dan regelmatig zelf voortgaat met uw eigen dogmatisch denken te blijven reveleren. In tegenstelling met u zal ik die term proberen te definieren in deze kontekst. Ik bedoel daarmee dat uw affirmaties (a) manifest los staan van empirische observaties en/of (b) logische fouten impliceren. En dat gebrek aan zowel 'observeren' als aan logica is natuurlijk een direct gevolg van uw vastklamping aan eigen (in uw geval, socialistische) dogmas.
Ter illustratie:
- Neem het geval van "vrouwenrechten". Dat is geen simpel onderwerp, en men zou er een lange 'boom' kunnen over opzetten. Niettemin, is de "onderdrukking" van de vrouw, OVERAL in de moslemwereld (en inclusief onder grote moslemminoriteiten in de non-moslemwereld), zowel juridisch als 'de facto' sociologisch een manifest-observeerbaar feit. Dat niet willen of kunnen zien is gelijk weigeren van de vaststelling te maken dat er geen enkele echte moslemdemocratie bestaat, t.t.z. dat er geen enkel moslemland bestaat waar het INDIVIDUEEL recht op vrijemeningsuiting en religie-keuze effectief wordt gevrijwaard. (Ik kan wel begrijpen dat de Belgische media u slecht zullen geinformeerd hebben over die realiteit).
- Natuurlijk proberen "gewone moslems...net als u en ik gewoon hun eigen leven te leiden". Echter, het is simpelweg onlogisch van u om dat te gebruiken als een argument tegen "ideologiekritiek op de islam". Uw zogezegde "vaststelling" is geen vaststelling, maar wel een...dogmatisch parroteren van een 'geloofspunt' van een specifieke tak van de contemporele westerse 'linkse kerk', namelijk de tak die in alliantie met de Islam Westerse individuele vrijheden aan het ondermijnen is. Men kan evenzeer stellen dat "gewone kristenen" en "gewone Chinezen" gewoon hun eigen leven willen leiden, maar u zou dat nooit gebruiken als argument om ideologiekritiek op het Christianisme of op het machtsmonopolie van de Chinese Communistische partij af te doen.
Kortom, minder dogmatisch denken, en meer onbevangen empirische observaties evenals meer logica, zouden het waarheidsgehalte van uw retoriek enkel kunnen verbeteren.
@ Huybrechts. Ik voel me niet echt aangesproken door uw kritiek, aangezien ik helemaal niet schrijf wat u bij mij denkt te lezen. Mijn kritiek ging vooral over het misbruik van ideologiekritiek, over de motivaties dus om die kritiek te spuien, en niet over de inhoud van die ideologiekritiek (het zou er nog moeten aan tekortkomen dat alles gelogen of onwaar zou zijn, zó dom is rechts nu ook weer niet, maar de tendentieuze selectiviteit ervan ondergraaft toch het vermoeden dat de intenties intellectueel en politiek eerlijk zijn).
Nergens ontken ik de onderdrukking van vrouwen, onder andere in de islam; wèl beweer ik dat het verzet door 'ons' daartegen meestal erg selectief en gemakzuchtig is (men neme iets zichtbaar en make daar een ongenuanceerd en beladen symbool van; contraproductiviteit gegarandeerd - je slachtoffert de slachtoffers), en de motivatie van het 'verzet' ertegen vaker het demoniseren van de islam dan het steunen van die vrouwen (anders zou met in andere contexten wel respectvoller over diezelfde vrouwen spreken, en niet voortdurend in hun plaats beslissen wat ze wèl of niet mogen belangrijk vinden).
Tenslotte: iedereen zal wel denken dat zijn eigen 'vaststellingen' de realiteit betreffen; het is echter niet omdat je je niet meer bewust bent van je eigen ideologische bril, die de werkelijkheid vervormt, dat je ook werkelijk 'objectiever' bent dan diegene waarmee je het oneens bent. Ik vind uw 'meer onbevangen empirische observaties' dan ook heel wat minder 'onbevangen' en 'empirisch' dan u zelf gelooft, en beschouw uw verwijten over mijn manier van denken eerder als een spiegel waarin u best zelf eens kijkt, dan als een inhoudelijke argumentatie waarmee ik iets kan aanvangen.
@ Artman
Ik heb helemaal geen intentie om "misbruik van ideologiekritiek" te justifieren. Selectiviteit en gemakzuchtigheid kan men inderdaad overal tegen komen, want dat reflecteert gewoon de algemene waarheid van de menselijke beperktheid (zowel moreel als 'fysiek' bekeken). Maar, dat kan geen argument zijn om een aantal 'big picture' realiteiten te ontkennen. De vrij-ALGEMENE onderdrukking van de vrouw in de moslemwereld (evenals in 'grote' gebalkaniseerde moslemgemeenschappen in de nonmoslemwereld) is zo een manifeste realiteit. En het is een realiteit die met (feitelijk en/of bedreigend) geweld wordt gehandhaafd. Verder, wanneer u sarcastisch/laagdunkend schrijft over... "de o zo onderdrukte moslima", dan minimaliseert u een zeer groot en reeel probleem. Die vorm van kopindegronderij kan enkel verklaard worden door "dogmatisch denken", want u beschikt duidelijk wel over voldoende intellectuele capaciteiten om zowel empirische observaties te kunnen maken als logisch deductief denken te manifesteren.
Het is merkwaardig dat u geen enkele contra-redenering presenteert ten overstaan van de doordachte INHOUD van het artikel van de heer Elst. Het enige dat u doet is van zijn motivaties of intenties te blameren zonder enige staving daarvoor. Op welke grond durft u zijn intentie aanvallen? Alsof hij "in andere contexten" moslemvrouwen zou "demoniseren"! Heeft u daar ook enig concreet bewijs van? En, uw implicatie, dat zijn betoog "ongenuanceerd" zou zijn is gewoonweg een onverantwoordelijke vorm van realiteitsontkenning of kopindegronderij.
Marc Huybrechts zei: "Het is merkwaardig dat u geen enkele contra-redenering presenteert ten overstaan van de doordachte INHOUD van het artikel van de heer Elst. Het enige dat u doet is van zijn motivaties of intenties te blameren zonder enige staving daarvoor."
Dat zagen we ook al bij een vorig (recent) stukje van Koenraad Elst: "Leidt rechts de dans?" Volgens K.Artman een "warrige kritiek", zonder uit de doeken te doen waarom die kritiek dan wel als 'warrig' te typeren valt, en zonder tegenargumenten op te sommen.
"Een Vlaming die het Frans als huistaal aanneemt, wordt daardoor een niet-Vlaming en veelal ook anti-Vlaams."
Nochtans ken ik persoonlijk enkele Franstalige Vlamingen die verklaren dat ze zich Vlaming voelen. Voor alle duidelijkheid: buiten Brussel en de Rand zijn Franstalige Vlamingen altijd tweetalige Vlamingen geweest.
Een reactie posten
<< Home