Mogen we de baarden beginnen tellen?
De N-VA oogst wat ze zaaide: een pro-Belgisch foertgevoel
“Het doek gaat nu open voor een portie pantomime en spraakverwarring waar Vlaanderen, let op mijn woorden, bekaaid zal uitkomen.
(Res Publica: “N-VA de boot in?”, 14/06/2011)
Het onvermijdelijke is zich aan het voltrekken, en we hebben het ook herhaaldelijk voorspeld op deze webstek ,zelfs al daags na de verkiezingen van 13 juni: de publieke opinie, ook in Vlaanderen, heeft er genoeg van en keert zich tegen de N-VA, in de eerste plaats omdat deze partij niet kan kiezen tussen het compromis of de oppositie.
In zijn Driekoningen-column (De Morgen, 6/1/2011) schetst politicoloog Bart Maddens perfect de val die voor de partij van Bart De Wever werd opgezet: verkenner Johan Vande Lanotte, door Knack-satiricus Koen Meulenaere steevast “den baard” genoemd, moest tijd winnen en de publieke opinie zodanig murw krijgen, dat men zijn baard zou laten staan tot er een nieuwe regering is gevormd. Daarmee is het grote foert-gevoel een feit, en wordt het Vlaamse autonomisme (“nationalisme”)
gepercipieerd als een welvaartbedreigend en chaos-creërend onding.
In zijn Driekoningen-column (De Morgen, 6/1/2011) schetst politicoloog Bart Maddens perfect de val die voor de partij van Bart De Wever werd opgezet: verkenner Johan Vande Lanotte, door Knack-satiricus Koen Meulenaere steevast “den baard” genoemd, moest tijd winnen en de publieke opinie zodanig murw krijgen, dat men zijn baard zou laten staan tot er een nieuwe regering is gevormd. Daarmee is het grote foert-gevoel een feit, en wordt het Vlaamse autonomisme (“nationalisme”)
gepercipieerd als een welvaartbedreigend en chaos-creërend onding.
In deze context stond de N-VA voor de onmogelijke keuze: het Belgisch compromis aanvaarden is een (halve) nederlaag, maar het been stijf houden al evenzeer. Een hartverscheurend dilemma moet dat zijn, voor de voorzitter die een paar weken geleden nog in Der Spiegel zei dat hij vooral de volgende verkiezingen wou winnen. Maar het momentum is voorbij, liet Bart de Wever al weken geleden optekenen, lees: wie te hard bezig is met het winnen van toekomstige verkiezingen, verliest ze.
Op facebook wordt de volksopstand voorbereid, via pagina’s met veelzeggende titels zoals “Trop is teveel” (waarin de opgemerkte aanwezigheid van Felix De Clerck, zoon van de CD&V-justitieminister) , “No government, great country” (een initiatief vanuit VUB-middens) en “Camping 16”. In de artiestenactie “Niet in onze naam” is de link met pro-Belgisch actionisme overduidelijk: we vinden er acteur Dirk Tuypens als bezieler terug, die ook tekende voor het Belgavox-platform, naast usual suspects zoals Alain Platel en Dimitri Verhulst. Op vrijdag 21 januari is het verzamelen geblazen in de KVS, en er wordt druk gemobiliseerd voor een betoging te Brussel de zondag daarop.
Ongeacht het al dan niet massaal succes van deze initiatieven, één zaak is zeker: de grondstroom, waar J.P. Rondas het nog over had, is aan het overlopen in een bedding van de restauratie en de terugkeer naar het Ancien Régime. Hoe moeten wij, Vlaamse republikeinen, tegen deze contra-revolte aankijken? Ze lijkt me het logisch gevolg van een falende N-VA strategie die, om haar kiespubliek in de breedte verenigd te houden, opteerde voor een reformistisch discours en zo de kool en de geit wou sparen. Door België te hervormen zouden de Vlamingen winnen, maar zou vooral de Belgische federatie als geheel werkbaarder worden.
Vooral dat laatste heeft een brede laag van gematigde stemmers naar de N-VA-stal geleid. Maar daarmee zat die partij in haar eigen overwinningslogica gevangen en moest ze aan tafel blijven zonder van de verboden vrucht te eten.
Vooral dat laatste heeft een brede laag van gematigde stemmers naar de N-VA-stal geleid. Maar daarmee zat die partij in haar eigen overwinningslogica gevangen en moest ze aan tafel blijven zonder van de verboden vrucht te eten.
De N-VA heeft zich geprofileerd als een partij van de verandering, maar zwoer meteen ook elke radicaliteit af. Waardoor het uitstel als het ware ingebakken zat. Het “change”-motief bleef abstract, emotieloos en uitsluitend financieel-economisch, een portemonnee-discours…
De RVA-bom, de zoveelste tactische kunstgreep om met onmogelijke eisen de impasse te verlengen, ontplofte evenwel in het gezicht van de afzender en bracht de tegenstanders van de N-VA (socialisten, groenen, vakbonden…) in een gedroomde positie. Het stigma van de anti-sociale partij dreigt, en ik kan die tegenstanders niet eens ongelijk geven. Al jaar en dag scheldt Bart De Wever op de doppers als “profiteurs” (zie het Knack-interview van 27/2/2009), een uitspraak waarmee hij bij voorbaat elke vorm van sociale politiek in een autonoom Vlaanderen aborteert. Er zijn namelijk mensen die misbruik maken van het systeem, maar de economische crisis schept ook echte, nieuwe armoede en uitsluiting die overigens reeds de onderkant aanvreet van de door De Wever zo geliefde Vlaamse middenklasse. En nu wil de N-VA ook de 65 plussers hun gratis tram-en-bus-abonnement afpakken, want dat zijn wellicht ook maar “profiteurs”. Met dit poujadisme komt je natuurlijk nooit uit bij een maatschappelijk project dat men “republikeins” zou kunnen noemen, laat staan een echte filosofie van de Res Publica, als civil society van zelfbewuste, mondige, én sociaal-bewuste burgers.
De N-VA heeft zich geprofileerd als een partij van de verandering, maar zwoer meteen ook elke radicaliteit af. Waardoor het uitstel als het ware ingebakken zat. Het change-motief bleef abstract, emotieloos en uitsluitend financieel-economisch, een portemonnee-discours. Als je bij voorbaat tegen elke “revolutie” bent, zijn er niet veel mogelijkheden en is de manoeuvreerruimte heel beperkt. En nu heeft zelfs VOKA-voorman Luc De Bruyckere zijn bekomst van dat centenflamingantisme. Het oerconservatisme van het groot politiek (maar strategisch beperkt) talent dat Bart De Wever heet, is tegen zijn limieten gebotst. De neen-beweging die vanuit Vlaanderen had moeten komen, en via het Vlaams Parlement in een soevereiniteitsverklaring had kunnen uitmonden, is door de perverse logica van het Belgische systeem omgedraaid in een neen-beweging tegen de verandering. De grote media zoals De Standaard en De Morgen huppelen vrolijk mee in deze restauratie, hun blijdschap is nauwelijks te onderdrukken. De culturele elite speelt, zoals steeds, volop mee in deze herstelbeweging van de oude orde, onder het mom van de “grote solidariteit”. Wie had dat zes maanden gelden gedacht?
De oude krokodillen ruiken nu hun kans. Het appèl van Karel De Gucht, om de N-VA politiek buitenspel te zetten, zal, als men het slim speelt, een nieuw cordon creëren en het Vlaamse republikanisme (opnieuw) doen verschrompelen tot een marginale bezigheid van een groepje prettig gestoorden.
Tenzij Bart De Wever zijn politieke carrière nu al voor bekeken houdt en een terugkeer naar de academische wereld plant, staat er hem dan ook maar één ding te doen, om het tij te keren: het fameuze cordon ook echt opblazen en met Valkeniers en C° aan tafel gaan zitten, daar vallen misschien wél eerbare, on-Belgische akkoorden te maken. Daar zijn ze namelijk wél al aan het bestuderen hoe het republikeinse gedachtegoed te combineren valt met de Vlaamse onafhankelijkheidsidee. Samen kunnen ze dan proberen een politieke meerderheid in Vlaanderen te winnen voor een post-Belgisch project.
Maar vóór alles geldt voor ons, republikeinen, in naam van de democratie, nu de dwingende plicht van alle intellectuelen om de discussie rond de res publica op te starten, die moet uitmonden in een grondwettelijk charter waar een ruime meerderheid van de Vlamingen kan achter staan. Een blauwdruk voor een nieuw Vlaanderen, dat op economisch, politiek, cultureel en sociaal vlak in Europa het voortouw kan nemen. Eigenlijk zou zelfs iemand als Dirk Tuypens moeten snappen dat de toekomst dààr ligt, en niet in het knekelhuis van de Saksen-Coburgs. Maar gezien de grondstroom zich aan het verleggen is, valt er geen tijd te verliezen. Ik heb geen zin om de ongeschoren baarden te beginnen tellen, en nog minder in een Vlaamse burgeroorlog tussen gladde kinnen en al-dan-niet opgeplakte begroeisels. Het scheermes van Ockham moge hier van toepassing zijn: “Entia non sunt multiplicanda sine ratione”, of in het deugdelijk Vlaams: een labyrint heeft meestal maar één uitgang. Laten we onze tijd niet verdoen met schijnoplossingen en schaduwgevechten.
Johan Sanctorum
2 Comments:
Zowel in goede als in slechte tijden heeft het VB de hand uitgestoken, maar die werd altijd hooghartig afgewezen, zowel op nationaal als op lokaal niveau. Om redenen die ik niet begrijp vinden velen bij NVA zich ver verheven boven de anderen in het Vlaamse landschap, ze zullen nu het cordon ook niet opblazen.
Het is duidelijk dat BDW zich intussen de Alfa-man voelt en geen enkele goesting heeft de "macht" te delen met FDW.
Die kleine mentaliteit zal zijn politieke carrière naar de verdommenis helpen.
Hij is zeer intelligent maar heeft veel kleine kantjes die hem blind maken voor de juiste strategie.
Hij moet van zijn image-building afstappen en ernstig overwegen dat hij op een dood spoor zit.
Proficiat Johan Sanctorum.
Een reactie posten
<< Home