De man van duizend dromen
Johan Sanctorum
Nu het “ultiem” compromisvoorstel van koninklijk verduidelijker Bart De Wever na een diagonale lectuur van enkele minuten al solidair getorpedeerd werd door Franstalig België, dringt zich de vraag op naar de politieke toekomst van de Wever en zijn partij. Zien zij de Wetstraat nog steeds als de plek waar “het” moet gebeuren? Of begint het te dagen dat het daar in Brussel nooit wat wordt?
Uiteraard is Bart De Wever de man van het moment, temeer daar zijn partij voor de rest quasi onzichtbaar is. De opgemerkte en controversiële column van Filip van Laenen op deze webstek, “En of Bart De Wever een psychologisch geval is” , maakte zeer uiteenlopende reacties los. Van Laenen werd ervan beticht, al te zeer de man te spelen en in het hoofd van BDW te willen kijken. Met een niet zeer vleiende diagnose die ik voor zijn rekening laat. Toch denk ik dat, in het geval van een prominent politicus, een psychoanalyse inderdaad kan bijdragen tot een goed begrip van de situatie. In het geval van Bart de Wever valt me al langer een existentiële gespletenheid op tussen vooruit-willen (het discours van de verandering en het afbouwen van oude structuren, m.n. België) en het niet-vooruit-durven (het anti-revolutionaire verhaal, het dwepen met Edmund Burke en andere conservatieve denkers). Het is alsof men niet in het water durft springen alvorens men kan zwemmen. Die angst voor het onbekende is hem, denk ik, aangeboren en bepaalt zijn politiek denkkader en (onder)handelen. Men kan daarbij vaststellen dat het anti-Belgicisme en anti-monarchisme bij De Wever reëel en beduidend is,- de beginselverklaring van de N-VA stelt trouwens de onafhankelijkheid expliciet als einddoel-, maar dat hij anderzijds de term “Republiek Vlaanderen” niet over de lippen krijgt.
Want republieken zijn meestal het uitvloeisel van een opstand of minstens een drastische regimeverandering, en worden nu eenmaal geboren uit chaos, te beginnen uiteraard met de Franse republiek, die volgens de geliefde ideologen van BDW fundamenteel niét deugde. De Deweveriaanse koudwatervrees neemt vervolgens de vorm aan van een Lamme-Goedzak-doctrine waarop hij zich ook herhaaldelijk beriep, als een zogezegd sleutelkenmerk van de Vlaamse identiteit: “de Vlamingen zijn geen rebellen, willen geen revolutie, denken alleen aan hun portefeuille”, enz. (een kleinburgerlijke visie die Julien Borremans en ikzelf in een vroegere column al hebben betwist). Anderzijds is die republiek het enige logische perspectief als men de Belgische monarchie in vraag stelt, en kan men de Vlaamse onafhankelijkheid niet anders zien dan als een progressief, zelfs een uitgesproken revolutionair project, iets waar Mark Grammens al herhaaldelijk op wees. Hoe moet een aartsconservatief daarmee omgaan?
Er zitten dus wel degelijk een paar rare kronkels in de psyche van De Wever, die zich manifesteren als een ideologische spreidstand, waaraan vriend en vijand plus de verzamelde media zich wel eens mispakken. Zo verbaasde het menig waarnemer dat op een zeker ogenblik Franstalig België (weliswaar louter retorisch) luidop met de idee van de boedelscheiding speelde, en dat uitgerekend De Wever zich haastte om te zeggen dat hij het einde van België helemaal niet wenste.
Volkspartij, of toevallig amalgaam?
Bizar genoeg is het uitgerekend die spreidstand waarop momenteel het succes drijft van de N-VA in de peilingen. Hebben alle analisten allang uitgemaakt dat de partij bij de juni-verkiezingen van zowat alle andere partijen kiezers heeft afgesnoept, dan stelt men nu vast dat het potentieel N-VA-electoraat, goed voor het fabelachtige cijfer van 33%, hoogst heterogeen is. De koudwatervrees van BDW is als het ware statistisch geprolifereerd over het Vlaamse kiespubliek, en levert het beeld op van een formatie en een boegbeeld waarin zowat iedereen zich kan herkennen. Dat is tamelijk tegennatuurlijk en op langere termijn ook niet houdbaar. Maar het klimaat in Vlaanderen is momenteel gewoon zo dat iedereen de zelfde kant uitkijkt en vanuit die hoek een oplossing verwacht voor problemen die voor de rest zeer verschillend gepercipieerd worden.
Er is dus een heel gamma aan verwachtingen ontstaan rond BDW/NV-A, dat men grosso modo in vijf categorieën kan indelen. Verschillende groepen binnen zijn electoraat verwachten respectievelijk dat hij:
1) België en de monarchie redt
2) Een norm van goed bestuur introduceert in alle beleidsdomeinen en het land economisch terug op de sporen zet (met een rechts-liberale insteek)
3) Een grondige staatshervorming erdoor krijgt die alle communautaire pijnpunten (BHV,…) voor eens en altijd uit de wereld helpt in een deugdelijk compromis
4) De staat hervormt in de zin van een confederatie (splitsing alle beleidsdomeinen, splitsing sociale zekerheid, fiscale en budgettaire autonomie…)
5) De weg voorbereidt naar een boedelscheiding en de stichting van de Vlaamse republiek
Gradueel verloopt dit verwachtingspatroon van Belgicistisch, over reformgezind, naar separatistisch. Respectievelijk gaat het dan om kiezers uit de links-progressieve vijver (Groen, S.PA) en oude unitaristen/monarchisten, over verontruste burgers die het wanbeleid en de aanslepende crisisfeer beu zijn (vermoedelijk vooral VLD, LDD en andere no-nonsense-liberalen), gematigde flaminganten (uit de CD&V-stal), tot de radicale republikeinen (hoofdzakelijk Vlaams Belang, en de harde N-VA-kern). Daar rond hangt dan nog een wolk van ethisch-conservatieven, hoogbejaarde nostalgici en cultuurpessimisten, die van het gemijmer rond identiteit en traditie maar niet genoeg kunnen krijgen.
In het normale democratische landschap moeten die visies en levensbeschouwingen door verschillende politieke formaties verdedigd worden. Maar die pluraliteit is momenteel in Vlaanderen ingestort. Het complete gamma aan verwachtingen, gesteld in de N-VA en haar leider, is dan ook innerlijk compleet tegenstrijdig, een ware politieke melting pot. Het etiket “brede volkspartij”, de N-VA door de media al toegedicht, is in dat opzicht wat geflatteerd. Eerder zie ik dit als een toevallige collusie van grote groepen ontevreden kiezers waarvan er altijd een aantal teleurgesteld zullen zijn wanneer De Wever een knoop doorhakt, in de een of de andere zin. Door de depolitisering van het klassieke “middenveld” kunnen inderdaad grote electorale clusters ontstaan rond één formatie, om dan even snel weer op te lossen en elders samen te klitten. Vedettisme, subtiel woordgebruik en breedtedekking zijn dan een must om zo’n cluster te binden.
En zo komen we tot de partijtactische essentie, die ik vanuit politiek-moreel standpunt hoogst bedenkelijk vind: het ziet ernaar uit dat De Wever/N-VA nog een keer de verkiezingen wil winnen, door voorlopig géén kleur te bekennen en de bal in het francofone kamp te laten liggen. Dat vereist nogal wat bochtwerk. Vraagt men aan N-VA-tenoren of ze een Belgisch compromis nastreven, dan is het ja-maar. Vraagt men hen of ze Vlaamse onafhankelijkheid willen, dan is het ook ja-maar. In het Belgicistische spectrum moet Siegfried Bracke het vaandel hoog houden, in het quasi-separatistisch discours horen we vooral Jan Jambon. De ijver om heel dat electoraal amalgaam samen te houden drijft de partij echter naar een onderhandelingsstrategie van de verrotting, waarbij op cruciale momenten telkens weer “de stekker wordt uitgetrokken”, “het bord wordt schoon geveegd”, of “de teller op nul wordt gezet”. Of in het Latijn: Fabula acta est, terug naar af, en zo naar een nieuwe stembusgang. In die zin is de recente compromis-tekst eerder een pre-electoraal appèl naar de (niet al te radicale) Vlaamse kiezer, die zich pakweg tussen (1) en (4) situeert in bovenstaand gamma.
Maar zoiets kan je niet blijven volhouden: ooit moet er natuurlijk wel gekozen worden tussen een Belgisch reformscenario en de ordelijke opdeling. Tenzij men pleit voor de stapsgewijze ontmanteling van de Belgische staat, maar ook dat moet dan maar eens duidelijk uit de verf komen. En ook dat perspectief zal een segment kiezers afschrikken. Het exit van De Wever en nieuwe verkiezingen zullen mogelijk een nieuw pro-BDW-plebisciet opleveren, met een nog extremere score, maar dan komt het moment van de waarheid,- alleen is er dan al veel tijd verloren en zal onze economie er nog belabberder aan toe zijn.
Een partij van duizend dromen bedriegt de kiezer en functioneert alleen maar in een virtuele realiteit. Voor de Vlaams-republikeinse zaak is dit spel hoe-dan-ook funest, want de verrottingsstrategie zal meer en meer Vlamingen doen terugschrikken van “het avontuur” en zal de Belgische restauratie inleiden, via een kabinet van nationale eenheid. Dat is uiteraard de verborgen agenda van de drie traditionele partijen. De grote media kijken nog even de kat uit de boom wat De Wever en zijn partij betreft. Voorlopig wordt de hype verder uitgemolken, tot het tij keert en de publieke opinie het laat afweten, waarna men aan de stigmatisering kan beginnen. Dat verhaal hebben we al eens meegemaakt.
Samengevat vind ik het dus niet zo’n slecht idee om het Deweveriaanse schizo-syndroom, dat op heel de partij én op de Vlaamse publieke opinie afstraalt, eens te ontrafelen. Zonder twijfel is hij een getalenteerd politicus,- dat is een open deur instampen,- maar het moment van de waarheid nadert dat er échte keuzes moeten gemaakt worden, die eventueel totaal buiten het Belgische paradigma leiden. In dat opzicht mag men ook hopen op voldoende interne democratie binnen de N-VA (al nopen de kille defenestratie van Julien Borremans en Kim Geybels tot enig pessimisme…), en pleit ik voor een bevraging van de basis, annex ondubbelzinnige stellingname qua doelstellingen, termijn en strategie. Zo’n positionering zal misschien op korte termijn wel wat stemmen kosten, maar duidelijkheid is een te zeldzame deugd in de politiek. Misschien kunnen dan ook eens wat andere kopstukken uit de immense schaduw van de voorzitter komen, om het profiel aan te scherpen. Kiest men voor een radicaal-republikeinse doelstelling én attitude, – dan ligt een strategische alliantie met het Vlaams Belang (daarom geen fusie) voor de hand, gesteld dat er ook aan die kant de goede wil aanwezig is.
Dat signaal is alvast gegeven door voorzitter Bruno Valkeniers. In een “Open brief aan Bart de Wever” – druk circulerend op het internet, maar door Belgicistische “kwaliteitskranten” als De Standaard zorgvuldig doodgezwegen- maakt hij een duidelijke opening naar de N-VA en roept op tot een soort republikeinse frontvorming. Op langere termijn is dat de enige logische oplossing, maar kortzichtig-electoraal natuurlijk niet. De N-VA kan best nog een keertje teren op het spagaat en een verkiezing winnen, maar dan is het gedaan. Dan wordt ze door de media politiek wellicht als even “irrelevant” verklaard als, jawel, het Vlaams Belang.
Ondertussen wrijft Franstalig België zich genoeglijk in de handen: volgens recente peilingen is niet meer dan 18% van de Vlamingen voor onafhankelijkheid. Di Rupo en C° hebben dus nog alle tijd om verdere vertragingsmanoeuvres uit te voeren en op de impasse te teren.
Zolang Bart De Wever niet snapt –of niet wil snappen, of niet durft…- dat de oorlog niet in de Wetstraat wordt gewonnen maar in Vlaanderen zelf, door het post-Belgische tijdperk in te leiden, mét het VB als zweeppartij én objectieve bondgenoot, zullen we blijven rondjes draaien. De carrousel van de duizend dromen moet ergens tot stilstand komen en plaats maken voor een natievormend project, dat ook een gemeenschapsvormend project moet zijn, met een sterke sociale poot. Want de armoede stijgt in Vlaanderen schrikbarend en tast nu ook de middenklasse aan, De Wevers uitverkoren doelgroep.
Van grondstroom naar volksbeweging, en vandaar naar republikeinse constituante. Lukt dat niet, dan haalt België probleemloos de 22ste eeuw. Als Bart De Wever met “Fabula acta est” bedoelt dat het Belgische sprookje uit is, dan zijn we helemaal mee. Kiezen én delen, zou ik dan zeggen.
Johan Sanctorum
3 Comments:
Inderdaad, wat DE NVA nu juist wil is eigenlijk niet helemaal duidelijk, vandaar dat veel mensen er zich kunnen in vinden, en wanneer hij zegt "fabula acta est", dan vrees ik dat het wel eens de droom van Vlaamse onafhankelijkheid kan zijn, maar weinigen die door de media bedwelmd worden zien dit nu al in.
Ik sta verbaast hoe dom men telkens de burger acht. De NVA-kiezer wisten en weten maar al te goed waarvoor de NVA toen, en BDW stonden? Vlaams zelfbestuur , onafhankelijkheid toch? Achteraf, vandaag loochent zij zichzelf. Het politieke landschap is net zo versnipperd omdat de partijideologieen op kleine punten verschillen. Het zijn net die kleine verschillen die de standpunten van de partijen zo duidelijk maken voor de kiezer. Dat na een overwinning een partij zijn ideologie aanpast is bedrog tov de kiezer maar vooral tov zichzelf.
In discussies voorafgaand aan de verkiezingen werd inderdaad het 'indepentisme' ontweken omdat de andere partijen en de poltitiek correcte media het zouden aangrijpen de NVA hierop aan te vallen. Maar het partijprogramma in essentie was toch duidelijk? Vandaag bekeken zou de NVA en hun emo-leider hun stoerdoenerij à la "fabula acta est" best laten. Geen enkele van hun latijnse spreukjes en gezegden hebben ze tot nu toe waargemaakt. Ten gronde zal in dit land de verkregen structuur achter een grote 'partij' meer doorwegen dan zijn ideologie. Vandaag ga ik er van uit dat de NVA-kopstukken zo kinderlijk en emotioneel doen omdat zij om strategische redenen de franstaligen hierin de overhand wensen te geven. De NVA en BDW zal op termijn - we zitten nog maar in de pre-regeringsonderhandelingsfase - compleet afgemaakt worden en zal gevolgd worden door een zoveelste volksunie,VB,id21,spirit-scenario. Aan de overkant weet men echt wel met wie ze te doen hebben.
Weet u,...wie gelooft die mensen nog.
@ Tumbi
Wat heeft het VB in deze context misdaan?
Ze hebben nooit toegegeven en zijn door BDW uitgelachen omdat ze niet mochten meespelen.
Hij heeft nu "meegespeeld" en zie het resultaat.
Ik herhaal hier wat ik op een andere blog zei:
BDW is een briljant tacticus maar met de verkeerde strategie.
Een reactie posten
<< Home