17 september 2010

De knuffelrobot als metafoor

Het stond gisteren in De Standaard, dus moet het waar zijn: de knuffelrobot Probo, ontwikkeld aan de VUB, gaat door met onze harten te veroveren, en wordt nu naar de wereldtentoonstelling van Sjanghai gestuurd, in het kader van de Brusselse week. De Chinezen gaan omver vallen van dit technologisch hoogstandje. Het betreft een bewegende en op menselijke signalen reagerende pop die “probleemgroepen” zoals langdurig gehospitaliseerde patiënten, autistische kinderen en demente bejaarden affectie moet bezorgen. Visueel oogt de dummy als een licht plagiaat van Kermit, de populaire groene kikker uit de Muppets Show, maar dan met de slurf van het Disney-olifantje Dumbo. Origineel aan het project is anderzijds de ingenieus opgezette PR-mix: het gerucht van een wetenschappelijke innovatie, een emo-verhaal rond het goede doel, en dan nog eens een Belgisch-Brussels tintje. Genoeg voor Vlaamse kranten en weekbladen om zich blindelings op dit goed nieuws te storten. Stel u voor, al die ongelukkige kindjes getroost met een ingepluchte robot die de zorgsector het nakijken geeft, niet staakt, nooit nukkig of oververmoeid is. Achter het initiatief van de vzw Anty Foundation zit dan ook een goed-draaiende lobbymachine, in 2002 opgestart door ene Ivan Hermans.

Van een zelfverklaarde kwaliteitskrant zoals DS zou men alleszins mogen verwachten dat het hoera-geroep rond de gelukspop wat getemperd wordt, en men eens kritisch wat achtergronden gaat uitpluizen. Niets daarvan, het getoeter kan niet op. In “Media en Journalistiek in Vlaanderen”, – u weet wel, dat boek dat dankzij de Vlaamse media alleen onder de toonbank wordt verkocht, waardoor het echt een hebbeding werd- ontmaskerde Frank Thevissen het Probo-verhaal al als één langgerekte PR-stunt van een project dat uitsluitend tot doel heeft om zijn eigen kas te spijzen (en uiteraard de portefeuille van de betrokken “wetenschappers”). Het vindt daarbij blijkbaar alle Vlaamse “kwaliteitskranten”, magazines en natuurlijk de boekskens bereid om de lezer als informatie verpakte reclame op te lepelen.
“In zeven jaar tijd heeft geen enkel medium ook maar één inspanning geleverd om de communicatie van de vzw Anty Foundation te toetsen aan de concrete realisaties op het terrein, laat staan het ‘goede doel’ te doorprikken als een pretext om fondsen in te zamelen. Integendeel, letterlijk alle media, zowel televisie, radio als print media, nemen sinds 2002, jaren aan een stuk, dezelfde fantaisistische pr-boodschap over, vaak met vermelding van contactgegevens van de initiatiefnemer”, aldus Thevissen.
De Standaard produceert overigens dat soort brandend content (als nieuws vermomde publiciteit) met de regelmaat van een klok. In diezelfde editie van 16 september 2010 vinden we een 16 blz tellend redactioneel katern “Vlaming en Europeaan”, bij nader toezien een reclameboodschap van de Vlaamse overheid, en mede gesponsord door de EU. Maar wel, blijkens de colofon, helemaal op muziek gezet door DS-redacteuren, en in een redactionele opmaak die de verwisseling compleet moet maken.
De Brusselse knuffelrobot is de perfecte metafoor voor politiek die alleen nog (slecht) theater produceert, en media die de gebakken lucht heropwarmen.
Onverantwoord interessant, zeg dat wel. Maar de Probo-stunt brengt ons nog op andere dan mediakritische overwegingen. Het is namelijk een pseudo-wetenschappelijke draak die academici van andere universiteiten laat schudden van het lachen. Dat de VUB zich hiertoe leent, is hoogst bedenkelijk, en moet gezien worden als een wanhoopspoging om wetenschappelijke credibiliteit te verwerven. Andere universiteiten creëren spin-offs op gebied van biogenetica (zoals Leuven en Gent, de twee Vlaamse universiteiten die in de wereldtop-200 voorkomen), de VUB doet het met een automaat die in de 18de eeuw verbazing kon wekken. Als ik rector van de VUB was, ik wees dit staaltje van nep-wetenschappelijke innovatie onmiddellijk de deur. Quod non: de blijde academische tijding rond Probo blijft maar komen, al acht jaar lang.



Failliete stad vindt waardige masquotte

Interessanter nog, en daarnaar verwijst de titel van dit stukje, is het politieke piepschuim in de knuffelrobot. De bedenkers wisten namelijk ook een kransje Brusselse politici, zoals Guy Vanhengel en Benoît Cerexhe, bevoegd voor respectievelijk informatica en wetenschappelijk onderzoek, warm te maken voor Probo en van de onnoemelijke imago-waarde te overtuigen. 600.000 Euro had dit armlastig Brussels gewest over voor de gemotoriseerde teddybeer. Tja, dat vraagt natuurlijk om milde spot en enig sarcasme. Een door een operetteregering geleid gewest dat van geen kanten werkt, dat qua administratie, mobiliteit, criminaliteitsbeheersing,… eeuwen achterop loopt, en waar politici uitsluitend met zichzelf en hun goedbetaalde baan bezig zijn,- ja, die kunnen zo’n homunculus wel gebruiken. Een stad waar achter de hoge, blitse EU-buildings een allochtone subcultuur gist die aan een sneltempo radicaliseert: stuur er Probo op af, en alles is opgelost. Een paar dagen geleden nog werd een jongeman in een Brussels metrostation door twintig “jongeren” (zo worden ze in de pers neutraal aangeduid) in elkaar geslagen en voor dood achtergelaten. Zo iemand verdient toch een knuffelpop aan zijn ziekenbed, met de warme groeten van minister-president Charles Picqué.
Kortom: de Brusselse knuffelautomaat is de perfecte metafoor voor politiek die alleen nog (slecht) theater produceert, en media die de gebakken lucht heropwarmen. Probo is de postmoderne versie van Manneken Pis: een ludiek embleem dat de tragikomische toestand van een cultuur-in-ontbinding moet verbergen. Meer nog: deze emo-pop is de ultieme, allerlaatste uitloper van het Brussels-Belgisch surrealisme, dat de schijn tot werkelijkheid promoveert, en puur teert op beeldretoriek, het welbekende façadisme, de Ensoriaanse maskers die zich rondom een skelet scharen. Probo is zo dood als dit land, maar gelukkig lopen er een aantal buiksprekers rond en worden de batterijtjes nog vervangen. Politici die steeds maar weer over “de mensen” lullen, solidariteit en sociale cohesie, maar uiteindelijk hun toevlucht nemen tot een robot om de geluksvraag op te lossen. Pathetisch en hilarisch tegelijk.
Dat brengt ons op de derde en laatste bedenking: waarom gedoogt een maatschappij, die zichzelf tot “solidaire samenleving” uitroept, dit soort piepschuim-empathie? Is het wel gezond dat wij emoties uitbesteden aan poppen, om ze zelf niet te hoeven investeren in onze omgeving? Het ligt natuurlijk in de lijn van de sociale rationalisering en het wegvallen van familiale banden: kinderen in de crèche, bejaarden in het gesticht, zodat alle fitten zich de naad uit de broek kunnen werken om die uitbesteding te kunnen betalen.
Probo is dus ook zelf een symptoom, veeleer dan een remedie: hij staat voor een verlies aan intermenselijk contact, de verdere virtualisering, en een groeiende dominantie van het instrumentele, objectivistische denken in een prestatiemaatschappij.
Men zou kunnen zeggen dat kinderen graag met poppen spelen en levenloze objecten een “leven” toekennen, maar in het geval van de knuffelrobot gaat het louter om een prothese, een surrogaat voor echte, uitwisselbare emoties. Een hoop draden, radertjes en electronica die een enorm sociaal deficit moeten compenseren.
Ondanks de mateloze media-belangstelling die de knuffelrobot geniet, heb ik nog niemand uit de politieke wereld of de sociale sector, noch van links noch of rechts, horen protesteren tegen deze robotisering van de affectie. Groenen, linksen, de kampioenen van de “warme samenleving”, maar ook de rechts-conservatieve pleitbezorgers van de “gezinswaarden”: je hoort ze niet. Zelfs de witte sector, de verplegers en verpleegsters, thuishelpers, etc.: niemand maakt zich druk over de vervanging van mensen door poppen, op een plek waar menselijk contact als cruciaal wordt gezien.
Het moet dus zijn dat mythes echt werken, ook vandaag nog. In dat opzicht is Probo zeker nog een toekomst weggelegd, en mogen we zelfs aannemen dat dit koninkrijk met zijn marionettentheater het nog wel even volhoudt.
Het simulacre regeert, om nog maar eens Jean Baudrillard aan te halen. Alleen een gezonde dosis kwaadwilligheid en onwil om mee te lopen in de parade kan ons hier redden. De knuffelpop doodknuffelen, letterlijk, ofwel in de fik ermee, het moeten niet altijd boeken of kranten zijn. Genoeg techno-euforie en zeemzoete PR-praat. Leer uw kinderen terug neen zeggen aan de nep en de pep. Of zoals ze in Shanghai zeggen: met alle Chinezen, maar niet met den dezen.


Johan Sanctorum

1 Comments:

At 18/9/10 07:33, Anonymous André NONIEM said...

Deze probo zou nochtans perfect kunnen werken in de koninklijke poppenkast.
Voor ik het artikel las en Probo bekeek dacht ik dat het een "muppetpop" van royale Birre was. Na het lezen gruw ik van de gedachte om als patiënt met Albert in bed te zitten. Wat een verschrikking.

 

Een reactie posten

<< Home

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>