Het meisje is sterk
Toen ik vorig jaar een uitnodiging kreeg om op een symposium in Amsterdam (dat komende zaterdag 10 juli plaatsvindt) het veelgenoemde maar slechtbegrepen begrippenpaar yin & yang te komen verduidelijken, stonden de Vlaamse media net bol van gekakel over de avonturen van VB-politica Marie-Rose Morel. Haar wedervaren was geen soap, zoals de kranten toen schreven, maar hoog drama, echt stof voor de Grote Vlaamse Film, te maken nadat de Vlaamse onafhankelijkheid een einde stelt aan de steeds slechter wordende vaudeville van de Belgische politiek. Bovendien bleek het een illustratie te vormen bij het yin/yang-denken en vooral bij een welbepaalde passus uit de grondtekst ervan, het 31 eeuwen oude Boek der Veranderingen (Yijing, I Tjing).
“Nü zhuang, wu yong qu nü”, zo opent hoofdstuk 44 (Gou, "Het tegemoetkomen") van dat 31 eeuwen oude Boek: “Het meisje is sterk; trouw niet met dat meisje.” Hoewel allerlei softies dat werk als een vrouwvriendelijk en zweverig boek beschouwen, zou ik het een hard boek noemen, een boek over staatkunde en loopbaanplanning, en bovendien geschreven vanuit een bij uitstek patriarchaal standpunt. Het is eigenlijk de bijbel van het seksisme. Het gaat uit van de tegenstelling tussen yin en yang, vrouwelijk en mannelijk, zacht en hard, de weerkaatsende maan en de lichtende zon, de aarde beneden en de hemel boven. De aarde ondergaat lijdzaam alles waarmee de hemel haar bestookt: meteoren, zonnestralen, regen, blikseminslagen. Zo moet, volgens de Chinese wijzen uit de voortijd, ook de vrouw de penetraties en slagen van haar man ondergaan. Later heeft de beschaving toegeslagen en zijn de Chinezen het wat vrouwvriendelijker gaan omduiden, maar de rauwe grondtekst houdt de vrouw er onbeschroomd onder.
De basisbetekenis van yin is “bewolkt, dof”, die van yang is “zonnig, fel”. Dat zou dus het wezensverschil zijn tussen de vrouw en de man. Het Boek wijst de geslachten ondubbelzinnig hun plaats: de man is sterk en geeft leiding, de vrouw is zwak en gehoorzaamt. Hoofdstuk 37, Jia, “Het gezin”, is terzake ondubbelzinnig. Het beveelt de vader aan, liever te streng te zijn dan vrouw(en) en kinderen zich te laten uitleven. Over de rol van de vrouw bestaat geen twijfel: “Zij moet niet toegeven aan haar gril, zij moet binnen voor het eten zorgen.”
In "Het tegemoetkomen" neemt de vrouw echter het initiatief. Het bijbehorende beeld toont één vrouw die zich bij een uitsluitend mannelijk gezelschap voegt. Ziedaar de moderne vrouw die mannelijk terrein betreedt, de politiek bijvoorbeeld. En die daar allerlei seksistische verdachtmakingen moet trotseren, zoals Marie-Rose Morel ruimschoots ondervonden heeft, zowel van collega’s als van de media. En die dubbel zo goed moet presteren om halvelings voor vol aanzien te worden.
Koning Wen en zijn zoon, de hertog van Zhou, de samenstellers van het Boek, evenals de latere confuciaanse commentatoren, beschouwden zulk stoutemeisjesgedrag als strijdig met de juiste verhoudingen. In de cycliciteit van de natuur gebeurt het weliswaar dat het sterke geslacht soms zwak is en het zwakke sterk, maar een gunstig moment is dat toch niet. Zoals de herfst onvermijdelijk en noodzakelijk is maar toch minder verwelkomd wordt dan de lente. De krachtenconfiguratie die toelaat dat de vrouw domineert, moet men vooral niet voeden doch laten overwaaien. Seksistisch, ongetwijfeld, maar de oude Cultuurkoning zou zich in de wereld van na de vrouwenemancipatie best thuis gevoeld hebben. Immers, hoe meer de moderne maatschappij van zijn beginselen afwijkt, hoe meer de gevolgen daarvan hem gelijk geven.
Sterke vrouwen liggen inderdaad niet zo goed in de markt. Al die geslaagde carrièrevrouwen van tegenwoordig schrikken de mannen af. Persmuskieten en politieke collega’s gingen zich klein en wrokkig voelen in Marie-Rose Morels schaduw. In hun privéleven worden geslaagde vrouwen veelal genoopt om alleen te blijven. Of ze zijn getrouwd en hun man kan het niet meer uitstaan, zo’n vrouw in de wereld in plaats van op haar plaats binnenshuis. En dan volgt een vechtscheiding, zoals Morel er één te beurt gevallen is. Of twee, één met haar echtgenoot en één met de leiding van haar partij.
Ja, een vrouw die zich vrij vecht, tornt niet alleen op tegen haar omgeving, maar tegen het gewicht van een hele traditie, teruggaand tot het begin der mensheid en zelfs tot het ontstaan van de geslachten. Vanuit het oogpunt van de ervaring der beschavingen zou men het project vrouwenemancipatie als een knettergekke afwijking kunnen beschouwen. Zoals de hemel/yang voorgoed boven is en de aarde/yin voor eeuwig aan hem ondergeschikt, zo is de verhouding tussen de geslachten onwrikbaar vastgelegd.
Aha, maar juist daar vinden we de zwakke plek in het yin/yang-conservatisme. Dat eeuwig statische ontkent juist de yin/yang-polariteit tussen statisch en dynamisch. Er is in die verhouding wel degelijk beweging mogelijk, maar daar is actie voor nodig. Actie en dynamiek zijn yang, mannelijk, en het is natuurlijk de man die kosmische veranderingen tot stand gebracht heeft en daarmee de mogelijkheidsvoorwaarden geschapen voor de vrouwenemancipatie. Door de wasmachine uit te vinden, bijvoorbeeld, iets wat geen vrouw ooit bedacht of gekund heeft. En de man heeft in de hemel/yang nog iets tot stand gebracht dat als kosmische rechtvaardiging kan dienen voor evoluerende geslachtsverhoudingen op aarde/yin.
Dat het zwerk boven is en de aarde beneden, is niet onontkoombaar. Zolang de trilobieten en brontosaurussen en Neanderthalers op deze aarde gevangen zaten, leek het wel zo. Maar dan is de moderne mens (en daarmee bedoelen we natuurlijk de moderne man) aan dat vertrouwde wereldbeeld gaan sleutelen. Tussen 1969 en Morels geboortejaar 1972 hebben 12 mannen op de maan gewandeld. Zoveel als er Olympische goden zijn en tekens in de dierenriem. Zij behandelden een hemellichamen zoals de mensheid tot dan de aarde behandeld had: zij zetten er hun voeten op. Waar zij stonden, keken zij neer op een donker hemellichaam en zagen zij op naar de aarde, die nu op haar beurt een blauw glanzend hemellichaam werd, groter zelfs dan zon of maan van op aarde. Zij hebben proefondervindelijk bewezen wat voor de primitieven absurd moet geleken hebben, voor de antieken hoogstens een stout vermoeden was, en voor Isaac Newton slechts een theoretisch afgeleide zekerheid: dat de aarde een deel is van de hemel, dat op hemellichamen dezelfde natuurwetten gelden als op aarde, dat de verschillen tussen de aarde en de hemellichamen louter een kwestie van veranderlijk standpunt zijn.
Neerkijken op een hemellichaam onder je voeten, opkijken naar de aarde: de astronauten hebben een miljarden jaren oude zekerheid doorbroken. In dat licht wordt de anti-autoritaire golf van die jaren volkomen vanzelfsprekend. Als zelfs de oerpolen hemel/yang en aarde/yin van plaats kunnen wisselen, dan is het toch maar normaal om ook andere ingeroeste machtsverhoudingen in vraag te stellen: tussen bestuurders en onderdanen, tussen ouders en kinderen, tussen leerkrachten en leerlingen, en tussen man en vrouw. De mannen die de uitdaging van XX-bechromosoomde nieuwkomers als een onrecht ervaren, dat zijn als het ware diegenen die nooit voet op de maan gezet hebben, die bij Moeder Aarde’s rokken zijn blijven zitten. Ondernemende mannen die van de grond geraakt zijn en zich het yange/hemelse gezichtspunt eigen gemaakt hebben, zijn klaar voor de vrouw die op haar beurt haar plaats aan de uitspansel verwerft.
Het meisje is sterk en zal nog van zich laten horen.
Labels: Boek der Veranderingen, Morel Marie-Rose, seksisme, yin/yang
3 Comments:
@ Dr. Elst
U verbaast me telkens weer.
Waar orientalisme toe leiden kan!!!
U heeft 100 % gelijk en FDW moet leren met sterke vrouwen om te gaan, zowel MRM als Alexandra Colen.
Hij schijnt vergeten te zijn dat het electoraat uit 50 % vrouwen bestaat.
MRM heeft waarschijnlijk een aartje naar haar vaartje.
"Die tiefste Verletzung, die einer Mutter in unserer Gesellschaft angetan wird, ist nicht nur ihre Unterdrückung, sondern ihre Anpassung an den männlichen Mythos seiner Überlegenheit und die Annahme ihrer eigenen Wertlosigkeit. Insoweit die heutige Frauenbewegung Gleichberechtigung als Recht versteht, genau so schlimm zu sein wie die schlechtesten der Männer, verewigt sie des Mannes Herrschaft in neuen Formen. Noch schlimmer: Solche Frauen werden, indem sie die Kraft ihrer eigenen kreativ wirkenden Liebe verneinen, weiterhin Frauen und Männer erziehen, die ihrerseits ihre eigene wahre Stärke zurückweisen und sich für rücksichtslose Entfaltung ihrer Macht entscheiden werden. Das ist es, was Ödipus wirklich verkörpert: die ursprüngliche Verletzung, die sich zum Streben nach Dominanz verwandelt." (Arno Gruen, Der Verrat am Selbst. Die Angst vor Autonomie bei Mann und Frau, DTV, München, 2000, p. 90-91)
Zouden wij mannen er niet beter aan doen, onze 'ursprüngliche Verletzung' te leren helen?
Dag Koenraad, dit lezende zie ik uit naar je bijdrage op het komende symposium. Wat betreft hexagram 44 vind je mijn artikel, 'A Mulan in the Yijing' misschien nog interessant: http://i-tjingcentrum.nl/serendipity/archives/56-A-Mulan-in-the-Yijing.html
Tot zaterdag!.
Harmen.
Een reactie posten
<< Home