Twaalf seconden
Twaalf seconden. Dat is de gemiddelde quote van een politicus op de televisie vandaag, zo blijkt uit een studie van Magda Michielsens, Katrien Lefever en Walter Angioletti (die ik hier dus in veertien woorden samenvat) (1). Wat mocht ik me vanmorgen gelukkig achten dat er nog - althans nog even - een radioprogramma als Rondas bestaat. Vijftig minuten krijg je daar. Dat is drieduizend seconden. Evenveel seconden als ik tekens krijg voor deze column in Doorbraak. Ook dat was vroeger meer. Niet dat die vijftig minuten Rondas een monoloog zijn, natuurlijk. Daar zorgt de interviewer wel voor. Meestal is het programma op voorhand opgenomen, maar soms zoals vandaag wordt het 'levend' uitgezonden (2). Dan moet je natuurlijk beter op je woorden letten, proberen het dadelijk correct te zeggen. Maar het klopt natuurlijk dat een redenering kan worden opgebouwd, en dat vergt nu eenmaal meer woorden dan een oneliner die precies evenveel zegt als zijn tegendeel. Dat is namelijk het kenmerk van de meeste oneliners: het omgekeerde is ongeveer precies evenveel waar.
En die oneliners zijn dan natuurlijk vaak weggeknipt uit een meer genuanceerde context. Herinnert U zich nog het eerste bezoek van die bisschop aan New York, die bij zijn aankomst van een persmuskiet de vraag kreeg "gaat U ook een nachtclub bezoeken in New York" en zijn jezuïetenopvoeding indachtig met een vraag antwoordde: "Zijn er nachtclubs in New York ?" De voorpagina van de krant meldde: 'Eerste vraag van de bisschop bij zijn aankomst in Amerika: "Zijn er nachtclubs in New York ?" ' (3).
Van Jos de Saeger wordt verteld dat hij bij een interview altijd eerst moest weten hoeveel ervan effectief zou worden uitgezonden. 'Drie minuten, mijnheer de Minister'. 'Ok, begin maar met de eerste vraag'. En na klokslag drie minuten zei de Minister: 'Dank U, het interview is beëindigd'. 'Maar ...'. 'Geen maren, U zendt toch maar drie minuten uit'. Gij zult niet knippen.
Die drie minuten zijn intussen gereduceerd tot twaalf seconden. Korte zinnen, korte gedachten. En dan maar beweren dat directe democratie gebaseerd is op simplisme, want op een referendum zou enkel maar met ja of neen kunnen worden geantwoord. Die ja of neen gaan dan wel over één enkele concrete vraag. Onze politicus moet héél zijn programma in twaalf woorden kunnen brengen. Er zijn er allicht wel enkele die toch niet meer te vertellen hebben. Of die enkel te vertellen hebben dat we moeten dialogeren. En er zijn er wellicht andere die na uren nog niet meer gezegd hebben. Bij die mensen ben ik blij als ze maar twaalf seconden krijgen. En inderdaad, het antwoord op concrete vragen kan meestal in twaalf seconden worden uitgesproken, vaak zelfs in één woord. Maar mogen we misschien toch ook nog de argumenten en motieven horen ? Mogen we nog eens verplicht worden of althans de kans krijgen om mee te denken ?
Ik zal U het verdere antwoord schuldig moeten blijven, beste lezer, want mijn drieduizend tekens zijn hiermee bereikt.
(Deze column verscheen in Doorbraak juni 2010)
(1) Zie Verkiezingen 7 juni 2009 - De campagne op televisie, http://www.moh.be/Verkiezingen09.htm
(2) U kan de uitzending van 16 mei 2010 herbeluisteren via de link op mijn stek http://storme.be
(3) Anekodte afkomstig van bisschop Peter Henrici, zie http://www.catholiceducation.org/articles/media/me0005.html
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home