Lessen voor de verliezers
Er is nog rechtvaardigheid in deze wereld. Terwijl Bart De Wever zijn informateursopdracht doorworstelt, bekijken wij hier eens rustig hoe zijn verkiezingszege enkele andere politieke actoren hun eerlijk verdiende loon bezorgd heeft.
Tinne Van Der Straeten, Groen!-parlementslid voor Brussel, verloor door het systeem van de apparentering haar zetel aan Eva Brems, Groen!-kandidate te Leuven. Wat een onrecht, zul je zeggen, zo’n doorgewinterde trouwe partijmilitante die baan moet ruimen voor een wit konijn dat nooit iets aan de partij of de Groene zaak bijgedragen heeft. Wel, er is ook een andere kant aan. Alleen in Brabant bestaat het systeem van de apparentering nog, elders is het door de invoering van provinciale kieskringen verdwenen. De uitzonderingspositie van Brabant is een gevolg van de niet-splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde. En wie stal ook weer het hart van het FDF en de Coburgs door zich tijdens de BHV-stemming van de Vlaamse consensus te desolidariseren en niet voor de toepassing van de Grondwet (d.w.z. de splitsing) te stemmen? Groene Tinne toch wel zeker. Zij heeft haar uitstoting uit het parlement hartsgrondig verdiend. Hopelijk put zij nog lang troost uit de schouderklopjes die ze destijds in Le Soir gekregen heeft.
De Lijst Dedecker, ooit gelanceerd als de “partij van het gezond verstand”, kan over gezond verstand wat leren bij de N-VA. De partij had zich in enkele jaren kunnen profileren als het écht liberale alternatief voor de verworden Open VLD. Daartoe hoefde ze niet eens een programma te schrijven, ze had kunnen beginnen met de oude Burgermanifesten van Guy Verhofstadt. Er is daar een breed liberaal publiek voor, dat teleurgesteld is in het feitelijke gedrag van de Open VLD en rijp voor een alternatief. Nu is het omgekeerde gebeurd: een aantal van die teleurgestelden vonden hun ideologische gading niet in de LDD, die alleen negatief het nieuws haalde, en gaven hun oude partij onder de geïnspireerde leiding van Alexander De Croo een nieuwe kans. Maar vooral, zowat een derde van de LDD-kiezers heeft de beschaafde N-VA als een beter voertuig voor een beleid van het gezond verstand herkend.
Iets dergelijks geldt ook voor het VB. Een groot deel van het kiespubliek wil wel voor een uitgesproken Vlaamse en verklaard conservatieve partij stemmen, maar nooit voor het VB. (Om die reden was al het gepraat over een “Forza Flandria” bij voorbaat kansloos: in verspreide slagorde trekken de V-partijen meer kiezers dan als een ééngemaakte “partij van Filip Dewinter”.) De “vuile” stijl en de formeel afgestoten maar nooit echt volledig uitgewiste nazi-connotaties blijven een hindernis. Zelfs kiezers die vorige keer dat bezwaar doorgeslikt hebben, vonden deze keer in Bart De Wever een voldoende geloofwaardig alternatief. Hij brengt de fatsoenlijk conservatieve partij waar E.H. Johan Leman vijftien jaar geleden al om vroeg.
De partij die meer dan alle andere een ernstige les te trekken heeft uit haar nederlaag, is echter CD&V. Zij is niet alleen het meeste zetels verloren, maar ook haar statuut van Vlaanderens natuurlijke volkspartij. Doorheen de decennia hebben de Vlaamse kiezers heel veel verraad van haar op de koop toe genomen, trouw als zij waren aan hun zuil, aanhankelijk aan de typische CVP-vaderfiguren. Omdat de partij zich, net als talloze kiezers, in het centrum positioneerde, groeide de indruk dat haar ruggengraatloosheid nu eenmaal de onvermijdelijke prijs is die je voor een christendemocratische politiek moet betalen.
Maar dat is natuurlijk niet zo. Terwijl hier de CVP altijd naar de kiezer moest met een reeks leugens en uitvluchten om een regeringsbeleid te verdedigen dat niet haar eigen programma verwezenlijkt had maar wel dat van de PS, zien we in Duitsland dat de CDU-CSU wel degelijk een eigen programma nastreeft en uitvoert, en daar in coalitiebesprekingen een breekpunt van kan maken. De Duitse christendemocraten hebben ook weinig last van de ontkerkelijking die CD&V gestadig doet afkalven: zij hebben een duidelijk politiek profiel als gematigd conservatieve partij, die ook voor rand- en ex-christenen aantrekkelijk blijft. CD&V daarentegen teert nog op historische banden met de zuil, bij gebrek aan een overtuigend politiek-ideologisch palmares.
Toch kan zelfs CD&V al eens de rug rechten: bij het veto tegen de opname van Jean-Marie Dedecker in kartelpartner N-VA werd geen enkele toegeving gedaan. Toen kon zij wel vijf minuten politieke moed opbrengen. Dat zij dit zelfs lang kon volhouden, bleek bij het tragikomische mandement van de zuilverwante vakbondsleiders om vooral niet voor de N-VA te stemmen. Voorzitster Marianne Thyssen toont ook veel lef in het feitelijk verwerpen van de vijf Vlaamse resoluties en de grondwettelijke regeling inzake BHV. CD&V-ers met lef, wat gaan we nog meemaken?
De bezadigde centrumkiezer zou dat graag wat vaker zien, maar dan bij andere controverses: een partij die zijn eigen opvattingen uitdraagt en daarin kan volharden, één die niet bij de minste tegenwind door de knieën gaat. En kijk, niemand zag het aankomen, maar nu is er blijkbaar zo’n partij. Uit zijn geliefde Beieren heeft Bart De Wever een politiek model meegebracht dat mutatis mutandis tot de natuurlijke volkspartij van Vlaanderen kan worden. We weten nog niet of de indruk die hij persoonlijk van zijn overtuiging geeft, en die goed bij la Flandre profonde aansluit, ook het politiek profiel van de partij is, maar voorlopig is de kiezer bereid om dat aan te nemen. Als CD&V nog een toekomst wil, dan moet ze zichzelf tot Vlaamse CSU omvormen. Anders valt die rol voor lang aan N-VA toe.
Labels: CD+V, CSU, De Wever Bart, N-VA
4 Comments:
Een zeer goede analyse. Proficiat Dr. Elst
Zou Bart De Wever ook bereid zijn de bruisende Beierse referendumcultuur in Vlaanderen in te voeren?
zeer sterk stuk alweer.
Koenraad Elst: steeds weer verhelderende inzichten. Spijtig dat niet meer lezers de weg naar deze site vinden.
Een reactie posten
<< Home