Waarom Leterme geen CD&V-kopman kon zijn (Hoegin)
De Vlaamse journalisten werden (overigens net als ik) de afgelopen week verrast door de beslissing van de CD&V-top om voorzitster Marianne Thyssen naar voor te schuiven als kopman voor de komende verkiezingen. Wie alles eens nuchter op een rijtje zet, komt echter al snel tot de conclusie dat daar eigenlijk niets verrassends aan was. Of toch niet helemaal, want de positie van Yves Leterme binnen de CD&V is blijkbaar dan toch niet zo sterk dat hij als federaal eerste minister zijn ijdelheid zou kunnen laten primeren op het belang van de partij.
Eigenlijk werd er in de media nogal snel over de achtergrond van de beslissing van de CD&V-top heen gestapt, om snel te focusseren op de mogelijkheid dat België voor het eerst een vrouwelijk eerste minister zou kennen. Hier en daar werden wel wat brokstukken van die achtergrond aan de lezer aangereikt, maar de lezer die graag eens een volledig verhaal las, bleef op zijn honger zitten. Schonken de journalisten zelf die achtergrond niet voldoende aandacht, en vonden ze de zaak daarom het vermelden niet waard? Of komt het verhaaltje nogal ongelegen op een ogenblik dat de Belgische staat een régimecrisis ondergaat? Het is al lang genoegzaam bekend dat de vierde macht in Vlaanderen absoluut geen zin heeft om aan de poten van het Belgische establishment te zagen, vooral ook omdat ze daar zelf deel van uitmaakt. Daarom hieronder een poging om al de brokstukken eens te verzamelen, aangevuld met enkele persoonlijke vermoedens.
Laat we beginnen met een eenvoudige vaststelling: de manier waarop de verkiezingen voor de Senaat zijn ingericht vragen eigenlijk om een kandidatuur van de eerste minister – of correcter: werd precies daarvoor ook zo ingericht. CD&V koos er echter voor voorzitster Marianne Thyssen als kopman op de Senaatslijst te plaatsen, en zond Yves Leterme terug naar West-Vlaanderen. Dat laatste is gemakkelijk te verklaren: de uit Brussel verworpen West-Vlaming Yves Leterme zal ongetwijfeld een stevige score kunnen neerzetten in zijn eigen kieskring, en daarom nog niet meteen volledig vaarwel moeten zeggen aan de politiek. En om die reden zou de partij trouwens wel gek zijn als ze Yves Leterme niet zou uitspelen in West-Vlaanderen.
Waarom kon Yves Leterme echter geen dienst doen als kopman voor de CD&V? Een eerste reden zijn de kiescampagnes van zowel 2004 en 2007, met twee one-liners die Yves Leterme zélf lanceerde. Die twee one-liners – de «vijf minuten politieke moed» uit 2004 en de «wie gelooft die mens nog?» uit 2007 – zijn vandaag dodelijk voor hem, en je kan er gif op innemen dat zowel Vlaams Belang, N-VA als Lijst Dedecker ze bij elke denkbare gelegenheid gretig zouden gebruiken. In de praktijk zou het daarmee zo goed als onmogelijk geweest zijn voor Yves Leterme om nog deel te nemen aan een politiek TV-debat, zonder op één of ander tijdstip met één van die one-liners doodgeknuppeld te worden.
De tweede reden waarom Yves Leterme onmogelijk was als CD&V-kopman hangt nauw samen met die eerste reden. Yves Leterme stond immers voor zowel goed bestuur als het communautaire programma waarmee de CD&V zowel in 2004 als in 2007 naar de kiezer trok, maar staat vandaag ook voor het daaropvolgende verraad ervan. Van goed bestuur is zo goed als niets in huis gekomen – integendeel zelfs: asielbeleid is één grote puinhoop, net zoals begroting en justitie, en met creaturen als een Didier Reynders op Financiën of een Michel Daerden op Pensioenen hoeft daar verder zelfs geen tekeningetje meer bijgemaakt te worden. Brussel-Halle-Vilvoorde werd niet gesplitst, en zowel Yves Leterme als Herman van Rompuy smeekten ieder op een bepaald ogenblik de Franstaligen op hun blote knieën om toch maar een nieuw belangenconflict in te dienen teneinde de splitsing een beetje langer te kunnen uitstellen. Over een staatshervorming zullen we het dan nog niet hebben. Het schijnt dat daarvoor ooit wat borrelnootjes klaar hebben gelegen, maar verder dan de bezwering dat die borrelnootjes wel degelijk in een rek in een verre winkel klaar lagen kwam Yves Leterme niet. Als de Vlamingen borrelnootjes willen, zullen ze ze zelf moeten kweken in de plantentuin van Meise, wanneer die ooit gedefederaliseerd zal raken. Hoe dan ook, als je de verzinnebeelding bent van zo'n palmares, kan je moeilijk naar de kiezer trekken om te vragen het vertrouwen te vernieuwen.
Derde reden waarom Yves Leterme als lijsttrekker voor de Senaat voor de CD&V moeilijk ligt, is zijn score uit 2007 – de beruchte 800.000 stemmen. Omwille van de eerste twee redenen laat het zich raden dat Yves Leterme die score zelfs niet bij benadering zal kunnen evenaren. Zelfs als hij al 700.000 voorkeurstemmen zou halen, wat in de huidige omstandigheden al een enorme prestatie én verrassing zou zijn, zal hij na de verkiezingen niet aan de onderhandelingstafel verschijnen als de man met 700.000 stemmen achter zich, maar de man die er 100.000 verloor. Eis op die manier maar eens de portefeuille van eerste minister op, zeker als de PS in de Kamer de grootste fractie zou worden en ze met voorzitter Elio di Rupo in Wallonië wél een goed resultaat zou neerzetten. Zelfs al zou Marianne Thyssen amper 400.000 voorkeurstemmen halen, dan nog zal niemand het aandurven die al te nadrukkelijk te vergelijken met de 800.000 van Yves Leterme, omdat die vergelijking nu eenmaal niet zo goed opgaat.
Ziedaar mijn drie redenen waarom Yves Leterme onmogelijk was als kopman voor de CD&V voor de komende verkiezingen: zijn one-liners uit de twee vorige campagnes, zijn kiezersbedrog uit de twee vorige campagnes, en het stemmenresultaat van zijn laatste campagne. Zou het echter kloppen dat Yves Leterme dit ook zélf inzag – in een zelden moment van zinsverheldering en contact met de werkelijkheid? De partij wil het zo laten voorkomen, en het bespaart Marianne Thyssen in elke politiek debat te moeten verklaren waarom zij Yves Leterme aan de kant heeft gezet, maar veel geloof kan ik daar echt niet aan hechten. Yves Leterme is een politicus, en daar dus veel te ijdel voor, en bovendien als CD&V-politicus te gehecht aan de macht. Het lijkt me daarom een pak waarschijnlijker dat de CD&V-top Yves Leterme deed inzien dat hij de partij alleen maar schade kon berokkenen als lijsttrekker voor de Senaat, en het daarom ook in zijn eigen belang was om zich terug te trekken in West-Vlaanderen als hij graag nog federaal minister zou zijn na de verkiezingen. Een voortgezet premierschap zat er voor hem hoe dan ook niet meer in, en het risico dat hij opnieuw zou moeten vegeteren als senator uiterst reëel. Dat vooruitzicht zal voor hem ongetwijfeld afschrikwekkend genoeg geweest zijn om zich dan maar neer te leggen bij de beslissing van de CD&V-top.
Wat waren vervolgens voor de CD&V de alternatieven voor Yves Leterme? Als de federale eerste minister geen kopman kan zijn voor de federale verkiezingen, komt automatisch de Vlaamse minister-president in beeld. Kris Peeters is echter nog maar net aan zijn tweede Vlaamse regering begonnen, en lijkt zich ondanks de nodige problemen en strubbelingen in de Vlaamse Regering – hoe zit het nog met de Lange Wapper? – redelijk goed te voelen in zijn rol. Bovendien zal misschien het lot van Yves Leterme uit 2007 indachtig geweest zijn, en daarom maar liever gepast hebben voor een vervolg daarop. Federaal minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere zou een ander alternatief geweest zijn, en de geruchten willen dat hij klaargestoomd werd om ooit de fakkel van Yves Leterme over te nemen. Vermoedelijk komen voor hem de verkiezingen wat te vroeg, want zoveel naambekendheid geniet hij nog niet, ondanks enkele verwoede pogingen van Karel de Gucht nog niet zo lang geleden om dat probleem op te lossen. Bovendien zou Steven Vanackere als CD&V-kopman een te zware en vooral ook te openlijke defenestratie van Yves Leterme inhouden. Men kan echter wel verwachten dat hij een grotere rol toebedeeld zal krijgen bij de volgende federale verkiezingen in 2014 (of eerder).
Maakt Marianne Thyssen veel kans om effectief de eerste vrouwelijke eerste minister van België te worden? Dat zal in de eerste plaats afhangen van de score van zowel haar partij als die van de PS. Mijn vermoeden is dat CD&V op een verlies van minstens twee tot drie procent afstevent, en dus gehavend uit de strijd zal komen tegenover een versterkte PS. Bovendien denk ik niet dat Marianne Thyssen persoonlijk een score zal kunnen neerzetten waardoor zij, zoals Yves Leterme in 2007, persoonlijk incontournable zou worden. Er zullen ongetwijfeld enkelen zijn die haar alleen al omwille van het feit dat ze een vrouw is een voorkeurstem zullen geven, en het is duidelijk dat sommige journalisten de afgelopen dagen behoorlijk de trappers verloren alleen al bij de gedachte dat een niet-man eindelijk eens eerste minister van België zou kunnen worden. Ik vermoed dat dat snel zal overgaan wanneer zij zullen ontdekken dat Elio di Rupo zowel Franstalig, socialist, homoseksueel als tweede-generatie immigrant is, en daarom in de politiek-correct rangorde minstens vier trapjes hoger staat dan Marianne Thyssen.
De vergelijking die Bart Brinckman maakte tussen Marianne Thyssen en Hillary Clinton gaat echter m.i. verder op dan hij misschien wel zelf vermoedt. Indien je de Amerikaanse presidentsverkiezingen zuiver op competentie, politieke ideologie en campagneteam zou kunnen winnen, was zij vandaag ongetwijfeld de eerste vrouwelijk president van de Verenigde Staten geweest. Haar probleem was echter dat zij haar imago tegen zich had. Vrouwen zagen haar niet als de ultieme vrouwelijke kandidaat waar zij zo lang op gewacht hadden, en gaven haar te weinig steun om haar kandidatuur te kunnen doordrukken. Erger was haar negatief imago bij mannen. Zoals een commentator het uitdrukte: zij herinnerde mannen te veel aan hun lastige schoonmoeder, en sommige democraten vreesden er dan ook voor zelfs tegen hun eigen wil in met een stem voor de republikeinse kandidaat uit het stemhokje te komen als Hillary Clinton de democratische presidentskandidaat zou geweest zijn.
Ik vrees dat Marianne Thyssen wel eens met een gelijkaardig probleem te kampen zou kunnen krijgen. Niet dat ze mij aan mijn schoonmoeder zou herinneren – die verschijnt daarvoor veel te weinig op TV en heeft bovendien niet bepaald de gewoonte te staan liegen of het gedrukt staat. Het beeld dat Marianne Thyssen echter bij mij oproept is dat van een schooldirectrice, die in de klas even komt uitleggen waarom die domme en stoute leerlingen wat braver en rustiger zouden moeten zijn, en vooral wat meer zouden moeten leren hun mond te houden en te doen wat hen verteld wordt. Vooral dan door haar. Zij weet het immers allemaal beter. En in ieder geval veel beter dan snotneuzen zoals Alexander de Croo of Bart de Wever met hun grote bek. Of je daarmee in Vlaanderen veel stemmen kan halen, zullen we in juni pas weten. Ik hoop alvast van niet, want Vlaanderen kan het zich niet veroorloven nog eens vier jaar federaal bij de bok gezet te worden door een CD&V-premier. Of première.
Labels: Brinckman | Bart, Clinton | Hillary, De Croo | Alexander, De Wever | Bart, Di Rupo | Elio, Leterme | Yves, Peeters | Kris, Thyssen | Marianne, Van Rompuy | Herman, Vanackere | Steven
2 Comments:
Mooie analyse.
Alleen gaat u wat te vlug voorbij aan het feit dat het enigste wat de CDminV nog rest om in de verkiezingsstrijd uit te spelen, het feit is dat er voor het eerst in de Belgische geschiedenis een vrouw kandidaat-premier is.
Na hun zondeval rest er Yves en co niets anders meer dan dit ene schamele schaamlapje: Marianne Thyssen als vijgenblad.
Als men geen Gordiaanse knopen kan of durft door te hakken, ja blijft er niet veel over dan een 'zogenaamd' vijgenblad.
Thyssen bereidde zich best voor op de afgang. Want in de krabbemand van de interne partijpolitiek is ethiek ver te zoeken.
CG&V heeft voor de zoveelste keer de kans gekregen om te bewijzen, dat ze Vlaanderen in een communautair politiek conflict met de Belgische Franstaligen in tegenstelling tot de de VLD en de SP.A een consequente en principiƫle positie kon innemen en dat is onmogelijk gebleken. Daarmee heeft de CD&V afgedaan net zoals de VLD en de SP.A.
Anderen zijn nu aan zet!
Een reactie posten
<< Home