12 mei 2010

Vlamingen zijn landbouwers, en Franstaligen… jagers? (Hoegin)

Rudy Aernoudt, co-voorzitter van de PP, liet vorige week in een interview met de Franstalige krant La Dernière Heure volgende opmerkelijke uitspraak noteren: «Vlamingen zijn, diep vanbinnen, landbouwers die vasthouden aan hun grond. Ze zijn niet bereid om er ook maar een centimeter van op te geven.» Voor die uitspraak zal hij zonder twijfel in bepaalde Brussels salons op enig instemmend gemonkel hebben kunnen rekenen, maar zo'n uitspraak schreeuwt natuurlijk om een antwoord.

Citeren we voor alle duidelijk even Rudy Aernoudt letterlijk zoals het in de krant gedrukt stond:
LDH: Politiquement, un de vos chevaux de bataille personnels est l’élargissement de Bruxelles…

RA: Dans ce dossier, les francophones oublient que les Flamands sont, à la base, des agriculteurs qui tiennent à leurs terres. Ils ne sont pas prêts à céder 1 cm de celles-ci.
Rudy Aernoudt houdt het dus al bij nog beleefd bij «des agriculteurs/landbouwers», maar iedereen begrijpt natuurlijk dat hij het wel degelijk over Vlaamse boerkes heeft. En niet in het minst in de Brusselse salons, waar men dit interview niet nodig had om te weten dat flamins zich nog zo beschaafd kunnen voordoen als ze willen, zolang ze geen vlekkeloos Frans spreken blijft de stank van de mesthoop rond hen hangen.

Het kan natuurlijk aan mij liggen, maar die «verdediging» van Rudy Aernoudt voor de hardnekkigheid waarmee de Vlamingen vasthouden aan elke morzel Vlaamse grond roept het beeld op van, inderdaad, een Vlaamse boerke die op zijn klompen en heftig zwaaiend met de riek in de hand dreigend een «van m'n èèèrf» roept tegen de nietsvermoedende en totaal onschuldige kampeerder – toevallig een Franstalige. Die alleen maar even zijn tentje wou opslaan voor deze nacht. En de nacht daarna. En eigenlijk alle nachten daarna. En wil dat het boerke dat niet alleen duldt, maar ook nog eens elke morgen een kan melk voor zijn tent komt zetten, met de klak in de hand en met er nog eens een vriendelijke s'il vous plaît bovenop. Als het boerke dan geluk heeft, spuwt de kampeerder alleen maar in de klak, en niet recht in het gezicht. En vooral wordt van het boerke verwacht dat als hij niet hard op het veld staat te werken om dagelijks zijn tienden te kunnen afdragen aan de kampeerder, hij tenminste diens oren niet teistert door in zijn nabijheid allerlei Germaanse geluiden te staan uitbraken. Dat de kampeerder ondertussen al zijn hele familie uitgenodigd heeft en er op het erf amper nog wat plaats overblijft voor de kinderen van het boerke zelf, dat is een detail waar we Rudy Aernoudt dan nog niet eens mee willen lastigvallen.

Kampeerders? Mogen we even de metafoor van Rudy Aernoudt doortrekken, en de Franstaligen gewoonweg jagers noemen? Jagers die jachtgebied nodig hebben – vandaag Halle-Vilvoorde, morgen de rest van Vlaams-Brabant, en op termijn heel Vlaanderen. Of zijn we nu onwelvoeglijk? Ik kan me in ieder geval geen enkele Vlaamse partij voor de geest halen die ergens in haar programma zou staan hebben dat het Waals Gewest dringend gebied zou moeten afstaan aan Vlaanderen of Brussel. Ze zouden eens moeten durven! Nog maar pleiten voor de strikte naleving van de taalwetgeving in Brussel is al een gedurfd standpunt, maar wanneer de Franstaligen vlotjes de aanhechting van half Vlaams-Brabant bij Brussel bepleiten, en tegelijkertijd de déflamandisation van Brussel, dan kraait daar geen haan naar in de Vlaamse pers. En komt een Mischaël Modrikamen zich niet in een Vlaamse krant verontschuldigen voor zulk gedrag met de dooddoener dat Walen nu eenmaal jagers zijn die jachtgebied nodig hebben.

Meer zelfs, onlangs kreette Laurette Onkelinx het nog uit dat als de verkiezingsuitslag in Vlaanderen nog maar in de buurt zou komen te liggen van wat de laatste peiling van Vers l'Avenir weergaf, er wel eens gevaar zou bestaan voor een vervlaamsing van Brussel. Ja, stel je dat eens voor zeg! «Brüssel Vlaams, ça jamais!», was dat niet ooit de verkiezingsslogan van een partij waar Laurette Onkelinx deze keer als het even kan liever niet mee onder de federale lakens wil duiken? Dat de noodkreet dan nog eens komt van de volledig verwaalste dochter van een Vlaamse inwijkeling maakt de zaak niet minder ironisch. Wie haar op TV al eens bezig gezien heeft wanneer ze zich nog eens verplicht voelt de taal van haar vader in de mond te nemen, weet genoeg. Maar misschien is Laurette Onkelinx ondertussen wel verveld tot een Brussels stadslandbouwster, die als puntje bij paaltje komt even goed geen centimeter heilige verfranste grond wil afstaan? Rudy Aernoudt kan er bij een volgend interview misschien ook eens zijn licht over laten schijnen…

Labels: , , ,

2 Comments:

At 20/5/10 06:36, Anonymous Anoniem said...

De eidetische reductie van agri-cultuur naar boerkes laat ik aan de verantwoordelijkheid van de schrijver maar kan ik zelf helemaal niet onderschrijven. Rudy Aernoudt

 
At 20/5/10 20:03, Blogger Marc Vanfraechem said...

@ anonieme: als u inderdaad Rudy Aernoudt bent, dan geloof ik ...dat u het dure begrip "eidetische reductie" bar slecht begrepen hebt.
Ik vrees dat Edmund Husserl (zo leerde ik het toch bij mijn oude professor Rudolph Boehm, editor van o.m. Husserliana) daar iets anders mee bedoelde dan een loutere verschuiving in gevoelswaarde. Zo lijkt u het te begrijpen: een paard ter afwisseling een "knol" noemen, of een agriculteur een "boertje".
Misschien, als ik dat mag suggereren beste Rudy Aernoudt, die term nog even opzoeken, en geduldig doorproeven, waarna u hem met nog meer effect zult kunnen aanwenden.

 

Een reactie posten

<< Home

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>