Veterane sociale zorg schrijft over haar ervaringen (Tuur Demeester)
Het recente boek van Marleen Dejonckheere, directrice De Stobbe vzw, een Centrum voor Integrale Gezinszorg verbonden aan de Bond Zonder Naam, bevat enkele zeer rake observaties over maatschappij en bureaucratie. "Alles begint in het gezin: Een nieuw concept voor een geweldloze samenleving" wordt uitgegeven door het Davidsfonds.
Zo schrijft ze:
De politieman, de burgemeester, de hulpverlener, de jeugdrechter, elk reageert vanuit zijn positie op het probleem. Positie, titels en bevoegdheden zijn in onze samenleving uiterst belangrijk. We identificeren ons er soms zo sterk mee dat we die rol verwarren met onze identiteit. "Ik ben ambtenaar, ik doe wat de minister zegt", zei een jongeman die werkzaam is binnen de integrale jeugdhulpverlening me recent, "en als de minister zegt dat dit tafelkleedje zwart is, dan is dat voor mij zwart." Het tafelkleedje was wit met blauwe bloemetjes. Hij hield een luisterronde omdat gebleken was dat niemand nog naar de vergaderingen kwam. Men vroeg zich af hoe dat kwam.
Frank van Duns meesterwerk "Het Fundamenteel Rechtsbeginsel" blijft even fris en helder als achtergrond hierbij:
“De politiek” mystificeert. Hoe dikwijls hoort men niet zeggen: “Van politiek begrijp ik niets!” En dat hoeft ons niet te verwonderen: de politieke ruimte wordt immers gevuld door activiteiten die niet van mensen uitgaan, maar van plaatsbekleders, vertegenwoordigers van artificiële “rechts- personen”, wier bevoegdheden en verantwoordelijkheden niet bepaald worden door de menselijke eenheid van handelen en denken, maar door de arbitraire constructies van de wetgeving, de verdragen, protocollen, amendementen, die, als puntje bij paaltje komt, de conclusie noodzakelijk maken dat de redelijkste oplossing onwettig en de geschikte persoon onbevoegd is.
De meest karakteristieke van alle politieke activiteiten, de vrije dialoog, wordt in de maatschappij radicaal onmogelijk gemaakt, omdat alles in de maatschappij “politiek” (in de huidige betekenis) geworden is, en men dus niet langer vrij-blijvend kan dialogeren: alles wat u zegt kan tegen u gebruikt worden; wat u zegt is niet belangrijk, wel wiens woordvoerder u bent, welke partij u dient, enz. In welke zin kan er sprake zijn van een vrije als niemand nog in eigen naam kan spreken? Als niemand nog in eigen naam mag spreken? En wie spreekt dan wel als niemand van diegenen die het woord voeren in eigen naam spreekt?
De oplossing die door Marleen Dejonckheere wordt voorgesteld is even moedig als eenvoudig: ga je eigen weg, wees creatief en creëer als ondernemer nieuwe kansen en oplossingen voor zij die het nodig hebben. Hier beschrijft ze het proces dat haar daartoe bracht:
Ook in de sociale sector werd intussen het beheersdenken, in naam van transparantie en efficiëntie, ingevoerd. Auteur Johan Verstraeten verwoordde perfect wat ik de hele tijd voelde: "Geobsedeerd als men is door de mogelijkheid dat iemand wel eens nièt zou beantwoorden aan de dominante prestatienormen en nuttigheidscriteria, werkt men tijdverslindende evaluatiesystemen uit. Voor een spontaan en motiverend vertrouwen in de creativiteit van de mens lijkt er geen plaats meer. (...) Dit is een wereld waarin bureaucraten de illusie koesteren dat zij via hun controlemechanismen ieders gedrag naar functionele doelstellingen kunnen richten, terwijl zij vergeten zelf slachtoffer te zijn van een anonieme disciplinering die hun de weg naar een zinvol leven verspert."
Jarenlang zat ik in dergelijke vergaderingen. Ik begon vol goodwill, later probeerde ik over te brengen waarom ik me steeds ongemakkelijker voelde. Als ik een vraag stelde, bleek ze altijd weer aan de verkeerde tafel gesteld. Als ik mijn mening zei, werd ik lastig gevonden. De vraag waarover het uiteindelijk ging bleef onbeantwoord, en die leegte deed me naar adem happen. Ik ben opgestapt en wist al snel dat ik dat al veel eerder had moeten doen.
Het gevoel van bevrijding werd perfect beschreven door Roithamer: "Je moet kunnen opstaan en weglopen uit elk gezelschap dat nergens toe dient. Je moet naar beneden lopen, de openlucht in, en alles wat daarmee te maken heeft achter je laten. Je moet jegens jezelf de kracht en zelfs de hardheid hebben om alle dingen die je hebt losgelaten uit je longen te drijven en je longen met nieuwe lucht te vullen. Je moet die gezelschappen langs de snelste weg verlaten. Om niet een onderdeel van die gezelschappen te worden, moet je tot jezelf terugkeren en rust en helderheid vinden." En dat deed ik dus.
Het zou mooi zijn indien veel meer mensen zouden opstaan van tafels waar de essentie uit de weg gegaan word om naar buiten te stappen en hun hoofd met verse lucht te vullen. Zoveel mooie mensen blijven vastzitten in ondermaatse structuren waardoor hun talenten niet vruchtbaar kunnen worden.
2 Comments:
Prachtig. En angstaanjagend. Volgens de cyclussen van kontradieff zal de ge-bureaucratiseerde politiek nog tien jaar de overhand hebben. Het is wachten tot die generatie uitsterft.
maar niets houdt ons tegen om ondertussen al een en ander in de stellingen te zetten ;-)
Een reactie posten
<< Home