29 juli 2009

De rassen- en klassenstrijd van Barack Obama
(Vincent De Roeck)

Dat Barack Hussein Obama in de VS een heel-links beleidsprogramma tracht door te drukken, is al geweten. Vooral zijn vrouw Michelle lijkt hem daarin te sturen, net als extreem-linkse groepen zoals de lerarenvakbond, ACORN, Move-On, George Soros en 'burgerrechten'-organisaties met een geheime 'affirmative action'-agenda. Gelukkig zetelen er nog voldoende 'blue dog democrats' in het Amerikaanse Congres om de meest radicale voorstellen van Barack Obama, zoals 'universal health care', op de lange baan te schuiven. Obama heeft de laatste weken al meer primetime-speeches op televisie gegeven dan George W. Bush in diens volle acht jaar.

Obama is de man van de media, een populist in hart en nieren met een ontraceerbaar verleden, een racialist van het zuiverste water, een linkse radicaal zoals we ze in de VS nog niet vaak gezien hebben, en de speelbal van 'progressieve' belangengroepen. De centristische Washingtonkrant "The Politico" liet deze week weten dat de drie grootste lobbybedrijven in Washington het laatste jaar 55% meer omzet gedraaid hebben. Als maatstaf voor staatsinterventionisme en verkwisting van belastinggeld kan dat zeker tellen. Obama is een gevaarlijk man als het op socio-economie aankomt, en hij blijft volharden in zijn on-Amerikaans beleid, ook al zijn zijn 'approval ratings' de laatste maanden totaal in elkaar gestuikt. Is er leven na Obama? Ik hoop van wel. Vier jaar socialistisch wanbeleid kan nog teruggedraaid worden, acht jaar wordt misschien onmogelijk.

Barack Obama benoemde met Sonia Sotomayor een jonge latina-raciste als opperrechter en kiest in zijn beleid voor het cultiveren van de slachtoffercultuur als het op minderhedenbeleid aankomt. Dat de hardwerkende latino's of zwarten allemaal wel even succesvol zijn dan hun blanke evenknieën kan Obama niet schelen. Het tuig van de richel in de ghetto's van de grote steden waar tienerzwangerschappen en misbruik met drugs en alcohol schering en inslag zijn, heeft daar in de ogen van Obama en zijn kliek geen schuld aan. Alles is terug te brengen tot racisme en discriminatie. Een moderne Malcolm X in het Witte Huis dus, wie had dat gedacht? Obama zou nochtans beter moeten weten, moest zijn inspirerend levensverhaal 'from zero to hero' waar zijn. Obama wist als arme zwarte in het racistische Amerika zonder problemen op te klimmen tot het hoogste ambt...

Sonia Sotomayor is het schoolvoorbeeld van 'political correctness gone mad'. Haar carrière bij één van de 'Court of Appeals' was allesbehalve uitzonderlijk. Zij zit enkel op het Hooggerechtshof omwille van haar geslacht en etnische afkomst. Obama wou een latina als opperrechter en veel keus had hij niet. Dat Sotomayor zelf geen onbesproken blad is, kon Obama niet deren. De anti-business geïnspireerde vonnissen van deze racistische feminazi in discriminatiezaken kunnen net van pas komen in Obama's eigen rassenstrijd. Constitutionalisten zijn al helemaal niet te spreken over het 'track record' van Sotomayor als beroepsrechter. In die hoedanigheid weigerde zij vaak vonnissen te motiveren en gaf zij in gevoelige zaken systematisch de lagere rechters gelijk zodat de zaak niet aan het Hooggerechtshof voorgelegd kon worden. Dit zou ze gedaan hebben op aansturen van linkse groepen die bang waren voor een eventuele niet-linkse grondwettelijke interpretatie door het Hooggerechtshof. Die angst zal na Obama's passage en benoemingsdrift waarschijnlijk wel weg zijn.

Maar persoonlijk was het toch vooral de recente uitlatingen van Barack Obama naar het adres van de politie van Cambridge, Massachussetts die bij mij helemaal in het verkeerde keelgat geschoten is. Toen 'black power'-professor Henry Louis Gates van Harvard van een zakenreis thuiskwam en geen huissleutel bij zich had, besloot hij zijn eigen voordeur te forceren. Eén van de buurtbewoners zag dat gebeuren en belde de politie die ter plaatse kwam. Gates weigerde zich te identificeren en werd door de politie gearresteerd en naar het bureau meegenomen. Dit werd een schandaal dat de Amerikaanse talkshows dagenlang in de greep hield. Gates noemde de politie een bende racisten en ook Barack Obama koos hier de kant van zijn rasgenoot. De politie deed nochtans gewoon haar plicht, de agenten in kwestie maakten ironisch genoeg zelfs deel uit van een 'racial outreach program', en Gates weigerde elke medewerking met de politie omdat hij vond dat hij als professor in zijn eigen huis geen verantwoording schuldig was. Ik zou in zijn geval blij geweest zijn met de waakzaamheid van de politie. En als president zou ik zeker geen partij gekozen hebben. Maar ja, ik ben dan ook geen zwarte haatzaaier die zijn leven in het teken van de grote rassenstrijd wil stellen... Gates en Obama kennelijk wel.


Meer over Obama's racisme op www.americanthinker.com.
Meer teksten van Vincent De Roeck op www.libertarian.be.


Read more...

26 juli 2009

Enkele leestips van een zomerse boekenwurm
(Vincent De Roeck)

De zomer is in volle gang en dat hebben we opnieuw geweten. Kranten staan vol voorpublicaties van boeken en ook in audiovisuele media doet men er alles aan om de Vlaming opnieuw aan het lezen te krijgen. Het is en blijft immers vreemd te moeten vaststellen dat boekenwinkels in andere landen enkel maar vette jaren lijken te kennen terwijl bij ons de ene na de andere onafhankelijke literatuurwinkel de deuren moet sluiten en enkel nog de grote ketens met een meer gediversifieerd (lees: niet-literair) aanbod kunnen overleven. Misschien krijgt literatuur, los van enkele grote evenementen of literaire festivals, en zonder de zomerse overdrive mee in beschouwing te nemen, te weinig aandacht in de mainstream-media, dit in tegenstelling tot het buitenland, vooral dan de VS, waar grote delen van de populairste talkshows rond de promotie van nieuwe boeken opgehangen worden. In deze blogpost zal ik mijn bijdrage tot de literaire zomer leveren en kort tien boeken aan u voorstellen die ik de laatste weken gelezen heb. De taal van de titels is telkens trouwens de taal waarin ik het boek gelezen heb.


Voor Eurosceptici zoals uw dienaar is het gebruik van de term "Verenigde Staten van Europa" op zich al voldoende om als naïef linkse Eurofiel afgedaan en genegeerd te worden. En dat is hier misschien wel jammer. Guy Verhofstadt heeft een totaal foute kijk op de Europese Unie, dat wisten we al wel langer, en ook al barst dit boek misschien van de vergoelijkingen van onliberaal beleid en onaanvaardbare toestanden binnen de instellingen van de EU, toch is het niet allemaal kommer en kwel. De voorstellen van Verhofstadt in dit boek - een Europa van meerdere snelheden, versterking van bepaalde wereldse beleidsdomeinen en minder EU-regelneverij - zijn grof op de korrel genomen zelfs nog enigszins aanvaardbaar voor anti-EU-adepten als ondergetekende, maar de mix van concrete beleidsmaatregelen en irrelevant gefilosofeer over hoe de EU er zou kunnen gaan uitzien kon mij al bij al toch niet boeien. Als ik een rooskleurig beeld van de EU wil krijgen, zal ik dat wel aan de voorlichtingsdienst van het Berlaymont vragen. Ik heb daar geen "onafhankelijk" mini-boekje van amper 100 bladzijden voor nodig. "De Verenigde Staten van Europa" is interessant om lezen voor pro-Europeanen die toch geen afwijkende mening dogen of voor Eurosceptici die de antithesis van hun opvattingen willen kennen.


Guido De Ville was een gerespecteerd hoofdinspecteur bij de gerechtelijke politie maar moest uiteindelijk bij de ééngemaakte politie opstappen toen hij zich iets te hard vastgebeten had in een intern dossier van een overste. De Ville koestert natuurlijk rancune voor het systeem en schopt bijwijlen nogal wild in het rond, maar uiteindelijk biedt het boek wel enkele fundamentele inzichten in het reilen en zeilen binnen de ééngemaakte politie. Die was hoofdzakelijk bedoeld om de oude macht van de militaristische Rijkswacht te breken en meer in lijn te brengen met de gangbare normen van een moderne rechtsstaat, maar schoot haar doel volledig voorbij. De top van de ééngemaakte politie bestaat voor bijna 100% uit oude Rijkswachters die vrij hun gang kunnen gaan. De ééngemaakte politie is eigenlijk een op grotere schaal voortzetting van de oude Rijkswacht. "Elke staat is een politiestaat," is één van de mooiere quotes van Guido De Ville, want zelfs als je door zijn persoonlijke problemen heenkijkt, blijken nog veel beweringen van deze oud-flik ergens wel steek te houden. Dat de Bende van Nijvel Rijkswachtbanden had, heb ik al eerder gehoord, maar dat ook de zaak-Marc Dutroux een samenzwering van de Rijkswacht was, lijkt me net iets te ver gezocht. Volgens De Ville moet er dringend ingegrepen worden binnen de ééngemaakte politie want naar verluidt stevenen we af op een totalitair geïnspireerde samenleving waar leger en Rijkswacht de plak zullen zwaaien, zoals het nu al vaak het geval zou zijn. Guido De Ville spreidt bijvoorbeeld een hele resem bewijzen en anekdotes ten toon van misbruiken met de bijzondere opsporingsmethoden, maar om daarin nu meteen al de voorbode van een rechtse staatsgreep te zien, lijkt me bij de haren getrokken.


"House of Bush, House of Saud" van de gebroeders Craig en Gerard Unger gaat over de duidelijke banden en vriendschappen tussen de machtigste politiek-economische dynastieën van de Verenigde Staten en Saudi-Arabië. De Ungers willen George W. Bush beschadigen en schuwen daarvoor niets. Het mag dan ook niemand verbazen dat een andere ultra-linkse schreeuwlelijk, Michael Moore, enkele jaren geleden net over bepaalde claims uit dit boek de documentaire "Fahrenheit 911" maakte. Het boek bevat een schat aan informatie en de anekdotische schetsen van bepaalde situaties zijn zeker te smaken, maar het geheel baadt in een overduidelijke politieke kleur en dat ondergraaft het boek volledig. Ook het spuien van allerlei beschuldigingen aan het adres van de Bush-familie zonder deze echt met argumenten te staven, is bijwijlen echt storend. Verder zegt de triomfantelijke schrijfstijl van de Ungers alsof zij iets nieuws ontdekt hebben en de samenleving zo van een groot gevaar behoed hebben meer iets over hen dan over de betrokkenen. De banden tussen de Bush-familie en het huis-Saud dateren al van decennia geleden en hebben meer met wederzijdse belangen dan met samenzweringen allerhande te maken. Daarbij heb ik nog steeds niet gesnapt welke meerwaarde George W. Bush gezien zou hebben in het per uitzondering laten vertrekken van enkele Saudische prinsen na 11 september 2001. Ofwel waren zij vrienden en hadden zij met 9-11 niets te maken, ofwel waren ze betrokken, maar dan waren het toch geen vrienden meer en zou Bush ze toch zeker niet laten gaan. Kortom, ben je tegen Bush, vind je de waarheid overschat en ben je niet vies van een samenzweringstheorietje meer of minder, dan is dit boek zeker iets voor u. Zoniet laat je het beter links leggen.


Rudy Aernoudt is een kleurrijke figuur, daar is iedereen het over eens, en zijn pro-Belgische standpunten in een tijdperk waar regionalisme en separatisme aan zet zijn, veroordelen hem vaak tot een tribune in de marge van het debat. Maar dit neemt niet weg dat zijn boek "Vlaanderen-Wallonie, je t'aime moi non plus" best wel stof tot nadenken geeft. Hij weerlegt de cijfers van het Warande-Manifest en spreekt de vindingen van professor Juul Hannes tegen alsof de Vlamingen altijd al meer bijgedragen hebben tot de Belgische staat dan de Franstaligen. Aernoudt is zelf econoom en heeft een carrière als kabinetschef in Vlaanderen én Wallonië achter de rug. Hij put dus ook uit zijn eigen ervaring om bepaalde Vlaamse claims te ontkrachten zonder daarom per se de kant van de Walen te kiezen. Aernoudt is niet vies van meer regionale autonomie of van een activering van de Waalse werklozen, maar past voor valse Vlaamse stoerdoenerij alsof er in Vlaanderen geen regio's zijn die enkel maar op EU-steun kunnen overleven. Ook stelt Aernoudt dat de transfers in de sociale zekerheid aan het verminderen zijn door de sterk vergrijzende bevolking in Vlaanderen. Aernoudt toont zich in dit boek veel gematigder dan aanvankelijk gedacht, zeker na het lezen van zeer ontvlambare recensies uit Vlaamsgezinde hoek, en dat is maar goed ook. Aan puriteinse utopisten hebben we lak in België. Praktische oplossingen zonder dogma's of taboes is de boodschap. En Rudy Aernoudt lijkt dat laatste alvast begrepen te hebben.


In een ander boek neemt Rudy Aernoudt in nog meer detail de wantoestanden binnen de verschillende Belgische bestuursniveau's, structuren en instellingen onder de loep. In "Hoe de overheid uw geld verkwist" krijgt hij daarbij de hulp van MR-senator Alain Destexhe die moeilijk van PS-sympathieën of Waalse struisvogelpolitiek beticht kan worden na de publicatie van het pamflet "Wallonie, la verité des chiffres" enkele jaren geleden. Aernoudt en Destexhe gaan met een botte bijl door de federale administraties, pakken uit met een hele resem kostenbesparende maatregelen om de internationale scheeftrekking waarin België zich op bijna alle overheidsdomeinen bevindt recht te trekken, en breken een lans voor externe audits, het afschaffen van de vaste benoeming, de reductie van het aantal apparatsjiks met minstens een kwart en het runnen van overheidsdiensten als private bedrijven met incentives en winstbejag. Als liberaal kan ik het pleidooi van de beide heren zeker smaken, alleen blijven ze een beetje steken in de status quo en vergeten ze in hun queeste naar efficiëntie en optimalisatie de echte hamvraag te stellen: welke KERNtaken heeft een moderne overheid nog? Dat ook de structuren van de regionale en gemeenschappelijke besturen aangevallen worden, zowel in het noorden met de reusachtige kabinetten en de welig tierende particratie als in het zuiden met de moddervette provinciale administraties en de politisering van het ganse staatsapparaat, is een goede zaak. Vele Vlamingen dwalen immers wanneer ze denken dat het er bij hun overheid in tegenstelling tot de Waalse wel goed aan toegaat. Quod non dus.


In "Wedervaren van een Cabinetard" schetst Rudy Aernoudt zijn korte passage als kabinetschef van Vlaams minister Fientje Moerman en legt hij zijn kant van het verhaal uit. Het boek barst van de persoonlijke aanvallen, rancuneuze uitlatingen en is niet meteen verfijnd geschreven. Wie meer wil weten over het koningsdrama dat zich toen op het kabinet-Moerman afgespeeld heeft, zal dit boek zeker kunnen smaken, net als iedereen die op smeuïge verhalen over corruptie, ambetantenaren, kleptocratie en nepotisme kickt. Ik vond het boek best amusant om lezen, alleen heb ik mij mateloos geërgerd aan het "de wereld is tegen mij"-gevoel dat Aernoudt de godganse tijd denkt te moeten ventileren. Of hij zo onkreukbaar is als hij doet uitschijnen, is ook weer een ander verhaal. En al heb ik natuurlijk geen enkel bewijs om zoiets te staven anders dan een opiniestuk van drie gewezen collega's van hem die dat toen in "De Morgen" opgerakeld hebben... Volgens mij werken er bij de overheid een heleboel goede mensen en reageert iedereen marktconform op prikkels, ook als de uitkomst daarvan immoreel zou zijn. Ik heb Moerman steeds een uitstekend minister en Aernoudt een begeesterd liberaal econoom gevonden. Jammer dat het zo is afgelopen.


Archie Brown is een meester in het schrijven van luchtige boeken over zware thema's en dat is hier niet anders. Zijn bronnenonderzoek is fenomenaal, zijn schrijfstijl zeer aangenaam om lezen, zijn constante wisselwerking tussen leuke anekdotes en de harde werkelijkheid zeer prikkelend, en zijn ruime benadering van het thema meer dan gewoon verhelderend. Brown spreekt over het analfabetisme van Chroetsjov en over de verwoede pogingen van zijn staff om dat geheim te houden, over de grillen van Bresnjev en over de paranoïde trekjes van Stalin. Door meer dan anders de nadruk te leggen op de menselijke tekortkomingen van de Sovjetleiders maakt Brown wel een ongelukkige vergissing. Net zoals een boek over de keukenvoorkeur van Adolf Hitler een aanfluiting zou zijn voor de miljoenen doden van zijn regime is dat hier niet anders. De stelling van Brown alsof de Sovjet-Unie onder Bresjnev niet meer echt autoritair was, is op lucht en ongefundeerd nattevingerwerk gebaseerd. En ook nadien onder Tsjernenko en Andropov was dat niet het geval, net het tegendeel zelfs. Beide hadden nog maar een fractie van de macht en het aanzien van hun voorgangers en compenseerden dat immers net met een (nog) repressiever bewind en een (nog) meer totalitaire kijk op de samenleving. Wie Browns relativerende analyses negeert, vindt wel een schitterend boek over de opkomst en de val van 's werelds meest perverse staatssysteem.


Het boek "Gazprom: Ruslands nieuwe wapen" is vertaald en dat heb je als lezer wel geweten. Het leesritme geraakt maar al te vaak verstoord door fouten en/of onnauwkeurigheden in de Nederlandse vertaling. De inhoud is natuurlijk wel dik in orde. Mikhail Sygar en Valerij Panyushkin schetsen op analytische wijze de opgang van het grootste energiebedrijf van de huidige wereld, van de wilde privatisering van de staatsbedrijven na de val van het communisme over de tweestrijd tussen Jeltsin en zijn entourage en Tsjernomyrdin en de Gazprom-stakeholders tot de hernationalisering van het bedrijf onder Vladimir Poetin. Volgens de auteurs kan men Gazprom niet wegdenken uit de Russische geschiedenis van de laatste twee decennia. Ze staan ook stil bij de impact van dit bedrijf op de wereld én op de voormalige Sovjetrepublieken waar vaak lokale dictators door oliegelden nog tot diep in de jaren 2000 aan de macht zijn kunnen blijven. Moskou had naar verluidt tegenover hen ook maar één doel: Gazprom niet hinderen. Al de rest was daaraan ondergeschikt. Het boek is een aanrader voor fans van de recente Russische geschiedenis, maar geopolitieke strategen op zoek naar antwoorden voor toekomstig beleid lopen dit boek beter voorbij.


Ward Beysen begon een eigen partij en sprong in een vijver, Hugo Coveliers begon een eigen partij en ging uit angst voor de kiezer met het Vlaams Belang in zee, en ook Jean-Marie Dedecker begon een eigen partij. Enkel die laatste lijkt vandaag levensvatbaar te zijn. Een andere VLD-dissident waarvan we al lange tijd niets meer gehoord hadden, gewezen partijsecretaris en senator Leo Goovaerts, vond ook zijn tijd gekomen om eens terug in de schijnwerpers te staan. Geen eigen partij dit keer (ook hij probeerde immers ooit met de eigen beweging "Veilig Blauw" in de politiek iets te forceren) maar een boek over zijn passage aan de top van de VLD. Het boek "Wat ik zag was ontnuchterend" leest zeer vlot en is leuk van opzet. Vele heilige huisjes uit de financiering van partijen worden door hem in detail uit de doeken gedaan, maar de weinige echt relevante beweringen worden wel overschaduwd door onbeargumenteerde claims alsof Guy Verhofstadt systematisch 80% van fondsenwervingsdiners in eigen zak zou steken, en Karel De Gucht als een echte Machiavelli steeds op zoek was naar een andere partijnotabele om kapot te maken. Wie wat liberale roddels wil lezen, kan niet om dit boek van Leo Goovaerts heen. Vooral burgers die nog steeds denken dat de politiek in het teken van de mensen en het maatschappelijke goed staat, zullen dit boek als een ogen-opener beschouwen. VLD-fans kunnen zich beter onthouden, door hen zal dit boek immers toch als een pure afrekening geminimaliseerd worden.


Paul Van Buitenen was jarenlang bureaucraat bij de Europese Unie, maar volgde uiteindelijk zijn geweten in plaats van zijn verstand en begon via enkele bevriende Europese Parlementsleden zoals een Jens-Peter Bonde of een Bart Staes allerlei wantoestanden binnen de Eurocratie aan te kaarten, deels met succes. De val van de Santer-commissie is zijn werk en ook de verantwoordelijk voor de enorme media-aandacht voor schandalen zoals die bij Eurostat en OLAF kunnen we grotendeels op zijn schouders leggen, net als de alomtegenwoordige consternatie toen de hoofdboekhoudster van de Europese Commissie, Marta Andreasen, ontslag moest nemen nadat zij geweigerd had de rekeningen af te tekenen. In 2004 nam Paul Van Buitenen met een eigen Eurokritische partij "Europa Transparant" aan de EU-verkiezingen deel en haalde uit het niets twee zetels binnen. Het boek "In de loopgraven van Brussel" verscheen op enkele maanden voor die verkiezingen en was dus ook deels als verkiezingsmanifest opgevat. Het boek bevat honderden anekdotes over misbruiken binnen de Europese Unie. Geen enkele instelling blijft gespaard. Voor naïeve Eurofielen is dit boek zeker een aanrader. Voor de al iets kritischer ingestelde lezers zal het boek niets fundamenteel nieuws aanreiken, naast de talrijke verhalen en voorbeelden natuurlijk, én de iets te regelmatige parallellen tussen zijn strijd voor rechtvaardigheid en transparantie, en het werk van een zekere Jezus Christus 2000 jaar geleden. Die zelfingenomenheid vergeven we hem van harte.


Meer interessante recensies op www.newyorkbooks.com.
Meer teksten van Vincent De Roeck op www.libertarian.be.


Read more...

20 juli 2009

Regering-Peeters II voor N-VA geen dans op rozen

Tekenles belge: binnen de lijntjes kleurenDe nieuwe Vlaamse regering-Peeters II, bestaande uit CD&V, N-VA en sp.a, legde verleden week de eed af. Het verschil in profielen die de drie partijen naar de regering stuurden valt echter op: terwijl de N-VA vooral voor kwaliteit koos, gaf CD&V meer de voorkeur aan trouwe partijsoldaten. Bij sp.a is het echter vooral de ondraaglijke lichtheid van hun ministers die in het oogt springt. Dat betekent echter nog niet dat deze regering voor de N-VA een dans op rozen zal worden.

In tegenstelling tot het Vlaams Belang is de N-VA wel een voorstander van het zogenaamde participationisme: deelnemen aan de macht, zowel op Vlaams als federaal niveau als dat mogelijk is, om de belangen van Vlaanderen te verdedigen. Op zich is daar natuurlijk niets oneerbaars aan, zolang de te betalen prijs maar niet te hoog is. Het Vlaams Belang is echter fundamenteel sceptisch tegenover machtsdeelname binnen de bestaande Belgische structuren, voor een groot deel verklaarbaar door de ontstaansgeschiedenis van de partij. De N-VA heeft daar allemaal veel minder problemen mee, en was zelfs bereid om in kartel met CD&V te gaan in de hoop stappen vooruit te kunnen zetten in de Vlaamse ontvoogdingsstrijd. De deelname van de N-VA aan de regering-Peeters II is daarom niet onlogisch, en met posten als Binnenlands Bestuur, Vlaamse Rand, Begroting en Werk mag de partij heel tevreden zijn. Bovendien kon ze het voorzitterschap van het Vlaams Parlement in de wacht slepen, een belangrijk symbool voor een Vlaams-nationalistische partij.

Dat neemt niet weg dat de regering-Peeters II voor de N-VA onder een bijzonder slecht gesternte start. Eén zaak is natuurlijk dat het communautaire in het regeringsakkoord met een vergrootglas gezocht moet worden, een andere is de kwaliteit, of beter gezegd: het absolute gebrek aan kwaliteit onder het personeel dat sp.a naar deze regering gestuurd heeft. Men kan natuurlijk zijn bedenkingen hebben bij Joke Schauvliege, al zal de kritiek van enkele chronisch verzuurde «kunstenaars» bij Jan met de pet weinig of geen indruk gemaakt hebben, misschien zelfs integendeel. Maar de CD&V heeft tenslotte toch ook nog Kris Peeters zelf en Jo Vandeurzen als ministers in deze regering zitten, en die kunnen bezwaarlijk ondermaats genoemd worden. Dat ligt echter anders voor de drie absolute nullen van de sp.a. Over Freya van den Bossche hebben we het eerder al eens gehad, over Ingrid Lieten trouwens ook, en Pascal Smet als Vlaams minister lijkt meer op een provocatie aan het adres van de N-VA dan iets anders. Over Ingrid Lieten gesproken: merk op dat zij met haar Stasi-ervaring om het onderste uit de kan te halen om toch maar te verhinderen dat objectieve criminaliteitscijfers in de pers zouden verschijnen, uitgerekend Media toegekend kreeg als één van haar bevoegdheden. Of speelden vooral de recente (en vooral: toekomstige) financiële problemen van De Morgen hier een rol?

Dat neemt niet weg dat de pers, met op kop de staatszender VRT, er alles zal aan doen om de sp.a-ministers op alle mogelijke en onmogelijke manieren op te hemelen bij de kijkers, luisteraars en lezers. Bart de Wever was nog leuk als bijna-Slimste Mens, maar als er over koetjes en kalfjes gesproken moet worden, laat het zich raden dat onze neutrale openbare omroep veel liever een blik Freya of doos Pascal zal willen opentrekken om de kijker een uurtje hersendodend te onderhouden dan hem te vervelen met die oersaaie Geert of Philippe. Die laatste trouwens met een anti-proletarische achtergrond. Maar wat had u anders gedacht? Als die twee het bovendien ook nog eens in hun hoofd zouden halen te denken dat zij vanuit hun kabinetten zomaar een Vlaams beleid, laat staan een «assertief» Vlaams beleid zouden mogen voeren, laat het zich al raden uit welke hoek de mediawind de komende vijf jaar wel en niet zal waaien, en met welke kracht…

Stevig waaien zal het voor de N-VA in deze regering trouwens hoe dan ook doen, want de communautaire stormen liggen nu al op een rijtje klaar. De federale begroting bijvoorbeeld, zopas door Belgisch Eerste Minister Herman van Rompuy uitgesteld naar september, vermoedelijk met als reden dat het na Fortis, de regionale verkiezingen en de regionale regeringsvormingen deze keer te juli was. Die begroting zal vrijwel zeker opnieuw uitgaven bevatten die buiten de bevoegdheden van de federale regering vallen, maar zal de Vlaamse Regering, zoals de N-VA eerder aankondigde, het inderdaad aandurven hiertegen een belangenconflict in te roepen? We moeten het eerst zien vóór we het willen geloven.

Een ander probleem is de (niet-)benoeming van die drie Franstalige burgemeesters in de Vlaams Rand. Zal Geert Bourgeois, als Minister van Binnenlands Bestuur, korte metten maken met deze carrousel, zelfs als de regeringspartner CD&V daarmee federaal in een heel slecht parket terecht kan komen? Als de N-VA in 2011 (of eerder al) haar verkiezingsuitslag van dit jaar wil evenaren, is dit een uitgelezen dossier om aan te tonen wat haar toegevoegde waarde is in een Vlaamse regering.

En dan was er nog de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde. In een staatshervorming vóór 2011 geloven we trouwens al lang niet meer, of het zou moeten zijn om een federale kieskring in te voeren. In het voorjaar van volgend jaar loopt echter, als alles goed gaat, het laatste belangenconflict over Brussel-Halle-Vilvoorde af. Hét excuus om het dossier dan opnieuw voor minstens een jaar in de koelkast te stoppen, zal het Belgische voorzitterschap van de EU in het najaar van 2010 zijn. En zulke hogere belangen kunnen in België natuurlijk alleen maar één ding betekenen, namelijk dat de Vlamingen maar moeten inbinden, niet de Franstaligen. Nu reeds staat het dus al zo goed als vast dat een stemming over de splitsing van de kieskring in de Kamer verhinderd zal worden, mét de actieve medewerking van de CD&V. (En let erop: in het voorjaar van 2011 zal die partij het onkies vinden om vlak voor de verkiezingen nog grote veranderingen aan de kieskringen door te voeren, en daarom alles toch maar willen behouden of eventueel willen terugkeren naar de oude arrondissementele kieskringen.)

Het wordt daarom interessant om zien of en hoe lang de N-VA zich zal weten te handhaven in de Vlaamse Regering. Aan de ene kant zit ze opgescheept met een coalitiepartner die drie absolute nullen tot minister heeft laten benoemen, die in de media opgehemeld worden als waren het superhelden terwijl de eigen ministers als saaie kneusjes of oorlogszuchtige nationalisten zullen afgeschilderd. Aan de andere kant zit ze met een partner die hoogstwaarschijnlijk van plan is haar op federaal vlak grandioos te rollen, en dan nog wel op precies dezelfde wijze als ze zelf nog niet zo lang geleden gerold werd door haar toenmalige paarse partners. Bij de achterban van de CD&V wil het smoesje van de verantwoordelijkheid en de moed, en volgende keer beter, er dan misschien nog wel ingaan, maar bij de achterban van de N-VA ligt dat al iets moeilijker. Al was het maar omdat die achterban ondertussen met zowel Lijst Dedecker als Vlaams Belang al over twee uitwijkmogelijkheden beschikt.

Dat alles neemt echter niet weg dat ik de N-VA in deze regering het voordeel van de twijfel wil geven. Zeker, in het regeerakkoord is het communautaire luik maar een mager beestje — heel mager zelfs. Maar wat is het alternatief? Vandaag hebben we een coalitie van CD&V, sp.a en N-VA, met misschien op papier weinig communautair «eten of drinken», maar toch nog tenminste de hoop dat er bijvoorbeeld in de Vlaamse Rand iets mogelijk zou zijn. De N-VA had natuurlijk ook het Vlaamse been stijf kunnen houden en bijvoorbeeld spijkerharde garanties kunnen eisen voor Brussel-Halle-Vilvoorde of onmiddellijk reeds een belangenconflict tegen een federale begroting, frontaal tegen één van de onderhandelingspartners in. Wat zou die houding uiteindelijk hebben kunnen opleveren? Een coalitie van CD&V, sp.a en… Open Vld? Slechter dan dat kan de regering-Peeters II immers nooit zijn, en bovendien gun ik Geert Bourgeois en Jan Peumans hun nieuwe mandaten oneindig veel meer dan bovenop een Freya en een Pascal ook nog eens een, ik zeg maar wat, Jean-Jacques of Mathias in de Vlaamse Regering te moeten zien.

Labels: , , , , , , , , ,

Read more...

Bedenkingen bij 'onze' nationale feestdag
(Vincent De Roeck)

We schrijven 20 juli 2009, de vooravond van de Belgische nationale feestdag. 178 jaar geleden legde Leopold I zijn eed af als eerste koning der Belgen. Hoewel 'Belgen' als naam enkel verwees naar een Gallische stam die in de tijd van Julius Caesar in wat vandaag Frankrijk is leefde en dus wel een zeer vreemde soortnaam was om het kersverse onafhankelijke 'volk' te benoemen, was dat nog niet eens het meest bizarre. Die eer ging naar het veralgemenen van wat eigenlijk een 'Brabantse' omwenteling was. Noch de bewoners van de Ardennen, noch die van de twee Vlaanderens of Limburg, en al helemaal niet de stedelingen van Gent, Antwerpen en Dendermonde, waren vragende partij voor de 'Belgische' onafhankelijkheid, laat staan dat zij aan de 'revolutie' in Brussel deelgenomen zouden hebben. Het Franstalige zuiden werd al snel gepaaid met een unitaire eentalig-Franse staatsstructuur en zo door het Brabantse kamp meteen gerecupereerd. Het Nederlandstalige noorden werd op zijn beurt 'beloond' voor hun niet-deelname aan de omwenteling met het statuut van tweederangsburgers. Hadden de Hollanders niet de kapitale fout gemaakt om het eigenzinnige orangistische Antwerpen met kanonnen te beschieten, had deze stad, samen met grote delen van de huidige provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen, tien tegen een voor Nederland gekozen. Voor mij is 21 juli dus ook geen 'feest'-dag.

Belgicisten maken steeds gewag van een vermeende homogeneiteit in ons land, maar zij dwalen. Net zoals Tito in Joegoslavie of Stalin in Sovjet-Rusland werd 'Belgie' gestoeld op het onderdrukken van een welbepaalde bevolkingsgroep, in casu de Nederlandstaligen. Na de gruwelen van Rwanda, Srebrenica of de Holocaust mag het vandaag misschien wansmakelijk klinken om de Franciseringspolitiek in de 19de eeuw als 'etnische zuivering' of 'culturele genocide' af te schilderen, maar in de praktijk kwam het daar wel op neer. Andermaal echter bleek de identiteitsdrang van een bevolkingsgroep te sterk en te buigzaam te zijn om helemaal uitgeroeid te kunnen worden. Net zoals in de voormalige Sovjetrepublieken na de val van het communisme of in de Balkan na de dood van Tito herstelden de oude volksgevoelens en culturele geplogenheden zich razendsnel. Zo ook in Vlaanderen tegen de eeuwwisseling. 'Belgie' had gefaald. Het zou nooit een homogene natiestaat worden. De historische vergissing verwerd tot een 19de-eeuws curiosum. Althans, zo had het gemoeten.

Belgie bestaat anno 2009 echter nog steeds. De vorm mag dan al wel drastisch gewijzigd zijn, de 'Belgische' symbolen - Francisering, monarchie, identitair nihilisme - hebben stand gehouden. Vlaanderen is vandaag de dag rijker dan ooit tevoren, Wallonie is enkel nog maar leefbaar op papier. Het federale niveau kan zonder Vlaamse bail-out haar verplichtingen op vlak van de sociale onzekerheid niet meer nakomen en ook de Franse Gemeenschap stevent alweer af op het onvermijdelijke bankroet. Belgie is een contrafederatie geworden die alsmaar verder zal verdampen. Vlaanderen koos in juni duidelijk voor een flamingantere koers en voor het eerst in jaren lijkt de regering die keuze daadwerkelijk in beleid om te gaan zetten. N-VA'er Mark Demesmaeker voorspelde drie jaar geleden dat Belgie nooit haar 200ste verjaardag zou vieren. Hij werd toen uitgelachen, maar enkele politieke crisissen later zijn die criticasters stiller dan ooit. Het einde van Belgie komt nu wel echt in zicht, en ook al vind ik communautaire thema's niet prioritair, ik ben daar zeker niet rouwig om.

Een toestand waarbij een nationaal kader kunstmatig aangehouden wordt dat de fundamentele verschillen tussen noord en zuid nuanceloos van tafel veegt en daardoor wetenschappelijke nonsens wordt, kan gewoon niet lang blijven duren. Als Belgie internationaal wegzakt met alarmerende berichten over een werkloosheid van boven de 10 procent, is dat in mijn ogen irrelevant. Brussel (16%) en Wallonie (12%) zitten tot over hun oren in de problemen, Vlaanderen (4%) veel minder. Als Belgie meer dan een half miljoen vergoede werklozen telt, is dat een goedkoop mistgordijn. Vlaanderen telt er 150,000, Wallonie bijna 200,000. Belgie gaat internationaal af met haar werkzaamheidsgraad van 62% maar Vlaanderen scoort met 67% merkelijk beter dan Wallonie (57%) of Brussel (55%). Belgie scoort als geheel barslecht in de jaarlijkse stresstest van de zakenschool IMD, maar Vlaanderen apart helemaal niet. Ook de conceptie van Belgie als een land van ambtenaren is fout. In Vlaanderen werkt 22% voor de overheid, wat internationaal het gemiddelde is, maar in Wallonie is dat 37%. En ondanks alle mooie praatjes van Belgicisten blijft de kloof alsmaar verder groeien. In het laatste kwartaal steeg de werkloosheid in Vlaanderen met 4%, in Wallonie met het dubbele...

'Belgie', vanwege alle Vlaamse belastingbetalers, een gelukkige verjaardag gewenst! En moge het aub uw laatste zijn.

Read more...

19 juli 2009

The Headscarf Debate: Human Rights or Individual Freedom, Make Your Choice! (Arnaud Houdmont)

Since France banned the Islamic headscarf and other religious symbols from all French state schools in 2004, the debate it sparked has resurfaced time and again over the last few years. It did so recently, at the end of last month, when public schools in the city of Antwerp decided to ban the headscarf from the first of September 2009.

Astonishingly public opinion is divided between two simplistic and inadequate positions to which adherents of either camp have pledged their unquestioning allegiance. On the one hand champions of cultural diversity and freedom of expression (and obviously Muslims in general) are aghast and want the ban lifted immediately. As an ardent advocate of freedom in any shape or form, this author has had to repress a natural tendency to join this side of the debate. On the other hand, nationalist preservationists have entered into an uneasy alliance with women's rights defenders and proponents of the separation of state and church, in defence of the ban.

On the face of it, it is much easier to sympathise with those who want the ban lifted in favour of freedom of expression; especially since the vast majority of those supporting the ban are blatantly motivated by racist convictions. It is frankly disturbing to witness the desperation with which people cling to their imagined identity and the fear they display towards anyone that does not fit in their narrow-minded conception of the world. However, these observations aside, the human rights aspect of the debate looms large and should not be ignored.

It is a very sorry state of affairs indeed when the powers-that-be start meddling in strictly private affairs such as their citizens' wardrobes. Imagine waking up to the following newspaper headline: “Under a new law designed to prevent sexual harassment in the workplace and in schools, women and girls will longer be allowed to wear mini-skirts or otherwise revealing clothing at work or in schools. Guidelines as to what clothing is deemed acceptable have been published.”

This fictional, but not so far-fetched paragraph would provoke waves of indignation across the “western” world. The vast majority of people would balk at the very idea and fiercely resist this outright infringement on their freedom. And rightly so... Democratic societies are, to a lesser or greater extent (that's an altogether different argument that will not be addressed here), built on freedom of speech and freedom of expression. Many are prepared to defend this hard-earned freedom with tooth and nail. One only has to recall the Danish cartoons controversy back in 2005, when the publishing of a series of unflattering cartoons depicting the prophet Mohammed led to the violent uprising of radical Muslims across the world. In its response to these events, Europe stood (more or less) united in defending the rights of the cartoonist and the publisher to express their views, regardless of religious sensitivities or not. It is, in the humble opinion of this author, of vital importance that no amount of religious clamouring and whining should ever be allowed to result in the adoption of censorship and a limitation of individual freedom.

However, many would argue that the issue of the cartoons and the fictional scenario where a government restricts women's freedom to wear mini-skirts are principally different from the headscarf ban debate. In one crucial aspect - and one only - they are right.

Many girls, born into a family of Islamic faith, are simply not given the choice to wear a headscarf or not. Whether they privately renounce their faith (for, in many instances, it can be hazardous to do so openly) or whether they simply choose not to adopt the headscarf, their family will oblige or force them to wear it against their will. This, in itself, constitutes a violation of women's rights and goes against the “western” conception of freedom. An extremely dehumanising example of imposed clothing is the now well-known burqa, covering the women from head to toe, so no part of their bodies are visible to the outside world. More often than not, those who tend towards the individual freedom argument in the headscarf debate, will promptly change allegiance when the burqa is brought into the discussion.

But what if the women in question actively, and without interference, choose to wear the headscarf or even the burqa, be their motivation religious or other? Should these women, simply by virtue of the freedom of expression of other women, not be allowed to do so? It is exceedingly hypocritical to employ the freedom angle in order to defend the cartoonist and in defence of the girls who do not want to wear headscarfs, but to consequently abandon these principals when they are no longer suited to one's argument and when it turns out that some women actually want (or are religiously motivated) to wear these items.

The cultural diversity card trumps all when it comes to defending, or tolerating, the indefensible. Criticism and condemnation of abhorrent practices and traditions such as genital mutilation, lapidation and forced marriages (to name but a few), are too often met with an indignant rebuke by the defenders, or perpetrators, of these practices, pointing out that these are matters of cultural sovereignty and not to be meddled with by outsiders. The argument from cultural diversity is devoid of meaning and merely serves the self-interest of certain factions in certain societies as well as that of those who want to perpetuate the cultural zoo of humanity for their entertainment.

In the case of the headscarf or the burqa such arguments should equally be dismissed as irrelevant and of no significance in western society where adherence to human rights, the freedom of speech and the freedom of expression should at all times take precedence.

This said, both options on the table – 1. an outright ban of headscarfs and 2. a tolerance for headscarfs based on individual freedom – present us with innate difficulties. On the one hand, a ban sets the precedence for more government involvement and the continued restriction of individual liberties, creating more problems than it is actually addressing: Where should government involvement stop? Should the burqa be banned but the headscarf allowed? Should girls wear mini-skirts? Are crucifix pendants acceptable? And who decides what is acceptable or not?

On the other hand, what about all these girls that are forced to wear a headscarf or a burqa by their families? What about their individual rights? The government might not be encroaching on their freedom, but their fathers and brothers certainly are... Should society not be protecting them?

Thus, it seems, mutual incompatibility between individual freedom and human rights considerations eliminates the possibility of a satisfying solution to the headscarf debate. Protecting the right of women not to wear certain clothing necessarily comes at the expense of individual liberty, whereas upholding western values of freedom leaves women at the mercy of vengeful and women-hating patriarchs. Are we to conclude that we are forced to choose between “handing over even more freedom to Big Brother” and “allowing women to be treated as second-rate citizens by deluded men who fear emancipated women”?

Thankfully, as it turns out, it is not a choice society has to make. There is another way of approaching the issue at hand. Whereas the choices outlined so far have been between action (a ban) and inaction (no ban), those on the side of individual liberty can drastically alter the argument by proposing a course of action that would go a long way in addressing all the issues at hand as well as an issue that has not been raised yet. It is important to realise that in the long run even a ban will fail to protect those girls who do not want to wear the headscarf, as Muslim families will simply send their children to private, or even Muslim, schools. Besides, outside of school hours they remain firmly under the control of their families.

Perhaps the answer lies, not in a compromise, but in a much more fundamental compliance with, and protection of, individual freedom... Rather than inaction and merely rejecting the headscarf ban, proponents of individual liberty should propose a proactive solution of their own. Instead of restricting individuals in their freedom by meddling with their choice of clothing, real help should be available for people who feel they are being thwarted in the pursuit of their own individual liberty. A channel should be provided enabling them to voice their concerns and have them taken seriously. Perhaps a loud and clear message should be sent out that any restriction by any person of any other person's individual liberty will be harshly dealt with and that the powers-that-be will take a determined stand in defence of those who find themselves in need of protection... in the name of freedom.


Guest Column For IFF
Arnaud Houdmont
Freelance Journalist


Read more...

«Rotterdamse» «jongeren» in Ridderkerk (Hoegin)

De afgelopen week werden in Nederland maar liefst tien «Rotterdamse» «jongeren» door de politie aangehouden, omdat ze in totaal 19 meisjes hadden betast in het zwembad van Ridderkerk. Voor wie daar moest aan twijfelen: het ging wel degelijk om tien Marokkanen. Het is nu echter wachten op de verklaring van één of andere imam –we denken spontaan aan Nordine Taouil, maar het mag ook een andere zijn– die verklaart dat als Marokkaanse jongens in de Nederlandse zwembaden geen Westerse meisjes meer mogen betasten, ze in het vervolg thuis zullen blijven…

De afgelopen week bood weer een uitgebreide waaier aan multi-culturele geneugten aan. Terwijl in Frankrijk de discussie gevoerd wordt of een boerka wel compatibel was met de idealen van de Franse Republiek of überhaupt wel verboden zou moeten worden binnen de hexagone, werden, zoals de recente traditie dat wil, naar aanleiding van de nationale feestdag weer ettelijke –honderden!– auto's in brand gestoken. Het is misschien het kleine offer dat de Fransen nu eenmaal zullen moeten brengen om later onbezorgd van hun oude dag te kunnen genieten, want voor wie het alweer vergeten was: het zijn wel degelijk de brandstichters van vandaag die morgen de pensioenen zullen betalen. Of zo wil de multi-culturele lobby het ons toch doen geloven.

In Vlaanderen hebben we ondertussen een heus «debat» achter de rug over hoofddoeken op school — alleen een verzuurde zagevent die zou durven beweren dat het debat overwegend in één richting gevoerd werd. Kenmerkend voor het pseudo-debat waren de herhaalde oproepen om de discussie open te trekken, zonder ze ook effectief open te trekken, of misschien beter gezegd: precies om ze zoveel mogelijk gesloten te houden. Want het debat mocht uiteindelijk alleen maar over al die vrijgevochten, mondige, flinke én kuise Marokkaanse meisjes gaan. Dat er naast die Marokkaanse meisjes ook zoiets bestaat als Marokkaanse jongens, en dat de problemen zich vooral daar situeren, is natuurlijk een potje waarvan men het dekseltje liefst zo stevig mogelijk dicht wil houden.

Neem nu die 19 meisjes in Ridderkerk, aangerand door tien «Rotterdamse» «jongeren». JONGEREN dus. En uit ROTTERDAM. Nu ja, voornamelijk dan toch. Maar over etniciteit willen we het even niet hebben. En of die 19 meisjes al dan niet een «boerkini» aanhadden staat ook al nergens vermeld. Alleen De Telegraaf was niet helemaal bij de les was, en vermeldt toch de achtergrond van de tien «Rotterdamse» «jongeren». Marokkanen dus. Of had iemand eigenlijk iets anders gedacht? Had ook maar één van hen Kees, Benny of Joop geheten, had het ongetwijfeld verder ook initialen geregend. Nu niet, en die afwezigheid was natuurlijk veelzeggend.

Ondertussen zit ik wel met een aantal vragen. Het leidt natuurlijk geen twijfel dat deze tien arme drommels in de val gelokt werden door 19 racistische en uiterst promiscue meiden. Ze waren per slot van rekening Nederlands. Hadden ze trouwens maar een boerkini moeten aandoen! Maar wat bezielt die tien Marokkaanse jongens eigenlijk om naar een zwembad te trekken waar meiden zonder hoofddoek, laat staan boerka, zomaar ongegeneerd rondlopen? Ja, blijkbaar hebben ze nog geld voor betaald ook, want iets anders zou ik niet durven suggereren. Waar waren trouwens hun zussen, of zaten die braafjes thuis? Die waren misschien wel een opstel aan het schrijven waarom ze met een hoofddoek naar school willen gaan? En zouden die tien «Rotterdamse» «jongeren» nu thuis op hun donder krijgen? En zo ja, omdat ze meisjes betast hebben, of zich zo stom hebben laten vangen? Misschien iets waar socioloog Hugo van Assche bij een volgende gelegenheid eens zijn licht over kan laten schijnen?

Labels: , ,

Read more...

Sono anch'io Poeta (vpmc)

Atal Bihari Vajpayee is een stokoude maar in zijn land zeer geziene dichter. Zijn naam zal u misschien weinig zeggen, maar deze man was een tijdlang ook minister-president van India. Trouwens nog een andere Indiase premier, Shri Vishwanath Pratap Singh, vorig jaar gestorven, stond als dichter bekend. Deze Shri Singh schilderde bovendien.
Goed, dat is het magische Indië, maar eerste ministers die tegelijk artiest of dichter zijn, komen meer voor dan iemand zou denken.
Om even in Azië te blijven, en meer bepaald in Turkije: hun premier Bülent Ecevit, in 2006 gestorven, was naar het schijnt ook een verdienstelijke poëet.
En destijds in Afrika hadden we Léopold Sédar Senghor, president van Senegal, uitvinder van het begrip négritude, maar tegelijk ook auteur van enkele dichtbundels met mooie titels als Hosties Noires, Chants d'ombre &c.

Er komen mij niet direct andere continenten voor de geest, maar mocht iemand er nog een willen noemen, dan zou dat van de Peruaan Mario Vargas Llosa een slecht voorbeeld zijn – ten eerste omdat die Llosa nooit president of eerste minister is geweest, en ten tweede omdat hij geloof ik geen verzen heeft geschreven.

Dichter bij ons, in Europa, zijn er wel goede voorbeelden. De Britse premier John Major heeft in de loop der jaren voor een behoorlijk pak verzen gezorgd. Ik twijfel echter of wij hem hier in dit verband voor vol mogen rekenen, want zoals John zelf zei, schreef hij zijn gedichtjes enkel “to combat stress”, en dat diskwalificeert hem toch min of meer, zeker als we weten dat Robert Graves bezwoer dat bij een ware dichter de haren juist ten berge horen te rijzen.*
Václav Havel integendeel, mag zeker vermeld worden want hij maakte meer dan een half dozijn dichtbundels, zij het met titels die wij niet kunnen verstaan.

Nog dichter bij huis hebben wij natuurlijk Achiel Van Acker, en laten wij misschien even in het gezelschap van deze man vertoeven.
Ik bezit een bundeltje van hem, twintig fraai gedrukte pagina's, en mijn exemplaar bevat ook een geschreven opdracht: Aan Mej. Maria Rosseels, van harte, A. Van Acker, jaareinde 1962. Ik geef pagina één:

G
ebeden van gebeiteld steen,
Zo rijzen torens om ons heen;
Waarom ze bidden weet niet een.
Drie sterren aan de hemeltrans,
Drie sterren zenden ons hun glans,
Drie sterren bieden ons een kans;
Fortuna schenkt ons mild een blik.
Hij, gij, ik.

Gebeden van gebeiteld steen,
Zo rijzen torens om ons heen;
Misschien is hun gebed er een
Als dit der eindeloze zee
Of van de mens een stille bee,
Het hart vol liefde voor de vree.
Gestameld, twijfelend geklik.
Tik, tak, tik.
Alle twintig gedichtjes eindigen met dezelfde regels Hij, gij, ik en Tik, tak, tik. Een gedurfd procedé, zeker als wij in aanmerking nemen dat het voor een Bruggeling niet meevalt om telkens weer die Hij, gij, ik voor te moeten dragen.

Zelfs de eerder genoemde combinatie premier-dichter-schilder komt hier af en toe voor – natuurlijk hoogstens af en toe, maar denken wij aan de jonge Eyskens.
Vandaag hebben wij in ons land misschien niet echt een regering, maar toch zeker een premier, en al schildert die niet, dichten doet hij wél. Herman Van Rompuy maakt evenwel geen echte verzen zoals zijn illustere voorgangers, maar haiku's, onberijmde observaties met enkel een vast aantal lettergrepen per regel. Het zou nochtans verkeerd zijn om hier van een dichtkunst voor boekhouders te spreken, zoals Heine eens deed. Ik geef een voorbeeldje:

.
Tijd
Het leven is varen
op de zee van de tijd maar
alleen de zee blijft.

Het lijkt mij een verstandige beslissing van onze laatste premier, om niet voor het rijm te kiezen.
Hij vermijdt op die manier wat Goethe overkwam. Goethe had uit de handen van zijn vorst de functie van Geheimrat aanvaard, geen premier dus, maar misschien in de verte vergelijkbaar met minister van Cultuur.
Nu had de gezagsgetrouwe minister Goethe niet enkel vrienden, maar ook vijanden. Dezelfde Heine bijvoorbeeld noemde hem: “een grote man in een zijden rok”.
Niet kwaad, maar de omschrijving van de journalist en criticus Ludwig Börne** vind ik nog grappiger. Hij noemde Goethe: “de rijmende knecht”.


__________________

* Graves wil er wel eens lelijk tegenaan gaan: The reason why the hairs stand on end, the eyes water, the throat is constricted, the skin crawls and a shiver runs down the spine when one writes or reads a true poem is that a true poem is necessarily an invocation of the White Goddess, or Muse, the Mother of All Living, the ancient power of fright and lust – the female spider or the queen-bee whose embrace is death.
The White Goddess
A historical grammar of poetic myth
by Robert Graves
amended and enlarged edition
London, Boston,1961, Faber and Faber

** Ludwig Börne (Löw Baruch) was misschien de bekendste politieke journalist van het begin van de XIXde E. Volgens wijlen Martin van Amerongen moest je hem zelfs politicus noemen, niet journalist.
In 1818 begon hij in Frankfurt met het tijdschrift Die Wage, maar al na drie jaar hadden de autoriteiten er genoeg van en verboden ze het blad. In 1830 ging Börne naar Parijs, enthousiast als hij was over de Julirevolutie, en, consequent als hij was gaf hij daar een tijdlang La Balance uit.

.

Labels: , , , , ,

Read more...

“Joke, Joke, haal ‘t spinrag uit je haren, Joke, Joke, trek je witte jurkje aan !”

Misschien is een “onmondige” cultuurminister wel een verademing
Zonet liep Koningin Paola weer langs bij kunstschilder Luc Tuymans n.a.v. diens tentoonstelling in Brussel “Against the day”. Tuymans verzorgt zijn public-relations, dat is het minste wat men kan zeggen. Maar het is natuurlijk ook een statement: de Commandeur in de Leopoldsorde associeert zich hier (opnieuw) openlijk en expliciet met het Belgisch ancien régime waar in Vlaanderen nauwelijks nog een draagvlak voor is. Paola, die het nooit verder bracht dan een krakkemikkig Nederlands, is bovendien een vergeeld symbool van macht uit een tijd toen knechten nog werden opgeknoopt als ze appels stalen uit de boomgaard van de Heer. Dat kan tellen. Hoe briljant Tuymans als penseelridder ook moge wezen, politiek leeft hij op Mars, en is zijn kunst louter decorum. Ze schurkt zo dicht aan bij de bovenbouw en de machtssymbolen, zonder de minste vorm van ironie zelfs, dat ze elk systeemkritisch moment ontbeert.

Want laat dit nu net dé bestaansreden van het creatieve proces in de moderniteit zijn: wat mij interesseert in de kunstenaar, is de mate waarin zo iemand het collectief onderbewuste naar boven kan brengen: hoop, verlangen, frustraties, gevoelens van onbehagen die in een samenleving gisten en die moeizaam een uitweg zoeken. Slechts de meest gevoelige antennes en de sterkste handen kunnen die signalen detecteren en opwerken tot een zinnig, leesbaar icoon. Kunst is in se marginaal, middelpuntvliedend, dissident. De verhouding met de macht kan daarom niet anders dan problematisch zijn: waar de politiek onrust tracht te bezweren, roept de kunstenaar ze op. Waar de kunstenaar vragen opwerpt, verwondering uitlokt, wil de politiek vereenvoudigen en beheersen.

In dat opzicht is “cultuurpolitiek” een pervers fenomeen. Het idee dat een staat, een regime, de culturele dynamiek steunt, superviseert, regisseert, kan alleen begrepen worden vanuit een poging om kunst en de kunstenaar zoveel mogelijk onschadelijk te maken en onder te brengen in een bureaucratisch stelsel van subsidies, projecttoelagen, prijzen, jury’s, commissies, etc. Men kan dat zonder meer een vorm van chantage noemen: het politiek establishment steunt cultuur maar koopt vooral goodwill, en creëert een cultureel establishment. Daartoe moet kunst geïnstitutionaliseerd worden en gekanaliseerd in beheersbare structuren die naadloos aansluiten op de bestaande officiële administraties. De overheid wil vooral met grote theatergezelschappen en kunstencentra zaken doen, niet met kleine, oncontroleerbare garnalen die in de marge af en toe toch stoute dingen doen zoals performance-kunstenaar Benjamin Verdonck (die nu overigens ook om den brode onderdak zocht bij het Toneelhuis).

Via een perverse ratio combineert deze kunstbureaucratie een hemelbestormende esthetica met platte boekhouderslogica. Men moet in dat opzicht “Courant” eens ter hand nemen, het driemaandelijks magazine van de Vlaamse theatersector, je gelooft je eigen ogen en verstand niet meer. In duizelingwekkende volzinnen broeden cultuurapparatsjiks er de geloofsleer uit die kunst een schijn van relevantie moet geven. Bij nader toezien is het een taal die uitsluitend naar zichzelf verwijst, het esoterisch discours van een elite die zich afdekt en tegelijk één oog op de subsidiepotten gericht houdt. Want daar gaat het in laatste instantie over,- al de rest is pretext-: over centen (“middelen”), rekeningen, budgetten. De Vlaamse kunstensector heeft het parasitisme zelf tot kunsttak verheven.

Onbevlekt ontvangen
In dat opzicht is de aanstelling van CD&V-politica Joke Schauvliege een opportuniteit van formaat. Het feit dat een complete dilettante door de politieke loterij de post van cultuurminister werd toebedeeld, zou de sector in kwestie kunnen inspireren tot een aantal fundamentele, grensverleggende vragen.
Kunnen kunstenaars en cultuurmakers hun subversieve rol eigenlijk nog wel spelen, als ze compleet ingebed zijn in een logica van de vetpotten? Moet een administratie bepalen wat goed voor ons is en welk soort kunst, via een of andere betoelaging, aan het publiek mag geserveerd worden? Is een ‘cultuurminister’ eigenlijk wel nodig, tenzij men cultuur inderdaad reduceert tot een “sector” die het midden houdt tussen entertainment, volksverheffing en terapie voor schizo’s? Kan men dat departement niet beter afschaffen, en het infrastructuurbeheer aan de regie der gebouwen overlaten om kunst… gewoon kunst te laten zijn? In welke richting zou kunst van binnenuit veranderen, mocht ze de navelstreng durven doorknippen met het overheidsapparaat?

Maar daar schijnt de discussie helemaal niet over te gaan. Verontruste coryfeeën zoals Erwin Mortier en Tom Lanoye zijn vooral begaan met de vraag of mevrouw Schauvliege de regels van het spel wel begrijpt. Zou ze bijvoorbeeld “Courant” wel kunnen lezen, of legt ze het boekje na één bladzijde met een geeuw weg, vanuit een instinctief gevoel dat dit nergens over gaat? Ze is zo blank en onbeschreven, dat ze het normale betoelagingssysteem wel eens zou kunnen destabiliseren, onder het motto “jongens, ga elders spelen”. Het liefst hebben onze kunstbroeders eigenlijk normaalbegaafde, matig geïnteresseerde diensthoofden die de cash-flow van overheid richting kunstenbedrijf niet belemmeren (Erwin Mortier in de Morgen van 15/7: ” Stellen ze qua belangstelling voor hun beleidsdomein niet veel voor, dan zijn we best tevreden met hun budgetten”). Cultuur moet, volgens de heer Lanoye, als een ernstig-gecompliceerde materie beheerd worden, zoals economie, waarbij hij vergeet dat de “oikos” in het woord “economie” “haard” betekent. Alles is in wezen huishoudkunde, wisten de Grieken al, misschien moeten er juist wel méér huisvrouwen de staatskassen beheren, dat zou ons veel onzin en ergernis besparen.

Hun eis van “een mondige cultuurkenner als minister” (Tom Lanoye in DS van 19/7/09) verraadt bijgevolg vooral de vrees om aan een huismoeder-in-de-luiers te moeten uitleggen waarom kakmachines nodig zijn. De aanstelling van Joke Schauvliege is, behalve het resultaat van de normale koehandel en het reguliere postjesgeschuif, ook een cultuurschok. Toevallig, maar toch: een opportuniteit. Zoals ook mijn hond of een kind van vijf op de troon dingen kan veroorzaken die alles doen kantelen, het sprookje van de kleren-van-de-keizer, weet u wel. Kevers aan het plafond? Een toneelvoorstelling, bestaande uit halfnaakte vrouwen die met sla-olie overgoten worden? Zuilen die van hespen, voedsel dus, zijn gemaakt? Mja. Ik snap er niks van, ik wil het ook niet snappen. Misschien is het wel gewoon onzin, dure en onsmakelijke onzin die aan de markt van vraag-en-aanbod moet worden overgelaten: als er liefhebbers zijn die ervoor willen betalen, so be it.

De consternatie van de sector is dus gewettigd: een patronesse die interviews geeft met een baby op schoot, daarin te kennen geeft dat ze heel af en toe eens een amateurtoneelopvoering bezoekt en nooit een boek leest, daar druipt elk wereldvreemd discours vanwege het kunstengild van af als regen van een paraplu.
“Joke, Joke, haal ‘t spinrag uit je haren, Joke, Joke, trek je witte jurkje aan !”,- zo zong Jan De Wilde ooit. Misschien is een “onmondige minister” wel een verademing in Culturistan. Ik ben haar grootste fan, nu al.

“Koesteren” is haar geliefde woord, wat moeten we eigenlijk nog meer. De geest van J.J. Rousseau, de filosoof die besefte dat cultuur een mannelijke afwijking is, daalde eindelijk over Vlaanderen neer, met Joke wordt het perfect. Onwetende wijsheid en kennis die enkel vanuit het moederlichaam komt, zonder het fatale zaad van de mannelijke waan: sinds de Onbevlekte Ontvangenis hebben we het niet meer meegemaakt.

Lanoye en consoorten zullen deze subtiele ontlettering, waar we eigenlijk allen naar snakken, niet overleven. Weg met Paola en het geconsacreerde hoerendom. De afbouw van de kunstbureaucratie en de opgang van het nieuwe dilletantisme,- laat dit het eerste en enige programmapunt zijn van de laatste cultuurminister.

Read more...

18 juli 2009

Bijna 130,000 wapens vernietigd in België!

"In het kader van de inzameling en vernietiging van bijna 130.000 wapens zijn de volgende bemerkingen en kanttekeningen zeker op hun plaats," aldus Daniël Beets, de voorzitter van de AVWL, in een e-mail naar ondergetekende. De AVWL is een vzw die zich actief inzet voor de verdediging van de wapenliefhebbers in België. In november 2007 had ik Daniël Beets, toen nog AVWL-ondervoorzitter, reeds als gastspreker naar Leuven gehaald voor een "Blauwe Maandag" van het Liberaal Vlaams Studentenverbond. Beets mocht dan al wel veel gematigder zijn in het verdedigen van wapens dan zijn Amerikaanse evenknie, wijlen Charlton Heston, maar toch hield zijn bevlogen pleidooi toen zeker ook steek. En nu opnieuw is zijn niet malse kritiek over de ganse lijn terecht. Vandaar dat ik zijn reactie op de recente mediaberichten dat er in België onder de nieuwe wapenwet bijna 130,000 vuurwapens vernietigd zijn, hieronder integraal overneem. Ik sta ook zelf voor 100% achter zijn uitgangspunten.

1. In het kader van de onrustwekkende berichten rond het in omloop zijn van 2 miljoen wapens (vooral illegale), die rondgestrooid werden na het drama in Antwerpen mag men, objectief gezien, gerust stellen dat de inzameling een volledige mislukking is.

2. Het overgrote deel van de ingezamelde wapens zijn wapens die vroeger reeds legaal geregistreerd waren, als dusdanig opgespoord en waarvan de eigenaars onder dwang hun wapens afhandig gemaakt werden omdat zij niet voldeden aan de nieuwe opgelegde voorwaarden en met als cynische noot dat men hen dan nog een document liet tekenen waarin zij verklaarden dat zij “vrijwillig afstand” deden van hun wapens.

3. De overheid en vooral de media hebben aan de mensen verzwegen dat zij hun wapens volledig legaal konden overdragen aan erkende of vergunde personen en zo een geldelijk deel van hun bezit konden recupereren. De betrokken mensen, maar ook de politiediensten werden slecht geïnformeerd en werden vooral opgejaagd, terwijl er van in het begin reeds aanwijzingen waren dat de wet zou veranderd moeten worden. Alleen de nadruk werd gelegd op het inleveren.

4. De wapens werden zo vlug mogelijk vernietigd terwijl er een nochtans een bezwaarschrift lopende was bij het Grondwettelijk Hof over de eigenlijke onteigening zonder vergoeding wat deze “inzameling” uiteindelijk was. De uitspraak van het Grondwettelijk Hof gaf de klagers gelijk waardoor het wapenbezit zonder munitie mogelijk werd voor de mensen die onder de “inzamelingsvoorwaarden” vielen. Door het feit dat men de gedupeerden verplicht had een document te tekenen waarin zij “vrijwillig afstand” deden hebben zij hun recht op vergoeding op een oneerlijke manier verloren. Vele mensen hebben op die manier ook onherroepelijk emotioneel verlies geleden door het verplicht inleveren van bijzondere herinneringstukken.

5. De wapens van criminelen werden niet ingezameld en er worden geen bijzondere acties gepland om die wapens te gaan zoeken in het criminele milieu. Criminelen worden zelden vervolgd voor hun illegaal wapenbezit. Eerbare burgers daarentegen, worden constant bedreigd met zware financiële en gevangenisstraffen indien zij vergeten hun wapens aan te geven. Momenteel zijn er daarbij nog duizenden mensen die dachten dat al die heisa niet op hen van toepassing was.

6. Sinds de inzameling is de criminaliteit niet gedaald. Sommige criminaliteitscijfers zijn gedaald, alleen omdat sommige feiten niet meer geregistreerd worden of omdat sommige politiediensten weigeren om nog PV op te stellen van feiten of omdat getroffen burgers de moeite niet meer willen doen om urenlang te wachten voor een aangifte die toch niet opgevolgd wordt en die daarenboven moedeloos geworden zijn bij het vaststellen van de straffeloosheid van de opgepakte criminelen.

7. De zelfgenoegzaamheid van gouverneur Denys over de geboekte “resultaten” en door hem daarbij verklaarde verbetering van de veiligheid, staat in schril kontrast met de verhoging van het aantal zware criminele feiten in zijn provincie. Het is daar, onder andere, op vele plaatsen gemeengoed geworden dat sommige van onze Turkse medeburgers elkaar beschieten met hun illegale wapens om hun conflicten uit te vechten. Wij horen hier ook nooit over vervolgingen en bestraffingen voor illegaal wapenbezit.

8. Bovendien is gouverneur Denys zelf niet vies van illegale praktijken bij zijn tegengaan van de toepassing van de nieuwe wapenwet in zijn provincie. Het is inderdaad zo dat de nieuwe wet ingevoerd werd om een uniforme behandeling van de aanvragen op te leggen, hetgeen in de meeste provincies wel degelijk gebeurt. Gouverneur Denys lapt echter de wet aan zijn laars en legt bijzondere illegale voorwaarden op voor de afgifte van wapenvergunningen en erkenningen aan mensen met een legitieme reden omdat hij, om persoonlijke redenen, tegen legaal wapenbezit is.

Is het dan willekeur van een overheidsdienst tegenover eerbare burgers die gouverneur Denys als persoonlijke doelstelling heeft bij zijn ontwapeningsdrang van diezelfde eerbare burgers? Is het dan die willekeur die gouverneur Denys op het oog heeft wanneer hij spreekt over meer “veiligheid”, dit terwijl zijn provincie gebukt gaat onder een grote criminaliteit en onveiligheid?

Is een eerste vereiste voor meer veiligheid eerder niet dat toch ten minste de gouverneur zich aan de wet houdt?

Wanneer een ambtenaar, wat een gouverneur in feite is, zich straffeloos te buiten gaat aan illegale praktijken, wat is de geloofwaardigheid van die overheid dan nog waard?



Meer info over de zin en onzin van strenge wapenwetten kan gevonden worden op www.gunfacts.be en www.daaa-avwl.org.

Read more...

14 juli 2009

Tien om te zien (Vincent De Roeck)



De laatste weken heb ik YouTube voor de verandering eens gebruikt om wat serieuzer werk te bekijken dan de traditionele nihilistische clipjes van kwispelende honden, rockende katten of "candid camera"-sketches. Tien van de YouTube-films van de laatste weken zal ik in deze blogpost kort aanraden. Het eerste filmpje is een 100 minuten durende documentaire van Alex Jones over de conspiracytheorieën rond een besloten herenclub in San Francisco, de "Bohemian Club", waarvan naar verluidt alle Republikeinse presidenten sinds Dwight D. Eisenhower lid zouden zijn geweest. De documentaire "Dark Secrets inside Bohemian Grove" rakelt alle bestaande conspiracytheorieën omtrent deze exclusieve service-club op en gaat ook undercover op het landgoed van de club waar ze satanische rituelen weten te filmen. Ik vond deze documentaire via Jon Stewart die de kritiek van vele congresleden op Sonia Sotomayors lidmaatschap van de "Belizean Club" (de vrouwelijke tegenhanger) behandelde in "The Daily Show".



Sinds het optreden van Meghan McCain, de niet onknappe bloggende dochter van John McCain, in "The Colbert Report" en haar pleidooi voor méér openheid over seks en holebi's binnen de Republikeinse Partij ben ik een heuse fan van haar geworden. Ik lees haar wekelijkse blogposts op "The Daily Beast" en volg haar talrijke televisieoptredens via YouTube. Het bovenstaande interview met Rachel Maddow is niet per se haar beste optreden, maar geeft wel het soort interviews aan waarvan Meghan McCain haar handelsmerk gemaakt heeft. Het volstaat om haar naam in YouTube in te geven om een hele resem clips van haar te kunnen bekijken. Ook haar blogartikelen zijn steeds interessant, ook omdat zij haar zéér persoonlijke gevoelens beschrijft. Zij houdt bijvoorbeeld van wapens, niet omdat het in de grondwet staat, maar omdat ze het gevoel zalig vindt wanneer ze er één afvuurt. Zij kan ook bijvoorbeeld maar geen vriendje vinden omdat ze als getrainde campagnepolitica steeds door de leugens en de prietpraat van de kandidaten kan kijken. Zij heeft evenmin iets tegen Obama maar vond het bijvoorbeeld wel ongepast van hem, iemand die nooit zelf in het leger gediend had, om haar broer zijn mariniersdiploma te komen overhandigen. Enzovoort.



De NRA vertelt in dit 10 minuten durend clipje het weinig bekende verhaal van de invoering van de strenge wapenwetten in het Verenigd Koninkrijk in de jaren 1990 waarbij eerlijke en betrouwbare mensen plots als potentiële misdadigers beschouwd en ontwapend werden. De film vertelt het relaas van een totalitair geïnspireerd wetgevend kader en waarschuwt de Amerikanen met de woorden: "This could happen to you too!" Verder doorprikt het filmpje ook de illusie van criminaliteitsbestrijding door wapenwetten. De misdaad nam sneller toe na de ontwapening dan daarvoor. Ook andere NRA-gerelateerde video's zijn best interessant om zien. Ik denk bijvoorbeeld aan het interview van Wayne LaPierre, de CEO van de NRA, in "The Glenn Beck Show" waar hij de recente leugens over Amerikaanse wapens in Mexicaanse drugkartelhanden doorprikt. Volgens de Democraten zijn Amerikaanse wapens voor 90% verantwoordelijk voor de doden in de drugsoorlogen. LaPierre bewijst dat dit een leugen is. Ook leuk om in beschouwing te nemen in het wapendebat is het volgende. In Rusland bestaat er momenteel een touroperator die jacht/yacht-tripjes naar Somalië organiseert waarbij de Russische toeristen vrij op piraten mogen schieten... De privé heeft voor alles een oplossing ;-)





De bovenstaande clips dekken niet de volledige lading. Het eerste bevat één van Chris Van den Durpels meesterlijke parodieën. Het ingeven van zijn naam op YouTube zal ook nog een hele resem gelijkaardige sketches opleveren. Van den Durpel blijft in mijn ogen één van de meest geniale komieken van Vlaanderen. Het tweede bevat het introductiefilmpje van Rowan Atkinson's "Live", de verfilming van zijn tournée in het begin van de jaren 1990 in Boston: dertien opeenvolgende "one man" sketches die stuk voor stuk geweldig grappig zijn, en zelfs zonder in de Mr. Bean-humor te hoeven vervallen. Atkinson toont zich als een artistieke duizendpoot die meer kan dan gekke smoelen trekken en onnozel doen.





Deze twee documentaires situeren zich allebei in het hedendaagse Zuid-Afrika, een land waar ik al verscheidene malen geweest ben en dat om een onverklaarbare reden op mij een zéér diepe indruk nagelaten heeft. Het voelde telkens een beetje als thuiskomen aan de andere kant van de wereld. Vandaar dat ik ook nu nog de situatie daar regelmatig opvolg, vooral de desastreuze communistische en anti-blanke evolutie daar. De eerste documentaire duurt 90 minuten en werd door Nick Bloomfield in 2004 gedraaid. "His big white self" is het vervolg van zijn eerdere reportage "The leader, his driver and the driver's wife" over de Afrikaner Weerstandsbeweging en hun kopman Eugène Terreblanche. De AWB ontstond als extreem-rechtse knokploeg, kende tijdens de eindjaren van de Apartheid een enorme boom en wist zich mainstream te maken, maar is vandaag eens te meer een fringe-groep van ultra-rechts. Deze evolutie wordt mooi in beeld gebracht door Bloomfield. Ik heb Terreblanche steeds een intrigerend figuur, ofschoon fout, gevonden. Deze documentaire is dan ook zeker de moeite waard. De tweede werd recenter gemaakt door "Witness" en draagt de alleszeggende titel "No White in the Rainbow". Ze gaat over het gevaarlijke bestaan van de oudere blanke farmers in Zuid-Afrika en is in menig opzicht een echte ogen-opener.



Eén van mijn grootste helden uit de politiek, Congreslid Ron Paul uit Texas, was één van de themasprekers op de CPAC-conventie dit jaar. Zijn andermaal schitterende speech kan je volledig op YouTube zien.



Ook al ben ikzelf geen fan van Telefacts of hun genre van reportages, toch moet ik gerieflijk bekennen dat ik mij met bovenstaande uitzending smakelijk geamuseerd heb, tussen de talrijke momenten van plaatsvervangende schaamte in natuurlijk. Telefacts draaide een reportage onder de Vlaamse sekstoeristen in Pattaya. Na het zien van dit soort marginale toestanden verwondert mij eigenlijk niets meer.



Tenslotte nog even tijd maken voor wat eigen lof. Ik vertaalde deze maand immers de documentaire "The Soviet Story" naar het Nederlands en wacht momenteel op de proefversie om die nogmaals te checken op fouten en de synchronisatie. Normaliter moet de Nederlandse versie vanaf september in de winkels liggen. Ik kan deze documentaire met volle overtuiging aanraden. Ze was mijn tijd en energie zeker waard... Dit gezegd zijnde, hoop ik dat jullie aan deze videotips van mij iets hebben en wens ik jullie veel kijkplezier.

Read more...

11 juli 2009

Kladschrift: "We beseffen maar niet dat we in
pré-fascistische tijden leven" (Vincent De Roeck)

We leven in gevaarlijke authoritaire tijden. In de Verenigde Staten heeft Barack Hussein Obama eizona de ganse automobielindustrie en financiële sector genationaliseerd. In België vinden vakverbonden zoals UNIZO het kennelijk normaal dat de overheid aan doelgroepenbeleid doet en enkel aan hun eigen leden tegemoet komt, maar tegelijkertijd zwijgen ze wel in alle talen over het feit dat die maatregelen elders belastinggeld zullen kosten en België volgens Eurostat met 44% nu al de hoogste fiscale druk van de ganse Eurozone heeft. Iemand als een Michael Daerden vindt het verder de normaalste zaak van de wereld om rustig begrotingstekorten te blijven boeken, Westerse landen trachten elkaar in theorie wel peren te stoven, maar in de praktijk beconcurreren ze elkaar enkel maar in economische zelfmoord, en kraait er in Frankrijk al lang geen haan meer naar een structureel budgetdeficit van 7 à 8%, of lacht men in België eens zuur wanneer de Europese Commissie ook onze begroting volledig afbreekt. Het Amerikaanse "Competitive Enterprise Institute" becijferde de totale kost van regulering in de VS en kwam uit op 79,435 pagina's regels en 1,17 biljoen EUR kosten per jaar. In Europa negeerden we dat maar gewoon, we zouden anders misschien ook wel eens in onze eigen boezem moeten kijken... Want ook Europa kreunt onder superbureaucratie en stevent steevast op de klippen af.

Nochtans zou de politiek dit allemaal ook moeten beseffen. Velen vinden het ook vreemd te moeten vaststellen dat centrumrechts nog nooit zo sterk gestaan heeft in Europa dan vandaag, maar dat onze overheden nog nooit zo'n links economisch beleid gevoerd hebben. Volgens de Italiaanse krant "La Republicca" heeft dat te maken met de ideologische verwatering van de politiek en ik ben bereid hen daarin te volgen. Rechts is vandaag al even protectionistisch als links, beide hebben een ongezonde afkeer van globalisering en concurrentie, en beide aanbidden sociaal-democraten zoals een John Maynard Keynes. "La Republicca" maakt zelfs gewag van een nieuwe term: Keynesiaans rechts. De planeconomie is terug van weggeweest en ook op monetair vlak worden alle teugels gevierd. De reële mogelijkheid van hyperinflatie wordt door onze politici dan weer onterecht weggelachen als een reliek uit het verleden. We'll see.

In het aanschijn van de Verenigde Staten valt het in Europa nogal mee zullen vele analisten beweren, en ergens hebben zij gelijk. Op zich zijn de socialistische maatregelen van Barack Obama stuk voor stuk op Europa gebaseerd, en net dat maakt hun impact in Amerika zo desastreus. Obama wil een BTW invoeren, wil voortaan bureaucraten tussen patiënten en hun dokters plaatsen, wil de vastgoedmarkt nog verder verstoren, wil nog meer mensen in overheidsdienst tewerkstellen en wil Amerika afschermen van de globalisering. De impact van zijn maatregelen kan hij duidelijk niet inschatten. De vlieg die hij doodsloeg wordt de metafoor voor de belastingbetalers, en zijn regulitis zal de volgende generaties met een veel minder competitieve economie opzadelen. Om van de inflatie, zoals voorspeld door Arthur Laffer, nog maar te zwijgen, of de wetenschap dat BTW altijd de voorbode is van stijgende inkomstenbelastingen. Idem dito voor de invoering van universele gezondheidszorg die per definitie minder kwaliteit voor meer geld zal aanbieden dan de privé.

Gelukkig horen we hier en daar ook andere geluiden. Marc Rutte stelde in Nederland bijvoorbeeld het Rijnlandmodel in vraag, ironisch genoeg enkele luttele dagen nadat Yves Leterme dat model verdedigd had als toekomstideaal voor België. Zelfs in Wallonië beweegt er iets. Aan de universiteit van Namen werd het REGARD-project opgericht dat de kwaliteit van regelgeving en de kost daarvan permanent in kaart zal gaan brengen. Ik hoop dat ze er iets van bakken. Wallonië heeft het nodig. En ook in de VS lijkt de strijd al bij al nog niet gestreden te zijn en zou Obama en zijn politburo wel eens in het stof kunnen bijten. Hoe diep zijn we trouwens gevallen als zelfs een krant als de Pravda triomfantelijk de ondergang van het Amerikaanse kapitalisme kan bejubelen? Gaat er dan bij onze leiders niet eens een belletje rinkelen dat ze verkeerd bezig zijn? Iemand zou hen moeten vertellen dat deficit spending niet enkel de toekomst hypothekeert maar ook de middelen van vandaag misalloceert! De EU geeft zelfs doodleuk toe dat zij in het verleden gefaald heeft, waarom vertrouwen we diezelfde mensen dan toch voor het herstel? De staat is Robin Hood geworden, de rijken zijn kop van jut. Zij mogen weer opdraaien voor de fouten van de overheid. John Stossel noemt de aanvaarding van de Staat als redder "de fatale toegeving", en hij heeft gelijk. We graven ons eigen graf als vrije mensen.


Peter Schiff was de enige mainstream-econoom die deze crisis zag aankomen, maar naar hem werd niet geluisterd. Ook vandaag niet. Die andere nuttige idioot, Paul Krugman, krijgt natuurlijk wel het forum dat Schiff ontzegd wordt. Krugman is dé man van Obama, dé man van de herstelanalfabeten. Wat zij niet beseffen, is dat diezelfde Krugman in 2002 de FED adviseerde en die expliciet aanraadde om een vastgoedbubbel te creëren ter compensatie van de opengebarste IT-bubbel! Wat normaliter het "intellectueel Waterloo" van zulk stuk onbenul had moeten zijn, wordt met de hoofddoek van onwetendheid bedekt. De Staat heeft immers slaafse planarchitecten nodig voor haar nieuwe wereldorde, en dat is veel belangrijker dan eventuele credentials... Uiteindelijk vrees ik dat Peter Schiff het wel degelijk bij het rechte eind had toen men hem recent in een interview vroeg hoe men de Obama-maatregelen het best kon kwalificeren. "Kartelisering, nationalisering, reregularisering of alle drie?" luidde de vraag. Zijn antwoord was beangstigend: fascisme.




"Kladschrift" is een vaste column van Vincent De Roeck op In Flanders Fields waarin regelmatig korte commentaren op de actualiteit, verslagen van politiek relevante activiteiten en koppelingen naar interessante artikelen gepost zullen worden. Alle Kladschrift-columns kan u via dit online-archief ook nog eens inkijken en herlezen.




Labels:

Read more...

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>