Hongkong, een ode aan de vrije markt
Kleine landen zonder eigen voorraden aan belangrijke grondstoffen hebben meer kans op welvaart dan anderen. Het is typerend dat negen van de tien rijkste landen in de wereld een bevolking van minder dan 10 miljoen hebben. Enkel de Verenigde Staten doorbreken dat patroon. Ook de link tussen vrijemarktwerking en een kleine overheid, zowel op vlak van reguleringsdrift als van belastingen, en de welvaart van een welbepaalde staat is niet langer refuteerbaar.
Dat blijkt althans - opnieuw! - uit de 2009-editie van de drie belangrijkste economische rankings in de wereld. Volgens zowel de “Doing Business Index” van Simeon Djankov, hoofdeconoom voor financiën bij de Wereldbank, de “Economic Freedom of the World Index” van Bob Lawson van het “Fraser Institute”, als de “Index of Economic Freedom” van Carl Schramm van de “Heritage Foundation” zijn het er over eens. Landen als Singapore, Nieuw-Zeeland en - vooral - Hongkong domineren steevast de top-5, al dan niet aangevuld met de Verenigde Staten en nog een relatief klein land zoals Denemarken, Noorwegen of Estland. Voor vele economische liberalen gelden landen als Hongkong dan ook als gidsland, mezelf inbegrepen.
En nu een goede vriend van mij, Christophe Charpentier, daar een jaar studeert en ook hij helemaal weg schijnt te zijn van de economische openheid van deze oude Britse kroonkolonie, herneem ik hier het laatste artikel dat hij over Hongkong geschreven heeft.
“Catch the mice!”
Als in de media de boomende Chinese economie aan bod komt, wordt meestal Shanghai als typevoorbeeld van de moderne Chinese stad vernoemt met haar talrijke westerse invloeden. Vooral Pudong met haar wolkenkrabbers staat symbool voor de heropleving van het Middenrijk sinds de 1990. Shanghai is echter vooral een verhaal van buitenlandse investeringen. Shenzhen, grenzend aan Hongkong heeft niet alleen veel meer economische vooruitgang geboekt dan Shanghai, het is ook een volledig Chinees verhaal.
Achttien jaar geleden was Pudong nog een slapend vissersstadje. Het invoeren van een “Open Economic Development Zone” in Pudong bracht een ongeziene stroom van buitenlands kapitaal op gang. Shanghai was voor de eerste buitenlandse investeerders de meeste logische keuze door haar geografische ligging ("Shang hai" betekent "Aan zee") en door haar historische voorkeursbehandeling. Sinds het Verdrag van Nanking in 1842 was Shanghai open voor buitenlandse investeerders. Ditzelfde verdrag wees ook het eiland Hongkong toe aan Groot-Brittannië. De Chinees-Japanse oorlog en het oprichten van de communistische Volksrepubliek in 1949 verdreven echter de meeste buitenlandse invloeden. Het is dus vooral de economische openheid die Shanghai heeft doen vooruitgaan.
Een veel uitzonderlijker - maar buiten China vaak vergeten - verhaal, is het verhaal van Shenzhen. Daarvoor moeten we terug in de geschiedenis. Shenzhen ligt aan de grens met Hongkong. De invoering van het communisme in 1949, de oprichting van grote State Owned Enterpises in de jaren 50 en de Culturele Revolutie in de jaren zestig veroorzaakten een ongeziene armoede en hongersnood in heel China. Hongkong daarentegen, dat tot in 1997 een Britse kolonie was, kende een welvaartsniveau vergelijkbaar met Londen. Toen Deng Xiaoping in 1978 aan de macht kwam, besefte hij dat hij niet blind kon blijven voor het economisch succes van Hongkong. Omdat Shenzhen aan Hongkong grensde, werd beslist om van Shenzhen een Special Economic Zone (SEZ) te maken, een soort buffer tegen het kapitalistische Hongkong en tevens een experiment voor het Chinees kapitalisme. Deng Xiaoping wordt mede hierdoor door velen de grootste kapitalist ooit genoemd.
Samengevat is een SEZ een regio met minder overheidsinterventie, een vrije(re) markt en een regio open voor buitenlandse investeerders. Dit had en heeft een enorm effect op de socio-economische omstandigheden in Shenzhen. De laatste 30 jaar is Shenzhen de snelst groeiende stad van China. In de hele SEZ verbleven naar schatting nog geen 100,000 boeren in het begin van de jaren 80. Nu is Shenzhen met zijn 12 miljoen inwoners groter dan Londen of New York. Shenzhen is de stad met het hoogste BBP per inwoner, bijna driemaal zo groot als dat van Shanghai en slechts de helft van het BBP per inwoner van Hong Kong. De voorbije zeven jaar groeide de economie in Shenzhen met jaarlijks ongeveer zestien percent. De marktkapitalisatie van de beurs van Shenzhen overstijgt de helft van de waarde van de Deutsche Börse in Frankfurt. Vele grote Chinese bedrijven die internationaal actief zijn, staan genoteerd op de Shenzhen Stock Exchange en hebben hun hoofdkantoor gevestigd in Shenzhen. Het ondertussen bekende Ping An is er één van.
Omdat buitenlandse kapitaalverschaffers zich vooral geconcentreerd hebben in Shanghai en de bijhorende Yangtze rivierdelta, is Shenzhen vooral een Chinees succesverhaal. Aangetrokken door de economische vrijheid in Shenzhen trokken miljoenen ondernemende Chinezen uit de Guangdong provincie naar Shenzhen. Dat de “Chinese Dream” naar analogie met de “American Dream” geen illusie is in Shenzhen heeft de auteur zelf kunnen vaststellen. Het verhaal van de ijsfabriek Wong begon twintig jaar geleden toen het boerengezin Wong naar Shenzhen verhuisde. Het initieel plan was om boer te blijven, maar de verhuis naar een economisch meer welvarende regio zou de verkoop van de landbouwproducten moeten verhogen. Een jaar later was de boerderij reeds vervangen door een ijsfabriekje. Nu stelt de ijsfabriek meer dan 200 man te werk en verkoopt het ijs tot in Beijing.
Nu Hongkong al meer dan tien jaar tot de Volksrepubliek China behoort, lijkt een fusie tussen Shenzhen en Hongkong misschien onvermijdelijk. Hongkong is en blijft de facto echter nog steeds een andere staat onder het “one country, two systems” motto. De overheid met aan het hoofd de “Chief Executive” en haar beleid zijn volledig onafhankelijk van Beijing. Enkel het leger wordt door de centrale overheid “aangeboden”. De meeste Hongkongers zijn hier niet al te rouwig om. Immers, zij zijn op de eerste plaats pragmatici en geen leger betekent ook geen belastinggeld voor het leger. Ditzelfde pragmatisme was trouwens een van de drijfveren voor Deng Xiaoping om SEZ’s op te richten. Eén van zijn bekendste uitspraken is dan ook “No matter if it is a white cat or a black cat; as long as it can catch mice, it is a good cat.” Dit pragmatisme gecombineerd met een hekel aan inefficiëntie en een ingebakken vrijheidsfilosofie maakt van Hongkong één van de meest begeerlijke steden op aarde en trekt nog steeds horden nieuwe migranten aan. Deze migranten krijgen geen "free lunch" aangeboden, maar kunnen wel profiteren van de eindeloze economische mogelijkheden van Hongkong. Investeringsbeslissingen worden buiten grote infrastructuurwerken en investeringen in onderwijs volledig bepaald door vraag en aanbod.
Het typevoorbeeld is ongetwijfeld het metrostelsel van Hongkong. De metro in Hongkong is volledig en privé-handen, genoteerd op de Hong Kong Stock Exchange en - niet onbelangrijk - maakt winst. Én de klantentevredenheid en de prijzen lijden hier zeker niet onder. Een rit van 10 km in zal (omgerekend) 60 eurocent kosten. Al de stations en rijtuigen zijn volledig voorzien van airconditioning, om de drie minuten is er een metro en overstappen is een lachertje. Eten of drinken is er verboden en dit wordt ook door iedereen opgevolgd, de metro is dan ook kraaknet en een veiligheidsprobleem is er niet.
Minimumlonen zijn er ook al niet in Hongkong. Lonen voor bepaalde beroepen zoals nachtwakers of onderhoudspersoneel zijn zeker niet hoog en de inkomensongelijkheid is substantieel. Dit hoeft echter geen probleem te zijn. Er is immers een zeer grote markt voor goedkope producten en diensten. Lage inkomens in Europese landen hebben het veel moeilijker. Overleven in België met een bestaansinkomen is zeker geen sinecure. Overleven in Hongkong met een loon als nachtwaker (omgerekend rond de 450 euro) is zeker niet makkelijk, maar zou niet onoverkomelijk moeten zijn. De auteur heeft zelf mogen vaststellen dat een degelijke lunch vinden in Hongkong al kan voor (omgerekend) 1,5 euro. Ook vervoerskosten zijn laag, ondanks dat het publiek transport volledig in privé-handen is. En kortingen voor bepaalde zwakkere groepen in de samenleving zijn er niet, behalve voor bejaarden en studenten. Hongkongs verwezenlijkingen op het gebied van economische efficiëntie en pragmatisme zijn fenomenaal en ongeëvenaard in de wereld. Het is dan ook niet verwonderlijk dat tal van Europese ministers er tegenwoordig maar al te graag én al te vaak op werkbezoek gaan.
Recent hebben ook professor Andrew Morris van de universiteit van Illinois ("Freedom Works: the Case of Hong Kong") in The Freeman en Christophe Charpentier ("Big Markets, Small Governments") in Blauwdruk de verwezenlijkingen van Hongkong bewierookt.
Dat blijkt althans - opnieuw! - uit de 2009-editie van de drie belangrijkste economische rankings in de wereld. Volgens zowel de “Doing Business Index” van Simeon Djankov, hoofdeconoom voor financiën bij de Wereldbank, de “Economic Freedom of the World Index” van Bob Lawson van het “Fraser Institute”, als de “Index of Economic Freedom” van Carl Schramm van de “Heritage Foundation” zijn het er over eens. Landen als Singapore, Nieuw-Zeeland en - vooral - Hongkong domineren steevast de top-5, al dan niet aangevuld met de Verenigde Staten en nog een relatief klein land zoals Denemarken, Noorwegen of Estland. Voor vele economische liberalen gelden landen als Hongkong dan ook als gidsland, mezelf inbegrepen.
En nu een goede vriend van mij, Christophe Charpentier, daar een jaar studeert en ook hij helemaal weg schijnt te zijn van de economische openheid van deze oude Britse kroonkolonie, herneem ik hier het laatste artikel dat hij over Hongkong geschreven heeft.
“Catch the mice!”
Als in de media de boomende Chinese economie aan bod komt, wordt meestal Shanghai als typevoorbeeld van de moderne Chinese stad vernoemt met haar talrijke westerse invloeden. Vooral Pudong met haar wolkenkrabbers staat symbool voor de heropleving van het Middenrijk sinds de 1990. Shanghai is echter vooral een verhaal van buitenlandse investeringen. Shenzhen, grenzend aan Hongkong heeft niet alleen veel meer economische vooruitgang geboekt dan Shanghai, het is ook een volledig Chinees verhaal.
Achttien jaar geleden was Pudong nog een slapend vissersstadje. Het invoeren van een “Open Economic Development Zone” in Pudong bracht een ongeziene stroom van buitenlands kapitaal op gang. Shanghai was voor de eerste buitenlandse investeerders de meeste logische keuze door haar geografische ligging ("Shang hai" betekent "Aan zee") en door haar historische voorkeursbehandeling. Sinds het Verdrag van Nanking in 1842 was Shanghai open voor buitenlandse investeerders. Ditzelfde verdrag wees ook het eiland Hongkong toe aan Groot-Brittannië. De Chinees-Japanse oorlog en het oprichten van de communistische Volksrepubliek in 1949 verdreven echter de meeste buitenlandse invloeden. Het is dus vooral de economische openheid die Shanghai heeft doen vooruitgaan.
Een veel uitzonderlijker - maar buiten China vaak vergeten - verhaal, is het verhaal van Shenzhen. Daarvoor moeten we terug in de geschiedenis. Shenzhen ligt aan de grens met Hongkong. De invoering van het communisme in 1949, de oprichting van grote State Owned Enterpises in de jaren 50 en de Culturele Revolutie in de jaren zestig veroorzaakten een ongeziene armoede en hongersnood in heel China. Hongkong daarentegen, dat tot in 1997 een Britse kolonie was, kende een welvaartsniveau vergelijkbaar met Londen. Toen Deng Xiaoping in 1978 aan de macht kwam, besefte hij dat hij niet blind kon blijven voor het economisch succes van Hongkong. Omdat Shenzhen aan Hongkong grensde, werd beslist om van Shenzhen een Special Economic Zone (SEZ) te maken, een soort buffer tegen het kapitalistische Hongkong en tevens een experiment voor het Chinees kapitalisme. Deng Xiaoping wordt mede hierdoor door velen de grootste kapitalist ooit genoemd.
Samengevat is een SEZ een regio met minder overheidsinterventie, een vrije(re) markt en een regio open voor buitenlandse investeerders. Dit had en heeft een enorm effect op de socio-economische omstandigheden in Shenzhen. De laatste 30 jaar is Shenzhen de snelst groeiende stad van China. In de hele SEZ verbleven naar schatting nog geen 100,000 boeren in het begin van de jaren 80. Nu is Shenzhen met zijn 12 miljoen inwoners groter dan Londen of New York. Shenzhen is de stad met het hoogste BBP per inwoner, bijna driemaal zo groot als dat van Shanghai en slechts de helft van het BBP per inwoner van Hong Kong. De voorbije zeven jaar groeide de economie in Shenzhen met jaarlijks ongeveer zestien percent. De marktkapitalisatie van de beurs van Shenzhen overstijgt de helft van de waarde van de Deutsche Börse in Frankfurt. Vele grote Chinese bedrijven die internationaal actief zijn, staan genoteerd op de Shenzhen Stock Exchange en hebben hun hoofdkantoor gevestigd in Shenzhen. Het ondertussen bekende Ping An is er één van.
Omdat buitenlandse kapitaalverschaffers zich vooral geconcentreerd hebben in Shanghai en de bijhorende Yangtze rivierdelta, is Shenzhen vooral een Chinees succesverhaal. Aangetrokken door de economische vrijheid in Shenzhen trokken miljoenen ondernemende Chinezen uit de Guangdong provincie naar Shenzhen. Dat de “Chinese Dream” naar analogie met de “American Dream” geen illusie is in Shenzhen heeft de auteur zelf kunnen vaststellen. Het verhaal van de ijsfabriek Wong begon twintig jaar geleden toen het boerengezin Wong naar Shenzhen verhuisde. Het initieel plan was om boer te blijven, maar de verhuis naar een economisch meer welvarende regio zou de verkoop van de landbouwproducten moeten verhogen. Een jaar later was de boerderij reeds vervangen door een ijsfabriekje. Nu stelt de ijsfabriek meer dan 200 man te werk en verkoopt het ijs tot in Beijing.
Nu Hongkong al meer dan tien jaar tot de Volksrepubliek China behoort, lijkt een fusie tussen Shenzhen en Hongkong misschien onvermijdelijk. Hongkong is en blijft de facto echter nog steeds een andere staat onder het “one country, two systems” motto. De overheid met aan het hoofd de “Chief Executive” en haar beleid zijn volledig onafhankelijk van Beijing. Enkel het leger wordt door de centrale overheid “aangeboden”. De meeste Hongkongers zijn hier niet al te rouwig om. Immers, zij zijn op de eerste plaats pragmatici en geen leger betekent ook geen belastinggeld voor het leger. Ditzelfde pragmatisme was trouwens een van de drijfveren voor Deng Xiaoping om SEZ’s op te richten. Eén van zijn bekendste uitspraken is dan ook “No matter if it is a white cat or a black cat; as long as it can catch mice, it is a good cat.” Dit pragmatisme gecombineerd met een hekel aan inefficiëntie en een ingebakken vrijheidsfilosofie maakt van Hongkong één van de meest begeerlijke steden op aarde en trekt nog steeds horden nieuwe migranten aan. Deze migranten krijgen geen "free lunch" aangeboden, maar kunnen wel profiteren van de eindeloze economische mogelijkheden van Hongkong. Investeringsbeslissingen worden buiten grote infrastructuurwerken en investeringen in onderwijs volledig bepaald door vraag en aanbod.
Het typevoorbeeld is ongetwijfeld het metrostelsel van Hongkong. De metro in Hongkong is volledig en privé-handen, genoteerd op de Hong Kong Stock Exchange en - niet onbelangrijk - maakt winst. Én de klantentevredenheid en de prijzen lijden hier zeker niet onder. Een rit van 10 km in zal (omgerekend) 60 eurocent kosten. Al de stations en rijtuigen zijn volledig voorzien van airconditioning, om de drie minuten is er een metro en overstappen is een lachertje. Eten of drinken is er verboden en dit wordt ook door iedereen opgevolgd, de metro is dan ook kraaknet en een veiligheidsprobleem is er niet.
Minimumlonen zijn er ook al niet in Hongkong. Lonen voor bepaalde beroepen zoals nachtwakers of onderhoudspersoneel zijn zeker niet hoog en de inkomensongelijkheid is substantieel. Dit hoeft echter geen probleem te zijn. Er is immers een zeer grote markt voor goedkope producten en diensten. Lage inkomens in Europese landen hebben het veel moeilijker. Overleven in België met een bestaansinkomen is zeker geen sinecure. Overleven in Hongkong met een loon als nachtwaker (omgerekend rond de 450 euro) is zeker niet makkelijk, maar zou niet onoverkomelijk moeten zijn. De auteur heeft zelf mogen vaststellen dat een degelijke lunch vinden in Hongkong al kan voor (omgerekend) 1,5 euro. Ook vervoerskosten zijn laag, ondanks dat het publiek transport volledig in privé-handen is. En kortingen voor bepaalde zwakkere groepen in de samenleving zijn er niet, behalve voor bejaarden en studenten. Hongkongs verwezenlijkingen op het gebied van economische efficiëntie en pragmatisme zijn fenomenaal en ongeëvenaard in de wereld. Het is dan ook niet verwonderlijk dat tal van Europese ministers er tegenwoordig maar al te graag én al te vaak op werkbezoek gaan.
Recent hebben ook professor Andrew Morris van de universiteit van Illinois ("Freedom Works: the Case of Hong Kong") in The Freeman en Christophe Charpentier ("Big Markets, Small Governments") in Blauwdruk de verwezenlijkingen van Hongkong bewierookt.
4 Comments:
Al deze mogelijkheden liggen binnen ons bereik.
Het ontbreekt de Vlaamse regering echter de moed het heft zelf in handen te nemen. Vlaamse Regering, waar bent u ? We horen u niet in deze dagen van crisis. Hoeveel welvaart moeten we nog verliezen. Hoe veel dieper moeten we nog zakken vooraleer de nood de wet zal breken.
Vlaamse beleidslui , wees AUB moedig en creatief. Het Belgisch schip zinkt, is het niet morgen, dan binnen 5 jaar.
Stap over op het Vlaamse schip. Neem het heft zelf in handen : neem eenzijdig alle bevoegdheden over.
Steek alle tijd, geld en energie in een Vlaanderen in actie. Alleen zo kunnen we onze welvaart behouden.
Vlaanderen is de toekomst.
Paulus, groot gelijk! Het ontbreekt Vlaanderen inderdaad aan durf en moed. Wat Singapore en Hong Kong ons voorgedaan hebben, kan hier in West-Europa ook geschieden. Laat ons met Vlaanderen eens resoluut voor de vrije markt kiezen en onze historisch gegroeide socialistische herverdelingsmechanismen loslaten. Dan zijn wij binnen afzienbare tijd het welvarendste plekje op aarde. Maar visie en geloof in het eigen kunnen zijn net twee zaken die in het draaiboek van vendelzwaaiend Vlaanderen niet voorkomen.
@ Vincent d.r.
1) "Refuteerbaar" is dat ook een anglicistisch neologisme gelijk "parroteren"? Kandidaat voor het groene boekje?
2) Als "ode aan de vrije markt" levert Hong Kong een prachtvoorbeeld. Maar, we moeten wel beide voeten op de grond houden, en de 'big picture' niet uit het oog verliezen. HK is geen echte "vrije markt" die onafhankelijk kan voortbestaan. HK is een instrument dat door de Chinese dictatoriale overheid wordt gedoogd, zelfs bevorderd. Maar die 'vrije markt kan morgen zo worden weggenomen, en geen haan die er naar zal kunnen kraaien. HK bestaat niet op zichzelf in een vacuum, maar leeft bij 'de gratie' van een totalitaire dictatuur. En zolang die denkt dat ze er voordeel uit kan putten zal het waarschijnlijk blijven bestaan. Maar ook geen minuut langer.
3) Man kan natuurlijk opwerpen dat de vrije markt in het Westen ook niet 'verzekerd' is. En dat is waar, zeker vandaag in een tijd van financiele crisis en van recessie. Maar, uiteindelijk is dit een kwestie van graadsverschil in het Westen, een kwestie van permanent tinkeren aan de vrije markt in functie van maatschappelijke winden. In HK gaat het niet om tinkeren , maar is het een kwestie van alles of niets. Vandaag is er vrije markt, en morgen is ze er misschien niet. Mijn punt is dat men economische instellingen niet los mag zien van het omringende culturele kader en vooral niet los van het politieke kader.
4) De notie dat het beleid van de HK overheid en haar Chief Executive "volledig onafhankelijk van Beijing" zou zijn is pure nonsens, en u moet uw vriend Christophe daarop wijzen. Dat is al even naief als denken dat de directie van Mercedes-Benz onafhankelijk kon ageren van het nazi-regime in Duitsland weleer. Jeugdig enthoesiasme heeft zijn voordelen, maar ook zijn nadelen. En men mag zijn wensen niet voor realiteit nemen.
5) Er zijn duidelijke tekenen dat het kapitalisme in China (en Rusland) meer en meer tekenen vertoont van een gevaarlijke verstrengeling tussen corporatieve macht en politieke macht. Op termijn gaat dat economische gevolgen hebben en ook zeker de 'vrije markt' (voor zover die bestond) ondermijnen. Een belangrijke vraag is voor hoelang Hong Kong nog in grote mate gaat kunnen ontsnappen aan die trend. Ik besef wel dat er overal in de wereld verstrengeling bestaat tussen zakelijke en politieke belangen. Maar, het is een kwestie van graadverschillen. In een relatief-democratische context zijn er 'natuurlijke' beperkingen aan dergelijke verstrengeling.
Kortom, ik geloof niet dat de vrije markt kan overleven onder cultureel-politieke condities van feitelijke absolute politieke machtsconcentratie. Uiteindelijk primeert de politiek steeds op de economie. Marx wist dat niet, maar zijn suksesrijke 'volgelingen' weten dat nu wel.
@ Marc Huybrechts
Jouw 5e paragraaf alleen is 10 boeken waard.
@ Vincent
Akkoord met het grootste deel van jouw artikel, alleen is het een doodzonde ook maar te durven vermelden dat gelijk welke vooruitgang in China ook maar iets te maken heeft met westerse investeringen.
Die westerse investeringen zijn een mythe, alleen gebaseerd op het feit dat "sommige" kapitalen uit het westen kwamen.
Het zijn chinezen die in China investeerden, eventueel "off-shore" chinezen van de VS, Europa, Singapore en meestal van Hong Kong.
De enge echte westerse China investeerders waren Bell Telephone van ITT, geleid door de reus Pepermans, kent iemand hem nog? Bekaert, onder impuls van de betreurde Marc Van Onderbergen. Die 2 ten tijde van het communisme van Mao, toen België nog echte Vlaamse ondernemers had en geen MBA doetjes.
Nadien werd sterk door Carrefour geïnvesteerd en door de zwitsers, australiërs en amerikanen in mijnbouw en grondstoffen. Shanghai en Shenzhen zijn echter volledig gecreëerd door buitenlandse en binnenlandse chinezen. Verder zijn de japanners ook sterk gaan investeren in export-gerichte industieën, meestal auto onderdelen. De volgende stap is dan gekomen door de amerikanen die via de japanners en Hong Kong hebben geïnvesteerd.
Shenzhen was een natuurlijke uitbreiding van Hong Kong en Canton(Guang Dong) Shenzhen ligt daar tussen. Ik heb Shenzhen als slapende kleinstad gekend en als groeipool met enorme snelheid.
Het startschot daarvoor werd gegeven door de PLA(People's Liberation Army) die Shenzhen als smokkelbasis voor alle Hong Kong/westerse producten gebruikte, vooral sigaretten met duizenden containers. Er werden miljarden verdiend met die smokkel. Daarop werd Shenzhen dan door iedere aggressieve chinese zakenman gezien als perfecte invoerbasis. Het geld van die reuzensmokkel was er en de goederen waren voorhanden.
Dit zijn kleinigheden die niet zo bekend waren
Een reactie posten
<< Home