De ontwaarding van het staatsburgerschap
De betekenis van het (Belgisch) staatsburgerschap is in de jongste decennia sterk verminderd.Op de eerste plaats verbiedt het recht van de Europese Unie, met zeer beperkte uitzonderingen, elk onderscheid op grond van nationaliteit, althans ten aanzien van burgers van andere lidstaten (ten dele ook daarbuiten). Op basis van het Verdrag van Maastricht is ook de meerwaarde inzake kiesrecht inzake lokale verkiezingen weggevallen. Ook de meerwaarde van de Belgische nationaliteit vergeleken met het niet-bezitten ervan is, eenmaal men legaal in het land verblijft, sterk verminderd. Tegelijkertijd zijn ook de vereisten om de Belgische nationaliteit te verkrijgen zeer sterk afgezwakt (“snel-belg-wet”).
In het huidige recht zijn dus nog slechts een zeer beperkt aantal rechten afhankelijk van het Belgisch staatsburgerschap, waaronder het kiesrecht bij parlementsverkiezingen en toegang tot sommige openbare ambten. Op grond van het nieuwe WIPR wordt Belgisch recht ook voor veel meer vragen toegepast ten aanzien van vreemdelingen die hier verblijven, vermits de gewone verblijfplaats de nationaliteit ten dele heeft vervangen als aanknopingsfactor.
De indruk rijst daardoor dat de Belgische overheid het niet meer tot zijn taak ziet om de eigen burgers een bijzondere bescherming te bieden, wat men ook ziet in de ontwikkeling van het uitleveringsrecht. Er is een belangrijk verschil met de Duitse opvatting van de staat (overheid) als een waarborg voor de eigen burgers, zoals die recent nog tot uiting kwam in een beslissing van het Bundesverfassungsgericht waarbij de uitlevering van een Duitser (in casu zelfs genaturaliseerd van Syrische afkomst) ondanks een Europees arrestatiebevel werd geweigerd; de Duitse wet die het Europese kaderbesluit (1) omzette werd ongrondwettig verklaard (2), precies omdat ze aan Duitse staatsburgers geen hogere bescherming bood dan aan niet-burgers; het Hof benadrukte dat het een fundamenteel kenmerk is van de grondwettelijke orde dat een staat zijn burgers specifiek moet beschermen.
Hoe verschillend de ideologie in het Belgische recht vandaag is kan men zien aan het arrest van het Hof van beroep te Gent dat (3) het Vlaams Blok een criminele organisatie noemde om het discriminatie op basis van nationaliteit zou nastreven. Het Hof besliste dat de omstandigheid dat zelfs internationale verdragen (zelfs art. 1.2 van het verdrag tegen rassendiscriminatie) staten toelaat een onderscheid te maken tussen burgers en vreemdelingen, private personen nog niet de vrijheid geeft dat te doen... Misschien kan men toch de vraag stellen of deze officiële politiek die discriminatie op grond van nationaliteit ook aan private personen verbiedt niet precies leidt tot een verscherping van de afkeer tegen discriminatiebestrijding die daarbij niet langer publiek wordt bekendgemaakt maar des te meer in private kring (wat sommige Duitse politici de ‘Vier-Augen-Gesellschaft’ hebben genoemde, de vier-ogen-maatschappij (4)).
(1) Kaderbesluit Raad van de EU betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, nr. 2002/584/JBZ, http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:32002F0584:NL:HTML.
(2) Verfg 18 juli 2005,
http://www.bverfg.de/entscheidungen/rs20050718_2bvr223604.html; Engelse samenvatting op http://www.bundesverfassungsgericht.de/pressemitteilungen/bvg05-064en.html. Zie mijn commentaar op
http://storme.be/meerwaardeduitsenationaliteit.html.
Het Cypriotische Hooggerechtshof heeft de uitlevering van eigen onderdanen zelfs simpelweg ongrondwettig verklaard zonder zich druk te maken over het Europees recht, arrest nr. 294/2005 van 7 november 2005, besproken door A. TSADIRAS in 44. Common market law review 2007, 1515 v., ook opgenomen in http://www.consilium.europa.eu/ueDocs/cms_Data/docs/polju/EN/EJN680.pdf.
(3) Hof Gent 21 april 2004, CGKR v. Vlaamse concentratie, http://www.diversiteit.be/index.php?action=rechtspraak_detail&id=322.
(4) De term zou zijn uitgevonden ofwel door sociaal-democraat Bodo Hombach ofwel door de Hamburgse burgemeester Klaus von Dohnanyi. Zie mijn "Onder vier ogen ..." http://storme.be/ondervierogen.html
(dit is een onderdeel van het artikel van D. Heirbaut en M.E. Storme, "De Belgische rechtstraditie: van een lang zoeken naar onafhankelijkheid tot een verlangen naar afhankelijkheid ?", Belgisch rapport voor het XVIIe Internationaal Congres voor rechtsvergelijking, dat eerstdaags verschijnt in het Tijdschrift voor privaatrecht 2008 nr. 3, ook op http://storme.be/heirbaut&storme,debelgischerechtsraditie.pdf)
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home