Energy: The Master Resource (Jens Moens)
In tijden van stijgende energieprijzen en klimaatproblemen is energie een ‘hot topic’ geworden. Voor wie voelt dat hij/zij niet mag achterblijven is dit boek een echte aanrader. Op nog geen 200 bladzijden (en dan nog in groot lettertype met veel illustraties) slagen Robert Bradley en Richard Fulmer, de auteurs van "Energy, the Master Resource", erin om de lezer een zeer goede inleiding te geven in de geschiedenis, de technologie, de economische kant en het beleid in verband met energie. Het eerste hoofdstuk geeft een korte inleiding en een overzicht van de geschiedenis van de energieopwekking. Een luchtig begin vol weetjes en kleine anekdotes. Dan begint het iets stevigere werk. Zonder tot in de meest technische details te gaan (aangezien het boek bedoelt is voor mensen die niet noodzakelijk een wetenschappelijke opleiding achter de rug hebben) worden de verschillende manieren van energieopwekking (zowel voor elektriciteit als voor voertuigen) overlopen. Aangezien het een Amerikaans boek is, zijn de concrete toepassingsvoorbeelden van deze verschillende manieren natuurlijk ook Amerikaans. Maar het werkingsprincipe van elke opwekkingsvorm is telkens zeer helder uitgelegd en de voorbeelden zijn meestal ook vrij goed over te brengen naar de Europese landen of naar België.
Daarna worden de economische aspecten van energieopwekking besproken. Ook hier wordt van een heel minimale basis vertrokken, zodat het ook voor niet economen zeer goed te begrijpen valt. Zo wordt het belang van de prijs als informatiebron benadrukt en worden er kleine steken gegeven naar de overheid, die met veel van haar interventies deze prijs, en dus ook de informatie die ze verstrekt, verstoort. De basis is gelegd. Nu wordt er op enkele concretere zaken ingegaan. Ten eerste: zal de energie ooit opgeraken? Het bekende citaat van Sheik Yamani wordt hier bovengehaald: “The Stone Age came to an end not for a lack of stones, and the oil age will end, but not for a lack of oil”. De prognoses van de grondstofreserves zijn nu al tientallen jaren niet meer aan het zakken volgens de auteurs.
Om het voorbeeld van ruwe olie aan te halen: in 1944 werd de oliereserve geschat op 51 miljard vaten. Tussen '45 en '03 zijn er 917 miljard vaten geproduceerd en in 2003 werd de voorraad geschat op nog 1266 miljard vaten (of zowat 25 keer de prognose van ‘44). Er worden steeds nieuwe velden ontdekt en ook steeds nieuwere manieren om (meer) olie boven te halen. En dit is volgens de auteurs de essentie: als energie de ‘Master Resource’ is, is de menselijke geest de ‘Ultimate Resource’. Indien het ooit tot een schaarste komt, zal de menselijke inventiviteit deze kunnen opvangen, zoals ze dat in het verleden ook al dikwijls gedaan heeft. Voorts wordt in dit hoofdstuk ook de overheid op de korrel genomen, en aan de hand van enkele (Amerikaanse) voorbeelden wordt aangetoond hoe de meeste crisissen pas echt ontstaan als de overheid zich begint te bemoeien (een van de voorbeelden is bijvoorbeeld de grote ‘outage’ in Californië in augustus 2003, door vele liberaliseringcritici dikwijls juist aangehaald als een voorbeeld dat de liberalisering mislukt is).
Een tweede zaak die uitgeklaard wordt, is de verhouding tussen energie en milieuproblemen. Dit wordt uiteengetrokken in twee hoofdstukken: een algemeen en een specifiek over global warming. In het algemene hoofdstuk worden eerst kanttekeningen gesteld bij wat vervuiling juist is: alles wat we doen is op de een of andere manier wel vervuilend. De afweging die we dus moeten maken is: hoeveel vervuiling vinden we toelaatbaar. Voorts wordt vastgesteld dat het milieu erop vooruit aan het gaan is en dat de toestand van het milieu vooral afhangt met de rijkdom van het land. Rijke landen hebben een betere milieutoestand, en zijn meestal ook de meeste “vrije” landen. Dit is ook zeer logisch: eigendomsrecht is een van de basiskenmerken van vrije samenlevingen, en mensen dragen meer zorg voor eigendom dan voor publieke goederen (‘the tragedy of the commons’).
Tot slot wordt ook de rol van de overheid op de korrel genomen: deze reguleert te vaak de manieren om tot een bepaal doel te komen (wat allerhande problemen veroorzaakt), in plaats van enkel doelen vast te stellen (via een cap-and-trade systeem of belastingen) en het aan de menselijke inventiviteit en de markt over te laten deze te bereiken. Het hoofdstuk over global warming is geschreven voor het laatste IPCC-rapport en citeert dus vooral uit de voorgaande rapporten (1995 en 2001). Hoewel het laatste rapport nog alarmerender was blijven veel zaken uit dit hoofdstuk nog steeds relevant. Het geeft een goede basisuitleg over het probleem zelf en legt ook enkele andere problemen bloot die gepaard gaan met het schrijven van de rapporten en de maatregelen die getroffen moeten worden. Hoewel de auteurs nog niet helemaal overtuigd zijn (misschien na het laatste rapport al meer) van het probleem, zien zij de markt als enige mogelijke oplossing voor dit probleem. Enkel marktkrachten hebben voldoende creativiteit om zo een ingewikkeld probleem aan te pakken, de overheden moeten zich volgens de auteurs dan ook enkel maar bezighouden met het vastleggen van doelen die gehaald moeten worden, wat op zich al een zeer ingewikkeld karwei is.
In het laatste hoofdstuk worden nog een blik op de toekomst geworpen. De auteurs zijn optimistisch, gezien de opmerkelijke verwezenlijkingen die de ‘Ultimate Rescource’, de menselijke vindingrijkheid, in het verleden reeds heeft voortgebracht. Of zoals zij het formuleren: “Our future will be as great as our freedom, knowledge, resolve, and energy allow it to be”. Tot slot nog een extra pluspunt van dit boek vermelden. Sommige zaken zijn, vooral voor mensen die hun kennis extra willen uitdiepen, nogal eenvoudig en kort uitgelegd. De auteurs geven daarom onderaan de pagina’s de referenties waaruit zij hun informatie hebben gehaald. Dit maakt het boek nog meer de perfecte inleiding in de energiewereld!
Deze boekbespreking verscheen ook in het magazine "Blauwdruk".
Meer boekrecensies van Jens Moens op www.blauwdruk.be.
Meer teksten van Vincent De Roeck op www.libertarian.be.
Daarna worden de economische aspecten van energieopwekking besproken. Ook hier wordt van een heel minimale basis vertrokken, zodat het ook voor niet economen zeer goed te begrijpen valt. Zo wordt het belang van de prijs als informatiebron benadrukt en worden er kleine steken gegeven naar de overheid, die met veel van haar interventies deze prijs, en dus ook de informatie die ze verstrekt, verstoort. De basis is gelegd. Nu wordt er op enkele concretere zaken ingegaan. Ten eerste: zal de energie ooit opgeraken? Het bekende citaat van Sheik Yamani wordt hier bovengehaald: “The Stone Age came to an end not for a lack of stones, and the oil age will end, but not for a lack of oil”. De prognoses van de grondstofreserves zijn nu al tientallen jaren niet meer aan het zakken volgens de auteurs.
Om het voorbeeld van ruwe olie aan te halen: in 1944 werd de oliereserve geschat op 51 miljard vaten. Tussen '45 en '03 zijn er 917 miljard vaten geproduceerd en in 2003 werd de voorraad geschat op nog 1266 miljard vaten (of zowat 25 keer de prognose van ‘44). Er worden steeds nieuwe velden ontdekt en ook steeds nieuwere manieren om (meer) olie boven te halen. En dit is volgens de auteurs de essentie: als energie de ‘Master Resource’ is, is de menselijke geest de ‘Ultimate Resource’. Indien het ooit tot een schaarste komt, zal de menselijke inventiviteit deze kunnen opvangen, zoals ze dat in het verleden ook al dikwijls gedaan heeft. Voorts wordt in dit hoofdstuk ook de overheid op de korrel genomen, en aan de hand van enkele (Amerikaanse) voorbeelden wordt aangetoond hoe de meeste crisissen pas echt ontstaan als de overheid zich begint te bemoeien (een van de voorbeelden is bijvoorbeeld de grote ‘outage’ in Californië in augustus 2003, door vele liberaliseringcritici dikwijls juist aangehaald als een voorbeeld dat de liberalisering mislukt is).
Een tweede zaak die uitgeklaard wordt, is de verhouding tussen energie en milieuproblemen. Dit wordt uiteengetrokken in twee hoofdstukken: een algemeen en een specifiek over global warming. In het algemene hoofdstuk worden eerst kanttekeningen gesteld bij wat vervuiling juist is: alles wat we doen is op de een of andere manier wel vervuilend. De afweging die we dus moeten maken is: hoeveel vervuiling vinden we toelaatbaar. Voorts wordt vastgesteld dat het milieu erop vooruit aan het gaan is en dat de toestand van het milieu vooral afhangt met de rijkdom van het land. Rijke landen hebben een betere milieutoestand, en zijn meestal ook de meeste “vrije” landen. Dit is ook zeer logisch: eigendomsrecht is een van de basiskenmerken van vrije samenlevingen, en mensen dragen meer zorg voor eigendom dan voor publieke goederen (‘the tragedy of the commons’).
Tot slot wordt ook de rol van de overheid op de korrel genomen: deze reguleert te vaak de manieren om tot een bepaal doel te komen (wat allerhande problemen veroorzaakt), in plaats van enkel doelen vast te stellen (via een cap-and-trade systeem of belastingen) en het aan de menselijke inventiviteit en de markt over te laten deze te bereiken. Het hoofdstuk over global warming is geschreven voor het laatste IPCC-rapport en citeert dus vooral uit de voorgaande rapporten (1995 en 2001). Hoewel het laatste rapport nog alarmerender was blijven veel zaken uit dit hoofdstuk nog steeds relevant. Het geeft een goede basisuitleg over het probleem zelf en legt ook enkele andere problemen bloot die gepaard gaan met het schrijven van de rapporten en de maatregelen die getroffen moeten worden. Hoewel de auteurs nog niet helemaal overtuigd zijn (misschien na het laatste rapport al meer) van het probleem, zien zij de markt als enige mogelijke oplossing voor dit probleem. Enkel marktkrachten hebben voldoende creativiteit om zo een ingewikkeld probleem aan te pakken, de overheden moeten zich volgens de auteurs dan ook enkel maar bezighouden met het vastleggen van doelen die gehaald moeten worden, wat op zich al een zeer ingewikkeld karwei is.
In het laatste hoofdstuk worden nog een blik op de toekomst geworpen. De auteurs zijn optimistisch, gezien de opmerkelijke verwezenlijkingen die de ‘Ultimate Rescource’, de menselijke vindingrijkheid, in het verleden reeds heeft voortgebracht. Of zoals zij het formuleren: “Our future will be as great as our freedom, knowledge, resolve, and energy allow it to be”. Tot slot nog een extra pluspunt van dit boek vermelden. Sommige zaken zijn, vooral voor mensen die hun kennis extra willen uitdiepen, nogal eenvoudig en kort uitgelegd. De auteurs geven daarom onderaan de pagina’s de referenties waaruit zij hun informatie hebben gehaald. Dit maakt het boek nog meer de perfecte inleiding in de energiewereld!
Deze boekbespreking verscheen ook in het magazine "Blauwdruk".
Meer boekrecensies van Jens Moens op www.blauwdruk.be.
Meer teksten van Vincent De Roeck op www.libertarian.be.
1 Comments:
Lijkt mij wel een interessant boek. Nu nog juist vinden aan de juiste prijs.
Een reactie posten
<< Home