Ook in de VS zijn nationaliseringen terug van nooit echt weggeweest (Vincent De Roeck)
De Bush-administratie besliste vandaag om de gesubsidieerde hypotheekmakelaars Fannie Mae en Freddy Mac over te nemen in de hoop zo een einde te kunnen maken aan het dreigende bankroet van deze superontleners. In vrije Westerse landen zijn nationaliseringen normaal uit den boze, tenzij dan in zelfverklaarde “vitale” sectoren van de economie zoals energie, maar eigenlijk veranderde George W. Bush met deze beslissing niets aan de lange Amerikaanse traditie inzake bankwezen. Doorheen de Amerikaanse geschiedenis, althans sinds de oprichting van de “Federal Reserve” door president Woodrow Wilson, werden banken steevast aangespoord om buitenproportionele risico’s te nemen. Hoe groter het risico, hoe hoger de winst bij succes, en als de overheid klaar staat om banken in nood te helpen, is risicovol bankieren de normaalste zaak van de wereld. Een “moral hazard” weet u wel. De eventuele winst is voor het bedrijf, de verliezen voor de overheid, én dus voor de belastingbetalers.
De beslissing van de Bush-administratie ligt in de lijn van wat “The Economist” vorige week al voorstelde: eerst nationaliseren, dan liquideren. De eerste fase is achter de rug, nu nog de tweede.
Links staat maar te roepen dat de vrije markt de kredietcrisis op haar geweten heeft, maar eigenlijk is het net het tegenovergestelde. De overheidsinmenging in de economie heeft dit veroorzaakt. Fannie Mae en Freddy Mac functioneerden zo rationeel als ze maar konden, maar de “moral hazards” eisten hun tol. Idem voor de andere banken die zich daarboven nog eens aangespoord voelden door Alan Greenspans desastreuze beslissing om de rente doorheen de jaren 1990 kunstmatig laag te houden en, vooral, om na het uiteenspatten van de IT-bubbel de rente nog verder te verlagen en zo de economie te oververhitten. Om van het tegengaan van het liquidatieproces, dat inherent is aan “business cycles” én noodzakelijk voor het behoud van een gezonde innovatieve economie, nog maar te zwijgen.
Ik kan alleen maar hopen dat dit alles één wetmatigheid opnieuw in ere kan herstellen: de overheid moet zich niet met economie moeien.
11 Comments:
Knappe analyse, Vincent. Doet me denken aan die uitspraak van Ronald Reagan: "de overheid lost geen problemen op, zij subsidieert ze!"
De les die ze hier leren, is niet dat overheid en economie niet samen gaan, maar net het tegengestelde. Links domineert het debat en maakt de burgers wijs dat de vrije markt de oorzaak van al het kwaad is. En zelfs types als Petercam-econoom Geert Noels of professor Paul De Grauwe versterken die illusie met hun marktverradende uitlatingen!
Paul De Grauwe is inderdaad een zwak figuur geworden. Als VLD-senator de vrije markt preken en dan na een internationale topjob gemist te hebben en uit de senaat gekegeld te zijn, economisch een bocht van 360° maken en het liberalisme verraden. Geert Noels is een ander verhaal: die redeneert gewoon praktisch en op de korte termijn. Aan hem is politieke economie (het grote plaatje) gewoon niet besteed.
"De overheid moet zich niet met economie moeien."
Zonder een duidelijke definitie en afbakening van de begrippen "economie" en "overheid" is zo'n uitspraak in mijn ogen niet meer dan een slogan. Daarom: is het mogelijk een en ander wat meer toe te lichten? (Een goeie verwijzing kan natuurlijk ook...)
Sorry, verkeerde URL meegegeven. Moet zijn:
http://berlijnsereflecties.blogspot.com/
@ Geert Van Hout
Beide begrippen hoeven niet afgebakend te worden. Hun woordenboekdefinities volstaan in mijn ogen.
jim rogers: http://www.youtube.com/watch?v=6gZuG-52js0&e
Uit wat ik zondagavond hoorde op de BBC World Service betreft het hier vooralsnog geen echte of volwaardige nationalisatie, maar een tijdelijke operatie. Als alles volgens plan verloopt zouden de privé-aandeelhouders op het einde van de operatie nog steeds aandelen hebben met een niet-nul waarde.
@ vincent de roeck
Volgens Van Dale is de overheid "het lichaam waarbij het openbaar gezag berust". Maar wat is het openbaar gezag anders dan de activiteiten die de samenleving onder het openbaar gezag plaatst? "Openbaar gezag" is dus een uitermate rekbaar begrip: er zijn op de wereld geen twee landen waar openbaar gezag (en dus overheid) hetzelfde betekent. En dus belet niets in deze definitie dat ook economische activiteiten onder de noemer "overheid" vallen.
Besluit: de woordenboekdefinities volstaan niet om de grijze zone tussen overheid en politiek uit de wereld helpen. Hoe kun je uit de stelling "de overheid moet zich niet met de economie moeien" afleiden of (bijvoorbeeld) faillissementswetgeving en fiscale of monetaire politiek al dan niet aanvaardbare ingrepen van de overheid in het economisch leven zijn, als je niet precies weet wat met overheid en economie bedoeld wordt?
Het lijkt misschien alsof ik spijkers op laag water zoek, maar betreft dit niet integendeel een van de fundamentele vraagstukken van elke samenleving: volgens welke procedure moet de politieke sfeer tegenover de economische afgebakend worden? En vervolgens: volgens welke procedure moet de wisselwerking tussen beide sferen vastgelegd worden?
Ik ben zeker niet de eerste die deze vragen stelt. Kan iemand me wat literatuur aanraden?
" Hoe kun je uit de stelling "de overheid moet zich niet met de economie moeien" afleiden of (bijvoorbeeld) faillissementswetgeving en fiscale of monetaire politiek al dan niet aanvaardbare ingrepen van de overheid in het economisch leven zijn, als je niet precies weet wat met overheid en economie bedoeld wordt? "
Geert, hier maak je al je fout. Er is geen enkele ingreep in de economie aanvaardbaar! Geen monetair beleid, geen faillissementswetgeving en geen fiscaal beleid. De overheid moet alleen maar de rechten van haar burgers garanderen en de grenzen bewaken, en haar werkingsmiddelen moeten via vrijwillige bijdragen verzameld worden.
Allemaal goed en wel, maar van zo'n hyperminimalistische overheid, gefinancierd door vrijwillige bijdragen nog wel, zijn we vandaag mijlenver verwijderd.
Mijn vraag naar een billijke procedure kan ik ook anders stellen: op welke (filosofische? wetenschappelijke? dogmatische?) argumentatie berust een stelling als "er is geen enkele ingreep in de economie aanvaardbaar"?
(Nog eens : een literatuurverwijzing kan volstaan)
Een reactie posten
<< Home