Dewael als kruier (vpmc)
.
Met alles wat wij de laatste maanden in de Belgische politiek hebben meegemaakt, beste lezer, heb ik er begrip voor als u even geen zin meer hebt in nog een stukje daar bovenop, bijvoorbeeld over die drie enge wijven die wij allemaal pas leerden kennen.
En ook niet in een stukje over de fake overlegcommissie waar Bourgeois nu in mag zitten.
Ik zal het dus enkel hebben over Patrick Dewael, en over mannelijk eergevoel.
In geen geval over moraal, want dat is een vervelend begrip dat in de politiek trouwens niet speelt. L’honneur est plus exigeant que la morale, zei een Fransman en hij had gelijk.
Eergevoel is een teer begrip. Ik ben toevallig de autobiografie aan het lezen van de stierenvechter Juan Belmonte (1892-1962), volgens vele kenners de grootste die er ooit is geweest. Hemingway wijdde twee boeken aan hem, Death in the Afternoon, en The Sun also rises.
Zijn eigen boek dicteerde Belmonte in 1936 aan de journalist Manuel Chaves Nogales, en de Franse vertaling daarvan verscheen in 1990 bij Verdier : .Juan Belmonte, matador de taureaux.
Belmonte was een straatarme zigeunerjongen die, zoals hijzelf zegt, zijn volledige academische opleiding genoot tussen zijn zesde en zijn achtste. Hij kende veel honger, en had enkel zijn grote eergevoel en zijn doodsverachting.
Toen hij als kleine jongen ooit betrapt werd op de diefstal van een sloep (die hij nodig had om over te steken naar een domein waar stieren stonden) en plots op zijn borst het pistool zag van een bewaker die hem toeriep: “Tu fais partie de ces salauds qui me volent la barque”, antwoordde de kleine Juan, met een kalmte die hijzelf niet begreep: “Et vous, qui êtes-vous pour me tutoyer?” De bewaker liet hem gaan.
Belmonte wordt later beroemd in heel Spanje en ver daarbuiten, en zo wordt hij gevraagd voor vetbetaalde corrida’s in Mexico. Hij beschrijft zijn overtocht per stoomboot (we zijn nog vóór 1914) en zijn aankomst, eerst in Cuba.
Mon premier contact avec les habitants de l’île fut surprenant. Au port, j’avais confié ma valise à un grand porteur noir. Je ne sais quelle maladresse il commit, qui m’irrita. Je l’engueulai sévèrement. À ma grande surprise, ce type imposant, avec des pommettes saillantes qui lui donnaient l’air féroce, se mit à pleurer comme un faible bambin. Il voulait me baiser les mains, comme un chien lèche son maître pour calmer sa colère. Une fois de plus, je restai perplexe. Il existait donc des hommes qui acceptaient de s’humilier de la sorte !
Mijn eerste contact met de eilandbewoners was vreemd. In de haven had ik mijn valies aan een grote zwarte kruier toevertrouwd. Ik weet niet welke stommiteit hij uithaalde die mij ergerde. Ik kafferde hem behoorlijk uit. Die kerel kwam er imposant voor, en met zijn uitspringende jukbeenderen zag hij er woest uit, maar tot mijn grote verbazing begon hij als een slap ventje te schreien. Hij probeerde mijn handen te kussen, zoals een hond zijn meester likt, om die tot bedaren te brengen. Dat bracht mij nog meer van mijn stuk. Er bestonden dus mannen die bereid waren om op zo'n manier door het stof te gaan!
Maar goed, na dit romantische intermezzo denken wij zoals beloofd aan de iets minder prominente jukbeenderen van Dewael.
Belmonte, die zijn weggelopen kameraadjes in bescherming had genomen tegen die bewaker, omdat hijzelf het beneden zijn waardigheid oordeelde om zijn pas te versnellen, steekt naar mijn oordeel toch wat schril af bij onze Patrick, die al snotterend zijn trouwe kabinetskameraadjes verraadt.
Welke handen wil deze brave jongen allemaal wel kussen?
Die van Marie Arena, dat kan ik aannemen, maar mij geeft hij de indruk dat hij nog bereid is om de hele P.S.-top af te likken.
.
Labels: Belmonte | Juan, Chaves Nogales | Manuel, Dewael | Patrick
3 Comments:
Ja maar jongens, waar gaat dit over ? Dit is pure romantiek. Puur sentiment. Pure subjectiviteit. Pure irrationaliteit. Dit gaat over het toekennen van 'waarde' en 'waarde' is helaas of niet helaas subjectief, zoals de bewegingen van de beurs dezer dagen demonstreren. Eergevoel is het toekennen van (veel) waarde aan zichzelf. Belmonte kent zichzelf veel waarde toe. En blijkbaar is het verzoek aan de lezer hem daarvoor te bewonderen (hem ook waarde toe te kennen). De auteur kent Belmonte veel waarde toe omdat Belmonte zichzelf veel waarde toekent en blijkbaar ook omdat ie 'doodsverachting' kent. Waarom en hoeverre is 'doodsverachting' een waarde ? Antwoord: dat beslist de waardetoekenner, de auteur in dit geval, maar ik bijvoorbeeld zie er helemaal geen waarde in, ik vind doodsverachting veeleer dom, want je kunt er gemakkelijk het leven bij inschieten, en dat vind ik dom, want je hebt maar 1 leven, ik quoteer het dus als waarde negatief. Vraag is ook wat het te maken heeft met Patrick De Wael. Allicht dat de auteur Belmonte (waarover hij net nu een boek leest, dus dat zal hem inspireren) een held vindt en die arme Patrick allerminst. Patrick De Wael wordt au fond verweten dat ie een anders geschikte lijst met waarden heeft dan de auteur. Nou en dan? En ik dacht dat liberalen, de erfgenamen van de Franse revolutie, de rede, de redelijkheid vooropstelden.
Ik sluit mij aan bij I&h, ik vind dat Patrick Dewael er nog goed uitkomt vergeleken met die mannetjesputter, matador Belmonte. Ik heb meer sympathie voor de beledigde, handkussende kruier dan voor die Spaanse bullebak.
L&H en sterre*:
ik zei toch zelf al dat ik een "romantisch intermezzo" gaf, omdat ik toevallig een boek aan het lezen was waarin het hoofdpersonnage over eergevoel beschikt. Het was echt niet nodig, beste L&H, om dat met zoveel omhaal nog eens te herhalen.
De gebruikelijke uitdrukking voor een minister die ontslag neemt -- bijvoorbeeld omdat hij wel degelijk en al geruime tijd op de hoogte was van het gesjoemel van zijn knechtenschaar, wat hier zeer waarschijnlijk het geval is, maar ook in het geval dat hij daar helemaal niets van afwist, wat helaas weer op een ongeschiktheid voor het ministerambt duidt -- de gebruikelijke uitdrukking is dat zulke minister de eer aan zichzelf houdt.
Dat heeft weinig te maken met het toekennen van "waarde" aan zichzelf, noch aan een ander.
Waarde is altijd een relatief begrip: goud is meer waard dan zilver.
Eer is geen relatief begrip, het is een "primitief" begrip: alleen is het moeilijk uit te leggen aan mensen die er geen intuïtief idee van hebben. Het is m.a.w. niet eens uit te leggen, vandaar "primitief".
Overigens heb ik enkel één klein citaatje gegeven uit het boek, wat wellicht de indruk kan wekken dat Juan Belmonte een bullebak was, of een mannetjesputter, maar hij was het tegendeel. Daarvoor moet u het boek lezen, en dan zult u zien dat hij een zeer gecultiveerde en belezen man was, die zijn medemensen, soms met medelijden, maar altijd met respect bejegende.
Addendum: ik ben in een aantal opzichten zeker wel conservatief (zonder ingewikkelde toevoegsels), maar daarom nog geen liberaal (ook een moeilijk woord trouwens).
Een reactie posten
<< Home