Naar een coalitie van democratieën?
Enige tijd geleden schreef ik een artikel over de kritiek van de Verenigde Naties op de Vlaamse Wooncode en op het feit dat Vlaanderen nog steeds niet voldeed aan de VN-criteria inzake “rassengelijkheid” door de afwezigheid van wetten die racismepromotende organisaties buiten de wet stellen. Een deel van dat artikel verscheen als lezersbrief in “De Standaard”. Het artikel droeg als titel “Belgische VN-ambassadeurs, tijd om op te krassen!” en werd ook integraal opgenomen in het LVSV-kwartaalmagazine “Blauwdruk”. Begin deze maand kreeg ik via de Leuvense LVSV-voorzitter een brief van Margriet Hermans, Vlaams Volksvertegenwoordiger en Gemeenschapssenator voor Open Vld, doorgestuurd over dat bewuste artikel. In deze post vinden jullie zowel haar kritiek en opmerkingen, als mijn reactie daarop.
De brief van Margriet Hermans ging als volgt:
Beste LVSV,Doordat ik deze maand examens had en nadien onmiddellijk naar de Verenigde Staten vertrokken ben, waar ik nu ook verblijf, kon ik pas vandaag de tijd vinden om haar van antwoord te zijn. Mijn brief en antwoord aan haar gingen als volgt:
Hoewel ik wel een voorstaander ben van supranationale structuren heb ik met aandacht de bijdrage van Vincent De Roeck gelezen in BLAUWDRUK van mei 2008 waarin hij zich wederom als koele minnaar van internationale structuren opstelt.
Terecht spreekt hij over deze instellingen als praatbarakken waar geen democratische beslissingen worden genomen om te pleiten voor een idee van John McCain, dat al leefde bij Madeline Allbright, namelijk de oprichting van een liga van democratieën. Volledig akkoord wanneer dit nieuwe orgaan zou bestaan naast de Verenigde Naties. Onderschat het belang van praatbarakken niet. Natuurlijk is het frustrerend te constateren dat dictaturen, pseudo-democratieën en landen die de burgerrechten en /of mensenrechten schenden de plak zwaaien.
M.a.w. de VN moeten hervormd worden maar dat is duidelijk nog niet voor morgen. Er gaan zelfs stemmen op om de NATO in die zin te hervormen maar dit is naar mijn bescheiden mening onaanvaardbaar. Een na-oorlogse militaire organisatie kan niet opeens tot een burgerrechtenorganisatie worden omgevormd en zou trouwens een totaal verkeerd signaal zijn naar landen zoals China.
Vlaanderen dat recentelijk op de vingers werd getikt door de VN betreffende de Vlaamse Wooncode. Duidelijk een lobby van de Franstaligen in alle internationale organen. Zelf heb ik dit trouwens mogen ondervinden tijdens de laatste COSAC meeting in Slovenië waar ik als enige Nederlandstalige senator aanwezig was. Inderdaad een pijnlijke en onterechte terechtwijzing.
Vlaanderen dat niet beantwoordt aan het criterium van rassengelijkheid omdat we geen wetten hebben die organisaties die oproepen tot rassenongelijkheid verbieden en bestraffen daarentegen vind ik een terechte constatatie. We moeten hier dringend tot actie overgaan. De auteur kent me kennelijk heel goed. Je kan het wettelijk verbieden van zulke racistische organisaties, die haat prediken en aanzetten tot haat niet beschouwen als een niet-liberaal standpunt. Elke eigenheid moet gerespecteerd worden.
Margriet Hermans
Geachte Mvr. Hermans,
Beste Margriet,
Met aandacht heb ik uw reactie op mijn artikel “Belgische VN-ambassadeurs, tijd om op te krassen!” in het laatste nummer van het LVSV-magazine “Blauwdruk”, gelezen. Eerst en vooral wil ik u natuurlijk bedanken voor de steun die onze vereniging al jaren van u en vele andere politici geniet en voor het feit dat u zich niet enkel de moeite troost om ons magazine te lezen maar ook om op de inhoud ervan te reageren.
Het LVSV heeft immers de ambitie om aan het maatschappelijke debat deel te nemen en bepaalde consequent-liberale ideeën ingang te doen vinden bij politiek en middenveld. Naast onze activiteiten en persberichten, dient ook ons kwartaalblad “Blauwdruk” om fundamentele discussies aan te wakkeren. Het LVSV erkent geen dogma’s of heilige koeien, en durft alles en iedereen in vraag stellen. Het doet ons dan ook plezier om geregeld weerklank te vinden bij derden, in de media of in het concrete themagebonden politieke debat.
Natuurlijk moet u ook weten dat het LVSV in de eerste plaats een vereniging van individuen is, en dat de teksten, met uitzondering van persberichten die van de ganse vereniging uitgaan, steeds de persoonlijke mening van de auteur in kwestie vertolken. Dat het liberalisme een huis met vele kamers is, blijkt niet enkel uit de ideologische spagaat tussen het LVSV en de andere liberale organisaties, maar ook uit de eigen interne discussies, en de eigen teksten. De rubriek “Rug aan Rug” in ons magazine is daar trouwens een mooie veruitwendiging van.
U stelt in uw inleiding dat ikzelf een “koele minnaar” ben van “supranationale structuren”, en u heeft daar overschot van gelijk in. Ik weiger mij te conformeren naar de politieke correctheid rond internationale organisaties die geen enkele democratische legitimiteit bezitten, maar wel prat durven gaan op een moreel gezag, van welke orde dan ook. De VN is daar het schoolvoorbeeld van, want in tegenstelling tot andere structuren zoals de Europese Unie met haar “parlement”, heeft de VN zelfs geen democratisch schaamlapje. Niet gespeend van enige democratische achtergrond werpt diezelfde VN zich wel op als moraalridder en wereldpolitie.
Dat de VN in wezen niets meer is dan een oplossing van de naoorlogse jaren voor de vooroorlogse, dat ze gedomineerd wordt door een Veiligheidsraad die de verouderde machtsverhoudingen tot eeuwige norm gebetonneerd heeft en dat binnen de VN meer en meer macht in handen komt van dictaturen en totalitair geïnspireerde “democratieën”, wordt door de internationalisten wijselijk verzwegen. Maar voor zo’n constructie moet ik, als liberale democraat, passen. Ik ben immers bang van de VN, en geef dat ook gerieflijk toe.
Het liberalisme heeft in het Westen het primaat van religie en overheid teruggedrongen en de civiele maatschappij naar voren geschoven, gekoppeld aan vrijwillige economische interacties, die samen een ongeziene rijkdom en levensstandaard hebben weten te genereren, en een absoluut maximum aan individuele vrijheid hebben weten te waarborgen. Ik ben bang dat de door onliberale krachten gecontroleerde éénwereldregering ooit de macht zal hebben om al deze hervormingen terug te draaien. Alleen door subsidiariteit te prediken en lokalisme te bepleiten kan de eventuele restauratie van de geschiedeniswaanzin tegengegaan worden.
Ik vind het natuurlijk op zich al bevredigend te kunnen vaststellen uit uw reactie dat er ook bij de Open Vld mandatarissen bereid zijn om mee te stappen in de idee van een “Liga van Democratieën”. Of deze structuur parallel met de VN moet bestaan, los ervan of als onderdeel ervan, laat ik aan de politici over. Ik erken dat het belangrijk is om een permanent overlegplatform in stand te houden tussen alle landen op onze Aarde, een “praatbarak” dus, maar dan moet die overlegstructuur dat ook openlijk toegeven en niet de stiekeme ambitie koesteren om de eigen invloed door machtspolitiek verder te gaan uitbreiden, want het is net dat laatste wat mij vandaag zo ergert aan de bestaande supranationale organisaties.
Maar let wel op. Ik spreek hier niet van “internationale” maar van “supranationale” structuren, en deze omschrijving is een bewuste keuze. In tegenstelling tot bi- en multilaterale akkoorden, biedt een supranationale instelling geen vrijwaring van de eigenheid en soevereiniteit van de lidstaten. Bij bi- en multilaterale akkoorden is elke structuur per definitie tijdelijk en blijft deze ondergeschikt aan het nationale bestuursniveau. Bij supranationale instellingen doet de lidstaat onvoorwaardelijk en “eeuwig” afstand van haar zeggenschap in bepaalde materies en plaatst men de supranationale structuur boven het nationale bestuursniveau. Vandaar dat ik uit principe alleen al tegen dat soort soevereiniteitsoverdracht gekant ben. Het is immers inherent irreversibel.
De hervorming van de VN, net zoals die van de EU maar dat is een ander verhaal, staat al jaren op de agenda, maar de politieke wil om door te duwen, ontbreekt volledig. Elke lidstaat behoudt haar voorkeursbehandeling of - als ze er nog geen heeft - eist er één op. Frankrijk stelt niets meer voor op het wereldtoneel, maar houdt wel vast aan haar zetel in de Veiligheidsraad. Duitsland en Japan zijn economische grootmachten en dragen veel bij tot het VN-budget, en hopla, plots eisen zij ook een permanente zetel in de Veiligheidsraad op. Door het primaat van de eigen nationale en/of nationalistische agenda’s kan de VN niet hervormd worden. Dat is een feit. We mogen het kind misschien niet met het badwater weggooien, maar bij de VN zie ik al lang het verschil tussen kind en badwater niet meer, of nog meer zelfs: volgens mij is het kind gewoon al lang geleden weggegooid…
Ik zie niet in waarom wij nood hebben aan een bijkomende mensenrechtenorganisatie, of eender welke andere internationale structuur. Op economisch vlak hebben we de WHO en EFTA, die op termijn gewoon kan fuseren met haar Noord-Amerikaanse en Aziatische tegenhangers NAFTA en ASEAN. Op defensievlak hebben we de NAVO die via allerlei partnerschappen wereldwijd actief is. Zelfs Rusland levert vandaag al marineschepen voor NAVO-missies in de Middellandse Zee. Op politiek vlak hebben we genoeg aan een VN-achtige praatbarak, naast sterke bilaterale akkoorden. En op vlak van mensenrechten hebben we de Raad van Europa al, al dan niet aangevuld met enkele bijkomende strafhoven. Maar opnieuw wringt daar dan het schoentje van de legitimiteit. Met welk recht veroordeelt een Venezolaanse of Chinese VN-rechter immers een Amerikaanse militair voor misdaden tegen de menselijkheid?
Tenslotte haalt u nog aan dat ik uw standpunten inzake vrije meningsuiting en vrijheid van vereniging goed moet kennen want dat de “Margrietfractie binnen Open Vld” het inderdaad eens was met de VN-kritiek op het Vlaamse anti-discriminatiebeleid omdat wij nog steeds geen wetten hebben die discriminatiepromotende organisaties buiten de wet stellen. U stelt dat het bij wet verbieden van zulke organisaties niet onliberaal is, want “elke eigenheid moet gerespecteerd worden”.
Eerst en vooral vind ik het natuurlijk bevreemdend te moeten vaststellen dat u enerzijds wel pleit voor respect voor ieders eigenheid, maar anderzijds zelf geen respect kan opbrengen voor groepen wiens “eigenheid” bestaat uit het verkondigen van een mening, moreel verwerpelijk of niet, die indruist tegen uw - en mijn - principes van openheid en tolerantie. Terwijl zij enkel discriminatie prediken, wil u hen wettelijk discrimineren en hun burgerrechten - vrijheid van mening en vereniging - afnemen. Ben ik de enige die daarin een contradictie ziet?
En opnieuw steekt mijn intrinsieke angst hier de kop op. Als we de burgerlijke vrijheden in deze situatie zomaar durven afschaffen, waarom zou de overheid dat dan elders ook niet mogen? Waar gaan we de grens trekken? En is dit soort verbodsbepalingen niet eigen aan de ideologieën die we net willen bestrijden? Net zoals de ACLU in de Verenigde Staten, die even enthousiast de discriminatie van zwarten of vrouwen voor de rechtbanken brengt als rechtszaken voor de Ku Klux Klan en de Amerikaanse Nazipartij bekostigt wanneer hun vrijheden van mening en vereniging door de overheid beknot worden, ben ik een objectieve liberaal. Ik ben het niet eens met racisme, maar het verbieden ervan is in mijn ogen nog erger, ook al ben ik het misschien wel eens met de (liberale) intentie achter een verbod. Maar u weet net als ik dat de weg naar de (totalitaire) hel geplaveid is met dergelijke goede intenties…
Met citaten kan men alles bewijzen, maar hoe negatief men ze ook bejegent, ze fleuren een tekst op en vatten vaak de essentie meesterlijk samen. Ik wil mijn antwoord op uw reactie dan ook met twee citaten besluiten: één van Voltaire over de vrijheid van meningsuiting en één van Thomas Jefferson over supranationale structuren.
- “Je hais vos idées, mais je me ferai tuer pour que vous ayez le droit de les exprimer.”
- “Peace, commerce and honest friendship with all nations; entangling alliances with none!”
Met vriendelijke groeten,
Hoogachtend,
Vincent De Roeck
Hoofdredacteur Blauwdruk
LVSV Leuven
10 Comments:
Zéér vreemd dat een "liberale" politica zomaar wil meegaan in het verhaal van verbieden en betuttelen. Gelooft zij zo weinig in de rekbaarheid van onze samenleving en in de kracht van onze democratie dat zij bepaalde meningen en meningverkondigende clubs wil gaan verbieden? Ik had van de partij die overal "optimism is a moral dury" preekt toch iets meer vertrouwen in onze maatschappij gehad.
Beste Vincent, zoudt ge me eens kunnen zeggen waaruit precies dat citaat van Voltaire komt? Ik heb hieromtrent al een hele resem opzoekingen achter de rug en de enige verifieerbare referentie die ik kan terugvinden is een Engelstalig biografie-achtig werk van Voltaire, "the Friends of Voltaire", door Beatrice Hall (onder het pseudoniem S. G. Tallentyre) uit 1907, waarin zij dit (weliswaar in het Engels: “I despise what you say, but I will defend to the death your right to say it”) schrijft als "iets wat Voltaire zou kunnen gezegd hebben".
Nu moet ge toegeven dat er toch wel degelijk een verschil bestaat tussen een citaat en "iets wat hij zou kunnen gezegd hebben".
De uitspraak van Voltaire komt voort uit een brief die hij schreef aan een kennis.
@nicolas raemdonck:
Beste Nicolas: Voltaire zal dat misschien in zekere brief gezegd hebben, maar het is mij nog nooit vergund geweest om een goede verwijzing te vinden... ook niet in Voltaire méconnu; aspects cachés de l'humanisme des Lumières, boek van Xavier Martin (2006).
Wél wordt deze uitspraak driftig "geciteerd", door zowat àlle beroepsjournalisten (als hadden ze het met hun eigen ogen gezien -- reporting is hun vak natuurlijk), met Yves Desmet op kop (al rook die al enige nattigheid, en hield hij een slag om de arm), en laatst in de Tweede Kamer kwam nog de wondermooie woordvoerster van de Nederlandse Groenen, Femke Halsema, er mee voor de pinnen.
Het stond haar sjiek moet ik zeggen, en ik vergaf het moeiteloos, maar vooralsnog: voor mij blijft het een typisch cut&paste-citaat.
Het probleem, Nicolas én Vincent ... is dat beroepsjournalisten zich zulke zaken wel kunnen veroorloven (het komt er voor hen tenslotte niet meer op aan, want het-publiek-gelooft hun-praatjes-al-lang-niet-meer; waarom zouden de cijfers van DM,DS &cet. anders zo historisch laag staan? marketeering of niet), maar dat Bloggers hogere maatstaven moeten hanteren.
Wij zingen een Hoger Lied ;-) en bij een citaat hoort dus een droge verwijzing.
Zevendehandse citaten moeten aan de professionals worden overgelaten -- die geven die zaken aan elkaar wel door, op de lunches en recepties waar zij met de grote jongens kersen mogen eten.
@ Vincent
Mag ik je feliciteren voor een excellente brief aan Mevrouw Hermans? Maar 'mijn' belangrijkste argument tegen haar positie kan ik er niet in vinden. En dat is dat termen als "racisme" en "haat" zeer subjectief en rekbaar zijn. Als men dat soort van subjectiviteit introduceert in het strafrecht - in tegenstelling met 'objectieve' daden - dan opent men de deur voor een overheid om eender wie de mond te kunnen snoeren. De ene zijn 'haat' kan gemakkelijk de andere zijn 'liefde' zijn.
Ik vind het werkelijk zeer bedroevend dat, vandaag in 2008, een liberale (in de klassieke betekenis van het woord) politica kan getuigen dat ze niet echt in het (politieke) vrijemeningsuitingsrecht gelooft. Want zij wil 'onsympathieke' meningen verbieden, en dan nog wel op basis van "terechtwijzingen" van uiterst-verpolitiseerde supra-nationale organisaties.
Het is ook merkwaardig dat ze haar brief aan u beeindigt met "Elke eigenheid moet gerespecteerd worden". Waarom zou men elke eigenheid moeten respecteren? Moet men daaruit besluiten dat de Britten 'verkeerd' waren (in de 19de eeuw) toen ze 'suttee' of weduwverbrandingen in India verboden. Want dat was toen duidelijk een culturele "eigenheid". En, waarom zou de Vlaamse wooncode ook geen eigenheid vertegenwoodigen? Kortom de dame getuigt van een destructief moreel-relativisme dat op termijn enkel nefast kan zijn voor 'democratie' in Vlaanderen.
Uw reactie was natuurlijk zeer beleefd en diplomatisch geformuleerd. Ik mag mij daar minder van aantrekken. Dus, wanneer u schreef aan de bewuste dame: "Maar u weet net als ik dat de weg naar de (totalitaire) hel geplaveid is met dergelijke goede intenties...", dan moet dat dus een beleefde indirecte vermaning van uwentwege geweest zijn. Want zij heeft zopas in haar brief aangetoont dat zij dat nu precies niet beseft.
Kortom, dit hele 'incident' is de zoveelste bevestiging van mijn stelling dat, tegenwoordig in Vlaanderen, zelfs vele zogenaamde 'rechtsen' eigenlijk een naief-linkse (culturele) wereldvisie aanhangen en ook geen echte democratische ingesteldheid meer hebben.
Vincent, het is inderdaad onacceptabel om, zwaaiend met het EVRM, het recht op vrije meningsuiting aan banden te leggen. De vrijheid om zonder grenzen je mening te kunnen uiten, hoezeer die ook tegen gevestigde waarden in gaat, moet een basisrecht zijn binnen elke democratische vrije samenleving.
Aan Marc H: is Hermans een "liberale" politica. Ze is eerder een fameuze reiziger zonder bagage die in de VLD is gesukkeld, dixit Herman Decroo. En zo zitter er veel in de VLD.
Aan Marc V: je hebt inderdaad gelijk dat een blogger aan bronnenonderzoek moet doen. Na eens wat verder te zoeken blijkt mijn oorsprong van het citaat er naast te zitten (al blijkt de brief er wel voor iets tussen te zitten):
Ce combat est illustré par cette citation fameuse et pourtant apocryphe apparue en 1906 :
« Je ne suis pas d'accord avec ce que vous dites, mais je me battrai jusqu'à la mort pour que vous ayez le droit de le dire. »
À croire certains commentateurs (Norbert Guterman, A Book of French Quotations, 1963), cette citation reposerait sur une lettre du 6 février 1770 à un abbé Le Riche où Voltaire dirait : « Monsieur l'abbé, je déteste ce que vous écrivez, mais je donnerai ma vie pour que vous puissiez continuer à écrire. » En fait, cette lettre existe mais la phrase n'y figure pas, ni même l'idée. (Voir le texte complet de cette lettre à l'article Tolérance.)
En revanche, cette pseudo-citation a sa source dans le passage suivant :
« J'aimais l'auteur du livre de l'Esprit Helvétius. Cet homme valait mieux que tous ses ennemis ensemble ; mais je n'ai jamais approuvé ni les erreurs de son livre, ni les vérités triviales qu'il débite avec emphase. J'ai pris son parti hautement, quand des hommes absurdes l'ont condamné pour ces vérités mêmes. » (Questions sur l'Encyclopédie, article « Homme »).
Eigenlijk zou het citaat in de huidige vorm afkomstig zijn van een Amerikaanse schrijfster die een boek rond 1906 schreef met als titel "De vrienden van Voltaire"...
Doet me eigenlijk wel wat denken aan dat fameuze citaat van Kennedy over de hel van Dante.: The hottest places in Hell are reserved for those who in time of moral crisis preserve their neutrality.
Ook een tof citaat om vandaag de dag te citeren maar het staat niet in de Goddelijke Komedie. Kennedy heeft met wat creativiteit het zelf verzonnen, alhoewel er wel sprake is van neutrale wezens die het hard te verduren krijgen in de hel. (de ergste plek in de hel is bovendien de koudste plek)
Zoals Karl Jazz dus eigenlijk al zei.
@Nicolas: mooi werk!
Voltaire kan ik niet zo goed hebben: hij is een mateloos overroepen figuur denk ik, met een aantal kleine kantjes die niemand kunnen bevallen.
Tot mijn grote vreugde deel ik mijn nogal instinctieve afkeer met enkele tijdgenoten van hem, bv Casanova (die intellectueel en menselijk zijn meerdere is), met l'abbé Galiani (die dat ook is, zegt ...Nietszche) en ook met Heine, die hem al van op enige afstand kon bekijken.
Een reactie posten
<< Home