Kogel door de kerk: Barack Obama toch kandidaat (Vincent De Roeck)
De kaarten lijken geschut in de Verenigde Staten. John McCain en Barack Hussein Obama hebben elk hun partijnominatie binnen. De zomerse partijconventies zullen hun kandidaturen ook zonder enig probleem bevestigen en dan kan de campagne écht van start gaan, officieel dan toch, want in feite is de eindsprint al weken geleden ingezet. Het was typerend voor de race dat McCain al weken Obama aanvalt, en Hillary Rodham-Clinton links liet liggen. Voor McCain en het gros van de pundits lag het immers al lang vast dat Clinton naast de nominatie zou grijpen, zeker nadat de Democratische Partij de voorverkiezingen van Florida en Michigan (waar Clinton won, maar waarvan de uitslagen niet meetelden omdat ze hun voorverkiezingen té vroeg gehouden hadden) uiteindelijk zo interpreteerde dat Obama er zelfs meer delegates dan winnares Clinton uit kon puren. Dit was dan ook de doodsteek voor Clinton die de afgelopen dagen de handdoek in de ring gooide en haar militanten opriep om Obama te steunen. Sommigen beweren dat ze uit is op het ticket van vice-president, maar dit blijft vooralsnog pure speculatie. Daarbij zou het volgens mij geen goede zaak zijn.
John McCain verwijt Barack Obama dat hij sinds 2004 nog maar één enkele maal naar Irak gegaan is, en hijzelf al negen keren. Ook het oprakelen van de bachelorthesis van Michelle Obama, vrouw van, waarin zij alle Amerikaanse blanken “ineradicably racist” noemde en waarin zij onomwonden stelde dat de Amerikaanse natie gestoeld was op “crime and hatred” past in de échte presidentscampagne, net zoals de voortdurende verwijten naar Obama’s adres omwille van zijn contacten met antisemitische en antiblanke radicalen zoals pastoor Jeremiah Wright, of de beschuldigingen dat hij moslim zou zijn.
Nu Obama zeker is van de nominatie kan hij ook zelf in de aanval gaan, want tot voor kort moest hij zich rechthouden door zich te distantiëren van zulke figuren en door McCains persoonlijke aanvallen continu af te doen als “guilt by association” drogredenen. In het kader van de electorale bevrijding past ook Obama’s speech op de “Policy Conference” van AIPAC, de grootste en machtigste Joods-Amerikaanse lobbygroep, waarin hij met een meesterlijke speech komaf maakte met zijn negatief imago onder de joodse Amerikanen en zijn onvoorwaardelijke steun voor Israël uitsprak.
De ongeziene persbelangstelling in Europa voor de Democratische voorverkiezingen doet ons bijna vergeten dat ook John McCain een schitterende campagne aan het voeren is. Het onlangs openbaar maken van zijn medische dossiers moest ook de laatse twijfelaars overtuigen van McCains goede gezondheid. Natuurlijk verandert dit dossier niets aan bepaalde vooroordelen in Europa zoals “een president die jaren in een Vietcong-kamp gefolterd geweest is, kan toch geen rationele beslissingen meer nemen, en dat is dus ontzettend gevaarlijk voor de wereld”, toch was het één van de schaarse kansen voor McCain om het Democratische primaat in de politieke berichtgeving (even) te doorbreken.
Ook mijn favoriet Ron Paul doet nog steeds mee aan de presidentsrace. Hij hoopt om op de GOP-conventie zoveel mogelijk delegates voor zich te winnen en zo zijn boodschap nieuw leven in te blazen, ook al beseft hij maar al te goed dat zijn rol uitgespeeld is. In november is Ron Paul wel opnieuw GOP-congreskandidaat in Texas, en net zoals de voorbije drie verkiezingen zal hij ook nu zonder Democratische tegenkandidaat moeiteloos herkozen worden in het congres. We zijn dus nog niet van hem af, gelukkig maar.
Het succes van Barack Obama in november zal, net zoals dat van John McCain trouwens (maar dat heb ik in het verleden al eens uitgelegd), grotendeels afhangen van de finale keuze van runningmate. Obama staat voor “Change we can believe in”, dus lijkt het mij niet snugger om een oudere of gevestigde politieke waarde op het ticket te zetten. Op basis van dit criterium valt Hillary Clinton eigenlijk al weg, en het lijkt me ook politieke zelfmoord om een runningmate te kiezen die ofwel tot op het einde een tegencampagne gevoerd heeft ofwel in de loop van de race een andere kandidaat gesteund heeft. Clinton brengt daarenboven ook nog een praktisch probleem met zich mee: oud-president Bill Clinton. De Clintons kennen jan en alleman in Washington en zouden achter de schermen wel eens een “shadow cabinet” kunnen vormen. Obama is onervaren en niet thuis in Washington, dus zou hij zich maar al te gauw door de Clintons laten overschaduwen, en dat is geen goede zaak voor zijn credibiliteit.
Een jonge vernieuwende mede-senator zou een goede keuze zijn. Ik denk dan aan de economische anti-establishmentpopulist Sherrod Brown uit Ohio of Jim Webb uit Virginia, die carrière maakte als marineminister onder Ronald Reagan en zo de Republikeinse aanvallen op de militaire zwaktes van Barack Hussein Obama kan pareren.
Natuurlijk zou het feminazi-kamp van Clinton, dat doorgaans vrij sterk staat binnen de Democratische Partij, wel eens thuis kunnen blijven in november als het op Obama steunen aankomt. Om dit gevaar het hoofd te bieden, zou Obama ook een vrouw als vice-president kunnen voordragen, en zeker moest bij de Republikeinen het onwaarschijnlijke gebeuren en Condoleezza Rice toch mee op het ticket staan, zoals de laatste dagen steeds luider verkondigd wordt. Spontaan denk ik in dat geval dan aan Nancy Pelosi, de huidige voorzitster van het Huis van Afgevaardigden of de gouverneurs Janet Napolitano (Arizona) en Kathleen Sebelius (Kansas), die vanaf het begin trouwens ook allebei openlijk de kandidatuur van Barack Obama ondersteund hebben.
Misschien is het trouwens ook beter voor Obama’s kansen dat hij als runningmate eerder een politicus met een uitvoerend mandaat (een minister of gouverneur) dan een senator of congreslid kiest, kwestie om de kritieken alvast te counteren dat senatoren minder geschikt zouden zijn dan staatsgouverneurs voor het presidentsschap. Sinds John Fitzgerald Kennedy hebben immers alle Amerikaanse presidenten uitvoerende ervaring gehad. Dit brengt bijvoorbeeld ook Brian Schweitzer uit Montana in beeld. Hij is de Democratische gouverneur met de allerbeste “approval ratings” in de Verenigde Staten en geldt als een bi-partisan bruggenbouwer. Zijn luitenant-gouverneur John Bohlinger is immers een Republikein. Dit zou McCain het vuur aan de schenen kunnen leggen op vlak van de talrijke independent voters, waar McCain traditioneel sterk staat.
John Edwards blijft ook een optie, temeer daar hij zich nooit voor Clinton heeft willen uitspreken, ook al leidde zij lang in de peilingen. Zijn recent herwonnen socialistisch populisme doet het goed bij de arme blanken, net daar waar Obama slecht scoort. Eén nadeel: Edwards-moeheid na de faliekante campagne van 2004 met John Kerry. Joe Lieberman komt ook steeds nadrukkelijker op het voorplan. Net zoals Schweitzer spreekt hij de onafhankelijke en partijloze kiezers aan. Eén nadeel: hij rekende aanvankelijk op het VP-ticket van John McCain en switchte pas naar Obama’s kamp toen bleek dat het eerste onhaalbaar was. Ook Kosovo-veteraan Wesley Clark zou een geschikt VP-kandidaat zijn voor Obama omwille van zijn verdiensten in het leger en op de internationale politieke scène, maar hij geldt als old school en is een vertrouweling van de Clintons. Idem trouwens voor de flamboyante minderhedengouverneur van New Mexico, Bill Richardson. Tenslotte denk ik persoonlijk ook nog aan de eeuwige revolutionair Howard Dean, de Ron Paul-achtige maverick van de Democraten. Net zoals Obama staat hij (nog steeds) voor verandering in Washington en spreekt hij vooral de jongeren en anti-establishmentkiezers aan.
En last but not least, de hamvraag van velen: wat moeten wij in het algemeen van Barack Hussein Obama denken? Persoonlijk heb ik natuurlijk wel sympathie voor hem, zeker omdat hij het racistische anti-Amerikaanse cliché van zijn vrouw én de wereld doorprikt heeft door wel degelijk de nominatie te kunnen binnenrijven. De race van Obama beantwoordt op dat vlak meer aan Ron Pauls slogan “Hope for America” dan die van McCain. Ook de oratorische talenten van Obama staan buiten kijf, zijn keynote address op de Democratische Conventie van 2004 op kop. Een bijkomende asset is de ongeziene voorliefde van Europa voor Obama. Zijn presidentsschap zou wel eens de ultieme kans kunnen zijn om de transatlantische vriendschap te herstellen na de acht jaren internationale arrogantie van Bush.
Tenslotte lijkt Obama mij ook minder “links” dan de andere Democraten, temeer daar hij eigenhandig zijn Amerikaanse Droom heeft waargemaakt, zonder affirmative action of wat dan ook. Dat zwarte demagogen zoals Al Sharpton hem niet endorsen, spreekt in dat opzicht ook boekdelen: hij is de meest geschikte Democraat én de minst zwarte Afro-Amerikaanse politicus in jaren.
Meer over zijn campagne op www.barackobama2008.com.
Meer teksten van Vincent De Roeck op www.libertarian.be.
John McCain verwijt Barack Obama dat hij sinds 2004 nog maar één enkele maal naar Irak gegaan is, en hijzelf al negen keren. Ook het oprakelen van de bachelorthesis van Michelle Obama, vrouw van, waarin zij alle Amerikaanse blanken “ineradicably racist” noemde en waarin zij onomwonden stelde dat de Amerikaanse natie gestoeld was op “crime and hatred” past in de échte presidentscampagne, net zoals de voortdurende verwijten naar Obama’s adres omwille van zijn contacten met antisemitische en antiblanke radicalen zoals pastoor Jeremiah Wright, of de beschuldigingen dat hij moslim zou zijn.
Nu Obama zeker is van de nominatie kan hij ook zelf in de aanval gaan, want tot voor kort moest hij zich rechthouden door zich te distantiëren van zulke figuren en door McCains persoonlijke aanvallen continu af te doen als “guilt by association” drogredenen. In het kader van de electorale bevrijding past ook Obama’s speech op de “Policy Conference” van AIPAC, de grootste en machtigste Joods-Amerikaanse lobbygroep, waarin hij met een meesterlijke speech komaf maakte met zijn negatief imago onder de joodse Amerikanen en zijn onvoorwaardelijke steun voor Israël uitsprak.
De ongeziene persbelangstelling in Europa voor de Democratische voorverkiezingen doet ons bijna vergeten dat ook John McCain een schitterende campagne aan het voeren is. Het onlangs openbaar maken van zijn medische dossiers moest ook de laatse twijfelaars overtuigen van McCains goede gezondheid. Natuurlijk verandert dit dossier niets aan bepaalde vooroordelen in Europa zoals “een president die jaren in een Vietcong-kamp gefolterd geweest is, kan toch geen rationele beslissingen meer nemen, en dat is dus ontzettend gevaarlijk voor de wereld”, toch was het één van de schaarse kansen voor McCain om het Democratische primaat in de politieke berichtgeving (even) te doorbreken.
Ook mijn favoriet Ron Paul doet nog steeds mee aan de presidentsrace. Hij hoopt om op de GOP-conventie zoveel mogelijk delegates voor zich te winnen en zo zijn boodschap nieuw leven in te blazen, ook al beseft hij maar al te goed dat zijn rol uitgespeeld is. In november is Ron Paul wel opnieuw GOP-congreskandidaat in Texas, en net zoals de voorbije drie verkiezingen zal hij ook nu zonder Democratische tegenkandidaat moeiteloos herkozen worden in het congres. We zijn dus nog niet van hem af, gelukkig maar.
Het succes van Barack Obama in november zal, net zoals dat van John McCain trouwens (maar dat heb ik in het verleden al eens uitgelegd), grotendeels afhangen van de finale keuze van runningmate. Obama staat voor “Change we can believe in”, dus lijkt het mij niet snugger om een oudere of gevestigde politieke waarde op het ticket te zetten. Op basis van dit criterium valt Hillary Clinton eigenlijk al weg, en het lijkt me ook politieke zelfmoord om een runningmate te kiezen die ofwel tot op het einde een tegencampagne gevoerd heeft ofwel in de loop van de race een andere kandidaat gesteund heeft. Clinton brengt daarenboven ook nog een praktisch probleem met zich mee: oud-president Bill Clinton. De Clintons kennen jan en alleman in Washington en zouden achter de schermen wel eens een “shadow cabinet” kunnen vormen. Obama is onervaren en niet thuis in Washington, dus zou hij zich maar al te gauw door de Clintons laten overschaduwen, en dat is geen goede zaak voor zijn credibiliteit.
Een jonge vernieuwende mede-senator zou een goede keuze zijn. Ik denk dan aan de economische anti-establishmentpopulist Sherrod Brown uit Ohio of Jim Webb uit Virginia, die carrière maakte als marineminister onder Ronald Reagan en zo de Republikeinse aanvallen op de militaire zwaktes van Barack Hussein Obama kan pareren.
Natuurlijk zou het feminazi-kamp van Clinton, dat doorgaans vrij sterk staat binnen de Democratische Partij, wel eens thuis kunnen blijven in november als het op Obama steunen aankomt. Om dit gevaar het hoofd te bieden, zou Obama ook een vrouw als vice-president kunnen voordragen, en zeker moest bij de Republikeinen het onwaarschijnlijke gebeuren en Condoleezza Rice toch mee op het ticket staan, zoals de laatste dagen steeds luider verkondigd wordt. Spontaan denk ik in dat geval dan aan Nancy Pelosi, de huidige voorzitster van het Huis van Afgevaardigden of de gouverneurs Janet Napolitano (Arizona) en Kathleen Sebelius (Kansas), die vanaf het begin trouwens ook allebei openlijk de kandidatuur van Barack Obama ondersteund hebben.
Misschien is het trouwens ook beter voor Obama’s kansen dat hij als runningmate eerder een politicus met een uitvoerend mandaat (een minister of gouverneur) dan een senator of congreslid kiest, kwestie om de kritieken alvast te counteren dat senatoren minder geschikt zouden zijn dan staatsgouverneurs voor het presidentsschap. Sinds John Fitzgerald Kennedy hebben immers alle Amerikaanse presidenten uitvoerende ervaring gehad. Dit brengt bijvoorbeeld ook Brian Schweitzer uit Montana in beeld. Hij is de Democratische gouverneur met de allerbeste “approval ratings” in de Verenigde Staten en geldt als een bi-partisan bruggenbouwer. Zijn luitenant-gouverneur John Bohlinger is immers een Republikein. Dit zou McCain het vuur aan de schenen kunnen leggen op vlak van de talrijke independent voters, waar McCain traditioneel sterk staat.
John Edwards blijft ook een optie, temeer daar hij zich nooit voor Clinton heeft willen uitspreken, ook al leidde zij lang in de peilingen. Zijn recent herwonnen socialistisch populisme doet het goed bij de arme blanken, net daar waar Obama slecht scoort. Eén nadeel: Edwards-moeheid na de faliekante campagne van 2004 met John Kerry. Joe Lieberman komt ook steeds nadrukkelijker op het voorplan. Net zoals Schweitzer spreekt hij de onafhankelijke en partijloze kiezers aan. Eén nadeel: hij rekende aanvankelijk op het VP-ticket van John McCain en switchte pas naar Obama’s kamp toen bleek dat het eerste onhaalbaar was. Ook Kosovo-veteraan Wesley Clark zou een geschikt VP-kandidaat zijn voor Obama omwille van zijn verdiensten in het leger en op de internationale politieke scène, maar hij geldt als old school en is een vertrouweling van de Clintons. Idem trouwens voor de flamboyante minderhedengouverneur van New Mexico, Bill Richardson. Tenslotte denk ik persoonlijk ook nog aan de eeuwige revolutionair Howard Dean, de Ron Paul-achtige maverick van de Democraten. Net zoals Obama staat hij (nog steeds) voor verandering in Washington en spreekt hij vooral de jongeren en anti-establishmentkiezers aan.
En last but not least, de hamvraag van velen: wat moeten wij in het algemeen van Barack Hussein Obama denken? Persoonlijk heb ik natuurlijk wel sympathie voor hem, zeker omdat hij het racistische anti-Amerikaanse cliché van zijn vrouw én de wereld doorprikt heeft door wel degelijk de nominatie te kunnen binnenrijven. De race van Obama beantwoordt op dat vlak meer aan Ron Pauls slogan “Hope for America” dan die van McCain. Ook de oratorische talenten van Obama staan buiten kijf, zijn keynote address op de Democratische Conventie van 2004 op kop. Een bijkomende asset is de ongeziene voorliefde van Europa voor Obama. Zijn presidentsschap zou wel eens de ultieme kans kunnen zijn om de transatlantische vriendschap te herstellen na de acht jaren internationale arrogantie van Bush.
Tenslotte lijkt Obama mij ook minder “links” dan de andere Democraten, temeer daar hij eigenhandig zijn Amerikaanse Droom heeft waargemaakt, zonder affirmative action of wat dan ook. Dat zwarte demagogen zoals Al Sharpton hem niet endorsen, spreekt in dat opzicht ook boekdelen: hij is de meest geschikte Democraat én de minst zwarte Afro-Amerikaanse politicus in jaren.
Meer over zijn campagne op www.barackobama2008.com.
Meer teksten van Vincent De Roeck op www.libertarian.be.
7 Comments:
Obama heeft het racistische anti-Amerikaanse cliché van zijn vrouw helemaal niet doorprikt. Hij zingt tijdens dit verkiezingsjaar alleen maar een ander liedje dan hij gewoon is. Wat je met "het racistische anti-Amerikaanse cliché van de wereld" bedoelt is mij niet duidelijk.
Thomas Sowell legt in een recent artikel uit hoe links Obama wel is: "Although Senator Obama has presented himself as the candidate of new things -- using the mantra of "change" endlessly -- the cold fact is that virtually everything he says about domestic policy is straight out of the 1960s and virtually everything he says about foreign policy is straight out of the 1930s. Protecting criminals, attacking business, increasing government spending, promoting a sense of envy and grievance, raising taxes on people who are productive and subsidizing those who are not -- all this is a re-run of the 1960s.
Ik zou dus niet zomaar besluiten dat Obama de meest geschikte Democraat is sinds jaren.
Johan, ik bedoel met het racistische anti-amerikaanse cliché het volgende: in Europa is het bon ton om zonder enige kennis van zaken te spreken over "rednecks" en "wasps" als het om Amerikanen (en dan vooral Republikeinen) gaat, en om de mislukkingen van bepaalde minderheden steeds in de schoenen van die blanke Amerikanen te schuiven. In Europa beseft men niet dat de hispanics and de zwarten groeiende groepen zijn, en dat de VS met voorsprong het meest open en verdraagzaam land van de wereld is.
Vincent, ik zie dat je "de wereld" uit je oorspronkelijke stelling al afzwakt tot Europa, maar nog steeds begrijp ik niet wat je bedoelt. Ik zie niet in welke "mislukkingen van bepaalde minderheden" steeds in de schoenen van die blanke Amerikanen geschoven worden, en nog minder hoe Obama dit imaginaire cliché zou doorprikt hebben.
@ Johan:
Ik hoef "de wereld" zelfs niet eens tot Europa te herleiden, want ook elders heerst datzelfde vooroordeel. Alleen de Angelsaksische landen en het voormalige Oostblok ontsnappen daaraan. Europa was gewoon mijn voorbeeld.
Obama heeft bewezen dat "zwarten" wel degelijk kansen krijgen in de Amerikaanse samenleving door de nominatie binnen te rijven. Zo verpersoonlijkt hij de American Dream voor vele minderheidsgroepen die er steeds van uitgingen dat de toplaag van de Amerikaanse samenleving voorbehouden was voor de WASPs, en niet voor hen. Vandaar dat pastoors als Jackson, Sharpton en Wright ook zo'n aanhang hebben: ze cultiveren dat vooroordeel en kappen op het "blanke establishment" zo hard ze kunnen. En deze slachtoffercultuur wordt ook steevast in het buitenland overgenomen: Amerika is toch zalig, tenminste als je blank en rijk bent.
Vincent, ik zie dat je "de wereld" uit je oorspronkelijke stelling al afzwakt tot Europa, maar nog steeds begrijp ik niet wat je bedoelt. Ik zie niet in welke "mislukkingen van bepaalde minderheden" steeds in de schoenen van die blanke Amerikanen geschoven worden, en nog minder hoe Obama dit imaginaire cliché zou doorprikt hebben.
@ Johan:
Ik hoef "de wereld" zelfs niet eens tot Europa te herleiden, want ook elders heerst datzelfde vooroordeel. Alleen de Angelsaksische landen en het voormalige Oostblok ontsnappen daaraan. Europa was gewoon mijn voorbeeld.
Obama heeft bewezen dat "zwarten" wel degelijk kansen krijgen in de Amerikaanse samenleving door de nominatie binnen te rijven. Zo verpersoonlijkt hij de American Dream voor vele minderheidsgroepen die er steeds van uitgingen dat de toplaag van de Amerikaanse samenleving voorbehouden was voor de WASPs, en niet voor hen. Vandaar dat pastoors als Jackson, Sharpton en Wright ook zo'n aanhang hebben: ze cultiveren dat vooroordeel en kappen op het "blanke establishment" zo hard ze kunnen. En deze slachtoffercultuur wordt ook steevast in het buitenland overgenomen: Amerika is toch zalig, tenminste als je blank en rijk bent.
@Vincent:
Wat je daar schetst is een vooroordeel dat hoofdzakelijk leeft bij minderheidsgroepen in de VS. Wellicht heeft een deel van de blanke Obama-kiezers dit vooroordeel willen doorprikken uit een misplaatst gevoel van blanke schuld. Obama heeft getracht dit schuldgevoel te gebruiken om kritiek op Wright af te wimpelen.
Robert Tracinski schreef hierover:
"Here we see Obama's purpose in equating Wright to the "black community" as a whole: to criticize Wright, therefore, is to criticize blacks as such. It is inherently racist. According to Obama, if you are shocked that Reverend Wright would call on God to damn America, this merely exposes your callous indifference to the views and experiences of blacks in America. It makes you an example of the persistence of segregation--and if you express your views, you are responsible for "widening" racial conflict in America.
In short, it was Obama who tried to neutralize criticism of Wright by appealing to white racial guilt. Shelby Steele has memorably described "white guilt" as the presumption that whites are guilty of racism until they can prove otherwise, which they do by subjecting themselves to "diversity training," by embracing "affirmative action" racial preferences--or by patiently taking abuse from the likes of Jeremiah Wright, in order to show how understanding they are of black grievances."
Als Obama dus iets heeft aangetoond dan is het zijn eigen anti-blank racisme en het feit dat blanken die gebukt gaan onder "white guilt" om de verkeerde reden op hem hebben gestemd.
Een reactie posten
<< Home