De zelfverheerlijking van de Europese Unie bereikt alweer een triest hoogtepunt (Vincent De Roeck)
Er was mij vorige week kennelijk iets ontgaan in de media, althans dat hoop ik toch, want anders is het volgende gewoon aan ons voorbijgegaan. Gisteren was ik in Brussel te gast op een conferentie met Olivier Consolo, de directeur van Concord, oftewel voluit de European NGO Confederation for Relief and Development. Hij kwam er voor een publiek van denktankmedewerkers, activisten en beleidsmakers hun laatste rapport duiden, dat naar verluidt op donderdag 22 mei in primeur aan de pers voorgesteld werd, maar waarvan ik bitter weinig gehoord heb in onze media. En volledig onterecht natuurlijk, want het rapport maakt brandhout van de mooie praatjes van de EU over haar ontwikkelingshulp, nochtans één van de laatste EU-domeinen die zelfs onder toenemende Eurosceptische druk moeiteloos overeind konden blijven. Concord verenigt 1,600 hulporganisaties en stelt koudweg in dat bewuste rapport dat de Europese Unie haar statistieken over ontwikkelingshulp niet enkel systematisch opsmukt, maar zelfs gewoon vervalst om haar beloftes te kunnen inlossen.
Het Concord-rapport draagt de weinig verbloemende titel No Time to Waste: European governments behind schedule on aid quantity and quality. Olivier Consolo vatte de kernpunten van het rapport kort samen en ging gedetailleerd in op vragen uit het publiek. Normaal ben ik geen fan van conferenties waar NGO’s, linkse wereldverbeteraars en ecofascisten de plak zwaaien, maar deze bijeenkomst was anders. De Eurokritische geluiden bij de spreker en in de zaal waren nieuw voor mij en bewijzen dat de EU niet enkel onder vuur ligt bij libertariërs en conservatieven, maar ook bij het meer progressieve middenveld. Volgens Consolo is de EU immers helemaal niet de wilde weldoener die ze pretendeert te zijn. Vooral het protectionisme van Europa, de landbouwsubsidies en de koppeling van ontwikkelingshulp aan massale aankopen van Europese producten moesten er aan geloven. “Veel beloven, weinig geven, en veel terugeisen”, is in de ogen van Consolo al jaren de vaste strategie van de EU.
Volgens de Lissabonagenda moeten de 15 oude EU-lidstaten tegen 2010 samen minstens 0,7% van hun BNP spenderen aan ontwikkelingshulp. In 2007 kwamen die landen gemiddeld aan amper 0,34%, en dat is slechts een minieme stijging ten opzichte van het jaar 2000 wanneer de Lissabonagenda in voege trad. Dit leidt volgens het Concord-rapport tegen 2010 tot een kloof van 75 miljard euro tussen beloftes en werkelijkheid. Concord nagelt de EU daar dan ook voor aan de schandpaal. De ironie wil zelfs dat de EU met al haar statistische trucs en valse boekingen van andere uitgaven onder de noemer “ontwikkelingshulp” nog steeds niet aan al haar beloftes en engagementen tegemoet kan komen, wat toch wel tekenend is voor deze (wan)toestand. Olivier Consolo gaf in zijn presentatie tevens een aantal voorbeelden van uitgaven die door de EU ten onrechte onder “ontwikkelingshulp” ingeschreven worden: het repatriëren van Europeanen uit het buitenland na ziektes, ongevallen en strubbelingen, de steun aan buitenlandse studenten in Europa, de subsidies aan Europese bedrijven die toevallig ook buiten de EU een vestiging hebben, en de lonen van alle ambtenaren die met ontwikkelingshulp of andere buitenlandse "non-profit" projecten bezig zijn, inclusief de vaak peperdure externe consultants.
Op mijn vraag over de toestand in België moest Consolo bekennen dat wij het, ondanks alle goede voornemens van onze regeringen, slecht tot zéér slecht doen op vlak van ontwikkelingshulp. In 2007 gaf België 0,37% van ons BNP uit aan ontwikkelingshulp. Dit is wel meer dan het gemiddelde, maar dat komt omdat er onder enkele van de 15 landen abnormaal lage percentages opgemeten werden, zoals Frankrijk, Duitsland, Griekenland en Italië, die het totale EU15-gemiddelde drastisch omlaag halen. Consolo wist ook te vertellen dat België in 2007 merkelijk minder uitgegeven heeft aan ontwikkelingshulp dan in 2006 en 2005, maar wel iets meer dan in de periode 2000-2004.
De algemene conclusies van het Concord-rapport zijn dan ook duidelijk. De EU moet voortaan reële statistieken bijhouden en koele cijfers hanteren. Verder moeten de Europese landen meer budgetten vrijmaken, minder protectionistisch redeneren en minder terugeisen van de derdewereldlanden. Tenslotte moet de EU ook meer inspanningen leveren op vlak van het efficiënter, transparanter en meer gecoördineerd maken van de ontwikkelingsprogramma’s. Alleen zo kan de Europese Unie haar naam, haar reputatie en haar gezicht als "wilde weldoener" tegen 2010 misschien nog enigszins redden, maar eerlijk gezegd, voor mij hoeft dat eigenlijk allemaal niet.
Meer over deze NGO-koepel op www.concord-europe.org.
Meer teksten van Vincent De Roeck op www.libertarian.be.
Het Concord-rapport draagt de weinig verbloemende titel No Time to Waste: European governments behind schedule on aid quantity and quality. Olivier Consolo vatte de kernpunten van het rapport kort samen en ging gedetailleerd in op vragen uit het publiek. Normaal ben ik geen fan van conferenties waar NGO’s, linkse wereldverbeteraars en ecofascisten de plak zwaaien, maar deze bijeenkomst was anders. De Eurokritische geluiden bij de spreker en in de zaal waren nieuw voor mij en bewijzen dat de EU niet enkel onder vuur ligt bij libertariërs en conservatieven, maar ook bij het meer progressieve middenveld. Volgens Consolo is de EU immers helemaal niet de wilde weldoener die ze pretendeert te zijn. Vooral het protectionisme van Europa, de landbouwsubsidies en de koppeling van ontwikkelingshulp aan massale aankopen van Europese producten moesten er aan geloven. “Veel beloven, weinig geven, en veel terugeisen”, is in de ogen van Consolo al jaren de vaste strategie van de EU.
Volgens de Lissabonagenda moeten de 15 oude EU-lidstaten tegen 2010 samen minstens 0,7% van hun BNP spenderen aan ontwikkelingshulp. In 2007 kwamen die landen gemiddeld aan amper 0,34%, en dat is slechts een minieme stijging ten opzichte van het jaar 2000 wanneer de Lissabonagenda in voege trad. Dit leidt volgens het Concord-rapport tegen 2010 tot een kloof van 75 miljard euro tussen beloftes en werkelijkheid. Concord nagelt de EU daar dan ook voor aan de schandpaal. De ironie wil zelfs dat de EU met al haar statistische trucs en valse boekingen van andere uitgaven onder de noemer “ontwikkelingshulp” nog steeds niet aan al haar beloftes en engagementen tegemoet kan komen, wat toch wel tekenend is voor deze (wan)toestand. Olivier Consolo gaf in zijn presentatie tevens een aantal voorbeelden van uitgaven die door de EU ten onrechte onder “ontwikkelingshulp” ingeschreven worden: het repatriëren van Europeanen uit het buitenland na ziektes, ongevallen en strubbelingen, de steun aan buitenlandse studenten in Europa, de subsidies aan Europese bedrijven die toevallig ook buiten de EU een vestiging hebben, en de lonen van alle ambtenaren die met ontwikkelingshulp of andere buitenlandse "non-profit" projecten bezig zijn, inclusief de vaak peperdure externe consultants.
Op mijn vraag over de toestand in België moest Consolo bekennen dat wij het, ondanks alle goede voornemens van onze regeringen, slecht tot zéér slecht doen op vlak van ontwikkelingshulp. In 2007 gaf België 0,37% van ons BNP uit aan ontwikkelingshulp. Dit is wel meer dan het gemiddelde, maar dat komt omdat er onder enkele van de 15 landen abnormaal lage percentages opgemeten werden, zoals Frankrijk, Duitsland, Griekenland en Italië, die het totale EU15-gemiddelde drastisch omlaag halen. Consolo wist ook te vertellen dat België in 2007 merkelijk minder uitgegeven heeft aan ontwikkelingshulp dan in 2006 en 2005, maar wel iets meer dan in de periode 2000-2004.
De algemene conclusies van het Concord-rapport zijn dan ook duidelijk. De EU moet voortaan reële statistieken bijhouden en koele cijfers hanteren. Verder moeten de Europese landen meer budgetten vrijmaken, minder protectionistisch redeneren en minder terugeisen van de derdewereldlanden. Tenslotte moet de EU ook meer inspanningen leveren op vlak van het efficiënter, transparanter en meer gecoördineerd maken van de ontwikkelingsprogramma’s. Alleen zo kan de Europese Unie haar naam, haar reputatie en haar gezicht als "wilde weldoener" tegen 2010 misschien nog enigszins redden, maar eerlijk gezegd, voor mij hoeft dat eigenlijk allemaal niet.
Meer over deze NGO-koepel op www.concord-europe.org.
Meer teksten van Vincent De Roeck op www.libertarian.be.
6 Comments:
Ik zou zelfs zeggen dat de Europese Unie de schulden zoals afgesproken moet terugeisen, ontwikkelingshulp moet afschaffen en vervangen door noodhulp tijdens crisissen en een no-nonsense attitude moet hebben tegen bedelaar-landen.
Afschaffen die handel!
Chris, wat bedoel je met "no-nonsense attitude"? Correcte cijfers of gewoon zeggen waar het op staat? Dus neokolonialisme ook openbaar toegeven?
Vicent, sta mij toe een rotsblok in het meer te werpen.
Is ontwikkelingshulp een taak voor een overheid (regionaal, federaal of supranationaal)?
Dat is het enige dat ik mis in het artikel, als duiding.
@ Brigant
In het artikel neem ikzelf geen enkel standpunt in. Ik geef gewoon weer wat Olivier Consolo vertelde en wat ik na een snelle lezing van dat rapport aan cijfergegevens heb weten te vinden. Het nut van dit artikel ligt eerder in het belichten van alweer een minder fraaie kant van de EU, en dan nog één op een domein dat nog nooit zo hard aangevallen werd. Ook de trucs en vervalsingen van de EU-gegevens zijn een constante, als we denken aan de financiën, de subsidies, e.a. Daarin ligt het opzet van deze tekst: de wantoestanden in alweer een andere EU-bevoegdheid aankaarten.
Maar wat is dan mijn kijk op ontwikkelingshulp? Binnen het bestaande denkkader dat ontwikkelingshulp een kerntaak van de EU is, ben ik het volledig eens met de conclusie van Consolo. Evenwel ben ik tegen een versnippering van de ontwikkelingshulp door dit te verspreiden over verschillende niveau's, vandaar ben ik voorstander om van ontwikkelingshulp een uitsluitende EU-bevoegdheid te maken, let wel op: binnen dit denkkader! Ik woon in Berchem, een district van Antwerpen, en zelfs op het minieme budget van Berchem wordt 0,7% aan ontwikkelingshulp geboekt. Dit komt neer op nog geen 3,000 euro per jaar! Belachelijk dus. Je kan dan ook beter de middelen naar een zo groot mogelijke schaal brengen, zodat de efficiëntie vergroot wordt.
Maar buiten dit denkkader, zeg maar politiek ideologisch, ben ik natuurlijk een tegenstander van alle ontwikkelingshulp, los van in tijd beperkte noodhulp natuurlijk. Vrijhandel is een betere motor voor de ontwikkeling van derdewereldlanden dan hulp. Verminder gewoon de subsidies aan landbouw in de EU met 0,7% van het BNP en je zal een veel beter resultaat krijgen in de derde wereld.
Oki doki. Dat was zowat het enige dat ik mij afvroeg. Greetz
Waarom de speciale uitzondering voor noodhulp? Is het niet aan jezelf om te beslissen of je het een goed idee vindt om mensen aan de andere kant van de wereld voedsel toe te sturen? Is het niet gevaarlijk om regimes, wiens desastreuze economisch beleid dergelijke rampen mogelijk maakt (!), te subsidiëren door de consequenties te verdoezelen met hulp? Wat met het ter plekke vertragen van de herproductie of import van voedsel, door het drukken van de voedselprijs door voedsel gratis of te goedkoop uit te delen? Wat met de massieve bureaucratiën, corruptie en "pork-barrel spending" geassocieerd met "hulp"? Wat met het versterken van het regime of rebellen, die altijd wel een slaatje weten te slaan uit buitenlandse hulp? Wat met het goedkeuren van het principe van solidariteit, waarbij iedereen verantwoordelijk is voor het lot van elke andere aardbewoner en deze laatste dus een schuld kan vorderen op anderen voor zijn miserabel lot(dit, vanzelfsprekend geregeld door een politieke instantie)?
Een reactie posten
<< Home