"Le Monde" over Europa en de islam (victa placet mihi causa)
.
LE MONDE DES LIVRES
Sylvain Gouguenheim: en als Europa zijn kennis
nu eens niét aan de islam te danken had?
Roger-Pol Droit
Wat zijn onze overtuigingen zoal? Samengevat: de antieke Griekse kennis – filosofie, geneeskunde, wiskunde, astronomie – heeft, nadat zij uit Europa volledig was verdwenen, een schuiloord gevonden in de muzelmaanse wereld, die deze kennis in het Arabisch heeft vertaald, de boodschap in ontvangst nam en voortzette, alvorens haar tenslotte aan het Westen door te geven. Op die manier werd de Renaissance mogelijk gemaakt, gevolgd door de plotse expansie van de Europese cultuur.
Volgens Sylvain Gouguenheim is dit gangbare volksevangelie een web van vergissingen, verdraaide waarheden en partiële of partijdige gegevens. Hij onderneemt het om, punt voor punt, de onjuiste of overdreven aspecten ervan bij te stellen.
“Duistere Tijden”
Was er inderdaad een totale breuk tussen de antieke Griekse erfenis, en het Christelijke Europa van de vroege Middeleeuwen? Vonden de zeldzame manuscripten van Aristoteles en Galenus, die ook na de definitieve instorting van het Romeinse Rijk in kloosterbibliotheken aanwezig bleven, dan echt geen enkele lezer meer die in staat was hen te ontcijferen?Jawel, antwoordt Sylvain Gouguenheim. De banden met Byzantium, hoe dun en zeldzaam ook, werden nooit helemaal verbroken: er circuleerden Griekse manuscripten, en mét hen mensen die in staat waren ze te lezen. Gedurende deze zogenaamd “duistere tijden” was er in enkele centra, die wij tot onze schade miskennen, nooit een gebrek aan kenners van het Grieks, te weten in Sicilië en in Rome. Wat men nooit onderstreept, is dat er van 685 tot 752 een reeks pausen regeerde …die van Griekse en Siriaakse oorsprong waren! Men lijkt ook niet te weten, of men vergeet, dat in 758-763 Pepijn de Korte zich door paus Paulus de Iste, Griekse teksten laat toesturen, meer bepaald de Retorica van Aristoteles.
Deze middeleeuwse belangstelling voor Griekse bronnen vond haar oorsprong in de christelijke cultuur zelf. De Evangeliën waren in het Grieks gesteld, en ook de Brieven van Paulus. Vele Kerkvaders, filosofisch geschoold, citeren Plato en andere heidense auteurs, waarvan zij hele stukken hebben gered.
Europa is zich dus zonder onderbreking bewust gebleven van zijn verwantschap met het antieke Griekenland, en verlangde voortdurend om de betreffende teksten terug te vinden. Dit verklaart de opeenvolging van “renaissances”, van de Karolingers tot de XIIIde E., die telkens volgden op partiële ontdekkingen.
Werd de antieke Griekse cultuur door de islam ten volle omarmd? Sylvain Gouguenheim onderstreept dat de historische werkelijkheid sterke beperkingen oplegt aan deze overtuiging, die gemeengoed is geworden. Want het waren niet de muzelmannen die het essentiële vertaalwerk leverden van het Grieks naar het Arabisch. Men vergeet het feestelijk: hoe groot hun bewondering voor de Grieken ook was, al-Farabi, Avicenna en Averroës lazen geen woord van de originele teksten, maar enkel de vertalingen ervan in het Arabisch, en die waren gemaakt door Armeense …christenen!
Onder deze christenen, Syriaken genaamd, die het Grieks en Arabisch machtig waren, was het Hunayn ibn Ishaq (809-873), bijgenaamd “prins der vertalers”, die het essentiële wetenschappelijke en medische Arabische vocabularium smeedde, doordat hij meer dan tweehonderd werken vertaalde – in het bijzonder Galenus, Hippocrates en Plato.
Deze Arabischtalige was in de verste verte geen moslim, net zo min als ongeveer alle vroege vertalers uit het Grieks in het Arabisch. Omdat wij al te vaak de termen “Arabier” en “muzelman” door elkaar halen, hebben wij een misvormd beeld van de geschiedenis, waardoor wij de beslissende rol wegvlakken die de Arabische christenen speelden bij het doorgeven van de antieke werken, eerst in het Syriaaks, vervolgens in de taal van de koran.
Eens deze omzetting gemaakt – met veel moeite, want het genie van de Griekse taal is sterk verschillend van het Arabische – zou het een vergissing zijn te geloven dat aan de Grieken een unaniem en enthousiast welkom te beurt viel, van zodanige aard dat het de islamitische cultuur en samenleving zou kunnen dooreenschudden.
Sylvain Gouguenheim laat integendeel zien hoe selectief de receptie van de Griekse ideeën was, hoe beperkt, en zonder grote impact tenslotte op de praktijk van de islam, die onlosmakelijk religieus, juridisch én politiek bleef.
Zelfs al stonden de filosofische geschriften van de Grieken ter beschikking, en zelfs al had men de term “falsafa” gevormd, om een verwante filosofische geestesgesteltenis aan te duiden, toch is de islam nooit waarlijk gehelleniseerd. De rede werd er nooit expliciet boven de openbaring geplaatst, noch werden politiek en openbaring van elkaar onderscheiden, noch werd het wetenschappelijk onderzoek radicaal onafhankelijk.
Het zou zelfs geen kwaad kunnen, volgens dit boek, als wij onze oordelen nog wat verder herzagen. In plaats van te menen dat heel het Europees filosofisch gedachtegoed afhankelijk is van Arabische tussenpersonen, zouden wij ons de kapitale rol van de vertalers van Mont-Saint-Michel moeten herinneren. Zij hebben de bijna volledige Aristoteles vertaald, direct vanuit het Grieks naar het Latijn, vele decennia vóór men in Toledo dezelfde werken vertaalde vanuit de Arabische versie.
In plaats van te dagdromen over een islamitische wereld, die in de Middeleeuwen open en gul de mogelijkheden tot expansie aanreikte aan het smachtende en duistere Europa, zou men zich beter herinneren dat het Westen deze wetenschappelijke geschriften niet zomaar cadeau heeft gekregen. Het is die gaan halen, omdat zij aanvullingen bevatten bij wat men zelf reeds bezat. En enkel het Westen maakte er het wetenschappelijke en politieke gebruik van dat wij kennen.
Samengevat, in tegenstelling met wat er sinds de zestiger jaren in crescendo herhaald wordt, zou de Europese cultuur in haar geschiedenis en ontwikkeling niet zo heel schatplichtig zijn aan de islam. In elk geval niet voor iets essentieels.
Dit boek is nauwgezet en het geeft argumenten, frist de geschiedenis op, en is tegelijk ook erg moedig.
______________
ARISTOTE AU MONT SAINT-MICHEL. LES RACINES GRECQUES DE L'EUROPE CHRÉTIENNE
de Sylvain Gouguenheim. Seuil, "L'Univers historique", 282 p., 21 €.
.
Labels: Droit | Roger-Pol, Europa, Gouguenheim | Sylvain, islam, Le Monde
12 Comments:
Nog een boek om aan de aankooplijst toe te voegen, bedankt!
Het is een heel gedoe, in Libération, Monde, International Herald Tribune, Nederlandse krantèn: eigenlijk zijn onze eigen kwaliteitskranten de enige die het hoofd koel weten te houden ;-)
Mag dit nog allemaal wel gezegd worden, of gaat er binnenkort een nieuwere meer-uitgebreide Negationsme-wet of "anti-haat-wet" in Brussel verzonnen worden? Het Leman-centrum en Verhofstadt zullen in (uit?) hun krammen moeten schieten.
En dat Edward Said met zijn 'politieke' agenda veel kwaad heeft aangericht in de Westerse Academie, dat werd al geruime tijd geleden ontbloot door de grootste contemporele Amerikaanse islam-kenner, Bernard Lewis (nog niet zolang geleden 91 jaar geworden).
@ marc huybrechts: ik denk "uit" ;-)
Bedankt voor dit zeer interessante stuk, Marc en voor de verwijzing naar dit boek. En inderdaad, waar zou je in België dergelijk stuk kunnen lezen.
Het is altijd interessant om een dieper inzicht te krijgen in geschiedenis (net zoals in andere wetenschappen). Het is extra boeiend en verrijkend om te ontdekken dat 'evidenties' onderuit gehaald worden. Maar puur voor het intellectueel plezier.
Ik vind immers dat historische argumenten niet in de ene, noch in de andere richting ook maar IETS toevoegen of afnemen aan het huidige 'debat/probleem'. Net zomin als ik ook maar enige verantwoordelijkheid zou hebben voor kruistochten, shoa e.a., maakt het mij ook geen ene donder uit hoe welke ideeën tot ons zijn gekomen, en hoe ik tegenover hedendaagse problemen sta.
Geschiedenis is bijzonder nuttig als achtergrond, bijzonder licht als argument.
@ pepperjack
Ik denk dat uw conclusie verkeerd is. Zeker in de algemene vorm waarin u ze geformuleerd heeft.
"Geschiedenis" bestaat onvermijdelijk uit een beperkt aantal (gekende) feitelijke gebeurtenissen (zeg maar 'detailinformatie') gekoppeld aan vele opinies (van varierende waarde) daaromtrent. De geschiedenis geeft ons empirische of observeerbare informatie over de menselijke natuur (i.e. menselijk gedrag) in een varieteit van omstandigheden, ondermeer 'culturele' omstandigheden.
Het "huidige debat/probleem" gaat grotendeels omtrent de toekomst (die niemand met zekerheid kan kennen). Het debat gaat eigenlijk over wat er verder gaat gebeuren of wat men kan verwachten op basis van hedendaagse gebeurtenissen en vooral hedendaags 'beleid'. In die kontekst is geschiedenis niet alleen "nuttig", maar kan dikwijls het doorslaggevend "argument" leveren.
Ik zeg niet dat de geschiedenis altijd het beste argument kan leveren. Er kunnen andere redelijke gronden bestaan om iets, of iemand, of een constellatie van factoren, te kunnen beoordelen. Des te meer omdat de kennis van de geschiedenis beperkt is, en ook omdat het verleden niet altijd determinerend is voor de toekomst. Maar, IN HET ALGEMEEN levert het verleden wel degelijk de beste BESCHIKBARE LEIDRAAD om de toekomst te kunnen beoordelen. Dat doet u zeker als individu in uw dagelijkse leven bij het beoordelen van andere mensen, bedrijven, organisaties enz...
Het echte probleem is om te kunnen verzekeren dat de kennis van de geschiedenis van een goede kwaliteit zou zijn. Dikwijls is dat onmogelijk om allerlei redenen. Maar in het algemeen weten we wel dat competitie noodzakelijk is om kwaliteit te kunnen helpen voort brengen, niet enkel ten aanzien van producten, sporten, enz...maar ook m.b.t. kennis (inclusief van geschiedkundige gebeurtenissen). En een MINIMUM VEREISTE (geen voldoende vereiste) om competitie (en dus kwaliteit) te kunnen verzekeren in kennisvergaring is dat er VRIJEMENINGSUITING moet bestaan.
@ pepperjack: Huybrechts heeft gelijk, en het was goed dat hij snel antwoordde, want ik had nauwelijks de tijd vandaag.
Misschien zou ik nog willen toevoegen dat u geschiedenis als kennisbron, en als constituerend element voor identiteit (individueel of collectief) ál te lichtzinnig wegvaagt.
Het zou me trouwens benieuwen hoe u, als geschiedenis dan wegvalt, in het algemeen, leerprocessen wilt verklaren? Zelfs ratten in een doolhof (zoals experimentele psychologen ze graag zien ;-) leren uit hun geschiedenis. Bijvoorbeeld hoe zij in de toekomst (vermoedelijk) aan eten of drinken kunnen komen.
Het doet er natuurlijk wel toe, op welke wijze deze geschiedenis wordt verteld en onthouden. Want toegegeven, geschiedenis is een verhaal als een ander, en moet dus voldoen aan de vereisten van dat genre, net zoals mythes, romans of andere vertellingen dat moeten, én geschiedenis wordt verteld in het heden, onvermijdelijk dus ook met bepaalde objectieven, wat meteen betekent dat ze niet “objectief” kán zijn. Karel van het Reve vertelt daar mooi over.
Het ideaal van Ranke, dat geschiedenis zou moeten vertellen Wie es wirklich gewesen ist, mogen wij dan als onhaalbaar beschouwen, dat neemt voor mij niet weg dat er aantoonbare feiten bestaan, en dat ik daar graag kennis van neem.
U verkiest toch geen geschiedeniswetenschap die als ideaal heeft Wie es sein sollen hätte?
Verenigde Marcen, jullie zijn sterk, zeker als jullie in lijn staan. Uw beider overwegingen zijn ook kundig en goed geformuleerd. Maar jullie spelen het zeer sensu strictu.
Uiteraard heeft elk woord maar een betekenis omdat ik dat gisteren/ooit eens geleerd heb. Uiteraard is de huidige kwestie een 'probleem' omdat er gisteren en eergisteren feiten gebeurden. Uiteraard kun je iets afleiden uit de vooroordelen die een debattant gebruikt en die je ontmaskert in zijn historische kijk.
Maar daar gaat het niet over, het gaat over het historische - versta in mensentaal: verdere - verleden.
Ik blijf erbij dat het generlei waarde heeft of 'het westen' historisch iets dan wel niets te danken heeft aan de kennisbewaring en overdracht van de (eertijdse) Islamitische gemeenschap om over de problemen van vandaag te oordelen. Net zoals de shoa niet dient om één of ander te verantwoorden in de israelisch-palestijnse zaak.
Dat is allemaal fijn als 'kader', maar raakt het schilderij niet.
Ik geraak niet overtuigd van het tegendeel.
@ pepperjack: als er vandaag goedmenende stemmen opgaan in Europa, die de islam willen zien als een constituerend element van onze beschaving, naast het christendom (dat niét vernoemd mocht worden in de EU-grondwet) en de joodse en antieke gedachtenwereld ... dan lijkt het mij nuttig om er op te wijzen dat Europa niets noemenswaardigs aan de islam te danken heeft, integendeel zich heeft moeten afzetten tegen de voortdurende aanvallen uit die wereld, wat uitmondde in de (mateloos overschatte) kruistochten, én de Reconquista, die enkel was wat het woord zegt.
In die zin is het concept Europa als samenhangend geheel, onderscheiden van de afzonderlijke landen die het omvat, misschien wel het énige dat we aan de islam te danken hebben.
Die godsdienst is totaal wezensvreemd aan elke gedachte die "Europees" aanvoelt, en dat wist men eeuwen terug ook al.
Het is dus goed om de geschiedenis zo exact mogelijk voor ogen te hebben, want valse aanspraken zijn gemeengoed geworden, en dienen enkel onze opportunistische, kortzichtige of blinde politici van vandaag, die zich geen blijf meer weten met hun gigantische blunders wat immigratie betreft en daarom de vlucht vooruit kiezen.
Ik kan in uw redenering inkomen. U bestrijdt een verkeerde conclusie van de 'goedmenenden' met gelijke argumenten.
Dat houdt steek; het is in elk geval verfijnder en wellicht overtuigender dan zoals ik gewoon boud te zeggen dat het argument van die 'goedmenenden' nonsens is.
@pepperjack: we zijn het dus grondig eens, en over het effect van middelen valt inderdaad te twisten.
Een reactie posten
<< Home