23 mei 2008

Een merkwaardige manier van bruggen bouwen

Dave Sinardet grossiert al een tijdje in uitspraken die ertoe strekken Vlaamsgezinden te stigmatiseren door ze schijnbaar even op hun plaats te zetten - een merkwaardige manier van 'bruggen bouwen' als u het mij vraagt - maar die bij nader toezien stelselmatig op valse premissen berusten. Dat geldt voor zijn mantra's dat geen 10 procent van de Vlamingen voorstander zou zijn van onafhankelijkheid (1) of dat het arrest van het Grondwettelijk Hof inzake BHV evengoed zou kunnen worden uitgevoerd zonder splitsing, door terug te keren naar de oude kieskringen in heel het land (2).

Deze week was het weer zover (DS 20 mei 2008)(3) met het verwijt aan minister Keulen twee maten en twee gewichten te hanteren jegens burgemeesters die de wet overtreden. Daartoe stelt hij de houding van de drie in faciliteitengemeenten voorgedragen kandidaat-burgemeesters (niet-toepassing van de taalwet) op één lijn met die van de Vlaamse burgemeesters uit Halle-Vilvoorde die hun medewerking weigerden aan de organisatie van de verkiezingen van 10 juni 2007. Om de schijn van vergelijkbaarheid op te houden wordt dan maar uitgelegd dat het in beide gevallen om een 'interpretatie' ging en ze helaas in beide gevallen fout bleek te zijn.

Nu moge het al zo zijn dat de rechtskunst in wezen een kunst van het interpreteren van regels is en dat er zelden maar één interpretatie mogelijk is, maar dit doet geen afbreuk aan het feit dat in een rechtsstaat de interpretatie door de bevoegde rechter een bijzonder gezag heeft, dat voor de personen die daaraan gebonden zijn bepaalde rechten en plichten inhoudt. In de politologie zoals Sinardet die beoefent, lijkt daarentegen een techniek van unbegrenzte Auslegung (4) te worden gehanteerd ten aanzien van de de feiten zelf.

In zijn vervalste vergelijking miskent Sinardet dat de drie kandidaat-burgemeesters zich niet op een rechterlijke uitspraak baseerden, maar integendeel van de bevoegde rechter (Raad van State) al voordien ongelijk hadden gekregen (5), terwijl de Vlaamse burgemeesters zich precies baseerden op een arrest van de bevoegde rechter (Arbitragehof nr. 73/2003)(6), dat alle overheden in dit land bindt (7). Zonder enig argument wordt dan maar gesteld dat helaas voor die burgemeesters de niet-uitvoering van dat arrest op dat ogenblik (d.i. tot 10 juni) helemaal niet problematisch was. Daarmee dekt hij op zijn beurt de gekarakteriseerde weigering van de overheid om dat arrest uit te voeren.

Zoals de voorzitter van het Grondwettelijk Hof nog eens diende te benadrukken bij zijn installatie op 13 november 2007, zijn de arresten van het Grondwettelijk Hof geen adviezen maar bindende beslissingen, die door éénieder te goeder trouw moeten worden uitgevoerd (8). Zo'n arrest is evenmin als de grondwet een vodje papier (9). Arrest 73/2007 heeft de bestaande kieskring ongrondwettig verklaard wegens discriminatie (en wie arresten correct kan lezen weet dat die discriminatie ligt in het eenzijdig taalgrensoverschrijdend karakter)(10). Aldus diende élke overheid binnen het raam van zijn bevoegdheden mee te werken aan de uitvoering ervan en heeft omgekeerd elke overheid binnen het raam van zijn bevoegdheden het recht de toepassing van de ongrondwettige regel te weigeren. Het klopt dat overheden niet op eigen houtje een wet naast zich neer mogen leggen omdat zij die ongrondwettig vinden en misschien zelfs niet een besluit naast zich neer mogen leggen omdat het onwettig is (iets wat elke rechter zonder meer wel mag, de exceptie van illegaliteit van art. 159 grondwet(11)), maar dit verandert volledig nadat er een uitspraak is gedaan met “gezag van gewijsde”.

Als er een bijkomende overgangsperiode wordt bepaald (een techniek die overigens erg betwistbaar zijn; ons grondwettelijk recht laat eigenlijk alleen toe dat de ongrondwettigheid van handelingen die dateren van voor het arrest wordt gedekt(12)), dan betekent dit helemaal niet dat de overheden pas na het verstrijken daarvan zouden moeten denken aan de uitvoering, maar dat de uitvoering binnen die periode moet voltooid zijn (13). In casu heeft de federale wetgever manifest elke medewerking aan de uitvoering van het arrest geweigerd (de wetsvoorstellen werden zelfs niet geagendeerd binnen de 4 jaar na het arrest) en opzettelijk de tijdige uitvoering ervan onmogelijk gemaakt. De verkiezingen werden opzettelijk vervroegd om de overtreding van het arrest te camoufleren.

De burgemeesters hebben bij de uitoefening van de bevoegdheden die hen toekomen (opstelling van kiezerslijsten) te goeder trouw meegewerkt aan de uitvoering van het arrest. Burgers die weigerden te zetelen, hebben te goeder trouw meegewerkt aan de uitvoering van het arrest, zoals het hof van beroep in Brussel op 20 mei 2008 oordeelde (14). Maar de hoofdverantwoordelijke, het federaal parlement, verwijlt nog steeds in de ongrondwettigheid.

Als Dave Sinardet nog eens bruggen wil bouwen, kan hij misschien de onwettige niet-financiering van de Vlaamse school in Komen (15), de onwettige niet-toepassing van de taalwet in Brussel, en de onwettige herhaling van een belangenconflict in een en dezelfde zaak aan de kaak stellen.

Matthias Storme is buitengewoon hoogleraar rechten KU Leuven en UA en advocaat van de burgers die weigerden te zetelen

(deze tekst verscheen met minieme wijzigingen in de Standaard van 23 mei; de nuance "binnen het raam van zijn bevoegdheden" en de uitleg over art. 159 GW zijn daarin wel gesneuveld)

(1) Onder meer in "Een echt debat is iets anders", De Standaard 15 december 2006, met reactie van Filip van Laenen op http://hoegin.blogspot.com/2006/12/dave-sinardet-gespecialiseerde.html


(2) Onder meer in een interview in Tertio 3 oktober 2007 (http://www.tertio.be/archief/2007/T399/T399-bi1.htm). De onjuistheid hiervan heb ik aangetoond in "Interpretatie zonder te zinzen: waarom de splitsing van BHV grondwettelijk moet", http://vlaamseconservatieven.blogspot.com/2007/09/interpretatie-zonder-te-zinzen-waarom.html
= inflandersfields.eu/2007/09/interpretatie-zonder-te-zinzen-waarom.html = The Brussels Journal 28 januari 2007, verkort als "Brussel-Halle-Vilvoorde moet wel degelijk gesplitst" in De Juristenkrant nr. 154, 26 september 2007, p. 14-15; gevolgd door: "De kern van de zaak: BHV discrimineert in strijd met het belgisch evenwicht", http://vlaamseconservatieven.blogspot.com/2007/10/de-kern-van-de-zaak-bhv-discrimineert.html = http://inflandersfields.eu/2007/10/de-kern-van-de-zaak-bhv-discrimineert.html, Brussels Journal 19 oktober 2007, verkort in De Juristenkrant nr. 156, 25 oktober 2007.

(3) "Legalisme of opportunisme", De Standaard 21 mei 2008

(4) Het word unbegrenzte Auslegung wordt historisch gebruikt voor de wijze waarop rechters in totalitaire regimes (bv., maar niet enkel, het nationaal-socialisme) de rechtsbescherming van burgers totaal uitholden door onder het mom van interpretatie en op grond van ideologische beginselen, wetten ten aanzien van categorieën van burgers buiten toepassing te verklaren. Zie onder meer het bekende boek van Bernd RÜTHERS, Die unbegrenzte Auslegung: zum Wandel der Privatrechtsordnung im Nationalsozialismus, Mohr Siebeck Tübingen (1) 1968, (6) 2005; Jens WANNER, Die Sittenwidrigkeit der Rechtsgeschäfte im totalitären Staate. Eine rechtshistorische Untersuchung zur Auslegung und Anwendung des § 138 Absatz 1 BGB im Nationalsozialismus und in der DDR (= Abhandlungen zur rechtswissenschaftlichen Grundlagenforschung 79). Aktiv Druck & Verlag, Ebelsbach 1996

(5) Raad van State nr. 138.860, 23 december 2004, gemeente Kraainem; Raad van State, nr. 138.861, 23 december 2004 iz. Grégoire; Raad van State nr. 138.862, 23 december 2004 iz. Gemeente Linkebeek; Raad van State nr. 138.863, 23 december 2004 iz. Bolle; Raad van State nr. 138.864, 23 december 2004 iz. OCMW Linkebeek. Besproken door o.a. J. CLEMENT, “Omzendbrief Peeters: Raad van State bevestigt institutionele basisgegevens van het land”, Tijdschrift voor Bestuurswetenschappen en Publiekrecht 2005, 57-65 en J. CLEMENT, “Waarom de grondwetgever geen etnograaf is”, C.D.P.K. (Publiekrechtelijke kronieken) 2005, 414-421.

(6) Arbitragehof, arrest nr. 73/2003 van 26 mei 2003 (http://grondwettelijkhof.be/public/n/2003/2003-073n.pdf)

(7) Art. 9 § 1 Bijzondere wet op het Arbitragehof van 6 januari 1989 : “De door het Arbitragehof gewezen vernietigingsarresten hebben een absoluut gezag van gewijsde vanaf hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.”

(8) Voorzitter M. Bossuyt bij zijn installatie, Koningsplein, Brussel herhaald op VRT op 13 november 2007.

(9) Naar de uitspraak van Leo Tindemans.

(10) Zie mijn bijdragen aangehaald in voetnoot 2.

(11) Art. 159 Grondwet: “De hoven en rechtbanken passen de algemene, provinciale en plaatselijke besluiten en verordeningen alleen toe in zoverre zij met de wetten overeenstemmen.” Voor ongrondwettige wetten, zie de Bijzondere wet op het Arbitragehof van 6 januari 1989.

(12) Zie mijn "De gevolgen van een handhavingsarrest van het Arbitragehof voor hangende gedingen", Tijdschrift voor Privaatrecht 2004 nr. 3, p. 1345-1349, ook op http://www.storme.be/handhavingsarrest.html

(13) Overigens was de door het Arbitragehof in arrest nr/ 73/2003 bepaalde overgangsperiode van 4 jaar in ieder geval verstreken voor 10 juni 2007, zie mijn "Verkiezingen op 10 juni volgens huidige kieswet zijn ongrondwettig" of "Verkiezingen Zijn Ongrondwettig Volgens Huidige Kieswet"),

(14) Hof van beroep Brussel, 20 mei 2008, iz. G.M., http://www.haviko.org/teksten/arrest_hof_van_ beroep_brussel_20-5-2008.pdf

(15) De School de Taalkoffer, opgericht als Rijksbasisschool in 1981, en waarvan de subsidiëring al sinds 1 januari 1989 (ingevolge de communautarisering van het onderwijs in 1988) diende te geschieden door de Franse Gemeenschap en onwettig wordt geweigerd, terwijl de franstalige scholen in Vlaamse faciliteitengemeenten wel door de Vlaamse Gemeenschap worden betaald.

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>