1 januari 2008

Vijftien slappe romeinen - romein XI tot XV

Vijf kleine romeintjes ...

XI. België vertegenwoordigt ongeveer twee procent van het bruto binnenlands product van de Europese Unie. Deze twee procent in drie delen hakken (1,1 voor Vlaanderen; 0,4 voor Brussel en 0,5 voor Wallonië) leidt tot economische versnippering.


Zoals eerder aangetoond bent u niet consequent in uw betoog: is Vlaanderen ten opzichte van België en de wereld nu klein of groot? Wie het heeft over “te klein”, moet ook specifiëren waarin. Misschien enkele verhelderende cijfers (Wall Street Journal 2001). Als we Vlaanderen vergelijken op basis van grondgebied, BBP per capita en inwonersaantal, toch drie wetenswaardige indicatoren, dan komen wel heel aardige resultaten naar voren.

Voor wie economie ziet in termen van territorium, staat België van de 192 soevereine staten in de wereld met zijn 30500 km² op de 139ste plaats , Vlaanderen met zijn 13700 km² op de 154e plaats, vijftien plaatsen lager dus. De kleinheid van België tegenover de wereldoppervlakte is dus niet gigantisch groter dan de kleinheid van Vlaanderen. Het argument “we zijn al zo klein” in zijn meest absolute opvatting, namelijk dat van grondgebied houdt dus weinig geen steek. Bovendien is dit compleet irrelevant als men weet dat de factor “grond” in de economie sinds de industrialisering en zeker sinds de evolutie van Vlaanderen naar een tertiaire economie marginaal geworden is.

Tweede cijfer. Qua inwonersaantal staat België op de 75ste plaats ter wereld, Vlaanderen (zonder Brussel dan nog!) op de 94e plaats, hetgeen slechts 19 plaatsen lager is. Vlaanderen laat landen als Denemarken, Finland en Ierland met een ruime voorsprong achter zich, landen die stuk voor stuk geografisch groter zijn, hetgeen inhoudt dat Vlaanderen ook een enorme bevolkingsdichtheid heeft, wat meteen ook onze goeie prestaties inzake het Bruto Binnenlands Product verklaart.

Derde cijfer dan. Het BBP per capita. Daar staat Vlaanderen zelfs op de zesde (Exclusief Brussel NB!) plaats, terwijl België slechts op de twaalfde (!) terug te vinden is. Haar hoge rangschikking is dan nog grotendeels te danken aan de inzet van Vlaanderen zelf. Die ophemeling van België als groot en machtig, terwijl Vlaanderen klein en hulpeloos zou zijn, houdt dus geen steek. Het is Vlaanderen dat in de internationale statistieken België op peil houdt, en in haast elk economisch gebied staat het alleen hoger gerangschikt dan in Belgisch verband. Dat geeft toch wel te denken.

Samenvattend kunnen we zeggen dat dat “kleine” van Vlaanderen dus eigenlijk heel relatief is. Bovendien put ik hier uit cijfers van 2001, maar ondertussen zijn er al meer dan 192 soevereine staten, wat onvermijdelijk betekent dat het territorium, bevolkingsaantal en BBP van de vroegere staten uit de lijst kleiner wordt, waardoor Vlaanderen relatief nog opschuift in de lijst. Onlangs scheidde Montenegro zich af van Servië, waardoor Servië zakt in de rangschikking. Stel je voor dat Schotland en Wales, Catalonië en Baskenland, Corsica en Bretagne en zoveel andere naties onafhankelijk worden, dan staat Vlaanderen op termijn aan de top, zeker als we zelf kunnen beslissen over de uitbouw van onze Antwerpse haven, onze eigen fiscaliteit, onze eigen sociale zekerheid.

Als toemaatje nog een absolute vergelijking. Als het waar is dat Vlaanderen plus Brussel maar 1,5 % van het Europees BBP uitmaakt (waar zijn uw bronnen toch?), dan is dat eigenlijk nog helemaal zo slecht niet. Nemen we aan dat er 25 landen zijn en veronderstellen we even dat ze allemaal gelijk bijdragen tot dat Europese BBP – wat niet zo is want er zijn heel sterke en heel zwakke landen bij – dan is het gemiddeld aandeel gelijk aan 4 %, waardoor die 1,5 % van VL+BR niet zo klein meer lijkt. Meer nog. Aangezien er inderdaad een aantal lidstaten (Duitsland, maar ook Frankrijk) een aanzienlijk aandeel hebben in dit BBP, terwijl andere landen (Estland, Malta, Slovenië) heel zwak zijn en waarschijnlijk nog niet eens aan 0,5 % van het Europees BBP geraken, mogen we er redelijkerwijze van uit gaan dat Vlaanderen goed tot zeer goed scoort. Het is blijkbaar een constante in uw betoog dat u goochelt met relativiteiten, behalve als het erop aankomt om België uit de wind te zetten.

XII. België mag, als stichtend lid van de Europese Unie, geen precedent scheppen voor politieke versnippering van Europa, die de Europese constructie nog meer onbestuurbaar zou maken en de positie van Europa in de wereld zou verzwakken.

Nu wordt het al te gortig! U maakt van de vaststelling uw uitgangspunt! Europa IS onbestuurbaar, dat wees de malaise rond de Europese Grondwet nog maar eens uit. En ook de uitbreiding met 10 nieuwe lidstaten zonder ernstig plan voor de meerkost daarvan was op zijn zachtst gezegd onbezonnen. Dat bewijst nog maar eens dat Europa niet maalt om democratische principes en er vooral is voor de banken en bedrijven, op zoek naar nieuwe markten. Dit Europa is een regelrechte verkrachting van de ideeën van Robert Schuman en Jean Monnet die net ijverden voor meer democratie en samenwerking tussen de landen. Het is dus mijn plicht als Europeëer tegen dit Europa te zijn. Bovendien wordt Europa niet in samenwerking bestuurd, maar door een serie untouchables, hetgeen Eppink treffend omschreef als de mandarijnen van Europa. In uw tweede stelling haalde u zelf aan dat Europa meer dan 300 regio’s telt om te bewijzen dat die elk op zich te onmachtig zouden zijn om invloed uit te oefenen. Welnu, dat is exact wat we nodig hebben, want nu beslissen de groten en slikken de kleintjes. Hoe sociaal is dat?

XIII. Bepaalde beleidsdomeinen kunnen efficiënter worden uitgevoerd op federaal niveau dan op regionaal niveau. Denken we maar aan de geluidsnormen van vliegtuigen. Anderzijds moet de opvolging van de werklozen bijvoorbeeld, zo lokaal mogelijk geschieden.

En weer toont u aan geen goeie Europeëer te zijn! De geluidsnormen moeten niet op Vlaams niveau afgesproken worden, niet op Belgisch niveau, maar op Europees niveau! Het DHL-dossier heeft dat meer dan duidelijk gemaakt. Zelfs al zouden de geluidsnormen federaal geweest zijn, dan nog was DHL verhuisd, omdat Leipzig nu eenmaal betere voorwaarden stelde. Zo gaat het met elke delokalisatie binnen Europa: het land met de beste voorwaarden trekt de bedrijven aan. Dat verhoogt natuurlijk de competitiviteit, maar er is anderszijds ook een gevaar voor sociale uitholling. Zo toonde Noreena Hertz in haar boek “De Stille Overname” aan dat de wereldwijde belasting op bedrijven sinds de jaren ’80 stelselmatig gezakt is, dit ten nadele van de sociale zekerheidsstelsels van die landen, die op zich eigenlijk wel te betalen zouden zijn. Maar wat deze stelling betreft: ik snap niet dat men Vlaamsgezinden kortzichtigheid verwijt, terwijl Belgicisten in hetzelfde bedje ziek zijn: denk Europees.

XIV. De tendens is naar verdere europeanisering en intensere samenwerking tussen landen en dat terwijl wij precies de andere richting zouden uitgaan. Zullen we eerst onze reglementeringen regionaliseren om nadien te harmoniseren op Europees niveau?

Natuurlijk niet. Maar het is niet omdat iets Europees is, dat het daarom per definitie beter is. En het model van een Verenigde Staten van Europa als een conglomeraat van sterk aaneengebonden staten is een al even grote illusie. Of hoe ga je koninkrijken en republieken met elkaar verenigen? Landbouwlanden met industrielanden of landen met een tertaire economie? Al die verschillende talen? Het hoogst haalbare model is een confederatie van lidstaten wiens economieën zo danig geïntegreerd geraakt zijn dat zij niet meer zonder elkaar kunnen. Maar is het werkelijk noodzakelijk om álles op Europees niveau te gaan regelen? Het zou misschien nuttiger zijn om eens na te denken over wat we nog zeker Vlaams willen houden. Bovendien haalt u met de europeanisering het beste argument aan ter beëindiging van het project België: Europa wordt het forum, België is slechts een tussenschot dat langzaamaan aan het verdampen is. Professor Enrico Spolaore toonde met zijn boek The Size of Nations ook duidelijk aan dat de heterogeniteitskosten van het in stand houden van een nationaal niveau niet opwegen tegen de schaalvoordelen die een veel grotere economische unie met zich meebrengt. U kent dat boek. U weet dat. En u verzwijgt dat. Wederom: triest.

XV. Noch Vlaanderen, noch Wallonië, noch Brussel zal de levenskwaliteit van zijn inwoners zien stijgen door een splitsing.

Vervang de eigennamen van regio’s hier door eigennamen van appelsoorten en “inwoners” door “boomgaarden” en u bekomt een even zinloze uitspraak. Op basis van welke parameters komt u tot dit besluit? Vindt u dan dat de levenskwaliteit van de Vlamingen zo hoog is? Zeven zelfmoorden per dag en een tienvoud aan pogingen. Centra voor geestelijke gezondheidszorg die de vraag niet meer kunnen volgen. Groeiende vereenzaming. Groeiende armoede. Steeds meer mensen die dringende geneeskundige zorgen uitstellen. Onze zelfgenoegzaamheid kent blijkbaar geen grenzen.

Toen waren ze allemaal ... op.

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>