.Ze hadden daar toen nog geen goede termen voor, maar
Louis XV – bekend van zijn meubelen – moet in november van het jaar 1757 een moreel dipje gehad hebben. Zijn Oostenrijks-Franse leger was nabij
Roßbach lelijk verslagen door de Pruisen van
Frederik II, terwijl die nochtans drie keer minder in getal waren.
In deze moeilijke periode had Louis gelukkig
Madame de Pompadour aan zijn zijde, zijn maîtresse, om hem weer op te beuren.
Trek het u zo niet aan, zei ze,
ge gaat uw gezondheid daar toch niet voor laten, après nous le déluge! .La Marquise sloeg de lichte toets aan, en onder omstandigheden is dat soms nog de beste.
Marc Hooghe, huisarts van Le Standaard, troostte donderdag Verhofstadt met dezelfde woorden. Guy heeft dan wel geen Zevenjarige Oorlog verloren, eerder zijn Achtjarig Immobilisme.
Dr. Hooghe begint met een paar zekerheden:
[…] Guy Verhofstadt [vertrekt] op 23 maart. Hij kan dan een paar maanden rondtrekken in het multiculturele Europa van de toekomst om zich daarna voluit toe te leggen op de Europese verkiezingen van 2009. Er is geen enkele reden waarom Verhofstadt het langer zou rekken: tenslotte heeft hij nu al meer gedaan dat [dan] je redelijkerwijs kunt verwachten van de verliezer van de verkiezingen van juni 2007. Als er iemand ooit heeft kunnen zeggen après nous le déluge, dan is het wel Verhofstadt.
Een beetje merkwaardig staat daar al direct een tussenwerpsel over “het multiculturele Europa van de toekomst”. Misschien door cut&paste per ongeluk in het verkeerde artikel terechtgekomen? Niet erg, passons Pompadour –
Wat mij treft is dat Hooghe met zijn “redelijkerwijs” schijnt te bedoelen dat Verhofstadt alles gedaan heeft wat menselijk mogelijk was, bijvoorbeeld mooie begrotingen afleveren, onvermijdelijke institutionele hervormingen in gang zetten enzovoort, kortom, dat Guy goed heeft bestuurd en door de kiezer slecht is beloond.
Verder vertelt de goede dokter: In 2007 kon de publieke opinie nog met een zekere meewarigheid kijken naar het circus dat werd opgevoerd in Hertoginnedal, maar die speeltijd is nu definitief voorbij.
Het beeld van die speeltijd hebben geloof ik alle commentatoren, politici, journalisten, politicologen &cet al vóór Hooghe eens aangewend, ik heb de teller stilgelegd, en het mag dan een typische non-analyse zijn van wat er sinds juni heeft plaatsgevonden, een weigering om ernstig te praten over politieke onderwerpen: stilistisch gesproken blijft het goed gevonden. Originaliteit kan ook een ondeugd worden, een storende gezochtheid, terwijl afschrijven en napraten juist op sociale aangepastheid wijzen. Hetzelfde kan gezegd worden over de aanstekelijkheid van geeuwen.
Met politicologische analyses is het zoals met het regeerwerk zelf, en ons voorlopig bewind illustreert dat uitstekend: net doen alsof, is goed genoeg.
Lezer, wees gerust, ik zal niet het volledige artikel van Hooghe onder handen nemen.
Hier en daar een zinsnede toch nog, zoals: “[het] doemscenario en dat leidt onvermijdelijk tot vervroegde verkiezingen in 2008.” .Hooghe gaat er duidelijk niet van uit dat verkiezingen de Hoogmis van de democratie zijn.
Nog iets: Ironisch genoeg maakt de huidige economische crisis een dergelijk compromis waarschijnlijker: alle partijen moeten nu wel beseffen dat er weinig ruimte is om cadeaus uit te delen aan de eigen achterban.
Ik heb wel eens de omgekeerde politicologische stelling horen verdedigen, namelijk dat het een stuk makkelijker is om compromissen te sluiten als iedereen iets krijgt om zijn achterban mee te sussen. De term achterban is overigens huichelachtig, en wijst er in soortgelijke non-analyses op dat politici noodzakelijk met twee tongen spreken. Maar dat nog daargelaten, blijft mijn vraag: gaat het politicologisch gesproken nu makkelijker als men op bergen geld zit, of juist in tijden van krapte? De wetenschap is hier misschien nog niet uit.
Laten we maar meteen naar Hooghe zijn conclusie springen:
De modale Belg wordt intussen geconfronteerd met stijgende prijzen voor benzine, aardgas, elektriciteit, voedingsmiddelen en stookolie. Als we daarmee rekening houden, wordt het gemakkelijk te voorspellen naar welk scenario de voorkeur van de kiezers uitgaat. Als ze een beetje gezond verstand hebben, dan houden de politici ook rekening met die voorkeur van de modale Belgische kiezer.
Bij de vorige verkiezingen was het zoals wij weten de politicologen en journalisten niet gelukt om te voorspellen wat voor thema’s de kiezer naar voren zou schuiven. Debatten mét inhoud was toen het devies. Geen communautaire flauwekul. Hooghe geeft de moed niet op en voorspelt, net als vorige keer, dat de kiezer zich deze keer wél met echte dingen zal inlaten. We zijn benieuwd. Aandoenlijk overigens om te zien hoe Marc zijn steentje wil bijdragen, en aan agenda-setting probeert te doen. Bijvoorbeeld met zijn ietwat redundante opsommingetje van “benzine, aardgas, elektriciteit, voedingsmiddelen en stookolie” wil hij ons doen geloven dat een federale regering daar iets aan kan veranderen. Iedereen weet nochtans dat die beslissingen elders liggen.
Luc Huyse dan maar geraadpleegd, een topintellectueel zoals Knack heeft laten vaststellen door een college van topintellectuelen.
Op dezelfde Standaardpagina van donderdag, waar het Hooglied afgedrukt stond, zingt Huyse de lof van de diversiteit in de Vlaamse pers, en de verrijking die daarvan uitgaat:
‘De evolutie in de schrijvende pers is bijzonder verrijkend. Alleen al het feit dat kranten als De Morgen en De Standaard elke dag verschillende opiniepagina’s hebben, biedt veel mogelijkheden die er vroeger niet waren. (...) De diepgang van het debat in de schrijvende pers is zeer groot. Men kan klagen over Vlaanderen zoveel men wil, maar dan vergeet men toch hoe het vroeger was: de armoede van het debat toen, de hokjesgeest, de angst om klop te krijgen.’
De politicologie blijft mij met haar diepe inzichten verbazen.
Vroeger had je socialistische kranten zoals Vooruit en Volksgazet, en liberale zoals het Laatste Nieuws of nog de Matin, de Métropole of de Flandre Libérale, zelfs anti-socialistische zoals Het Volk, uitgesproken katholieke zoals De Standaard of de Gazet van Antwerpen, verder internationalistische bladen zoals De Rode Vaan, of nationalistische zoals 't Pallieterke of La Wallonie Libre, et puis j’en passe! (die laatste Libre staat er trouwens maar bij omdat ik ze graag las).
Nu heb je aan Vlaamse kant inderdaad, zoals dr. Huyse – Van der Kelen vergetend – opmerkt, De Morgen en De Standaard, maar die hun hoofdredacteurs verklaarden zelf dat zij net zo goed van plaats konden wisselen! Verre van diversiteit, is er onder deze geestesarbeiders sprake van een soort unie zou ik bijna zeggen.
Alhoewel, marketeer Vandermeersch zou ook conservenblikjes of autobanden kunnen verkopen, en in naam van de door Huyse geprezen diversiteit zou ik dat nog toejuichen ook.
.
Labels: De Morgen, De Standaard, Hooghe | Marc, Huyse | Luc, Louis XV, politicologie, Pompadour | Madame de, sociologie, Verhofstadt | Guy
Read more...