Oscar van den Boogaard zoekt zijn weg nog (victa placet mihi causa)
.
Als ik iets zou willen vertellen over Geert Wilders, dan zou ik, in de veronderstelling dat mijn lezers geen ezels zijn, die man gewoon Geert Wilders noemen.
Oscar van den Boogaard pakt het in De Standaard anders aan, en hij spreekt van de “Nederlandse rechts-populistische politicus Geert Wilders”.
Daar valt misschien iets voor te zeggen. Homerus reeds maakte ons vertrouwd met het stijlmiddel der epitheta ornantia en niemand, behalve misschien Bart De Wever, zal ontkennen dat Helena een deel van haar charme te danken had aan de blinde zanger die haar onvermoeibaar “de blankarmige” is blijven noemen.
Komt nog bij, dat voor een aankomende auteur het nooit kwaad kan om zich te spiegelen aan klassieke voorbeelden. Een goede stijl ontstaat vaak door aanvankelijke nabootsing.
Maar om ter zake te komen: de opvattingen van de Nederlandse rechts-populistische politicus Geert Wilders vallen slecht in de smaak bij de jonge Nederlandse auteur en columnist Oscar van den Boogaard – zo kan Wilders bijvoorbeeld slecht relativeren, en dat komt weer doordat Wilders zich van de maatschappij heeft afgezonderd.
"Hij heeft zichzelf zo geïsoleerd – hij laat zich door zware bewaking isoleren – en in zijn eigen angst opgesloten dat relativeren niet meer lukt.”
Een sierlijke zin is het niet, maar wij begrijpen: dan waren Fortuyn en van Gogh toch van een ander slag! die lieten zich eenvoudig niet beschermen.
Daarin moet je sportief zijn! zei toen van Gogh nog aan Fortuyn. Een woord dat, geloof ik, getuigt van een groot vertrouwen in de overlevingskansen van onze beschaafde samenleving.
Oscar van den Boogaard zelf zal nooit sportief hoeven zijn. Deze lieverd geeft nooit aanleiding tot wat dan ook. Bijvoorbeeld relativeren kan hij beter dan de beste. Zelfs de waarheid in haar tegendeel verdraaien lukt hem aardig, als het voor de lieve vrede is.
Zo is het niet Wilders, wat iedereen denkt nochtans, die noodgedwongen afgeschermd moest worden – bijvoorbeeld omdat er niets minder dan een verzwegen burgeroorlog heerst – nee, het is natuurlijk Wilders zélf die in zijn bekrompenheid zich wil afsluiten voor de buitenwereld. En natuurlijk dat er bij hem dan mallotige ideeën opkomen.
Verderop in zijn column heeft Oscar het over een Haagse tentoonstelling, het project Adam en Ewald van zekere fotografe Sooreh Hera. Twee homoseksuelen zouden daar te zien moeten zijn, dragende maskers van Mohammed en Ali.
Misschien interesseert mijn verdere verhaal u nu niet meer lezer, en ik zou daar begrip voor hebben, maar dat die tentoonstelling commotie geeft, zal u toch nauwelijks verwonderen.
Ik zal kort zijn; met Georges Brassens ben ik het als altijd eens : "Les amoureux qui se bécottent sur les bancs publics [...] ont des petites gueules bien sympathiques".
Iets anders is het om in naam van de Kunst twee middelbareleeftijd-jeannetten in latexpakjes te aanschouwen. Daar pas ik voor. Het mogen "kunstfoto's en een video" zijn, zoals Oscar zegt, maar onder deze omstandigheden hoop ik eenvoudig dat er geen belastinggeld mee gemoeid is, en dat het zaakje verder zelfbedruipend is. En dan mag alles wat mij betreft.
Als vrienden en sympathisanten de kosten dragen, komt de vrije meningsuiting niet in het gedrang, hoogstens de smaak.
Zowel ceux qui obstinément prennent Cupidon à l'envers (de Meester alweer), en daarbij nog vinden dat zij dat ostentatief moeten doen, als die anderen, die geloven dat wij Westerlingen hun koran helemaal niét zouden mogen omdraaien ...hebben er geloof ik alles bij te winnen, als ze hun ding thuis uitoefenen, in de intimiteit. Niemand zal hen daar storen, en het laat iedereen koud hoe zij zich daarbij wensen uit te dossen.
In de openbare ruimte gelden andere normen.
Maar Oscar was nog niet helemaal klaar met zijn kolommetje (die dingen moeten een bepaald aantal woorden hebben), en en passant noemde hij Jezus (ttz. de Tweede Goddelijke Persoon in onze cultuur): “één of andere heilige”. .Ja, een stouterd is hij soms toch!
En dan kwam zijn filosofische slotsom: “Heilige geschriften zijn niet gevaarlijk an sich, alleen interpretaties kunnen dat zijn.”
Zo’n zinnetje alleen bewijst hoe hard het vak van columnist wel kan zijn. Het publiek onderschat dat vaak. Wát een banaliteit! roepen ze dan.
Maar ik zou van den Boogaard hier willen bijspringen, wat zeg ik, zijn uitspraak nog kracht bijzetten! Ik zou willen stellen dat zelfs interpretaties niet gevaarlijk zijn.
Enkel het concrete plannen, en tenuitvoerleggen van wreedheden, bijvoorbeeld rituele slachtingen van tegenstanders, homo’s, kaffers enzovoort, kun je als gevaarlijk beschouwen.
't Is toch waar hé, Oscar?
.
__________________________
P.S. (11december)
Dat citaat hierboven kwam uit mijn geheugen. Wat Brassens letterlijk zingt is:
Y a tant d'homm's aujourd'hui qui ont un penchant pervers
À prendre obstinément Cupidon à l'envers
(Le Mécréant)
.
Labels: Boogaard | Oscar van den, De Standaard, Wilders | Geert
4 Comments:
Ik vermoed dat Oscar vdb nooit zijn weg nog gaat vinden, althans niet OP TIJD (voor het te laat is) om hem nog te kunnen bewandelen. Aan zulk een graad van 'kopindegronderij' (of is het ideologische zelfverdwazing die feitelijke observatie belet) zal niet veel meer te veranderen zijn.
Tegelijkertijd meen ik dat tentoonstellingen niet veel te maken hebben met "vrije meningsuiting". Discussies en ruzies over de inhoud van tentoonstellingen hebben dat natuurlijk wel. Dit is geen onbelangrijk punt of onderscheid. Te veel commotie over tentoonstellingen en gelijkaardige dingen kunnen soms leiden tot het verwaarlozen van de noodzakelijke strijd om voor echte vrijemeninsguiting te blijven opkomen.
Eigenlijk ben je Oscar vdb niet "bijgesprongen", noch heb je zijn uitspraak "kracht bij gezet". Integendeel, je hebt het fundamentele onderscheid weten te maken tussen daden en opinies, wat Oscar vdb - tot zijn grote schande - blijkbaar niet meer kan.
[...]"twee middelbareleeftijd-jeannetten in latexpakjes"[...]"onder deze omstandigheden hoop ik eenvoudig"[...]"dat het zaakje verder zelfbedruipend is."
Ew. :)
@Marc Huybrechts: bedankt voor de reactie. In interviews zegt Sooreh Hera wél heel zinnige dingen, en die hebben inderdaad met vrije meningsuiting te maken, meer dan haar tentoonstelling, die simpelweg ingaat tegen de goede smaak. Toegegeven, dat laatste is een ondefinieerbaar begrip, en overigens lijkt het bij "kunst" geen rol meer te spelen.
Mij ging het hier, zoals altijd, om de legitimiteit van kereltjes als deze Oscar. Waarom laat men zo iemand kolommetjes vullen? want behalve over diffuse gedachten, beschikt hij ook over een vervelende en nadrukkelijke schrijfstijl.
Nee Chuck, niemand zou het zelfs maar aandurven om zelfbedruipen aan jeannetten te linken. Stoute jongen.
Een reactie posten
<< Home