11 november 2007

Een libertarische kijk op de BHV-kwestie: de overheid als grote boze wolf (Politiek Incorrect)

Nadat vorige woensdag de Franstalige leden van de Kamercommissie Binnenlandse Zaken demonstratief hun blijk van ongenoegen hebben geuit naar aanleiding van het “Vlaams imperialisme” – over de manier waarop zij in 2003 het vreemdelingenstemrecht door de Vlaamse strot hebben geduwd en een referendum over de Europese grondwet onmogelijk werd gemaakt wegens angst voor een te grote verdeeldheid van het onzalige koninkrijk zullen we dan maar zedig zwijgen zeker? – is het eerst en vooral natuurlijk maar te hopen dat zij voor eens en voorgoed wegblijven. Of de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde ooit wel effectief gesplitst zal worden is natuurlijk nog een andere vraag.

Gezien kranten, opiniebladzijden en andere weblogs al uitbulken van de analyses en opinies over hoe het nu verder moet met ’s lands toekomst en de regeringsonderhandelingen – zonder hierop verder in te gaan is de mening van de beheerder van deze weblog dat, gezien de massahysterie die nu ontstaan is in Franstalig België (alsof er ook nog een ander België zou bestaan…), de tijd voor het opstellen van de Belgische overlijdensakte nu dringend aan de orde is. En als de Vlamingen dan al een ‘geste’ moeten geven, zoals de Franstaligen voorstellen, dan is de enige gepaste een opgestoken middenvinger – is het interessant om eens naderbij (weeral…) in te zoomen op juist die kwestie van de kieskring van Brussel-Halle-Vilvoorde. De splitsing ervan is buiten de eis van het Grondwettelijk Hof – hoewel ik verder in dit artikel niet verder zal ingaan op het technisch-juridische of politieke aspect van de zaak – immers ook een duidelijk signaal dat het territorialiteitsbeginsel een voornaam principe is dat ook in Vlaanderen geldt. En dat anderstaligen die zich in Vlaanderen (inclusief Sint-Genesius-Rode, Wezembeek-Oppem,…) vestigen het Nederlands meester moeten zijn. Maar valt er dan echt niets goed te zeggen over het zogenaamde personaliteitsbeginsel (ieder persoon zijn of haar eigen taal) dat door de Franstalige inwijkelingen met hand en tand wordt verdedigd? Ook ondergetekende, die bijvoorbeeld zowel lid is van het libertarische (en vorige week pas opgerichte) Murray Rothbard Instituut (zie http://www.rothbard.be/) als van de Vlaams-nationalistische Vlaamse Volksbeweging kampt of zou kampen met de schizofrenie dat hij als overtuigd libertariër het voornamelijk door francofonen verdedigde standpunt van het zogenaamde ‘personaliteitsbeginsel’ zou moeten bijstaan (vanuit de libertarische idee kan immers geen enkel individu worden gedwongen een bepaalde taal – in dit geval het Nederlands – te spreken), maar aan de andere kant ook het flamingante hart moet laten spreken, en tot het uiterste – desnoods met geweld – moet gaan om geen gesproken of geschreven letter van de taal van Vondel in Linkebeek of Wezembeek-Oppem (thans oorlogsgebied) teloor te laten gaan. Het (libertarische) principe van personaliteit zou dus op zeer gespannen voet komen te staan met het (Vlaams-nationale) beginsel van territorialiteit. When in Rome, do as the Romans do. Or not?

Ik heb in deze inleiding zeer opzettelijk de term ‘libertarisch’ (principe, beginsel,…) gebruikt, om deze te onderscheiden van een (klassiek-)liberaal. De klassiek-liberale minarchist zou immers het standpunt verdedigen dat het territorialiteitsprincipe alleen van toepassing zou mogen zijn op communicatie van de overheid naar de burger toe (waardoor taalfaciliteiten en dergelijke meer direct naar de prullenmand worden verwezen), maar dat die burgers in hun onderlinge communicatie de vrijheid van taalgebruik mogen gebruiken. Die tweespalt tussen ‘publieke’ en ‘private’ ruimte leidt echter soms tot nogal dubieuze situaties, omdat juist die grens tussen het publieke en het private domein flinterdun is. Wat bijvoorbeeld met de (achteraf door de provinciegouverneur geschorste) beslissing van de gemeenteraad van het Vlaams-Brabantse Merchtem vorig jaar waarin bepaald werd dat op de wekelijkse markt alleen maar het Nederlands gebruikt mag worden om de uitgestalde koopwaar aan te prijzen? Is dat geen schandelijke interventie van de overheid in dat fameuze private domein? Volgens het gemeentebestuur van Merchtem alleszins niet, omdat zij zich als organisator van die markt – zij claimt overigens die rol als monopolistische organisator louter en alleen maar omdat de kraampjes op die markt op zogenaamd ‘publiek’ domein staan geplaatst – veronderstelt dat het, indirect, om een publiek-private verhouding gaat, en zij zodoende bevoegd is om de officiële taal die uitgaat van de overheid – zijnde het Nederlands – op te leggen. De klassiek-liberaal in dit verhaal zal nu knarsetandend en met parelend zweet op het voorhoofd een bepaalde argumentatie uit zijn koker moeten toveren om de beslissing van de gemeente Merchtem al dan niet te verdedigen. Misschien zal hij wel opperen om die markt gewoon te privatiseren?...

En daarmee zit de klassiek-liberaal al op het juiste spoor, maar de libertariër zit ook nog eens in de juiste trein: in feite zou er juist moeten worden afgestapt van die scheiding tussen ‘publiek’ en ‘privaat’, omdat de overheid toch voor niets deugt. Het feit dat voor de libertariër alleen maar ‘het private’ bestaat, is een logisch gevolg uit de dualiteit tussen ‘maatschappij’ en ‘samenleving’. Het begrip ‘maatschappij’ veronderstelt immers een hiërarchische ordening van horige subjecten die onderworpen zijn aan de wil en het doen en laten van een overheid; meerbepaald de staat. Zij veronderstelt dat A macht heeft over B en C. ‘Samenleving’ daarentegen is de spontaan geordende interactie van meerdere deelnemers, waarbij andermans mijn en dijn (de Lockeaanse basisgoederen leven, vrijheid en eigendom) wordt gerespecteerd. Die ‘spontane orde’ impliceert overigens ook dat het hier niet gaat om een louter toevallig chaotisch georganiseerd (of juist niet georganiseerd) aggregaat (hoewel ieder aggregaat conform het menselijk handelen wel over moét gaan naar een samenleving). In dit model vindt interactie plaats tussen hetzij A en B; B en C; of A, B en C tezamen, zonder dat A daarom noodzakelijk direct gezag uitoefent over B en C, in die zin dat A hetzij willekeurig (op totalitaire wijze), hetzij met de goedkeuring van bijvoorbeeld D en E (op democratische manier, hoewel democratie eigenlijk niet meer of niet minder is dan een opgesmukt afgeleide van totalitarisme) kan beslissen wat B en C mogen/niet mogen/moeten doen.

Inzake Brussel-Halle-Vilvoorde en het daaraan verbonden debat over personaliteit versus territorialiteit heeft die libertarische dualiteit tussen maatschappij – een begrip met een boosaardige, etatistische lading – en samenleving verstrekkende gevolgen. Gezien in een samenlevingsmodel het dwingende karakter van een overheid afwezig blijft, verdwijnt ook direct de discussie over de taal waarin de overheid haar communicatie naar de burger moet voeren. Op het eerste zicht lijkt het er dan ook op dat vanuit een libertarisch perspectief alleen maar het personaliteitsbeginsel kan worden verdedigd, omdat het territorialiteitsprincipe een dwingelandij – i.e. de overheid die bepaalt welke taal in welk territoriaal afgebakend gebied moet gesproken (of minstens passief gekend) zijn – inhoudt. Dit zou echter een banaal beeld opleveren van het libertarisme als een egocentrische en cultuur- en taalrelativistisch model (ik gebruik opzettelijk niet het woord ‘ideologie’, wat niet het geval is. Ook de samenleving – dat zoals eerder vermeld een ander (geordend) concept vormt dan een aggregaat – kan immers dergelijke regels, zij het van morele aard, opleggen. In die zin dat bijvoorbeeld een Franstalige die zich in Merchtem – we hebben het er nu toch al het hele artikel over – vestigt niet direct verplicht is Nederlands te leren of te kennen, maar door de reeds gevestigde samenleving wel moreel afgekeurd kan worden wanneer hij in zijn dagdagelijkse omgang met andere mensen binnen die samenleving – bijvoorbeeld bij de bank, de bakker, de slager,… - het vertikt Nederlands te spreken.

Nu zal de traditionele Vlaams-nationalist zonder twijfel opmerken dat het naïef is te rekenen op de samenleving om, in dit voorbeeld, de weerbarstige francofiel tot andere Nederlandstalige inzichten te brengen. De dagelijkse realiteit leert immers dat zowel de loketbediende bij de bank, als de bakker, als de slager, als de krantenverkoper, enz. zonder enige scrupule commerciële belangen zullen inroepen om de Franstalige inwoner in kwestie van dienst te zijn. De tweetalige (Nederlands/Frans) reclamefolders van de meubelketen Ikea die in 2005 in Halle-Vilvoorde werden verspreid zijn hier een voorbeeld van. Schiet ‘de samenleving’ op die manier dan niet te kort in de vrijwaring van de Nederlandse taal, en is een (dwingend) overheidsingrijpen hier dan echt niet op zijn plaats? Het antwoord is, op z’n Joëlle Milquets, non. De vraag die immers gesteld moet worden is: waarom weigert verzameld Francofonië het pertinent om Nederlands te spreken, laat staan het te leren? Misschien dat ook hier de overheid de grote boosdoener is? De Vlaamse (!!) overheid (!!) bijvoorbeeld, die in de zes faciliteitengemeenten niet minder dan 9 miljoen euro per jaar besteedt aan Franstalig basisonderwijs, en daarmee gewoon zélf de loop van het geweer op de Vlaamse slaap houdt. Van zelfkastijding gesproken… Of wie, denkt u, dat de talrijke Franstalige verenigingen in de Vlaamse rand rond Brussel financiert? Of beter gezegd... subsidieert?

De oplossing ligt er dus niet in de Franstalige dominantie in Vlaams-Brabant te counteren met nog meer overheidsinterventie – zoals de regulering van de markt in Merchtem - , maar juist integendeel door het gevaarlijke buskruit dat de staat is uit te doven. Neem hen het overheidsgeld af, en laat hen hun Franstalige scholen, sportverenigingen en kaartersclubs uit eigen portemonnee betalen. U zult merken hoe snel zij de gedichten van Guido Gezelle en – dichter bij Vlaams-Brabantse haard – de romans van Ernest Claes meester zijn.

13 Comments:

At 11/11/07 22:07, Blogger David Vandenberghe said...

Franse gemeenschap zal dan eisen meer te mogen investeren in Vlaams Brabant. Daarnaast vergeet je blijkbaar het bestaan van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waar de Franse gemeenschap vollop haar werk mag verrichten. Een Franstalige kan dan in de rand blijven wonen en zijn kinderen naar het onderwijs in het BHG sturen.

 
At 11/11/07 22:14, Anonymous Anoniem said...

BHV is één zaak, het taalgebruik en de faciliteiten zijn een andere zaak.

De taal die inwoners spreken bij hun contacten met de overheid heeft belang voor de faciliteitenkwestie, niet voor BHV.

BHV gaat over de vraag op welke lijsten inwoners mogen stemmen, en dus wie hen vertegenwoordigt in het parlement.

Is het normaal dat inwoners van het Vlaams Gewest in het parlement worden vertegenwoordigd door politici uit een ander gewest? Dàt is de anomalie die door het bestaan van BHV mogelijk is.

De splitsing van BHV verandert in principe niets aan de faciliteiten.

 
At 11/11/07 22:24, Blogger David Vandenberghe said...

LVB: Ja. Hoewel, het BHV-conflict hangt vast met de verfransing. De reden om de splitsing door te voeren is haar ongrondwettelijkheid. De achterliggende motivatie is de verfransing, signaal uitzenden dat het zo niet meer kan. Nieuw 'pacte des belges' nodig.

 
At 11/11/07 22:25, Blogger Karel Jansens said...

Laten we het simpel houden: B-H-V is een uitwas van de Belgische staat; de Belgische staat is contradictorisch met libertarisme; ergo: er is geen belangenconflict tussen libertarisme en flamigantisme. Belgica delenda.

 
At 11/11/07 22:31, Anonymous Anoniem said...

Vanuit libertarisch oogpunt is de verfransing een natuurlijk sociologisch gegeven ten gevolge van de stadsvlucht. Als enkel overheidsingrijpen die verfransing kan tegenhouden, dan zal een libertariër zeggen dat die verfransing beter niet wordt tegengehouden.

Libertariërs zullen ook zeggen dat de (liefst minimale) overheid de dienaar moet zijn van de burgers, en bijgevolg geen taal tegen de meerderheid van haar burgers in opleggen.

En als men klaagt dat de grond- en woningprijzen stijgen als gevolg van stadsvlucht en verfransing, dan zal een libertariër dat toejuichen. Stijgende waarde van vastgoed, dat is prachtig. Vraag en aanbod in werking.

 
At 11/11/07 23:40, Blogger Michael said...

Hoezeer ik het 'verlies' van de Brusselse rand, én van Brussel (en van Frans-Vlaanderen en Zeeuws-Vlaanderen, etc) ook betreur, mijn afkeer voor "bloed en bodem" denken is nog stukken groter. Die mensen spreken daar Frans, get over it.

BHV mag dan wel ongrondwettelijk zijn, het idee van kieskringen is op zich idioot; al die mensen komen in hetzelfde parlement terecht en stemmen over de wetten die voor iedereen gelden, dus ik snap niet waarom er met verschillende kieskringen gewerkt moet worden, of zijn we echt nog zo provincialistisch ingesteld? Richt dan aub een confederatie op.

België is een gedrocht, ja natuurlijk, maar schaf het dan gewoon af, of pleit voor de afschaffing ervan, in plaats van je te verliezen in non-issues zoals BHV; daarmee maken we ons enkel belachelijk bij mensen die niet geïnteresseerd zijn in dat soort symbolische dossiers.

 
At 12/11/07 00:58, Blogger David Vandenberghe said...

Die mensen spreken daar Frans en passen zich niet aan. Als je wil leven in een samenleving moet je minstens de taal kennen om erbij te kunnen over. Blut und Bodem à la Francophone mag dan wel, Get over it yourself!

 
At 12/11/07 01:37, Blogger Michael said...

@Brigant; "bloed en bodem" verwijst naar het territorialiteitsbeginsel dat door de Vlamingen wordt verdedigd, niet door de franstaligen. Ik zie dus niet in waar jouw "Blut und Bodem à la Francophone mag dan wel" vandaan komt.

"Als je wil leven in een samenleving moet je minstens de taal kennen om erbij te kunnen over."
Het gaat om 65 tot 85% van de bevolking die daar franstalig is, die 'samenleving' is daar dus franstalig, me dunkt.

De franstaligen hadden in 1830 (en alle jaren die daar op volgden) niet het recht om het frans willens nillens door de strot van de Vlamingen te duwen, en wij hebben nu niet het recht om het Nederlands door de strot van die franstaligen in de rand te duwen.

 
At 12/11/07 01:55, Blogger David Vandenberghe said...

En de Franstaligen hanteren niet het 'territorialiteitsbeginsel' om zich te beschermen? Ze roepen het personaliteitsbeginsel aan om de ééntaligheid & taalfaciliteiten te ondermijnen.

Ja, nu vormen ze wel een meerderheid. Nadat voldoende Vlamingen zich hebben teruggetrokken uit het onvriendelijke klimaat.

Door het strot te rammen? Dus een Afghaan in Duitsland mag men niet van verwachten dat ie Duits zou leren & hanteren? De Franstaligen in de rand zijn geen indigenous minority, basta dermee. Ze mogen Frans praten in hun privé-gebruik maar met de administratie moeten ze maar Nederlands praten. Feitelijk zouden de Vlamingen ginds ook ééntalig Nederlands moeten spreken, maar dat doen ze meestal niet...zeker niet de commercanten.

 
At 12/11/07 11:05, Blogger Pieter Cleppe said...

Brigant,

het punt is dat als je wil dat die Franstaligen Nederlands gaan praten, je het best niet via de overheid oplegt, maar integendeel inziet dat de overheid onnatuurlijke situaties bestendigt.

En in het geval die situaties niet onnatuurlijk zijn, is er geen probleem.

In een 3 staten oplossingen (vl-wal-bru)zullen de Vlamingen meer respect krijgen in Brussel (en dus ook de rand) dan nu het geval is, want Brussel zal op eigen benen moeten staan en het is duidelijk dat in een markteconomische logica dit enkel mogelijk is door uw klanten in de eigen taal te bedienen.

- Xavier, dit is een fundamentele discussie, en goed dat je ze hier gevoerd hebt!

 
At 12/11/07 11:50, Blogger David Vandenberghe said...

Cleppe:

"Feitelijk zouden de Vlamingen ginds ook ééntalig Nederlands moeten spreken, maar dat doen ze meestal niet...zeker niet de commercanten."
Denk je niet dat dit indicatief is van maatschappelijk falen, dat Staatsinterventie normaal niet nodig zou zijn? Opleggen via de overheid, denk je nu werkelijk dat zoiets kan in faciliteitengemeentes waar Franstaligen de meerderheid vormen? Denk je dat diezelfde overheden werkelijk zich een reet aantrekken van de Nederlandstaligen? We hebben gezien hoe dat werkt in het BHG.
Denk je nu werkelijk dat de Franstaligen zich houden aan taalwetgeving? Dat ze dat zullen doen bij een 3 staten oplossing? Ha.

3 staten oplossing is geen oplossing. Brussel is niet leefbaar zonder een grotere aanhechting met haar economisch hinterland. BHG in dat geval moeten vergroten. Die faciliteitengemeentes zullen zeker overlopen naar het BHG in een 3 staten logica, dus bekom je conflict. Misschien is dat allemaal aanvaardbaar voor jullie, voor mij als voormalige bewoner van het BHG en randbewoner is dit onaanvaardbaar. De markteconomische logica gaat dit ook niet veranderen anders zouden obers in diverse cafés werkelijk Nederlands kunnen...nu pas beginnen ze het te leren met mondjes maat. Veel te laat. Soms faalt de markt, soms faalt de maatschappij en in die uitzonderlijke gevallen moet en kan de overheid niet anders doen dan op te treden. Dit is zo'n geval.

 
At 12/11/07 20:03, Blogger David Vandenberghe said...

Cleppe: Waar het voor mij op neerkomt is dat de situatie in BHV een conflictsituatie is. In dat geval komt de markteconomische logica niet ter sprake. Inzake dienstverlening aan de burger en de manier waarop een overheid haar diensten (public goods) moet beheren wel.

BHV is een conflictsituatie. Het is de taak van de Staat om in naam van de burgers te zorgen voor de veiligheid, zij kan hierbij bijgestaan worden door private inbreng...maar als sidekick. Niet ter vervanging, noch als methodiek voor een conflictoplossing.

 
At 12/11/07 20:21, Anonymous Anoniem said...

Al de provinciaaltjes die zich storen aan de verfransing van Brussel en de rand moeten maar naar de hoofdstad verhuizen. Niet (zoals een slordige 250 000 andere Vlamingen) rond hun kerktoren blijven hangen en dan gaan janken over de obers in de grote stad, neen : een huis in de stad kopen en van Brussel weer een Vlaamse(re) stad maken. Nu zijn alleen de toponiemen, de familienamen en het handvol overgesubsidieerde culturo's nog Vlaams.
En Brigant, ga gewoon naar een ander café - dat was de vrije markt de laatste keer dat ik keek - of volg zoals steeds de kortste weg van kantoor naar Brussel-Noord. De Brusselaars of de Rodenaars hebben echt geen Vlaamse schoonmoeders nodig. Laat hen zelf hun eigen bonen doppen. Misschien krijgen ze ooit spijt over hun keuze, pech voor hen !

 

Een reactie posten

<< Home

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>