GDF-Suez en de erfenis van Frédéric Bastiat (Politiek Incorrect)
Terwijl een Belgische kortsluiting in de regeringsvorming dreigt (hoewel dit meer een hoopvolle verwachting danwel een bedreiging vormt), schittert de hoofdstad van onze zuiderburen weer in het licht. La Ville Lumière zoals Parijs soms romantisch wordt genoemd zal hiervoor aan elektriciteit zeker geen tekort hebben. Immers, de Franse energieconcerns Suez en Gaz de France zijn sinds kort gefusioneerd tot het grootste energiebedrijf ter wereld, met een gezamenlijke jaaromzet van 72 miljard euro. Et allors? – om het Mitterandiaans uit te drukken. Wat doet dit heuglijke bericht over een Frans bedrijf nu op een Vlaamse politieke blog als deze? Dat komt omdat achter de façade van deze fusie minder rooskleurige zaken verborgen zitten die men niet direct ziet. Ce qu’on voit et ce qu’on ne voit pas , om het in de primaire taal van de meerderheidsaandeelhouders uit te drukken. De 19de eeuwse Frans-Baskische econoom Frédéric Bastiat zou een vette kluif aan de hele fusie hebben. Jammer genoeg is ook samen met Bastiat zijn intellectuele erfenis teloor gegaan, hoewel we er anno 2007 meer dan ooit nood aan hebben.
Hoewel de aanloop naar de fusie tussen Suez en GDF – dat een aaneenrijging van de ene protectionistische beleidsdaad naar de andere etatistische bezwerende vinger vormt – gaan we hier niet dieper op in. De fusie is nu tot stand gekomen, en hoe spijtig ook, dienen we ons hierbij neer te leggen. Wat wel zeer verhelderend is om naderbij te aanschouwen is de samenstelling van de aandeelhouders van de nutsgroep GDF-Suez. Wat bijvoorbeeld direct opvalt is dat de Franse staat meerderheidsaandeelhouder is geworden. In totaal bezit zij 38% van de aandelen; gezien diezelfde Franse staat immers de haast monopolistische aandeelhouder van GDF was. Voor België – en dus ook voor Vlaanderen – heeft die plotsklapse bemoeienis van de Franse overheid binnen GDF-Suez uiteraard een serieuze impact, gezien Suez via Electrabel 70% van de (althans Vlaamse) energiemarkt domineert. En via SPE-Luminus – dat 15% van die markt op zich neemt – heeft ook het Franse staatsconcern GDF (dat een belang van 25% in SPE heeft) een aardige vinger in de Vlaamse pap te brokken.
Om de miserabele situatie kernachtig te schetsen: door Franse overheidsinterventies en –inmengingen allerhande dreigt het semi-staatsbedrijf GDF-Suez een monopoliepositie op de Belgische elektriciteitsmarkt te verkrijgen. Op het feit dat alleen dergelijke ongeoorloofde overheidsacties tot een monopolie kunnen leiden, is al meermaals terecht gewezen door de Oostenrijkse economische School.
Conform de zogenaamde “Pax Electrica” die de top van Suez en de Belgische regering vorig jaar beklonken hebben zou Suez na deze fusie 30% van haar activiteiten in België afstoten, maar dat is natuurlijk slechts een schijnoperatie. Iedere vorm van concurrentie die gevoerd moet worden tegen een (gedeeltelijk) overheidsbedrijf is in feite concurrentievervalsing. De staat als aandeelhouder zelf wordt immers niet gesponsord door private actoren zoals bedrijven of individuele investeerders (zoals dat wel het geval is bij volledig privaat beheerde bedrijven), maar wel door middel van diefstal die in de volksmond ook wel eens belastingen worden genoemd. Met gevolg dat GDF-Suez allicht veel minder met bedrijfseconomische logica rekening zal moeten houden – in het slechtste geval zelfs gewoon een speelbal van Frans politiek gewin wordt – wat totaal ongeoorloofd is voor privé-bedrijven; tenzij het management wenst de fles op te gaan.
Er is in het hele verhaal dan ook een hoofdrolspeler die we in de hele tumult rond deze miskleun van een fusie nauwelijks horen. Een acteur die op andere momenten en bij andere gelegenheden het nochtans niet nalaat haar afgrijselijke muil wijd open te sperren en de meest oorverdovende geluiden te produceren: de Europese Commissie. Zij heeft immers wel een aantal randvoorwaarden opgesteld om het huwelijk tussen GDF en Suez te voltrekken (namelijk de afstoting van een aantal activiteiten in zowel Frankrijk als België), maar dit is gewoonweg ondermaats. De Europese Commissie had bij de opmaak van de richtlijnen die de liberalisering van de Europese energiemarkt regelden van in den beginne duidelijk moeten stellen dat de verschillende nationale overheden hetzij hun energiebedrijven privatiseren, hetzij hun aandelen verkopen. Dat is echter niet gebeurd, met het gevolg dat de hele liberalisering een soep is geworden waarbij de Europese Commissie als een alziende waakhond moet optreden: wordt hier niet een ongeoorloofde overheidssubsidie verleend? Is hier niet een monopolie in de maak? Moeten productie- en distributie-eenheden niet gesplitst worden? Dit zijn vragen die totaal overbodig zijn indien de vrije markt – zonder ook maar één greintje overheid – haar beloop wordt gelaten.
2 Comments:
Geheel terzijde: het is "Mitterrand" met 2 maal r, en "alors" met 1 maar l.
Et alors?
Een reactie posten
<< Home